Cursus EHBO

Nog even en mijn man hoeft niet meer uit te leggen wat een ICD is. Steeds vaker zijn er bekende namen die een interne defibrillator krijgen. Na voetballer Daley Blind heeft nu ook de Deense voetballer Christian Eriksen een ICD.

Heel de wereld, of in ieder geval heel Europa, zag hoe hij tijdens de EK-wedstrijd tegen Finland in elkaar zakte. Hij kreeg een hartstilstand. Het stadion hield zijn adem in, net als de mensen thuis die de wedstrijd live volgden. Door snelle reanimatie werd het leven van Eriksen gered. Toen hij bij kennis was, verliet hij op een brancard het stadion.

“Wat doet zoiets nou met jou?”, vroeg ik later aan mijn man. “Ik heb er niet zoveel mee. Het is heftig, maar het raakt me niet. Een hartstilstand is anders dan wat ik heb gekregen. Dat is nog veel erger. En ik ken hem helemaal niet. Misschien was het ook anders geweest als ik live had zitten kijken.”

Een totaal andere reactie dan die van mij. Ik ging natuurlijk googelen. Zocht naar filmpjes en ik bleef maar kijken hoe het gebeurde. Voor mijn man hoefde dat niet zo. “Ik geloof het wel. Jij bent altijd zo nieuwsgierig.”

Na het incident steeg het aantal aanmeldingen voor een EHBO-cursus enorm. Ook zag het Rode Kruis dat de uitlegvideo’s over reanimeren op YouTube veel meer werden bekeken dan normaal.

Moet het behalen van een EHBO-diploma niet gewoon verplicht worden? Zodat iedereen kan reanimeren? Laat bijvoorbeeld bedrijven het voortouw nemen, dan heeft iedere werknemer een EHBO-diploma op zak. Mijn man is gered door de alertheid van zijn toenmalige collega’s. Hij wuifde zijn misselijkheid en pijn zelf weg. We hebben geen idee wat er was gebeurd als de ambulance niet was gekomen. We weten alleen dat hij op dat moment een hartaanval had.

Ook ik roep al jaren dat ik een cursus wil volgen, maar het is er nog steeds niet van gekomen. Stom eigenlijk. Is het juist voor een partner van een hartpatiënt niet handig om die kennis in huis te hebben? Ik denk het wel. Als je een aanvullende verzekering hebt, is er ook nog een kans dat het wordt vergoed. Weet je wat? Ik ga meteen googelen. En me inschrijven voor een cursus EHBO. Echt waar.

Cilla Schot

Sportschool

 

Hoera, de sportscholen zijn weer open! Hoewel ik in coronatijd heb getracht in beweging te blijven met wandelen, fietsen en skeeleren, heeft mijn lijf toch wat aan fitheid en spierkracht ingeboet. Twee á drie keer per week sportschool bleek aanzienlijk effectiever dan zo-nu-en-dan-wat-oefeningen-op-een-matje. Helaas heeft de sportschool in mijn straat de lockdowns niet overleefd, dus moesten mijn vriend en ik op zoek naar een nieuwe.

Een jongen van een jaar of 18 geeft ons een rondleiding door het gebouw. Ze draaien meestal rustige muziek, vertelt hij, en ze hebben zelfs een ruimte waar het helemaal stil is. “Er komen hier namelijk nog wel meer ouderen”. Oef. En als ik informeer naar de groepsles body attack, zegt hij: “Oh maar dat is wel héél intensief, hoor!”. Een illusie armer (vallen mijn steeds talrijker wordende grijze haren dan toch zó op?) staan we even later weer buiten. Dit wordt ‘m niet.

Ik merk dat ik het lastig vind om weer een maandelijkse financiële verplichting aan te gaan, met de kans dat er een vierde, vijfde of tiende golf komt en alles weer op slot gaat. Mocht dit gebeuren, dan hoop ik dat de sportscholen dit keer ontzien worden. Niet eens voor mezelf – ik prijs mezelf gelukkig dat ik gezond ben en ook gewoon iets fanatieker thuis met de gewichten aan de slag kan gaan. Maar ik hoor om me heen diverse verhalen van mensen die op allerlei manieren afhankelijk waren van de sportschool.

