Gebruik je Clopidogrel? Dan laat je testen!

Clopidogrel werkt niet bij iedereen. Wil je weten of het medicijn bij jou überhaupt wel werkzaam is, laat je dan testen! Die dringende oproep doet Henk Giesen, die zelf al meer dan 20 jaar het geneesmiddel gebruikt – en er pas vorig jaar bij toeval achter kwam dat de kans bestaat dat het niet werkt, of een hogere dosering ervan nodig is. Als dat zou kloppen, zou hij meer dan 20 jaar onbeschermd zijn geweest tegen een hart- of herseninfarct. Giesen doet dan ook een oproep aan iedereen die Clopidogrel gebruikt om zich te laten testen!

Je zou toch zeggen dat een huisarts of specialist sowieso zou testen of clopidogrel (voldoende) bij iemand werkt door een test voor te schrijven. Het tegendeel is waar. Bij sommigen werkt het helemaal niet, anderen hebben een hogere dosering nodig. Ongeveer 1 op de 4 patiënten heeft een ander medicijn of een hogere dosering nodig. En dus trekt Henk Giesen aan de bel.

Genen

Het begon ermee toen hij een artikel ontdekte over de relatie tussen clopidogrel en ons genetisch materiaal. “Het was heel onthutsend te ontdekken dat ik meer dan 20 jaar een medicijn had gebruikt met een grote kans dat het niet of onvoldoende zou werken”, vertelt Giesen. “Het eerste dat ik me afvroeg: had ik dit kunnen weten? Het eerlijke antwoord was nee. Noch de arts noch de apotheker noch de bijsluiter hebben deze mogelijkheid genoemd. Uit pure nieuwsgierigheid ben ik er dieper ingedoken. Bij mijn speurtochten op internet ontdekte ik dat de Amerikaanse medicijnenwaakhond FDA de producent had verplicht in de Amerikaanse bijsluiter te vermelden dat in 4% (dit geldt voor mensen afkomstig uit Europa, voor Aziaten is dit percentage veel hoger) van de gevallen het medicijn niet werkt. Ik heb vervolgens contact opgenomen met mijn apotheker, die me correct doorverwees naar het laboratorium van het Erasmus UMC. De aanvraag werd door mijn huisarts verzonden en twee weken later wist ik dat ik 20 jaar lang beschermd was geweest.”

Een hele opluchting dus, maar Henk vindt het niet kunnen dat zoveel mensen een risico lopen. Daarom besloot hij een oproep te doen aan iedereen die dit middel gebruikt: laat je testen! Henk besloot zijn verhaal voor te leggen aan een apotheker. Die liet het volgende weten:

“Patiënt Henk heeft natuurlijk groot gelijk en zijn oproep verdient alle steun!  Daarnaast juich ik het toe dat de oproep van een bevlogen patiënt komt. Hij is – net als ik – bezorgd over het feit dat door het terughoudende testbeleid patiënten risicovolle medicatie krijgen, die soms in het geheel niet beschermt en in veel gevallen een hogere dosering behoeft. Een test die een eenmalige investering vergt van 80 euro.”

Henk neemt als uitgangspunt 100.000 gebruikers van clopidogrel. “Voor de Nederlandse situatie betekent dit dat ruim 5000 patiënten geen enkele baat hebben en 20.000 patiënten onvoldoende beschermd worden. Dat betekent dat er jaarlijks tussen de 40 en 120 patiënten een ernstig incident (hart/herseninfarct) zullen meemaken. In de lijn der verwachting zullen een aantal van deze ernstige incidenten fataal zijn.”

Henk hoopt dat ook Hartpatiënten Nederland zich gaat inzetten voor de verplichting van de fabrikant deze gegevens in de bijsluiter op te nemen. Ook zou in de richtlijn van de artsen vermeld moeten worden dat bij voorschrijven van Clopidogrel altijd een genotype test gedaan wordt. “Clopidogrel is een fantastisch geneesmiddel, maar niet voor iedereen”, weet Henk. “Clopidogrel wordt heel vaak voorgeschreven aan hart- en vaatpatiënten om te voorkomen dat de bloedplaatjes (die een grote rol spelen bij het stelpen van een bloeding) in de bloedbaan gaan samenklonteren tot een bloedstolsel. Zo’n bloedstolsel zou ervoor kunnen zorgen dat een bloedvat wordt afgesloten. Vooral vaatpatiënten die vaak op verschillende plaatsen in de bloedbaan vernauwingen hebben lopen dit risico. Vernauwing plus een stolsel kan een afsluiting zijn. Het gevolg kan zeer ernstig zijn. Het weefsel dat eigenlijk door dat bloedvat wordt verzorgd krijgt te weinig zuurstof en voeding en sterft af. Dit noemen we een infarct. Afhankelijk van de plaats des onheils spreken we van een herseninfarct, hartinfarct of darminfarct. Vaak kan door snel ingrijpen (het herstellen van de doorbloeding) de schade worden beperkt. Ook kan een afsluiting leiden tot amputatie of impotentie (de mannelijke seksualiteit is voor een groot deel afhankelijk van een goede bloedtoevoer).”

