Patiënt met acuut hartprobleem snel op de juiste plek

Zorginstellingen, huisartsen en ambulancevervoer in de regio Hollands Midden werken sinds september samen om patiënten met acute hartklachten sneller de juiste zorg te bieden. Door een cardioloog realtime mee te laten kijken met de eerste onderzoeken door de ambulanceverpleegkundige, kan een betere diagnose worden gesteld en meteen de juiste hulp worden ingezet. Patiënten hoeven hierdoor minder vaak onnodig naar de eerste hulp, waardoor de druk op de Spoedeisende Hulpafdelingen vermindert.

Meer dan de helft van de patiënten die zich bij de huisarts of ambulance met hartklachten meldt, wordt naar de eerste hulppost van een ziekenhuis gebracht, terwijl de klachten achteraf niet spoedeisend bleek te zijn. Snelle afstemming tussen ambulancepersoneel en een cardioloog vormt de kern van het project HARTc, dat is opgezet door het Hart Long Centrum van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in samenwerking met de ambulancevoorziening Hollands-Midden, de algemene ziekenhuizen en huisartsen in de regio.

Real-time medische gegevens

Na een melding van acute hartklachten doet het ambulancepersoneel een lichamelijk onderzoek. Vervolgens wordt rechtstreeks contact gelegd met een cardioloog uit een van de betrokken zorginstellingen die stand-by staat. De arts ziet op een scherm de real-time medische gegevens van de patiënt in de ambulance, zoals hartslag, hartfilmpje en ademhalingsfrequentie. Daarnaast ziet de cardioloog dankzij een nieuw ontwikkelde app de actuele beddencapaciteit in alle ziekenhuizen in de regio. Op basis van al deze gegevens, én de wens en voorgeschiedenis van de patiënt, beoordeelt de cardioloog of de patiënt naar een ziekenhuis moet en welk type zorg hij daar moet ontvangen. Patiënten die volgens de cardioloog thuis kunnen blijven, worden overgedragen aan hun huisarts.

Mogelijk landelijke toepasbaarheid

Initiators van het project zijn Martin Schalij, hoogleraar en afdelingshoofd Cardiologie van het LUMC en Mark Boogers, cardioloog in het LUMC. “Patiënten en huisartsen reageerden erg positief op de pilot”, zegt Boogers. “De noodzaak van het project is duidelijk, want door vergrijzing van de Nederlandse bevolking zal de drukte in de ziekenhuizen alleen maar toenemen. We hopen dat dit nieuwe triageplan in de toekomst landelijk kan worden toegepast. Het kan ook worden uitgerold naar andere vakgebieden om onnodige ziekenhuisbezoeken te voorkomen.” Boogers vertelt dat Enrico de Koning, promovendus bij het Hart Long Centrum, de resultaten van het project evalueert. “We verwachten vast te stellen dat er meer mensen thuis kunnen blijven, dat ambulances sneller het juiste ziekenhuis bereiken en dat de zorgkosten afnemen.”

HARTc staat voor Hollands-Midden Acute Regionale Triage Cardiologie. Het LUMC werkt binnen het project samen met het Groene Hart Ziekenhuis, Alrijne Ziekenhuis, de Regionale Ambulancevoorziening Hollands Midden (RAVHM), huisartsen en zorgverzekeraars. Op de website van HARTc staat meer informatie en een kort filmpje dat de werkwijze van HARTc uitlegt.

 

Voor meer artikelen klik hier

Herken de signalen van een haperende hartklep

Kortademigheid, pijn op de borst en duizelig? Het zou wel eens een slecht functionerende hartklep kunnen zijn. Wees daarom alert op de drie signalen die daarop kunnen wijzen. Dat is kortweg de boodschap van cardiologen en hartchirurgen van het Maastricht UMC+ tijdens een speciale informatiebijeenkomst voor patiënten en geïnteresseerden onder de noemer ‘de haperende hartklep’ op dinsdag 12 november. Daarnaast geven ze een inkijkje in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van behandeling en diagnostiek van hartklepafwijkingen en vertellen ervaringsdeskundigen hun verhaal.

