Amerikaanse chirurgen transplanteren voor het eerst varkenshart bij mens

Voor het eerst in de geschiedenis is succesvol een hart van een genetisch aangepast varken getransplanteerd naar een mens. De operatie vond plaats in een ziekenhuis in de Amerikaanse stad Baltimore, meldt The New York Times maandag.

De krant spreekt over een medische primeur die hoop biedt voor honderdduizenden patiënten met falende organen. De doorbraak kan leiden tot voorraden dierlijke organen voor transplantatie bij menselijke patiënten.

Lees hier verder: www.nu.nl

CAHAL ontvangt erkenning ERN voor behandeling zeldzame aangeboren hartafwijkingen

Het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen (CAHAL) van het Amsterdam UMC en het LUMC, heeft de erkenning ontvangen om toe te treden tot het European Reference Network (ERN) GUARD-Heart als expertisecentrum voor aangeboren hartafwijkingen. Dit Europese virtuele netwerk richt zich op de diagnose en behandeling van zeldzame hartziekten, waaronder erfelijke hartziekten en congenitale hartafwijkingen. Doel is door Europese samenwerking patiënten met aangeboren hartafwijkingen toegang te geven tot de best beschikbare behandeling en advies die in Europa beschikbaar is.

Het CAHAL is met de toetreding één van de twee erkende Nederlandse centra voor aangeboren hartafwijkingen binnen het ERN GUARD-Heart voor zeldzame hartziekten. De erkenning houdt in dat het CAHAL volledig voldoet aan alle strenge volume- en kwaliteitseisen van het ERN. Voor kinderhartinterventies, die in het LUMC worden uitgevoerd, geldt bijvoorbeeld de eis dat het centrum minimaal 300 kinderhartoperaties per jaar uitvoert. Daarnaast moet het centrum beschikken over ECMO-faciliteiten (extracorporele membraan oxygenatie) voor kinderen, een speciaal toegewijde kinderhart-IC en kinderelektrofysiologen. De vaak levenslange zorg voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen, zoals deze binnen het CAHAL wordt aangeboden, is tevens essentieel. De zorg voor volwassenen met een aangeboren hartafwijking vindt zowel het LUMC als in het Amsterdam UMC plaats.

Krachten bundelen

Nico Blom, kindercardioloog en aankomend voorzitter van de Association for European Paediatric and Congenital Cardiology (AEPC): “Aangeboren hartafwijkingen bestaan uit meer dan 1800 verschillende typen afwijkingen die afzonderlijk allemaal zeldzaam zijn en ook nog veel variaties kunnen hebben. Dit maakt de diagnostiek en de behandeling van iedere afzonderlijke afwijking zeer uitdagend. Soms zijn meerdere hartinterventies noodzakelijk gedurende de loop van het leven van een patiënt. Voor een beter inzicht in de optimale behandeling voor patiënten met zeldzame aangeboren hartafwijkingen is samenwerking en het bundelen van alle beschikbare Europese deskundigheid van groot belang.”

Deze samenwerking is eveneens nodig om hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek naar zeldzame aangeboren hartafwijkingen mogelijk te maken. In één land zijn vaak onvoldoende patiënten met dezelfde aandoening om betrouwbare wetenschappelijke uitspraken te kunnen doen. En die onderzoeksresultaten zijn nodig om de kwaliteit van zorg, inzicht in de aandoening en onderzoek naar nieuwe behandelingen verder te verbeteren.

Bron: LUMC

Onuitputtelijke bron menselijke hartspiercellen kan proefdiergebruik sterk verminderen

Het is onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gelukt om menselijke hartspiercellen massaal te kweken. Dat is een bijzondere prestatie omdat hartspiercellen zich zeer moeilijk laten vermenigvuldigen buiten het lichaam. Door een speciale techniek hebben de onderzoekers nu een vrijwel onuitputtelijke bron van menselijke hartspiercellen gemaakt met veel nieuwe mogelijkheden voor onderzoek naar hartaandoeningen. De resultaten zijn gepubliceerd in Nature Biomedical Engineering.