“Ieder jaar krijgen 20 tot 100 mensen een infarct omdat ze door een fout in het genetisch materiaal niet (of onvoldoende) beschikken over de werkzame stof in de lever die clopidogrel zijn werk laat doen. Door u te laten testen kunt u dit risico uitsluiten. Als u clopidogrel gebruikt dan raad ik u aan ook naar uw huisarts te stappen en de test te laten aanvragen. Als de test door de huisarts wordt aangevraagd worden de kosten vergoed uit de basisverzekering.”

Onze adviseur huisarts Hans van der Linde bevestigt dat het er maar aan ligt welke enzymen je hebt en dat het belangrijk is om te weten welk medicijn niet werkt, of een hogere dosering nodig maakt. Hij verwijst naar de farmacogenetica, dat je kunt googelen voor meer uitleg. “Iedereen zou een test moeten krijgen bij dit middel,” aldus Van der Linde. “Een volledig medicijnenpaspoort kost 800 euro, een gedeeltelijk paspoort kost 80 euro. Er gaan stemmen op om bij het voorschrijven van dit medicijn ook een DNA-test te laten doen. Maar dat is duur. Zonder test bestaat de kans dat iemand die Clopidogrel slikt, er niks aan heeft. De oproep van Henk Giesen is terecht!”

Tekst: Henri Haenen

Keuze digitale zorg

Patiënten die dat willen moeten in de toekomst kunnen kiezen voor digitale zorg, zorg op afstand, zodat ze niet meer voor elk onderzoek of gesprek naar het ziekenhuis hoeven. Dat vinden Patiëntenfederatie Nederland en de koepel van zorgverzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland.

Onlangs stelden de eerdergenoemde organisaties dat het recht op digitale zorg in de wet moet worden vastgelegd. Tijdens de coronacrisis is gebleken dat digitale zorg vaak een goed alternatief is voor zorg in de ziekenhuis. Dat moet behouden blijven, ook als corona voorbij is.

De Patiëntenfederatie stuurt binnenkort een brief naar alle Nederlandse ziekenhuizen en zelfstandige klinieken waarin ze vraagt om zorg op afstand mogelijk te maken. Zorg thuis als het kan, in het ziekenhuis als het moet of de patiënt dat liever heeft.

Ook Hartpatiënten Nederland is hier voorstander van. Wij vinden het goed dat hierdoor de keuze bij de patiënt ligt. Hartpatiënten Nederland; 100% voor de patiënt!

 

 

Een moeilijke keuze

Wat als je dagelijks veel pijn hebt door een medicijn, maar datzelfde medicijn je – volgens artsen – in leven houdt? Voor dat vraagstuk kwam Ben Averesch (65) te staan. Na een moeilijke keuze hielpen het geloof, zijn familie en Hartpatiënten Nederland bij het vormgeven van zijn nieuwe leven.

Dat Ben in 2001 een hartinfarct kreeg, kwam volkomen onverwachts. “Ik was fit, rende, fietste, had een intensieve baan en helemaal geen klachten”, blikt hij terug. “Maar na het infarct was mijn hart voor ongeveer 30 procent afgestorven.” Toen Ben redelijk hersteld was van het infarct, deed hij een fietstest in het ziekenhuis. “Ik gaf alles wat ik in me had en na afloop zei de cardioloog dat ik ‘perfect’ had gepresteerd.” Toch ging het in datzelfde gesprek nog mis. Ben kreeg een hartstilstand. “Na die eerste kwam ik zelf nog bij, maar toen ik naar de gang liep om opgenomen te worden, kreeg ik een tweede hartstilstand. Het enige dat ik me daar nog van kan herinneren, is dat ze twee handvatten van mijn borst haalden.”

Vijf omleidingen

Ben overleefde ook de tweede hartstilstand, maar de bloedvaten van zijn hart bleken voor 90 procent dicht te zijn. In een zware operatie kreeg Ben vijf omleidingen. “Kort daarvoor voelde ik me nog helemaal goed, en ineens was ik hartpatiënt. Daarvan raakte ik in een dip. Ik weet nog dat mijn vrouw een keer zei: ‘Kijk niet naar wat je niet meer kan, kijk naar wat je wél kan.’ Dat, in combinatie met mijn vertrouwen in de Heere God, heeft me er doorheen geholpen.”
Niet lang na de operatie ontstonden opnieuw klachten, maar deze waren anders van aard. “Ik had vreselijke spierkrampen in mijn lies, rug, handen en benen. De klachten resulteerden in een hernia, waardoor ik drie weken plat heb gelegen. Het heeft nogal wat moeite en pijnstillers gekost om weer te kunnen lopen.” Nu hij eraan terugdenkt is één ding duidelijk: “Ik hoop dat nooit meer mee te maken.”