Ons hart pompt dagelijks vele liters bloed rond door het lichaam. Al dat bloed stroomt via de boezems naar de hartkamers en vervolgens verder het lichaam in naar onze organen. Om te voorkomen dat het bloed terugstroomt naar waar het vandaan kwam, heeft het hart vier kleppen. Indien er iets met één van de vier hartkleppen aan de hand is, kunnen patiënten klachten ervaren als kortademigheid, pijn op de borst en duizeligheid. Tijdige behandeling van een aangedane hartklep kan nodig zijn om schade aan de hartspier te voorkomen, maar het is niet altijd nodig om direct in te grijpen.

Maatwerk

Inmiddels zijn er veel verschillende technieken waarmee een ‘lekkende’ hartklep of  een hartklep die niet goed opent, gerepareerd of vervangen kan worden. “Het is maatwerk”, zegt cardioloog Bas Streukens. “We brengen met behulp van moderne beeldvormingstechnieken eerst nauwkeurig in kaart wat er precies aan de hand is. Op basis daarvan bepalen we de behandelstrategie.” Hartchirurg Peyman Sardari Nia vult aan: “Waar vroeger vaak nog de gehele borstkas open werd gelegd om bij het hart te komen, is dat nog maar zelden aan de orde. We hebben vele technieken tot onze beschikking, waarbij we bijvoorbeeld ook via de lies een hartklep kunnen vervangen of repareren.”

Ervaringsdeskundigen

Om mensen bewuster te maken van hartklepproblematiek hebben deskundigen van het Hart+Vaat Centrum van het Maastricht UMC+ een speciale informatieavond belegd. Tijdens die avond zal ook volop aandacht worden besteed aan de nieuwste innovaties en zullen ervaringsdeskundigen vertellen over hun leven met een ‘haperende hartklep’ en hoe ze daar aan zijn geholpen. In het bijzonder is er ook nog aandacht voor het belang van leefstijl voor een gezond hart.
De informatiebijeenkomst vindt plaats op dinsdag 12 november 2019 vanaf 18.30 uur bij het van der Valk Hotel, in Maastricht. Bekijk het programma hier. Aanmelden voor de informatiebijeenkomst kan door een mail te sturen naar: events.hartenvaatcentrum@mumc.nl

Voor meer informatie en het programma, zie Hartenvaatcentrum.mumc.nl

Aanmelden? Mail naar events.hartenvaatcentrum@mumc.nl
Er zijn slechts 100 plaatsen beschikbaar, dus wees er snel bij!
Voor meer artikelen klik hier

Huisarts Hans van der Linde: laat die statines maar zitten

Een opmerkelijk statement van huisarts Hans van der Linde. “Stoppen met alle medicamenteuze cholesterolverlagende therapie, ook voor mensen met familiaire hypercholesterolemie (FH).” Stop dus met statines, anders gezegd. Laat die pillen maar zitten, kortom. Want je hebt er niks aan, behalve dat je lijdt aan de vervelende bijwerkingen, aldus Van der Linde. Voor we verder gaan: als je wilt stoppen, overleg dat eerst met je eigen huisarts! 

Cijfers

Van der Linde zet zijn bewering kracht bij door cijfers te presenteren. Zie beneden dit artikel. De gegevens zijn ontleend aan een overzicht in het blad Expert Review of Clinical Pharmacology. De statines hebben slechts een te verwaarlozen daling van het risico tot gevolg, blijkt uit de cijfers. Dat betekent: je hebt er bijna niks aan.

Belazerd

“Met een te verwaarlozen daling van het absolute risico van 0,21 procent per jaar is volstrekt duidelijk hoezeer medici wereldwijd decennialang “grotelijks belazerd” zijn door farmamarketing”, laat Van der Linde weten. En hij vervolgt: “De cijfers zijn geenszins nieuw, maar leggen het al tientallen jaren af tegen het wereldwijde marketinggeweld met hulp van belangenverstrengelde artsen en een half miljard dollar per dag.” Kortom: we worden met zijn allen voor de gek gehouden.