Zoals de vriendin met een zenuwaandoening, die een duidelijke terugval van haar klachten ervoer doordat ze haar vaste fitnessapparaten miste. Sporten bij de fysiotherapeut kon nog wel, maar dan op eigen kosten… Of wat te denken van de mensen die net zo lekker bezig waren om hun leefstijl te verbeteren en die de kilo’s er weer aan zagen vliegen in coronatijd?

En last but not least de eenzame ouderen en andere mensen voor wie de sportschool een plek voor sociale contacten is. Wat er ook in de toekomst met corona gebeurt: ik hoop dat het nooit meer zo ver komt dat er keuzes worden gemaakt om snoepwinkels en slijterijen open te houden en sportscholen gesloten. Nog liever zou ik zien dat sportabonnementen vergoed worden vanuit het basispakket. Moet je kijken hoe snel onze collectieve weerstand omhoog zou schieten!

Marion van Es

Wandeldingen

Daar zitten we weer. In een nieuwe lockdown. Net als in het voorjaar proberen we er het beste van te maken. Met veel Netflix, soms een avondje uit eten thuis en veel wandelingen.

Als we met vrienden afspreken, dan doen we dat meestal buiten. Wandelen op afstand is iets wat iedereen nu lijkt te doen. En als je mij vier maanden geleden had verteld dat ik elke dag een korte wandeling zou maken, dan had ik je uitgelachen. Ik had altijd een hekel aan wandelen zonder doel. Ik wilde wel graag meer bewegen door elke dag een ommetje te maken, maar ik deed het nooit. Inmiddels voel ik me schuldig als ik niet buiten ben geweest.

Onlangs waren we met een ander gezin naar een bos. Een bos met hier en daar heuvels. Tussendoor stopten we weleens, maar dat was vooral vanwege een losgeraakte veter van een peuter, een drinkpauze of even overleggen over de richting. Geen rustmomenten op banken of na een heuvel, zoals we normaal doen. Ik let dan altijd op hoe het met mijn man gaat. Dit keer was ik niet met hem bezig, maar hield ik vooral onze zoon in de gaten die zich op zijn loopfiets als een snelheidsmaniak ontpopte.

M’n man wandelde vrolijk mee, maar daarna was hij uitgeput. Vanaf het moment dat we in de auto stapten, was het mis. Hij kwam tot rust en de moeheid sloeg toe. Ongemerkt hadden we 2 uur rondgelopen! Heel de avond lag hij voor pampus op de bank. Zoveel als hij in de middag leek aan te kunnen, zo weinig gebeurde er daarna. Ook de volgende dag was hij niet vooruit te branden.

En dat allemaal door een gezellige wandeling. Een groot contrast met zijn wandelavonturen voor zijn hartaanval. Op zijn bergschoenen zit inmiddels een laag stof, want wandelen door de bergen in Zwitserland zit er niet meer in. Eigenlijk kan tegenwoordig een uurtje maar net. Niet in een hoog tempo. Dat bleek laatst maar weer tijdens een ommetje. Meestal hou ik rekening met hem, maar dit keer was ik met mezelf bezig. Hij trok aan de bel. Ik liep te hard. Natuurlijk deed ik gelijk een stap terug, maar vanbinnen wilde ik juist vooruit.

Cilla Schot

Winterslaap

Het is alweer bijna een jaar geleden dat het coronavirus ons leven binnensloop en alles wat we als ‘normaal’ beschouwden door de war schudde. De wekker die afgaat als het nog pikkedonker is, in de file staan en rijen voor de koffieautomaat… Het is slechts een greep uit mijn lijstje met dagelijkse bezigheden die inmiddels tot het verleden behoren. In de rij staan voor de supermarkt en digitale vergaderingen/interviews/borrels zijn daarvoor in de plaats gekomen.