Cholesterolverlagers

Bens zwager herkende de klachten. Hij opperde dat het van de cholesterolverlagers kon komen die Ben sinds zijn operatie slikte. Na er veel over gelezen te hebben, besloot Ben een tijdje met de cholesterolverlagers te stoppen. Dat gaf het gewenste effect: langzaamaan verdwenen zijn klachten. “Ik vond het wel lastig om op de stoel van de dokter te gaan zitten. Het stoppen werd me afgeraden, want ik zou daardoor weer risico lopen. Daarom heb ik eerst nog diverse andere statines geprobeerd, maar telkens kwamen de klachten terug. Na twee jaar ben ik er definitief mee gestopt. Dat was een moeilijke keuze, maar ik sta er nog steeds achter.”

Gezonde voeding

Ondanks dat Bens cholesterol al zeventien jaar te hoog is, voelt hij zich goed. Hij geniet van zijn pensioen, wandelt zo’n 50 kilometer per week en sleutelt graag aan oldtimers. “Ik ben het zoveel mogelijk in gezonde voeding en beweging gaan zoeken. Sinds 2019 helpt Jan van Overveld, voorzitter van HPNL, me daarbij. Ik leerde hem per toeval kennen en we hadden direct een klik. Het is fijn om iemand te kennen die er veel verstand van heeft en met me meedenkt. Na gesprekken met hem ben ik een koolhydraatarm dieet gestart en laat ik suiker zoveel mogelijk staan. Dit doe ik nu bijna twee jaar en ik voel me er perfect bij. HPNL doet in mijn ogen prachtig werk.”

Persoonlijke beslissing

“Soms vraag ik me wel af: wil ik het nou beter weten dan iemand die ervoor gestudeerd heeft?”, zegt Ben eerlijk. “Maar ik kan die twijfel steeds beter aan de kant zetten. Ik denk dat ik in een rolstoel had gezeten als ik met de cholesterolverlagers was doorgegaan.” Ondanks Bens positieve ervaring met het stoppen, zou hij het anderen nooit als advies geven. “Het moet echt een persoonlijke beslissing zijn. Ik kan mensen alleen aanraden zich er goed in te verdiepen en de keuze heel bewust te maken.”

Zelfvertrouwen

Toen Ben kortgeleden weer een fietstest deed, gaf het resultaat hem extra zelfvertrouwen. “De testuitslag was maar liefst 113 procent. De cardioloog noemde het zelfs ‘uitmuntend’. Daar ben ik erg blij mee”, vertelt Ben opgelucht. Als hij er nu op terugkijkt, noemt hij zijn verhaal ‘wonderlijk’. “Toen ik de hartstilstanden kreeg, was geen van mijn vier kinderen getrouwd. Inmiddels zijn we vier bruiloften en veertien kleinkinderen verder. Als een hartstilstand wel fout was gegaan, had ik dat allemaal niet meegemaakt.” Dat besef zorgt ervoor dat Ben van elke dag geniet. “Soms loopt het leven anders dan verwacht, maar dat heb je nou eenmaal niet zelf in de hand. Zoals ik me nu voel, hoop ik dat het mij gegeven wordt er nog lang te mogen zijn voor mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen.”

Hoe gaat het nu met?

Twee jaar geleden spraken wij Nick Jansen over hoe hij naar aanleiding van een infectie met het zogeheten ‘Parvovirus B-19’ – ook wel bekend als de ‘Vijfde ziekte’, een ontstoken hartzakje (Pericarditis) en ontstoken hartspier (Myocarditis) kreeg. In ‘Hoe gaat het nu met?’ nemen wij polshoogte en stellen de vraag hoe gaat het nu met… Nick Jansen.

Het was 2017 toen Nick plots hartpatiënt werd. Na met vrienden genoten te hebben van een festival op een mooie lentedag, belandt hij in het ziekenhuis en wordt opgenomen. Onderzoeken volgen waarna uiteindelijk het ‘verlossende’ woord volgt en Nick hoort wat er gaande is in zijn lichaam. Maar ook al weet de toen 25-jarige nu wat hij mankeert, de gebeurtenissen daaraan vooraf maken indruk, net zoals zijn herstel. En de draad oppakken, hield ook aanpassen in. Daarover zei hij eerder: “Mede doordat ik van nature een heel actief persoon ben, moest ik leren om naar mijn lichaam en diens mogelijkheden te luisteren. Vooral in het begin wilde ik héél veel en héél snel, maar mijn lichaam liet dat niet toe. Ik vond dat moeilijk.”