Op de afdeling Hartziekten in het LUMC doen Twan de Vries en collega’s onderzoek naar de hartaandoening boezemfibrilleren. Hiervoor gebruiken ze onder andere proefdieren. “Dit heeft allerlei nadelen”, vertelt De Vries. “Het gebruik van proefdieren is maatschappelijk beladen, de verzorging is kostbaar en de hartspiercellen van dieren gedragen zich in veel opzichten anders dan menselijke hartspiercellen.” Het liefst zouden de onderzoekers daarom gebruik maken van menselijke hartspiercellen, maar omdat deze cellen zich nauwelijks vermenigvuldigen in het lichaam, laat staan in een laboratorium, kunnen ze simpelweg niet genoeg hartspiercellen krijgen voor hun onderzoek.

Schakelaar

Door een oude truc toe te passen, namelijk het inbouwen van een kankergen in het DNA van hartspiercellen, hoopten de onderzoekers dat de cellen zich sterk zouden vermenigvuldigen. Dat werkte uitstekend, alleen raakten de cellen hun specifieke eigenschappen, zoals het vermogen om samen te trekken, kwijt waardoor het eigenlijk geen hartspiercellen meer waren. “Toen dacht ik: wat als we het kankergen weer uit konden zetten?”, vertelt De Vries. En zo geschiedde. De eerste proef met dit kankergen dat ‘aan’ en ‘uit’ gezet kon worden, was een groot succes.
De Vries: “Door een stofje toe te voegen aan de cellen wordt het kankergen ‘actief’. De hartspiercellen verliezen dan hun eigenschappen en gaan als een gek delen. Door het stofje weg te halen gaat het kankergen ‘uit’ en worden de cellen weer kloppende hartspiercellen.” Dit heeft een vrijwel onuitputtelijke bron van menselijke hartspiercellen opgeleverd.

Minder proefdieren

Door deze vondst kan beter onderzoek gedaan worden naar potentiële nieuwe medicijnen voor hartziekten, omdat ze nu daadwerkelijk op echte menselijke cellen getest kunnen worden. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van proefdiergebruik. Om deze reden is het onderzoek gefinancierd door Stichting Proefdiervrij.

Meer inzicht hartziekten

De nieuwe techniek stelt de onderzoekers bovendien in staat om heel nauwkeurig uit te zoeken welke genen verantwoordelijk zijn voor de specifieke eigenschappen van hartspiercellen en voor het vermenigvuldigen van deze cellen. Hierdoor kunnen onderzoekers in de toekomst veel beter begrijpen hoe hartspiercellen precies werken en hoe hartziekten, zoals boezemfibrilleren, ontstaan. Deze kennis kan ook gebruikt worden voor de ontwikkeling van nieuwe methoden om beschadigde harten te repareren.

Meer weten? Bekijk de animatie hierboven of lees het artikel ‘Conditional immortalization of human atrial myocytes for the generation of in vitro models of atrial fibrillation’ van Niels Harlaar, Daniël Pijnappels, Antoine de Vries en collega’s in Nature Biomedical Engineering.

Bron: LUMC

AstraZeneca en Janssen maken booster extra hard nodig

Mensen die geprikt zijn met (tweemaal) AstraZeneca en (éénmaal) Janssen zijn minder goed tegen de deltavariant van het coronavirus beschermd dan mensen die Pfizer of Moderna kregen. Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling medische microbiologie van het academisch ziekenhuis in Maastricht, het MUMC+. Mensen met deze twee vaccins hebben meer nog dan andere gevaccineerden een booster nodig, aldus onderzoeksleider Jozef Dingeman van het ziekenhuis.

Doorbraakinfecties

“In juli zagen we dat mensen geïnfecteerd raakten, ofschoon ze voldoende gevaccineerd waren”, legt Dingemans uit. “Dat gebeurde toen de horeca weer openging. Het aantal besmette mensen nam toe, waarop we besloten dat te onderzoeken.” De onderzoekers bestudeerden 378 van deze wat genoemd wordt “doorbraakinfecties”. Dat zijn infecties waarmee mensen getroffen werden ondanks dat ze gevaccineerd waren.