Sindsdien voelt het leven als één grote, lange winterslaap. Makeup draag ik tegenwoordig vaker niet dan wel. Mijn verzameling jurkjes en hakken blijft grotendeels ongebruikt in de kast, want jogging- en spijkerbroeken zijn praktischer voor mijn nieuwe dagritme van thuiswerken en wandelen. En de grote vraag buitenshuis is niet meer: “Waar zullen we eens gezellig eten/koffiedrinken?” maar: “Waar kan ik in hemelsnaam naar het toilet?”. De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is zelden zo praktisch voelbaar als wanneer jij eindeloos moet speuren naar een stukje beschutte natuur zonder pottenkijkers, terwijl hij vrijwel onzichtbaar een willekeurige boom kan uitkiezen. Hoeveel openbare toiletten ik de afgelopen tijd niet gezien heb met een bordje ‘gesloten wegens lockdown’! Beste mensen die de regels bedenken: juist vanwege die lockdown hebben we openbare toiletten hard nodig! Ik denk dat ik daarmee spreek namens alle vrouwen, ouderen en (chronisch) zieken die niet altijd kunnen wachten tot ze weer thuis zijn. En voor wie nu roept dat je in deze tijden binnen hoort te blijven: er zijn weinig dingen zo goed voor de gezondheid als bewegen in de buitenlucht.

Wandelen was voor de meeste mensen ‘vroeger’ iets voor op zondag, of iets wat ze überhaupt zelden deden. Tegenwoordig ken ik bijna niemand meer die niet wandelt. Op mijn social media timeline verschijnen steeds meer foto’s van wonderschone luchten en toevallige gespotte hertjes, vosjes en zwanen. En gesprekken over verdwalen in een donker bos of oog in oog staan met een troep wilde zwijnen vind ik persoonlijk vele malen interessanter dan de zoveelste corona-mening.

Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat we graag weer uit de winterslaap willen ontwaken en van het leven kunnen gaan genieten. Maar leven in een iets rustiger tempo, zou ik graag willen behouden in mijn ‘nieuwe’ dagelijkse routine.

Marion van Es

Waar kan ik heen

Terwijl ik mijn column voor dit magazine aan het schrijven ben, zie ik nieuwsberichten voorbijkomen. Gelijktijdig volg ik heftig nieuws in de latenightshow van Eva Jinek. Het gaat over corona. Waar zou het anders over gaan? Eigenlijk had ik mij voorgenomen om het niet over corona te hebben met u, maar er is helaas bijna niet aan te ontkomen.

Ook ik word in de wurggreep gehouden door corona, net zoals u. Niet alleen vanwege alle beperkende maatregelen, maar ook doordat ik het nieuws op de voet volg. Wij krijgen veel coronagerelateerde vragen. Dus ook vragen over het vaccin: “Is het veilig?”, “Kan ik zelf kiezen?” en “Ik ben bang voor onbekende bijwerkingen”. Maar ook of vaccineren noodzakelijk is als je corona hebt gehad. Al deze vragen legden wij voor aan twee onafhankelijke en objectieve deskundigen: Dick Bijl en Hans van der Linde.
Hun mening over de massale vaccinatie kunt u lezen op onze website www.hartpatienten.nl.

Met dit soort vragen in gedachten beluister ik de verontwaardigde reactie van Eva Jinek naar aanleiding van het zojuist bekend geworden nieuws. Het blijkt dat het vervoer van de vaccins enorm te wensen overlaat. Er zou sprake zijn van ondeskundig vervoer naar priklocaties en hierdoor zouden zelfs 200.000 vaccins mogelijk vernietigd moeten worden. Aan tafel vertelt een vaccindeskundige nog eens dat vaccins speciaal vervoerd moeten worden; en dat is in Nederland dus niet het geval!

Ik maak mij zorgen en bedenk dat, op het moment van schrijven, pas rond de 300.000 mensen gevaccineerd zijn. Ook twijfel ik of er voldoende testmogelijkheden zijn. En ik vraag mijzelf af hoe het inmiddels zit met de veiligheid van de persoonsgegevens vanuit de GGD? Vandaag werd ook bekend dat de veiligheid van coronatest.nl tekortschiet.