Met volle kracht vooruit

Afgelopen zomer heeft de inmiddels 27-jarige Nick nog een laatste MRI-scan waaruit blijkt dat zijn hartspier niet meer gezwollen is en dat de verminderde pompkracht van zijn hart voor het eerst sinds drie jaar weer op peil is: Nicks hart heeft de normale pompkracht terug. Een grote overwinning, want het terugwinnen van verloren pompkracht is geen vanzelfsprekendheid voor het hart: “Ter ondersteuning van de pompkracht slik ik nog medicatie. Ook omdat bij het stoppen met medicatie een terugval van de pompkracht mogelijk is. Maar afgezien daarvan voel ik mij goed en merk ik nu niets meer van de eerdere Pericarditis en Myocarditis.”

De fanatieke Nick voelt zich inmiddels zo goed dat hij zichzelf soms moet afremmen: “Mijn hartaandoeningen zijn een stok achter de deur en herinneren mij eraan om altijd aan mijn gezondheid te werken en blijven werken. Gelukkig ben ik een fanatiek sporter, net zoals mijn vriend. Wij staan beide actief in het leven en daarin motiveren wij elkaar. Door het vele sporten voel ik mij fit en mijn uithoudingsvermogen is aanzienlijk verbeterd. Soms moet ik mijzelf afremmen, omdat ik anders iedere dag ga trainen. Verder heb ik een leuke en drukke baan, maar ik weet ervoor te zorgen de balans tussen werk en privé goed te houden.”

Maar Nick blijft reëel, ook wanneer het op zijn gemoedstoestand aankomt: “Ook ik heb natuurlijk goede en minder goede dagen. Maar wanneer ik een mindere dag heb, heb ik niet per se het gevoel dat ik mij slechter voel dan iemand die niets aan zijn of haar hart heeft. Ik kan oprecht zeggen dat mijn hartaandoeningen mijn leven momenteel niet beïnvloeden. Ik probeer zo positief mogelijk in het leven te staan en hoop dat de huidige situatie rondom Covid-19 zo snel mogelijk voorbij is en iedereen er weer op uit kan gaan om leuke dingen te ondernemen met de mensen die wij liefhebben.”

Dankbaar en hoopvol

Nick is dankbaar dat hij nu, vier jaar later, kan zeggen dat het goed gaat. Daarnaast is hij hoopvol voor de toekomst en kijkt hij graag vooruit, zonder in het verleden te blijven hangen en in angst te leven: “Ik voel mij nu heel goed en hopelijk blijft het zo. Het sporten draagt daaraan zeker bij. Mijn vriend en ik willen maximaal van het leven genieten en samen proberen wij dat ook. De wereld ontdekken en zoveel mogelijk reizen is daarvan een voorbeeld. Zo hebben wij vorig jaar, nog net voor Covid-19, een maand gereisd door Australië. En als de sportscholen weer opengaan, heb ik de ambitie om aan een Crossfit-wedstrijd mee te doen en daar speciaal voor te trainen.”

En in de tussentijd is hij niet stil blijven zitten. Integendeel! Inmiddels heeft Nick zijn studie Human Resource Management succesvol afgerond en werkt hij als Recruiter en HR-consultant bij een detacheringsbureau. Ook woont hij samen met zijn vriend en samen doen zij fanatiek aan Crossfit, een trainingsvorm waarbij atletiek, gymnastiek en krachttraining gecombineerd worden: “Als iemand mij in 2017 had verteld hoe goed ik mij nu zou voelen, dan had ik diegene niet geloofd!”

Heb ook jij in het verleden jouw verhaal gedeeld in HartbrugMagazine? Laat het ons weten; wij zijn benieuwd hoe het nu met je gaat! Wil jij graag jouw verhaal delen? Stuur ons een bericht via roermond@hartpatienten.nl

Werkzaamheid en bijwerkingen van het AstraZeneca-vaccin

Naar aanleiding van alle ontwikkelingen rondom het AstraZeneca-vaccin, komen er veel vragen binnen bij Hartpatiënten Nederland hierover. Veel mensen twijfelen over het al dan niet laten vaccineren met dit vaccin, zeker naar aanleiding van recente media aandacht en ontwikkelingen in Duitsland. We begrijpen deze onrust en brengen dit onderwerp daarom toch onder de aandacht. Onderaan dit artikel wordt verwezen naar een uitgebreider artikel over dit onderwerp, voor de geïnteresseerden.