Bijwerkingen

Volgens de huisarts uit Capelle aan de IJssel worden de bijwerkingen van statines voor het overgrote deel niet onderkend. “Met een percentage bijwerkingen tussen de 10 en 20 procent, afhankelijk van de definitie, is duidelijk hoeveel leed en ongemak deze middelen de mensheid hebben bezorgd.” Anders gezegd: je hebt er niks aan, maar ze veroorzaken veel pijn.

Stoppen

De conclusie is voor Hans van der Linde duidelijk: “De enige rationele optie op grond van de koele cijfers is daarom het volledig en meteen stoppen met alle medicamenteuze cholesterolverlagende therapie, ook voor mensen met familiaire hypercholesterolemie (FH). Die rationele optie heeft echter nog een lange weg te gaan.” Waarmee maar gezegd wil zijn: het zal nog lang duren voor het tot mensen doordringt dat stoppen beter is.

Reacties

Inmiddels zijn er ook enkele reacties binnen gekomen op dit statement van Hans van der Linde. Zoals deze: “Deze boodschap komt wel rauw op je dak als je vanaf je eerste klinische college krijgt ingeprent dat cholesterol verlaagd moet worden met medicamenten. Een reactie van ongeloof en ook van wrevel kan ik mij dan wel voorstellen. Stel je voor dat historici het ultieme bewijs zouden leveren dat Jezus en Allah nooit hebben bestaan. Al staat dat bewijs als een huis, je kunt met die boodschap niet aankomen bij gelovigen. Die boodschap landt dan gewoonweg niet.”
En deze: “Leven naar voorschriften is mensen aangeboren. Dat geldt ook voor artsen als het gaat om het cholesteroldogma. Ze voelen zich er vertrouwd en veilig mee. Weet daarom wel wat je op je hals haalt als je aan het gedemoniseerde cholesterol komt.”
Of deze: “Ik voel mij als arts ernstig misleid vanaf mijn opleiding. Dit kan niet zonder gevolgen blijven voor de farmaceutische industrie.”

Ons advies:

Mocht je zelf ook willen stoppen met statines, leg dat dan voor aan je eigen huisarts. En: don’t shoot the Messenger, we zijn slechts de boodschapper!

Voor meer artikelen klik hier

Koolhydraatarme frites en andere ongemakken

“De magische koolhydraatarme friet van Leon” kopte NRC op 25 oktober, en dat artikel wekte mijn spontane enthousiasme. Zou ik me weer aan die overheerlijke frietjes kunnen bezondigen? Gezonde frites? Smullen?! Ik had de heerlijke patatsnippers al zo lang links laten liggen om geen afbreuk te doen aan mijn gezonde leefstijl. Ik eet koolhydraatarm, doe er alles aan om koolhydraten uit mijn dagelijkse portie voeding te weren. Dus geen frites. Tot mijn grote verdriet, want wat vind ik frites zó lekker! Zó heerlijk.
Mijn hart maakte dus een blijde sprong toen mijn argeloze oog op de kop in het NRC viel. Frites van schrijver Leon de Winter en diens neef, voormalig hartchirurg Leon Eijsman. Alvast watertandend las ik snel door: “Bijna acht jaar geleden kwam schrijver Leon de Winter op het idee om gezondere frietjes te ontwikkelen. Samen met zijn neef, hartchirurg, ging hij op avontuur. ‘Holy shit, hebben we iets gedaan wat geld waard is.’ Nu liggen ze in de winkel.”
Aldus het juichende artikel in het NRC, dat afsluit met een hartverwarmend halleluja: “„At least 30% less kcal & carbs”, mogen ze claimen. ‘Eindelijk guilt-free frietjes eten’, zegt de website. De frites worden gesneden uit aardappelen waarin 30 procent minder koolhydraten zitten. Alleen, die kon je niet frituren omdat die frietjes dan snel verbranden. Daar hebben de Leons wat op gevonden, zodat de patattekes alsnog in het hete vet kunnen dansen zonder zwartgeblakerd de geest te geven.
En dus zette ik koers naar de supermarkt. Want daar zouden de blije stengels me keurig verpakt toelachen in een fleurige outfit vanuit de schappen van ’s lands bekendste grootgrutter. Snel griste ik een zak van 500 gram uit de diepvries en liet mijn oog vallen op de beschrijving van de ingrediënten.
Het was alsof ik een hartverzakking kreeg. Rond mijn hoofd vormden zich denkbeeldige vraagtekens. Huh? Ik dacht dat er weinig koolhydraten in zitten. Is het zo of lijkt het maar zo dat dit tegenvalt? En dus legde ik mijn pas verworven buit naast andere friteszakken in de diepvries om een vergelijking te kunnen maken over het aantal koolhydraten. Mijn droeve conclusie was: dit gaat het niet worden. Ik wil koolhydraatarm eten. Mijn laatste hoop om mijn lievelingseten, die overheerlijke frites, naar binnen te schuiven, was in één klap in rook opgegaan.
Nog eens teruggelezen in. NRC. De verslaggever, ook niet van gisteren blijkbaar, stelt Eijsman een simpele vraag. Zou Eijsman het zijn hartpatiënten aanraden? „Dat vind ik een moeilijke. Als je hier een kilo van eet, eet je ook te veel calorieën.” Zelf eet hij zelden friet, ook vanmiddag niet. „Ik eet als een herdershond, alleen ’s avonds.”
Blijft de vraag waarom een hartchirurg in ruste als Leon Eijsman de frites promoot, als hij zelden frites eet. Het antwoord wordt wellicht ook gegeven in het artikel van NRC: “Even een ordinaire vraag. Worden ze nu miljonair? Eijsman zegt dat hij en De Winter ieder minder dan twee procent van de aandelen hebben. „Er zit heel veel spaargeld in”, zegt hij. Tonnen? „Ja.” De Winter: „Mocht er geld uitkomen, ik weet exáct welk model privéjet ik wil hebben. De Falcon 900.”
Ik ben bang dat deze Leon zijn Falcon op zijn buik kan schrijven. Maar ja, wie ben ik…..
Jan van Overveld