De hele wereld waarin wij terecht zijn gekomen baart mij zorgen. Ik noem een paar feiten: het blijkt dat de Duitse regering vorig jaar aan een strategie werkte om de angst voor corona te vergroten en wetenschappers vroeg om zogenaamde ‘worstcasescenario’s’ te geven. Er werd zelfs ‘onderhandeld’ over het mogelijke dodental dat genoemd zou kunnen worden.

Met ongeloof denk ik terug aan de vreselijke, bizarre rellen die onlangs in steden door heel Nederland plaatsvonden. Maar ook elders in Europa is het onrustig: talloze demonstraties in Frankrijk en in Duitsland. Zo gaan bijvoorbeeld Duitsers die weigeren om in quarantaine te gaan de gevangenis in. Ook in België rommelt het. Onlangs liep een vreedzame protestactie in Brussel compleet uit de hand toen een 23-jarige Belg, afkomstig uit Sierra Leone, gearresteerd werd. Hij filmde een corona-interventie van de politie. Op het politiebureau overleed de jongen. Volgens de politie aan een hartstilstand. Een reanimatie mocht niet baten, de ingezette defibrillator bleek niet te werken.

En laat mij maar zwijgen over de situatie in Amerika. Laat mij, rasoptimist die ik ben, maar uitkijken naar 20 maart. De verkiezingen zijn dan achter de rug en de lente begint. Ik zie mij lekker in het voorjaarszonnetje zitten op een heerlijk terrasje. Ondertussen hoop ik op vermindering van het aantal coronabesmettingen en dat de reguliere zorg op volle toeren kan gaan draaien. En ik hoop dat hartoperaties overal weer binnen acceptabele wachttijden uitgevoerd kunnen worden.

Ook ga ik ervan uit dat de grenzen langzaamaan geopend worden. Onze bewegingsvrijheid werd het afgelopen jaar behoorlijk ingedamd. Ik heb er vertrouwen in dat wij onze prachtige reizen weer kunnen oppakken. Dat deelnemers van een welverdiende, ontspannen vakantie kunnen genieten en dat onze ‘beschermengelen’ weer over onze reizigers kunnen waken. In gedachten zie ik onze mooie HartbrugReizen bus vertrekken naar prachtige bestemmingen. Terwijl ik zojuist een liedje opzette, droomde ik even weg: ‘Waar kan ik heen’ van de Nederlandse band Het Goede Doel. Dit nummer speelde afgelopen jaar regelmatig door mijn hoofd. Kent u het nog?

Samen met u kijk ik positief en vol vertrouwen uit naar de komende weken en maanden.

Hartelijke groet,

Jan van Overveld

Meningen

Laatst vroeg iemand aan mij wat mijn mening over iets was. Ik weet eigenlijk niet eens meer waar het over ging, maar ik antwoordde dat ik, naarmate ik ouder word, steeds meer probeer zo weinig mogelijk meningen te hebben. Deze opmerking van mij zorgde voor veel verbazing.

Waarom is het zo belangrijk om een mening te hebben? Als je geen duidelijke mening hebt, tel je vaak niet mee. Zeker in mijn studententijd moest je vaak een mening hebben en die zorgde ervoor dat je we; bij de ene groep hoorde, en niet bij een andere. Kortom, je mening werkte polariserend. Ook nu in deze Coronatijd zijn de verschillende meningen niet van de lucht. Met name de tegenstanders van de maatregelen zijn vaak duidelijk aanwezig.

Nou ontkomen wij mensen, althans het grootste deel van ons, niet aan meningen. We vinden altijd wel ergens iets van. Het vervelende van meningen is echter, dat we ons er vaak aan vasthouden. We zien onze meningen dan als waarheden en staan niet open voor andere meningen. Een mening hebben is vaak nauw verbonden met oordelen en als je oordeelt, veroordeel je vanzelf ook.