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de European Medicines Agency (EMA) hebben de meldingen over trombose na toediening van het AstraZeneca-vaccin geanalyseerd en zijn tot de conclusie gekomen dat er geen causaal verband met het vaccin kon worden aangetoond. De balans van werkzaamheid en bijwerkingen is derhalve nog steeds positief.

In mijn artikel over causale relaties tussen vaccins en bijwerkingen had ik al geconcludeerd dat CBG en EMA niet in staat zijn om causale relaties aan te tonen, hooguit kunnen ze dat aannemelijk maken. Je vraagt je nu wel af, en mensen stelden mij ook deze vraag, hoe deze organisaties tot een positieve balans hebben kunnen concluderen. Met andere woorden welke instrumenten gebruiken zij daarvoor? Welnu, daar zijn geen instrumenten en ook geen balansen voor. Wel, zo vermoed ik, zijn er een tweetal tests in gebruik waarmee het CBG en EMA die balans proberen op te maken. Deze zijn niet-gevalideerd in wetenschappelijk onderzoek, het zijn de OB-test en NV-test.

In de eerste plaats de OB-test ofwel ‘Oog Bol’-test. Hiermee bekijkt men het aantal negatieve effecten en vergelijkt dat met het aantal positieve effecten en stelt dan dat het totale effect positief is. Een aantal ernstige bijwerkingen of sterfgevallen weegt voor hen dan niet op tegen het aantal (vermeende) positieve effecten. In de tweede plaats de NV-test ofwel ‘Natte Vinger’-test. Deze is afhankelijk vanuit welke richting de wind waait en met welke kracht er wordt geblazen. De blazer is altijd de farmaceutische industrie.

De combinatie van beide testen, de OB- en de NV-test, geeft de beste garantie dat een medicijn of vaccin ondanks meer of minder ernstige bijwerkingen, in de handel mag blijven. Ze zijn vooral bekend geworden van de beoordeling van het antidiabeticum rosiglitazon (Avandia®). Elke keer als er ernstige bijwerkingen werden vastgesteld was de conclusie dat de balans nog steeds positief was. Dat ging zo door totdat het patent was verlopen en het middel uit de handel werd genomen. Dat was 10 jaar na de marktintroductie nadat circa 50.000 mensen het leven hadden gelaten door hartinfarcten.

Voor zover ik weet heeft een registratieautoriteit in Europa, CBG of EMA, nog nooit het initiatief genomen een medicijn of vaccin uit de handel te nemen. Dat heeft alles te maken met de machtsstructuur en de financiering. Deze autoriteiten zijn financieel vrijwel volledig afhankelijk van de bijdragen die de industrie betaalt om hun producten geregistreerd te krijgen.

Transparantie hoe een besluit over het al dan niet uit de handel nemen van een medicijn of vaccin tot stand is gekomen is ver te zoeken, zeker nadat Lareb heeft besloten gegevens over bijwerkingen in de categorie bedrijfsgeheim onder te brengen. Onafhankelijke controle is daarom ver te zoeken. En dat is wel wat burgers mogen verwachten van organisaties die gaan over de veiligheid van medicijnen en vaccins.

Dick Bijl

Benieuwd naar achtergrondinformatie over dit onderwerp? Lees dan het uitgebreide artikel op Overnu.nl

Hartpatiënten lopen risico bij een verkeerde klepmaat

Hartklepfabrikanten vermelden vaak verkeerde maten op hun verpakkingen, wat gevolgen kan hebben voor patiënten. Dit melden online onderzoeksplatform Follow the Money, Argos VPRO en Small Stream Media.

In Nederland worden jaarlijks circa 1500 operaties uitgevoerd om hartkleppen te implanteren. Tjark Ebels, hartchirurg uit het UMC Groningen, ontdekt in 2014 dat veel fabrikanten op de verpakking van hartkleppen de maat ervan foutief weergeven: de kleppen zijn kleiner dan vermeld. ‘De belangrijkste afmeting – de binnendiameter – wijkt regelmatig vele millimeters af van wat op de verpakking staat. Dat geldt voor alle grote marktpartijen, hoewel de een het bonter maakt dan andere. Maar geen enkele fabrikant hanteert de juiste maat’, aldus Ebels. Het gaat onder meer om de kleppen van Medtronic, LivaNova, Edwards Lifesciences en Abbott.

Robert Klautz, hartchirurg en afdelingshoofd van het Leiden UMC en het Amsterdam UMC, geeft een mogelijke verklaring voor deze foutieve etikettering: ‘De fabrikanten willen ons laten geloven dat we bij hen een grotere klep kunnen kopen dan bij de concurrenten. Als arts wil je een zo groot mogelijke klep plaatsen bij de patiënten. Want hoe groter de klep, hoe minder weerstand en hoe makkelijker het bloed door het lichaam kan stromen.’ De crux is: de hartkleppen blijken vaak kleiner te zijn dan fabrikanten voorgeven.