Onderzocht werd om welke variant het ging, hoe oud de patiënt was, van welke symptomen sprake was en welk vaccin de geïnfecteerde persoon had ontvangen. Zo konden verschillen en verbanden tussen deze onderdelen in kaart worden gebracht. De belangrijkste conclusie is dat dat mensen die Janssen of AstraZeneca hadden ontvangen, sneller te maken kunnen krijgen met zo’n doorbraakinfectie.

Deltavariant

“Janssen of AstraZeneca werkten prima tegen de oorspronkelijke Alpha-variant van het virus”, aldus Dingemans. “Maar toen kwam de Deltavariant, en daartegen bleken deze vaccins minder goed te beschermen.” Dingemans raadt met name de mensen die gevaccineerd zijn met AstraZeneca of Janssen aan zeker een booster te gaan halen.

Dingemans heeft niet onderzocht hoe het zit met de nieuwe Omikron-variant. Wel zegt hij uit de literatuur te hebben begrepen dat alle vaccins een opwaardering nodig hebben om deze variant goed te kunnen weerstaan. “Ga dus in elk geval boosteren”, zei hij.

 Vaccinatie werkt, maar booster is nodig

De onderzoeksresultaten bewijzen dat boosteren nodig is, aldus hoofdonderzoeker Jozef Dingemans. ‘’Vaccinatie werkt heel erg goed om ziekenhuisopnames en ernstig ziek worden te voorkomen. Tegelijk is het waardevol dat we nu weten dat de deltavariant in staat lijkt te zijn om makkelijker door de vaccins van AstraZeneca en Janssen te breken en gevaccineerde personen te besmetten. Deze personen kunnen het virus dan weer doorgeven aan de kwetsbare groepen, met name ouderen. Ons onderzoek laat dus zien hoe belangrijk het is dat mensen, zeker zij die deze vaccins kregen, snel een booster krijgen.’’

Svintha Lankester: “Hij heeft mijn leven gered”

Een slechte film waar ze zelf niet bij was. Zo voelt haar hartstilstand voor
Svintha Lankester (35). Eind mei sloeg het noodlot toe en moest ze door haar eigen man, Jeffrey, worden gereanimeerd. Voor Svintha – die hier zelf niets meer van wist – is het nog steeds allemaal heel onwerkelijk.

Als ze haar verhaal begint, begint ze meestal bij het begin. Bij hoe haar leven was. Svintha woont samen met haar man Jeffrey en hun drie kinderen van tien, zeven en vier jaar. Ze werkte als designer en sportte graag: fitness en hardlopen. Ze leefde gezond. Nooit had ze last van gezondheidsklachten. En toen werd ze een paar maanden terug, heel plotseling, ineens wakker in het ziekenhuis. Zonder zich iets te kunnen herinneren. “Ik had geen enkel besef van wat er met me was gebeurd. Blijkbaar was er iets heel erg misgegaan. De artsen vertelden me dat ik geluk had gehad dat ik überhaupt nog leefde. Ik kan je vertellen: dat voelt heel raar.”

Reanimeren

Die bewuste zaterdag- op zondagnacht eind mei heeft Svintha naar Jeffrey geroepen dat het niet goed ging. Het volgende moment is ze uit bed gerold. Jeffrey werd wakker en zag al snel dat er iets helemaal niet goed was. Hij belde meteen 112 en is snel begonnen met reanimeren. Dit is Svintha achteraf allemaal verteld. “Jeffrey heeft twee jaar geleden een cursus gedaan en wist daardoor meteen wat hij moest doen. Gelukkig waren de hulpdiensten er snel. In no time stond het hele huis vol. Ik heb veel geluk gehad dat Jeffrey meteen is gestart met de reanimatie. Bij een hartstilstand telt elke seconde. Hersenschade kan al binnen een paar minuten optreden. Jeffrey heeft me dus eigenlijk gered.”