Voor meer artikelen klik hier

Fabrikant schroeft medicijnprijs zestien keer op

Je gelooft het niet, de hebzucht van bedrijven lijkt geen grenzen te kennen. Sommige bedrijven deinzen er niet voor terug om het leed van patiënten te gebruiken om grof winst te maken. Zo heeft medicijnmaker Lupin uit India een medicijn, ooit ontdekt als middel tegen hartritmestoornissen, maar nu gebruikt tegen spierziekte maar liefst zestien keer zo duur gemaakt. Minister Bruno Bruins van Medisch Zorg heeft er zijn buik van vol en eist dat de fabrikant het middel goedkoper maakt.

Zoals gezegd, het medicijn was ooit ontdekt als middel tegen hartritmestoornissen. Maar het blijkt goed te helpen tegen een zeldzame spierziekte.

Het gaat om Mexiletine voor patiënten met niet-dystrofische myotonie, een ziekte die spieren doet verstijven. Lupin verwierf het exclusieve recht om het medicijn voor de zeldzame spierziekte te maken. En omdat er geen concurrentie meer is, kan de prijs fors omhoog. Verzekeraars en patiënten vrezen dat het medicijn onbetaalbaar wordt.

Minister Bruno Bruins van Medisch Zorg eist dat de fabrikant het middel goedkoper maakt. Anders moet het bedrijf bij hem op het matje komen, liet hij weten in het tv-programma Kassa. Maar de minister erkent dat de voortekenen niet gunstig zijn. In Duitsland en België betalen gebruikers al een veelvoud voor mexiletine.

Hartpatiënten Nederland vindt het meer dan zorgwekkend wat hier aan de hand is. Over de rug van zieke mensen stoppen eigenaars van farmaceutische bedrijven hun zakken vol. En we vrezen dat het bedrijf aan de verontwaardiging van onze minister (en van ons) geen boodschap heeft.

 

Voor meer artikelen klik hier

Afvallen – maar hoe houd je dat vol?