Schadelijke gevolgen

Het resultaat: hartchirurgen worden op het verkeerde been gezet. Voor patiënten kunnen de gevolgen desastreus zijn: ze houden klachten, moeten soms opnieuw worden geopereerd, of kunnen zelfs komen te overlijden. Mohamed Soliman Hamad, hartchirurg bij het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven legt uit hoe dat komt: ‘De maat bepaalt of de klep goed zal functioneren of niet. Plaats je een te kleine klep, dan ontstaat er een vernauwing, waardoor het bloed moeilijker door de aorta stroomt.’

Het is essentieel dat patiënten de juiste klep aangemeten krijgen, concluderen ook onderzoekers van de universiteiten van Pernambuco (Brazilië) en Québec (Canada) in een studie uit 2019. Daaruit blijkt dat van de 100.000 patiënten ruim de helft een klep met een verkeerde maat kreeg. Het risico op sterfte stijgt van 1 procent naar 1,5 procent wanneer een te kleine hartklep wordt ingebracht: dat is 500 doden per 100.000 operaties meer.

Het is essentieel dat patiënten de juiste klep aangemeten krijgen, concluderen ook onderzoekers van de universiteiten van Pernambuco (Brazilië) en Québec (Canada) in een studie uit 2019. Daaruit blijkt dat van de 100.000 patiënten ruim de helft een klep met een verkeerde maat kreeg. Het risico op sterfte stijgt van 1 procent naar 1,5 procent wanneer een te kleine hartklep wordt ingebracht: dat is 500 doden per 100.000 operaties meer.

Gebrekkige registratie

Het is onduidelijk hoeveel patiënten in Nederland complicaties hebben gekregen, of zelfs zijn overleden, na implantatie van een klep met een verkeerde maat. Ebels heeft geprobeerd dit te onderzoeken. ‘Dat onderzoek kwam niet van de grond, doordat de registratie van geïmplanteerde kleppen dat niet toeliet.’ De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) beschikt niet over deze informatie. Ook de Nederlandse Hart Registratie (NHR) houden dit soort gegevens niet bij.

Na jarenlang touwtrekken krijgt Ebels, zes jaar na zijn ontdekking dat de klepmaten op de dozen niet kloppen, bijval van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). De toezichthouder eist in september 2020 dat voortaan de juiste informatie op de dozen wordt vermeld. De FDA zal nu handhaven, maar of toezichthouders in Nederland en Europa de handschoen oppakken, is niet duidelijk.

Jan van Overveld: ik voel me tien jaar jonger

Na twee decennia een dieet van pillen tegen hoge bloeddruk, hoog cholesterol en diabetes-2, voelde Jan van Overveld (63), voorzitter van Hartpatiënten Nederland, zich slechter dan ooit. Hij besloot radicaal met medicatie- en koolhydraatinname te stoppen. De cardioloog had de ommezwaai afgeraden, maar met Van Overveld gaat het sindsdien almaar beter.

“Toegegeven”, lacht Van Overveld, “ik zat een week lang niet lekker in mijn vel. De medicijnen waren weggevallen en ik volgde strikt het keto(geen) dieet. Het eten met zo min mogelijk koolhydraten was in het begin soms lastig. Maar na die week voelde ik mij met de dag beter. Wel bleef mijn lichaam roepen om zoetigheden. Alsof je flauw bent. Inmiddels had ik onder andere Yvo Sijpkens, internist en specialist in Leefstijlgeneeskunde, leren kennen. Ik vertelde hem dat ik nog steeds heel streng voor mijzelf moest zijn. Dat ik niet kon ‘zondigen’. Ik herinner mij zijn woorden als de dag van gisteren: ‘Jan, je bent 25 jaar lang junk geweest. Junk van de farmaceutische industrie. Medicijnen zijn gewoon drugs. Je zult als een junk moeten afkicken. Reken maar op een jaar.’ Nou ja, ik schrok er even van, maar realiseerde mij heel snel dat Yvo gelijk heeft. Het gaf mij volop moed.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

“Alleen in een ziekenhuis liggen is echt het allerergst”

Marja de Klein werkt op de hartbewaking en eerste harthulp binnen het Laurentius Ziekenhuis in Roermond. Daarnaast gaat ze regelmatig als vrijwilliger mee met HartbrugReizen als medische ondersteuning en begeleider. Ze vertelt over haar werk, momenten die haar bijbleven en hoe zij alles rondom corona tot nu toe heeft beleefd.