Geen herinnering

De hulpdiensten probeerden Svintha uit alle macht stabiel te krijgen, maar hadden geen idee wat er aan de hand was. Er was niets waaruit ze konden afleiden wat haar mankeerde. Eenmaal in het ziekenhuis werd Svintha meteen helemaal onderzocht, maar ook daar konden ze in eerste instantie niets vinden. Elf dagen lag ze uiteindelijk in het ziekenhuis, waarvan de eerste dagen op de IC. “Mijn laatste herinnering is van de dag voordat dit allemaal gebeurde. Van die bewuste dag zelf kan ik me niets herinneren en ook van de eerste tijd in het ziekenhuis niet. Ik voel daarom ook nog heel erg de behoefte om alles te weten. Wat er bijvoorbeeld is gebeurd voor ik in het ziekenhuis terechtkwam en wat ze precies hebben gedaan. Ik zou dat graag helder willen hebben voor mezelf.”

SCAD

Toen ze uiteindelijk wakker werd, had Svintha geen idee waarom ze in het ziekenhuis lag. Ze voelde dat haar lichaam een klap had gehad, maar besef van wat zich had voorgedaan? Dat had ze niet. Heel wat onderzoeken later kwam er uitsluitsel over wat er gebeurd was: het was een SCAD geweest. Dit is een zeldzame oorzaak van een hartinfarct. “Een SCAD is een scheurtje in de kransslagader. Deze heeft uiteindelijk een klein hartinfarct veroorzaakt, denken de artsen. Op de MRI was namelijk een klein litteken op het hart te zien, wat een hartinfarct geweest moet zijn. Het infarct heeft achteraf gezien al die vrijdagochtend ervóór plaatsgevonden, toen ik na het sporten onderweg naar huis ineens helemaal niet lekker werd op de fiets. Dit is ontstaan door het scheurtje en heeft uiteindelijk geleid tot een grote hartritmestoornis. Daardoor is mijn hart er die bewuste nacht mee gestopt.”

Hormonen

Ook de oorzaak van het scheurtje in de kransslagader werd onderzocht. Allerlei zaken werden uitgesloten. Zo had Svintha niets aan haar vaten en ook geen onderliggende ziekte. Daarnaast kon het niet door stress, drugsgebruik of heel intensief sporten komen. Er bleef maar één ding over: hormonen. “Als je zwanger bent, maak je bepaalde hormonen aan die ervoor zorgen dat de vaten flexibeler worden. Dan kan het dus gebeuren dat er een scheurtje ontstaat. De kans is klein dat zoiets gebeurt, maar het is bij mij waarschijnlijk wel het geval geweest. De artsen denken dat het komt doordat ik meerdere keren zwanger ben geweest. Best gek als je je bedenkt dat mijn jongste al vier jaar is. Ik heb simpelweg pech gehad… Het is nog altijd een raar besef dat je leven van de ene op de andere dag zo kan lopen.”

Het een plekje geven

De hele gebeurtenis heeft veel impact op Svintha gehad. Ze vindt het nog altijd moeilijk om haar emoties te beschrijven. Het een plekje geven lukt haar nog niet. “Ik ben nog steeds erg bezig met wat er is gebeurd en hoe ik me daar nu bij moet voelen. Revalideren gaat gelukkig goed. Fysiek ga ik vooruit en draai ik weer aardig mee, maar ik kan niet zeggen dat ik al helemaal goed in mijn vel zit.” Wat ze vooral ook lastig vindt, is dat onder anderen haar man Jeffrey een heel ander gevoel bij alles heeft dan zijzelf. “Jeffrey heeft er middenin gezeten en heeft enorm in angst geleefd. Niemand wist hoe ik uit mijn coma zou komen. En dat terwijl ik zelf voor mijn gevoel door alles heen geslapen heb. Daar voel ik me soms bijna rot over. Eenzaam zelfs, omdat ik de enige ben die dit gevoel erbij heeft. Met Jeffrey gaat het gelukkig goed. Ik hoop dat ik het over een tijdje zelf ook een plek kan geven, maar voor nu heeft het vooral tijd nodig. Ik besef me namelijk heel goed dat het anders had kunnen aflopen. Hoe dan ook ben ik blij en dankbaar dat ik er nog kan zijn voor mijn kinderen en Jeffrey.”

Waarom het interview met Svintha?