Waarom hechten we zo aan onze meningen en waarom is het hebben van een mening zo belangrijk? Ik weet het antwoord daarop niet. Het is een typisch ego-dingetje. Mijn mening hierover: “het hebben van een mening is highly overrated”, om eens een populaire Amerikaanse uitdrukking te gebruiken. Als ik naar mijn eigen meningen kijk die in mijn leven voorbij zijn gekomen, dan is het overgrote deel daarvan mij aangepraat. Ik heb meningen overgenomen van mijn ouders, mijn onderwijzers, vrienden, studiegenoten en collega’s. Soms klakkeloos, soms meer onderbouwd door onderzoek en wetenschappelijke publicaties. De waarheid van deze meningen hadden vaak maar een beperkte houdbaarheidsdatum. De meningen die nog steeds aanwezig zijn, mogen dringend weer aan een onderzoek onderworpen worden, om te bepalen of de waarheid ervan inmiddels niet achterhaald is.

Zoals gezegd ontkomen we niet aan meningen en deze meningen passen bij een bepaald ontwikkelingsniveau. Als we de wens hebben om ons verder te ontwikkelen, dan mogen we ons openstellen voor andere of nieuwe meningen en deze onderzoeken. Om dit te doen zou je jezelf de vraag kunnen stellen of deze mening je verder helpt, of dat deze eerder een belemmering is voor je ontwikkeling. Het kan ook heel zinvol zijn om te kijken waar deze mening vandaan komt. Komt die voort uit zelfonderzoek, of heb je hem van anderen overgenomen? In het eerste geval zou je kunnen spreken van een inzicht, in het tweede geval kun je je afvragen uit welke bron die afkomstig is.

Ook met inzichten door zelfonderzoek is voorzichtigheid geboden, omdat deze ook uit verschillende bronnen kunnen komen. Je kunt je dan afvragen of ze uit het hogere zelf zijn doorgegeven, of door het ego zijn bedacht. Ook daar is zelfonderzoek voor nodig.

Voor mijzelf heb ik het vermoeden dat ware inzichten een vredig, dankbaar gevoel opleveren en  ego-zaken meer het gevoel van trots.  Voor anderen kan dit uiteraard anders zijn.

Hecht er sowieso maar niet al teveel waarde aan. Een inzicht hoeft ook geen absolute waarheid te zijn, maar kan zeer nuttig zijn voor een gegeven moment of bij een bepaalde stap in je ontwikkeling. Dit is op dit moment mijn mening over meningen, maar ik hoop dat ook deze mening in de komende tijd een steeds subtielere betekenis krijgt.

Ik hoop van harte dat dit een uitnodiging is om niet halsstarrig vast te houden aan je meningen, maar ze regelmatig tegen het licht te houden om te zien of ze je nog wel helpen in je ontwikkeling.

Hartegroet,

Jan Chin

Luisteren

Luisteren is wat steeds meer mensen in toenemende mate niet kunnen. Vroeger was het de normaalste zaak van de wereld om te luisteren. Maar als je nu ziet hoeveel mensen het verdommen om de coronaregels op te volgen, zakt je de broek af.

Luisteren bevat het element gehoorzamen. Een element van onderwerping, nederigheid en vooral ook solidariteit. Je onderwerpt je aan regels met het oog op iets groters en belangrijkers dan jijzelf. Je ziet nu een trend dat mensen het verdommen om oog te hebben voor anderen en het grote geheel. Die weigering wordt dan merkwaardigerwijs “recht op mijn eigen vrijheid” genoemd. Steeds meer mensen “hechten” aan dit soort vrijheid, dat ten koste van anderen gaat. Trump voorop, met een hele schare fanatieke fans achter hem. Maar ook in ons land weigeren mensen nog om te luisteren en zich te onderwerpen aan de regels die voor iedereen zouden moeten gelden. Vroeger heette dat: ikke-ikke-ikke-en de rest kan stikken. Nu noemen mensen dat “vrijheid”.

Onderzoek bracht aan het licht dat inmiddels tien procent van de treinreizigers weigert een mondkapje te dragen. Zodoende brengen deze mensen andere passagiers in gevaar. Het zal hen een rotzorg wezen. Als gevolg van dit asociale en ongezonde gedrag vermijden steeds meer mensen het openbaar vervoer.

Dat de overheid er niet in slaagt de regels te handhaven, helpt ook niet echt. Iedereen lijkt maar te doen waar die zin in heeft. Dat is natuurlijk niet zo: de meeste mensen zijn van goede wil en houden zich aan de regels. Maar een hardnekkige minderheid verstiert het voor iedereen en brengt op grote schaal de gezondheid van velen in gevaar. Logisch dat premier Rutte geen andere keus had dan het afkondigen van strenge maatregelen tot 19 januari.