 Al bijna 40 jaar zit Marja in het vak. Na haar opleiding tot verpleegkundige werkte ze enkele jaren op de gecombineerde CCU/IC. Later, toen ze vier kinderen kreeg, koos ze voor regelmaat en ging ze werken op de recovery in Roermond. Toen haar kinderen groter werden, koos ze toch weer voor de afdeling waar haar hart lag. Inmiddels werkt ze al bijna 15 jaar op de hartbewaking en eerste harthulp. Mensen met onder andere pijn op de borst, benauwdheid en hartritmestoornissen komen op de eerste harthulp terecht. Daar wordt gekeken naar de klachten, bloed afgenomen en een hartfilmpje gemaakt. Marja werkt flexibel op de eerste harthulp en de hartbewaking. “Op de hartbewaking heb ik een aantal patiënten onder mijn hoede, zoals mensen die na een hartinfarct of dotterprocedure bewaakt moeten worden of een patiënt met levensbedreigende hartritmestoornissen. Het is dus een echte bewakingsfunctie voor hartpatiënten.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Vaccinaties met AstraZeneca snel hervat

Het vaccineren met het coronavaccin van AstraZeneca wordt op korte termijn hervat. Op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten vanuit het Europees Medicijnagentschap (EMA) en de Nederlandse Medicijnautoriteit CBG is besloten dat de tijdelijke pauze, waartoe begin deze week uit voorzorg werd besloten, niet langer nodig is. Dat betekent dat eerder afgezegde afspraken opnieuw worden ingepland en dat het RIVM weer AstraZeneca-vaccins gaat leveren aan GGD-priklocaties, huisartsen en GGZ-locaties. Het prikken kan dan in de loop van volgende week starten, meldt minister Hugo de Jonge in een brief aan de Tweede Kamer.

EMA heeft vandaag bevestigd dat het vaccin van AstraZeneca veilig en effectief is, en dat de voordelen in de vorm van bescherming tegen het coronavirus vele malen groter zijn dan de risico’s. EMA stelt dat er ten aanzien van meldingen uit andere Europese landen over ernstige, zeer zeldzame verschijnselen van stolselvorming in combinatie met een verlaagd aantal bloedplaatjes, een mogelijke link is met het vaccin. De kans dat mensen hierdoor getroffen worden is echter ‘extreem klein’, aldus EMA. Naar aanleiding van de bevindingen van EMA wordt de bijsluiter van het AstraZeneca-vaccin aangepast.

In heel Europa zijn inmiddels zo’n 20 miljoen AstraZeneca-prikken gezet. Ruim 300.000 daarvan in Nederland. Minister De Jonge: “Het AstraZeneca-vaccin is veilig en effectief, zo was en blijft het oordeel van EMA. Het voorkomt besmettingen en dus ziekte, ziekenhuisopname en sterfte. We hebben afgelopen zondag bewust op de pauzeknop gedrukt, uit voorzorg. Bijwerkingen zijn er altijd, bij elk vaccin, bij elk geneesmiddel. Vervolgens wil je weten hoe vaak die bijwerkingen optreden en hoe ernstig ze zijn. En ook hoe de balans uitvalt tussen werking en mogelijke bijwerkingen. De experts hebben daar nog een keer zeer gedetailleerd naar gekeken. De conclusie is helder en dus kunnen we door met prikken.”

Bron: Rijksoverheid

 

Janssen COVID-19-vaccin op 11 maart goedgekeurd voor gebruik in EU

Het coronavaccin van Janssen-Cilag International N.V. is op 11 maart goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). De Moleculaire Virologiegroep van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het vaccin. Het is het vierde vaccin dat in de Europese Unie zal worden toegediend. Nederland heeft meer dan 11 miljoen vaccindoses besteld.

Janssen benaderde de Moleculaire Virologiegroep van het LUMC voor het eerst in februari 2020. “Ze stelden voor om samen te werken bij de ontwikkeling van hun coronavaccin. Ze wisten namelijk dat wij al meer dan 30 jaar coronavirussen bestuderen”, zegt hoogleraar Eric Snijder, hoofd van de onderzoekssectie van de afdeling Medische Microbiologie. Snijder is samen met dr. Marjolein Kikkert verantwoordelijk voor het LUMC-aandeel in dit project. Dankzij de goede onderzoeksinfrastructuur van het LUMC, konden Snijder en collega’s Janssen snel helpen tijdens de ontwikkeling en eerste testfase van het vaccin. “We hadden niet alleen de ervaring, maar ook getraind personeel en een ultramodern Biosafety Level 3 laboratorium tot onze beschikking.”