Dik zijn is ongezond. Het kan leiden tot diabetes en obesitas. Afvallen dus. Alleen: bijna 100 procent van de mensen blijkt niet blijvend af te vallen door minder te eten en meer te bewegen. Dat schrijft huisarts Jacqui van Kemenade uit Breda in haar uitstekende boek Leefstijl op recept. Een zeer informatief boek over gewicht, gezond leven en hoe te ontsnappen aan diabetes.
Er verschijnen de laatste tijd veel boeken over diabetes en wat je eraan kunt doen door het veranderen van je leefstijl en voeding. Om op die manier van de pillen af te komen. Maar het boek ‘Leefstijl op recept’ van Van Kemenade gaat de diepte in.
Een van de adviezen is bijvoorbeeld: zorg voor een goede slaap. Die kan namelijk het verschil maken! Naast slaap zijn voeding, beweging en stress van doorslaggevende invloed op de gezondheid. De Bredase huisarts Van Kemenade presenteert in haar boek nu eens geen recepten van geneesmiddelen voor, maar van leefstijl.
Haar leefstijladviezen schreef ze in eerste instantie voor haar patiënten. Maar het boek is uitermate geschikt voor zorgverleners die leefstijl als interventie willen aanbieden. Ook de politiek wordt met dit boek bediend: politici en bestuurders vinden met de geboden informatie een handvat voor nieuw beleid dat bijdraagt aan een gezonde samenleving.
Jacqui van Kemenade weet waar ze over schrijft. Na haar studie geneeskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en haar huisartsenpraktijk vanaf 2001, specialiseerde ze zich in 2018 als kaderhuisarts diabetes. Ze zet zich nu in voor het promoten van leefstijlprogramma’s in en buiten de zorg. Ze deed onder meer mee aan het programma ‘Gezond Verstand’ van omroep Max.

Voor meer artikelen klik hier

Nederlanders weten weinig van zorg

De meeste Nederlanders hebben weinig verstand van hoe de zorg in elkaar zit. Bijna vier op vijf Nederlanders denkt dat hun zorgverzekering volgend jaar dezelfde dekking biedt als in 2019. En dat terwijl de polisvoorwaarden toch écht elk jaar veranderen! Maar liefst 44 procent van de Nederlanders heeft geen flauw benul wat voor basisverzekeringen ze hebben. De helft van ons weet niet dat een restitutieverzekering niet álles vergoedt. Dit alles blijkt uit representatief onderzoek dat Pricewise als sinds 2015 jaarlijks uitvoert, aldus de Nationale Zorggids.

Wie weinig benul heeft van de zorg kan plotsklaps voor hoge kosten komen te staan. Een op drie Nederlanders kreeg daarmee afgelopen jaar te maken. Het ging dan in de meeste gevallen om kosten van meer dan 250 euro. Daar had je ook andere, leukere dingen mee kunnen doen!  In 43 procent ging het om onverwachte kosten omdat mensen niet wisten dat ze daarvoor niet verzekerd waren. Voor 27 procent ging het om kosten die onder het eigen risico vallen – ook dat wisten deze mensen niet. En in een op bijna vier gevallen werd tot grote schrik van de betrokkenen slechts een deel van de kosten vergoed, omdat de verzekeraar geen afspraken had met de zorgverlener in kwestie.

Slechts een op drie mensen weet dat je voor sommige medische kosten ook een eigen bijdrage moet betalen, nog los van het eigen risico. Iets meer dan de helft van ons weet niet dat je met een naturaverzekering minder keuzevrijheid hebt. Het is dus heel belangrijk dat we goed kijken waar we voor verzekerd zijn, en waarvoor niet! Elk jaar veranderen de voorwaarden! Dus kijk er nog eens goed naar.

Overigens: 69 procent van de mensen vindt dat het eigen risico moet worden afgeschaft. Bij 65-plussers is dit zelfs 80 procent, aldus de Nationale Zorggids.