Wij bieden de ruimte om bijzondere verhalen te delen. Ieder van ons kent de angst die je misschien hebt doorgemaakt. De moeite die het soms kost om het te accepteren. Stuur je eigen verhaal in en wij publiceren het op onze website of nodigen je uit voor een interview.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Svintha Lankester

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Zorgen om centraliseren kinderhartchirurgie

Demissionair minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat de academische ziekenhuizen in Groningen, Amsterdam en Leiden gaan stoppen met kinderhartchirurgie. Alleen in het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het ErasmusMC in Rotterdam zal het nog mogelijk zijn om kinderen aan hun hart te opereren, aldus de minister. Complexe operaties voor mensen met aangeboren hartafwijkingen worden ook door deze centra uitgevoerd.

Hartpatiënten Nederland kan begrijpen dat veel ouders deze forse ingreep in de kinderhartchirurgie in Nederland teleurstellend vinden. “Het is een hele opgave als je nog verder moet rijden om je kind te steunen”, aldus voorzitter Jan van Overveld van Hartpatiënten Nederland. “Ook voor de verpleegkundigen in de hartchirurgische centra in Groningen, Amsterdam en Leiden is dit heel verdrietig nieuws. Deze mensen werken met hart en ziel voor de kinderen, die bij hen een speciale plek in hun hart hebben.”

Toch ziet Van Overveld positieve punten. “De centralisatie van de kinderhartchirurgie komt uiteindelijk de kwaliteit ten goede”, aldus van Overveld. “Jaarlijks worden 180 kinderhartjes geopereerd. Het is op zich niet verkeerd dat de expertise in twee centra terecht komt. We willen immers het beste voor onze kinderen, en dat is wat hier gebeurt. Maar het is inderdaad een hard gelag voor mensen die van ver moeten komen. Je zult maar vanuit Maastricht of Groningen naar Utrecht moeten om je kind bij te staan!”

Het UMCG is een petitie gestart om kind hartcentrum te blijven. Deze petitie ondertekenen kan hier.

Krijgen we straks een online huisarts?

Krijgen we straks een online-huisarts? Je gaat het bijna denken als je de laatste ontwikkelingen ziet in huisartsenland.

Per 1 januari gaat huisarts Ronald Korthals van een huisartsenpraktijk in het Limburgse dorpje Koningsbosch met pensioen. Maar hij heeft geen opvolger. De 1300 patiënten blijven zonder huisarts achter. Wat nu? Verzekeraar CZ heeft een oplossing gevonden. Patiënten van Korthals kunnen volgens Limburgse media per 1 januari gebruik maken van online huisartsenpraktijk Arene. Bij Arene werken huisartsen die eerste aanspreekpunt worden en ook een dossier bijhouden. Patiënten kunnen hun vragen online, telefonisch of via beeldbellen voorleggen. Als er echt naar iemand gekeken moet worden, springen huisartsen uit de omgeving bij.

Arene is een initiatief van vier Brabantse huisartsen die sinds 2016 digitaal hulp aanbieden aan hun patiënten. Volgens CZ zal Arene in meer gebieden worden ingezet waar er een tekort aan huisartsen is. “De ervaring leert dat de meerderheid van de zorgvragen goed beantwoord kan worden via digitale mogelijkheden”, laat CZ aan 1Limburg weten.

Je zou zeggen: de patiënten van Korthals kunnen toch terecht bij omliggende huisartsen. Maar nee, die voerden een patiëntenstop in, dus daar kon niemand meer terecht.

Gezien het verwachte grote huisartsentekort zou een oplossing zoals Arena wel eens vaker uit de kast gehaald kunnen worden. Of dit een goede ontwikkeling is, betwijfelen we. Het wordt er niet beter op.

In Memoriam: Pieter Van de Rest

Met veel verdriet vernamen we het overlijden van Pieter van de Rest. De hartpatiënt uit Dordrecht leefde met het hart van een ander, na een geslaagde harttransplantatie. We kennen Pieter als een bevlogen en vriendelijke man vol optimisme en warmte, die met graagte praatte over het hart dat hem al die jaren in leven hield. Een levenskunstenaar wiens levenslust menigeen inspireerde.