De kern is dat mensen niet meer luisteren naar het gezag. Dat komt ook omdat dat gezag in toenemende mate is afgebrokkeld. De aanwijzingen uit Den Haag waren lange tijd onbegrijpelijk. Het kwam mensen voor dat er met twee maten gemeten wordt. Zo ontstond een werkelijkheid waarin we ons allemaal met de dag onveiliger gingen voelen. We dreigden in een situatie terecht te komen, waarin alleen het recht van de sterkste en de brutaalste geldt. Deze coronacrisis bracht meer dan alleen een dodelijk virus aan het licht. Heel wat mensen hebben geen gevoel voor discipline meer. Ze luisteren nergens meer naar. Wellicht zou herinvoering van de dienstplicht een goed idee zijn. Om mensen bij te brengen wat het nut van luisteren en gehoorzamen is. Ik weet niet hoe u hierover denkt, maar ik ben blij dat Rutte de zaak de komende weken op slot heeft gegooid.

Henri Haenen

Pillen

Voor ik het vergeet: dit is wellicht de laatste column die ik voor dit magazine schrijf. Mijn columns verhuizen naar de website hartpatienten.nl – hoewel deze beslissing nog niet helemaal in beton gegoten is, het kan zijn dat het wisselend wordt. Een besluit daarover moet nog worden genomen. Maar dan bent u alvast bijgepraat. 

Voor dit magazine had ik een leerzaam gesprek met oud-huisarts Dick Bijl, die alles weet over medicijnen en bijwerkingen. Hij schreef daarover een boek dat ik u van harte aanbeveel: Het  Pillenprobleem. Een handig naslagwerk waarin u kunt lezen wat medicijnen doen. Het is immers niet allemaal goud wat er blinkt. En dat is nog zachtjes uitgedrukt. Bijl beschrijft in dat boek onder meer nieuwe antistollingsmiddelen, nieuwe diabetesmiddelen, pillen bij plasklachten, pijnstillers en andere geneesmiddelen, die helaas nooit genezen, alleen de symptomen wegnemen of verzachten.

In het Pillenprobleem staan hoofdstukken die tot onze verbeelding spreken. Zoals medicijnen waar slechts weinigen een beetje baat bij hebben, medicijnen die wel werken maar niet helpen, medicijnen
die nauwelijks helpen, medicijnen die je beter niet kunt gebruiken en medicijnen voor alledaagse klachten met ernstige bijwerkingen. De medicijnen hebben die bijwerkingen, niet die klachten. Daarbij gaat het met name om pijnstillers.

Voor iedere patiënt een uitstekend boek, zodat je beter beslagen ten ijs komt bij de huisarts of specialist, wanneer die uit een soort van automatisme een pilletje of vaccin voorschrijft. Vaak is het niet
nodig, vaak is het zelfs beter van niet, en bijna altijd zijn er alternatieven denkbaar. Zoals stoppen met roken, een verandering van levensstijl en gezonde voeding. En hoe gek het ook klinkt: sommige
kwaaltjes en kwalen gaan bij veel mensen vanzelf over, dan is het niet altijd nodig om een medicijn te gebruiken, begreep ik van Dick Bijl.

En natuurlijk kwam eind september zijn boek over de griep uit. Ook zeker een aanrader!

Reacties? Mail naar hhaenen@hartpatienten.nl

Henri Haenen

Pappa niet moe?

Wanneer vertel je aan je kind dat zijn vader hartpatiënt is? En hoe doe je dat? Ik vraag het me steeds vaker af. Het is nog niet aan de orde, maar er komt een moment dat onze zoon vragen gaat stellen.

Beer is nu ruim twee jaar (ik kan beter zeggen bijna drie, maar het gaat al veel te snel!). Hij is nu op een leeftijd dat hij dingen begrijpt. We zeggen dat pappa niet lang kan rennen. Tijdens het wandelen nemen we gezellige pauzes. Hij ziet ook dat mijn man overdag op bed gaat liggen. Ik geef eerlijk toe dat ik ook soms een power nap doe, maar in ons geval ligt mijn man wat langer op bed.