Voor meer artikelen klik hier

Snelle diagnose voorkomt onnodig naar het ziekenhuis rijden

Hartpatiënten in de regio Hollands Midden krijgen sneller de juiste zorg. Dat gebeurt doordat een cardioloog mee kijkt tijdens de eerste onderzoeken van de ambulanceverpleegkundige. De snelle en adequate zorg wordt mogelijk gemaakt door een samenwerking tussen zorginstellingen, huisartsen en ambulancevervoer in de regio. Doordat snel een eerste diagnose wordt gemaakt, hoeven patiënten minder vaak onnodig naar de eerste hulp. Daardoor neemt de druk op de spoedeisende afdelingen af, meldt het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Van meer dan de helft van de patiënten die die naar het ziekenhuis worden gebracht, blijken de klachten niet spoedeisend. Het LUMC koos daarom samen met algemene ziekenhuizen en huisartsen in de regio voor een snelle diagnose door afstemming van ambulancepersoneel en cardioloog. Patiënten die thuis kunnen blijven worden overgedragen aan hun huisarts.
De cardioloog kijkt op een schermpje mee en ziet daarop de medische gegevens van de patiënt in de ambulance. Het gaat dan om onder meer hartslag, hartfilmpje en ademhaling. Ook ziet de cardioloog waar en hoeveel bedden er nog vrij zijn. Op basis hiervan en de wens van de patiënt beoordeelt de cardioloog waar de zieke terecht kan en wat voor zorg de patiënt nodig heeft. De cardioloog beoordeelt daarbij ook wie net zo goed thuis kan blijven, onder de hoede van de huisarts.

Voor meer artikelen klik hier

Patiënt staat niet altijd centraal in zorg

Hartpatiënten hebben niet altijd het gevoel dat hun belang centraal staat in de zorg. Dat moet anders, blijkt uit een enquête onder tweeduizend hartpatiënten. Het gaat om een tussenstand, de enquête is momenteel namelijk nog actief via onze Facebook-pagina.

De enquête is sinds enkele maanden actief en mensen reageren er massaal op. ‘We willen de vinger aan de pols houden’, legt initiatiefnemer Rob Baijens van Hartpatienten Nederland uit. ‘We zijn er voor de patiënt, en dat betekent ook dat we nagaan wat de patiënt bezig houdt. Waar loopt zo iemand tegen aan? Met de antwoorden van de patiënten willen we onze dienstverlening verbeteren.’

Waar lopen mensen dan zoal tegenaan? Maar liefst 70 procent van de respondenten zegt zich beperkt te voelen door een hartafwijking. En van hen voelt 74 procent zich zowel emotioneel als lichamelijk beperkt. ‘Iedereen beleeft problemen met het hart anders’, weet hartpatiënt Rob Baijens. Zelf kreeg hij vorig jaar meerdere hartstilstanden waarbij hij gered werd door zijn geïmplanteerde S-ICD. Hij weet waar hij over praat.

‘Iedereen in de zorg heeft het beste voor met de patiënt’, vertelt Rob uit eigen ervaring. ‘Maar als processen niet altijd goed werken en de communicatie naar de patiënt toe soms gebrekkig is ontstaan er fouten. Dat gaat ten koste van het vertrouwen van de patiënt. Dat moet dus beter kunnen, want de wil is er bij iedereen.’

‘We gaan in gesprek met mensen in de zorg om tot concrete verbeteringen te komen. Zo gaan we met de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) om tafel zitten.’ Dat past ook in een tijd waar de zorgsector steeds vaker de patiënt actief wil betrekken. Hartpatiënten Nederland is in dat proces echt de verbindende factor, de spin in het web.

Kijk maar eens naar de oproep van cardioloog dr. Götte, in het vorige HartbrugMagazine. Hij zoekt patiënten die mee willen denken over een nieuwe ablatiemethode met MRI-scan. Een positieve ontwikkeling: specialisten willen weten wat de patiënt ervan vindt, hoe hij of zij de behandeling ervaart.’

Het is niet zomaar dat van alle respondenten maar liefst 80 procent een organisatie die opkomt voor hartpatiënten belangrijk vindt. ‘Een duidelijk signaal dat veel zegt over de toegevoegde waarde van Hartpatiënten Nederland.’

‘Een ruime meerderheid van de respondenten laat ons weten weinig vertrouwen te hebben in de medische zorg, en al helemaal niet in de farmaceutische industrie. Dat is belangrijk. Want dat zijn dingen die we met de medische sector moeten bespreken. Wat kunnen we daaraan verbeteren, samen met elkaar? Hoe kunnen we met zijn allen meer aandacht voor de patiënt hebben? Niet alleen voor de lichamelijke klachten, maar ook voor de emotionele kant van hartpatiënt zijn.’