Wetenschappelijke samenwerking

Verschillende LUMC-collega’s waren betrokken bij de ontwikkeling van het succesvolle coronavaccin van Janssen. “De Moleculaire Virologiegroep van het LUMC is gespecialiseerd in onderzoek naar de replicatie en evolutie van virussen. We richten ons vooral op het begrijpen van hun interacties met de gastheer op meerdere niveaus, waaronder dat van de immuunrespons”, vertelt Snijder. Het project met Janssen vroeg ook om goede samenwerking binnen het LUMC. Zo werd er via artsen van het klinische BEAT-COVID-programma van het LUMC patiëntmateriaal verkregen waaruit de viruspreparaten zijn gemaakt die tijdens het vaccinproject zijn gebruikt.

Moleculair viroloog Sebe Myeni was vervolgens samen met onderzoeksanalisten Tim Dalebout en Shessy Torres verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van de cruciale virusneutralisatietesten. Dalebout legt uit: “Nadat we onze viruspreparaten hadden verkregen uit patiëntmateriaal, begonnen we met de virusneutralisatietesten om de antilichaamrespons tegen de kandidaat-vaccins te meten. Op basis van onder andere onze testresultaten heeft Janssen kandidaat-vaccins geselecteerd voor de tweede fase van het project.” Snijder benadrukt: “Projectleiders zijn vaak degenen die erkenning krijgen voor hun onderzoek, maar het is belangrijk om te melden dat, naast de collega’s die talloze neutralisatietests uitvoerden, vele anderen in ons laboratorium direct en indirect de Janssen-studie hebben ondersteund en enorm hebben bijgedragen aan het succes ervan.”

In september 2020 werd een belangrijke samenwerking tussen het LUMC en het Centre for Human Drug Research (CHDR) aangekondigd voor de tweede fase van het vaccinproject van Janssen. “Deze samenwerking was logisch aangezien het doel van de studie was om de optimale vaccinatiedosis en -schema te bepalen”, vertelt internist-infectioloog Meta Roestenberg. Hoofdonderzoeker Ingrid Visser-Kamerling van het CHDR merkt op: “Aangezien het LUMC ervaring heeft met vaccintechnologieën en het CHDR veel kennis heeft over geneesmiddelenonderzoek in de vroege fase en het leggen van contacten met industriële partijen, vullen we elkaar perfect aan.”

Succes op basis van één injectie

De succesvolle samenwerking heeft bijgedragen aan het eerste ‘single-shot’ COVID-19-vaccin dat is goedgekeurd voor gebruik in Bahrein, Canada, de Verenigde Staten en op 11 maart ook in de Europese Unie. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn vaccins die maar eenmaal hoeven te worden toegediend de beste optie bij een pandemie omdat zij de logistiek van massavaccinatie aanzienlijk vereenvoudigen. “Zo’n succesverhaal staat in schril contrast met het feit dat dat we een paar jaar geleden onze onderzoeksactiviteiten naar coronavirussen bijna hadden stopgezet wegens een algemeen gebrek aan belangstelling en financiering”, merkt Snijder op. “Zonder decennia aan voorafgaand fundamenteel academisch onderzoek naar coronavirussen en vaccinatietechnologieën, zou deze snelle oplossing voor een wereldwijd probleem niet mogelijk zijn geweest. De volgende uitdaging is het bereiken van een duurzaam niveau van verbeterde voorbereiding op pandemieën, inclusief platformen om vaccins en geneesmiddelen te ontwikkelen voor coronavirussen en andere virale bedreigingen. Het is duidelijk dat kennis over virussen en hun overdracht van cruciaal belang zijn om een toekomstige pandemie te voorkomen.”

Andere coronaprojecten

De samenwerking tussen het LUMC en Janssen zal zich hopelijk vertalen in een resultaat met wereldwijde impact. Daarom gaat de samenwerking nu een nieuwe fase in, die zich toespitst op de evolutie van SARS-CoV-2-varianten om na te gaan of er aanpassingen aan het vaccin nodig zijn, nu of in de toekomst. Terwijl de strijd tegen COVID-19 wordt voortgezet, zijn virologie-experts van het LUMC ook betrokken bij onderzoeksprojecten die alternatieve methoden verkennen om ziekte-veroorzakende coronavirussen te bestrijden. Zo neemt Kikkert deel aan het PREVENT nCoV-19 project om de effectiviteit en veiligheid van andere vaccinkandidaten te bepalen. “Hoewel er momenteel veel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van vaccins, blijven antivirale geneesmiddelen een belangrijke eerste verdedigingslinie. Dit gebied wordt verkend door Martijn van Hemert en collega’s van het LUMC, die betrokken zijn bij de Europese onderzoeksprojecten SCORE (Swift Coronavirus Therapeutics Response) en CARE (Coronavirus Accelerated R&D in Europa)”, voegt Snijder toe.