Steeds vaker krijgt Beer te horen dat zijn vader hem niet meer zo lang kan tillen. Kleine jongens worden niet alleen snel groot, ook zwaarder. Als we buiten lopen en hij wil bij iemand op zijn nek, dan
klautert hij standaard bij mij omhoog. Ook begint hij te merken dat zijn vader niet altijd met hem kan spelen. Dat is geen probleem, hij vraagt dan gewoon of ik kom.

Soms laten we vallen dat pappa moe is, omdat hij ziek is. Maar nu in coronatijd vermijd ik dat een beetje. We hebben aan hem uitgelegd dat hij buiten bij ons moet blijven, omdat er mensen ziek zijn. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat hij uit de buurt van zijn eigen vader blijft.

Af en toe wil ik uitleggen dat pappa pijn in zijn hart heeft, maar dan ben ik weer bang dat hij dat overneemt. Want meneertje zit in de papegaaifase. Wat als hij echt een keer zijn hart gek voelt doen
en wij er dan geen aandacht aan schenken? Zou zomaar kunnen. Toevallig begon een kindje van een vriendin over zijn hartje en die zit nu in de medische molen.

Misschien leggen we tegen die tijd uit dat het hart van zijn vader extra hard moet werken. Dat klinkt wat positiever dan pijn. Voorlopig kunnen we nog zeggen dat pappa moe is en hij soms even moet rusten. Als hij dan beneden komt, staat Beer altijd vrolijk te wachten. “Pappa niet meer moe? Spelen?”

Cilla Schot

Het zwakke geslacht

Vrouwen worden al eeuwenlang ‘het zwakke geslacht’ genoemd. Fysiek valt daar natuurlijk wat voor te zeggen: het is feitelijk waar dat vrouwen minder spierkracht hebben en in een gelijkwaardige sportieve competitie al snel het onderspit zullen delven, of het nu om voetbal of armpjedrukken gaat. Uitzonderingen daargelaten, uiteraard.

Maar op talloze andere gebieden zijn vrouwen juist sterker. Zo is bekend dat vrouwen beter kunnen leren op school, dat ze een sterker immuunsysteem hebben en dat ze langer leven dan mannen.
Uit onderzoek blijkt ook dat vrouwen meer kans hebben een humanitaire ramp te overleven. Wetenschappers vergeleken hiervoor de overlevingscijfers van verschillende rampen uit de geschiedenis, waaronder hongersnoden. En voor wie nu denkt dat die ‘hulpeloze’ vrouwen en kinderen natuurlijk als eerste gered werden (door dappere mannen): er overleefden ook meer meisjes dan jongens.

Ik zag laatst een demonstratie van een bevallingssimulator, waarbij mensen kunstmatig konden ervaren hoe het is om weeën te hebben. Afwisselend zag ik zowel vrouwen als mannen de proef op de som nemen. Steevast viel op dat mannen in elkaar krompen van de pijn, terwijl vrouwen op datzelfde punt hooguit hun tanden even op elkaar zetten. Voor zo ver ik weet is er nog geen simulator voor de pijn van een trap in je kruis, maar toch – ik denk dat ik weet op welk geslacht ik zou inzetten…

Tijdens de coronacrisis bleek nogmaals hoe sterk vrouwen eigenlijk zijn. Want hoe vaak wordt er niet afgegeven op vrouwen omdat ze niet bereid zouden zijn om hard te werken? De economie zou voornamelijk draaien op mannen. Toen het land plat kwam te liggen en de term ‘cruciale beroepen’ werd gelanceerd, bleek eens en te meer wie oververtegenwoordigd waren in die sectoren. Verplegers, kassamedewerkers, leerkrachten, journalisten: in al deze beroepsgroepen zijn de vrouwen in de meerderheid. En zij werkten allemaal zonder te piepen door om het land weer op de rit te krijgen – ondanks dubbele diensten en gevaar voor eigen gezondheid. Applaus voor het ‘zwakke’ geslacht!

Marion van Es