Zij hebben de indruk eerder door een organisatie begrepen te worden dan door anderen. ‘We hebben behoefte aan aanvullend onderzoek’, aldus Rob. ‘We willen weten of mensen vertrouwen hebben in hun eigen cardioloog, of ze last hebben van lang wachten in het ziekenhuis, hoe de gesprekken met de cardioloog verlopen. We denken dat het ook voor de cardioloog belangrijk is om te weten hoe hun boodschap overkomt.’

‘Zo weten we bijvoorbeeld dat veel mensen na een gesprek met hun cardioloog door alle spanningen en emoties achteraf niet meer precies weten wat er verteld is.’ weet Baijens. ‘We willen samen met cardiologen zoeken naar concrete handvatten waarmee we dit soort problemen kunnen oplossen.’

‘Angst is een van de allerbelangrijkste gevoelens die steeds weer terugkomt. Je ziet dat terug op social media, maar ook in gesprekken met mensen. Ik noem maar wat: een hartritmestoornis. Mensen zijn bang het weer te krijgen, weer een shock. Mensen raken daardoor gefrustreerd, hebben moeite met accepteren dat ze patiënt zijn. Traditioneel hebben ziekenhuizen vooral aandacht voor de lichamelijke kant van de patiënt.

Voor de emotionele kant is vanuit het ziekenhuis minder aandacht. En dat terwijl angst en stress die gerelateerd zijn aan de hartafwijking, voor serieuze mentale problemen kunnen zorgen. ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer aandacht is voor dat aspect?’, vraagt Rob zich hardop af. ‘Wij willen een programma en een procedure die meer aandacht geeft aan de emotionele kant van de patiënt. Stress is slecht, dat hoeven we aan niemand uit te leggen. Patiënt zijn is stress hebben. Door stress kunnen klachten verergeren. En dat betekent dat de stress weer toeneemt. Voor je het weet zit je in een enorme visuele cirkel en een neerwaartse spiraal. Die moeten we doorbreken.’ Als je met hartpatiënten praat blijken veel van hen met depressieklachten te zitten. Wat kunnen we doen om hen te helpen of de weg te wijzen? Misschien moeten we met coaches en psychologen aan tafel.’

Op de vraag wat er met de resultaten van de enquête gebeurt antwoordt Rob: ‘We willen niet alleen constateren, maar ook er iets aan doen. Waar gaat het om? Het vertrouwen moet omhoog, de angst moet omlaag. Als Hartpatiënten Nederland hebben we een signaalfunctie. Maar we willen ook met oplossingen komen door samen te werken met alle disciplines zoals cardiologen, verpleegkundigen en specialisten.’

Tekst: Henri Haenen

 

Voor meer artikelen klik hier

RIVM: stookalert bij ongunstig weer en slechte luchtkwaliteit

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  gaat vanaf dit najaar het stoken van hout bij ongunstige weersomstandigheden en/of een slechte luchtkwaliteit afraden. Door middel van een stookalert roept het RIVM mensen op om dan geen hout te stoken. Dit kan gezondheidsklachten bij mensen in de omgeving voorkomen.
Het stoken van hout in een vuurkorf, kachel of open haard is voor sommige mensen een fijne en gezellige bezigheid. Het heeft echter ook een keerzijde; de rook is ongezond. Bij de verbranding van hout komen namelijk schadelijke stoffen vrij, zoals fijn stof, koolwaterstoffen (PAK’s) benzeen en koolmonoxide. De rook is voor iedereen ongezond, maar vooral voor mensen met luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, ouderen en kinderen. Zij kunnen meer en eerder klachten ontwikkelen door houtrook.

Ongunstig weer en slechte luchtkwaliteit

Bij weinig wind blijft de rook langer hangen. En als de luchtkwaliteit al slecht is, bijvoorbeeld bij smog door fijn stof, verergert rook de situatie.

Hoe werkt het stookalert?

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  heeft dagelijks contact met het KNMI Koninklijk Meteorologisch Instituut  over de weersverwachting. En als het gaat om de luchtkwaliteit beschikt het RIVM over gegevens van luchtmeetnet.nl. Als de weersverwachting ongunstig is of de luchtkwaliteit slecht, verstuurt het RIVM een stookalert.

Voor meer artikelen klik hier