Hij stierf op 56-jarige leeftijd, op 17 december. Hij hield van het leven, was vader en echtgenoot van Jonne Boesjes, muzikant, kunstschilder, dromer en doener. Pieter studeerde aan de Rijksuniversiteit in Leiden om zich vervolgens te bekwamen in reclame, schrijven en kunst. Hij schreef een indrukwekkend boek.

Van de Rest bracht zijn jeugd door op het eiland Kaag. Op het hoogtepunt van zijn carrière in reclame en marketing werd hij in 1997 getroffen door een zwaar hartinfarct. Zijn hart raakte daardoor zwaar beschadigd. Tien jaar ziekenhuisopnames en hartoperaties maken de conditie er niet beter op. Het wachten op een donor begint, en Pieter balanceert al die jaren tussen vrees en hoop. Hij heeft nog maar één wens: zijn kinderen zien opgroeien. Na tien jaar en talloze ziekenhuisopnames onderging hij een harttransplantatie. We schreven er eerder over in ons magazine.

Pieter zelf schreef een boek, “Hart Gezocht” – hier te bestellen – over de periode van het lange wachten op een nieuw hart. “Hart gezocht is een openhartig dagboek vol emotie, spiritualiteit en relativering”, aldus de toelichting op Bol.com. “Het laat zien wat jarenlang ziek zijn en wachten inhoudt voor een patiënt en voor zijn gezin.”

Het boek is zeer de moeite waard. Een lezer schreef er een lovende recensie over, zo mooi dat we die graag publiceren: “Het boek “Hart Gezocht” is niet direct een boek dat je als impulsaankoop bij de boekhandel koopt” laat lezer Damen weten op Bol.com. “Het is ook geen boek van één van de vele bekende auteurs of ’n boek dat je wordt aanbevolen of dat is gebombardeerd als “deze moet je gelezen hebben”. Toch heb ik het boek, per toeval, gekocht en werd ik vanaf het begin gegrepen door passie, emotie en humor van de auteur in kwestie. Het boek is zowel boeiend, ontroerend als meeslepend en is het moeilijk het “even weg te leggen”. Pieter van de Rest weet de lezer op een ongelooflijk realistische manier, op meeslepende maar ook humoristische wijze, mee te nemen in een “zeer boeiend en tevens hartverwarmend verhaal” dat autobiografisch is geschreven. Dit bijzondere boek is meer dan de moeite van het lezen waard en laat je meeleven in het verhaal van een bijzonder mens! Beslist een aanrader!”

 

Internationaal onderzoek toont aan dat complexe hartbehandelingen sterk zijn verbeterd

Voor hartpatiënten die een behandeling moeten ondergaan in alle drie de kransslagaders is een  open hartoperatie, een zogenoemde bypass-operatie, de beste behandelingswijze. Maar als het gaat om minder complexe vernauwingen in de drie kransslagaders is het dotteren van die vernauwingen zeker even effectief. Tot die conclusie komt een groep van onderzoekers van  University of Stanford in Amerika, het Catharina Ziekenhuis in Nederland  en het Cardiovasculair Center Aalst in België. De resultaten van het internationale onderzoek zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine, wereldwijd het invloedrijkste tijdschrift over geneeskunde.

“Hartspecialisten weten door deze zogeheten FAME 3-studie nu beter welke behandeling voor wie het meest geschikt is”, zegt onderzoeker Frederik Zimmermann van het Catharina Ziekenhuis. “We kunnen met deze kennis de behandeling nog specifieker afstemmen op de patiënt met een grotere veiligheid en beter resultaat. Zorg op maat! Goed nieuws dus voor onze hartpatiënten.” Het onderzoek is de grootste studie ter wereld die dotteren met een bypassoperatie heeft vergeleken bij vernauwingen in alle drie de kransslagaders; wereldwijd namen 48 ziekenhuizen deel aan het onderzoek.

Aanleiding onderzoek

Patiënten met vernauwingen in de kransslagaders worden onderverdeeld in patiënten met vernauwingen in één, twee of alle drie de kransslagaders. Bij patiënten met vernauwingen in één of twee kransslagaders wordt in het algemeen voor dotteren gekozen, omdat dit de beste resultaten en minste complicaties geeft. Bij patiënten met vernauwingen in alle drie de kransslagaders daarentegen wordt van oudsher een bypass-operatie als de beste behandelingswijze beschouwd.

In de laatste jaren is de techniek van dotteren sterk verbeterd door het ter beschikking komen van betere stents en door de zogenoemde Fractionele Flow Reserve (FFR) methode, waarmee beter bepaald kan worden waar en hoe precies stents geplaatst moeten worden. De doelstelling van de FAME 3-studie was om te onderzoeken of met gebruikmaking van moderne stents en van de FFR methode bij patiënten met vernauwingen in alle drie de kransslagaders even goede resultaten behaald zouden worden als na een bypass-operatie.

In de FAME 3-studie werden daarom wereldwijd 1500 patiënten met vernauwingen in alle drie de kransslagaders die verwezen waren voor een bypass-operatie, door het lot verdeeld in 2 groepen: één groep die de bypassoperatie kreeg en één groep waarbij alle vernauwingen gedotterd werd.

Patiëntgroepen vergeleken

Na een jaar werd gekeken hoeveel patiënten in beide groepen waren overleden, een hartinfarct hadden gekregen of opnieuw een ingreep hadden ondergaan. Uit resultaten uit het verleden was bekend dat het percentage patiënten (met vernauwingen in alle drie de kransslagaders) bij wie een dergelijke complicatie optreedt, na een jaar bij dotteren ongeveer 18 procent was en bij een bypass-operatie ongeveer 12 procent.

Conclusie

In de FAME 3-studie bleken deze percentages 10 procent en respectievelijk 6 procent te zijn. Dat betekent dat dotteren enorm verbeterd is ten opzichte van wat uit het verleden bekend was. Maar ook de resultaten van bypass-chirurgie waren 50 procent beter dan verwacht. De conclusie is dat bij patiënten met vernauwingen in alle drie de kransslagaders, een bypass-operatie in het algemeen nog steeds de voorkeur geniet. Dit geldt vooral wanneer het drie of meer complexe afwijkingen betreft.

Bij patiënten met minder complexe vernauwingen in alle drie de kransslagaders, worden er betere resultaten geboekt met het plaatsen van stents.

Veelvoorkomend

Vernauwingen in kransslagaders (aderverkalking) komen veel voor. 25 procent van de Nederlanders ouder dan 50 jaar en 40 procent van de Nederlanders ouder dan 60 jaar hebben één of meerdere vernauwingen in de kransslagaders. Hoe erger de vernauwing, hoe groter de kans op angina pectoris, pijn op de borst. Als een kransslagader helemaal dicht zit, kan er geen zuurstof meer bij het achterliggende spierweefsel komen en sterft een deel van het hart af. In dat geval spreken we van een hartinfarct.

Vervolgonderzoek

Voor de Fame3-studie zijn patiënten tot 1 jaar na hun behandeling gevolgd. Omdat de onderzoekers ook de gevolgen op langere termijn in kaart willen brengen, worden alle patiënten die deelnamen aan de studie nog steeds gemonitord. Frederik Zimmermann hoopt begin volgend jaar met dit onderzoek te promoveren op de TU/e in Eindhoven.

De FAME 3-studie werd uitgevoerd onder leiding van de University of Stanford (USA, Prof. William Fearon), het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven ( Prof.Nico Pijls ) en het Cardiovascular Center Aalst (België, Prof Bernard De Bruyne).

Link naar The New England Journal of Medicine: Fractional Flow Reserve–Guided PCI as Compared with Coronary Bypass Surgery | NEJM

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Onduidelijk wanneer mensen die niet geprikt kunnen worden QR-code krijgen

Het ministerie van Volksgezondheid kan nog niet zeggen wanneer mensen die zich om medische redenen niet kunnen laten vaccineren tegen het coronavirus, toch een tijdelijke QR-code kunnen krijgen.

Demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) vertelde twee weken geleden in de Tweede Kamer dat dit binnenkort mogelijk zou moeten worden. Hij verwachtte toen dat het nog enkele weken zou duren voordat de procedure van aanvraag, beoordeling en mogelijke verstrekking in werking treedt.

Lees hier verder: www.nu.nl