Spoedeisende hulp voor 99,8 procent Nederlanders op tijd bereikbaar

99,8% van de inwoners van Nederland kan binnen 45 minuten per ambulance naar een spoedeisende hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis worden gebracht. Dit percentage is gelijk aan vorig jaar. Dat blijkt uit een bereikbaarheidsanalyse van spoedeisende hulp van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. 
Uit de analyse blijkt dat er op de peildatum (maart 2019) in Nederland in totaal 87 Spoedeisende hulpposten (SEH ) zijn. Hiervan zijn 83 locaties 24 uur per dag geopend en vier alleen overdag en in de avond, maar niet ’s nachts. Ten opzichte van april 2018 (peilmoment vorige analyse) heeft ons land twee SEH’s minder en één SEH is van 24/7-uurs naar dag/avond openstelling gegaan.
Ruim 33 duizend mensen zijn langer dan drie kwartier onderweg om bij een SEH-post te komen. Deze mensen wonen bijna allemaal op de Nederlandse Waddeneilanden, maar ook in Baarle-Nassau, Steenwijk, Sluis en Sudwest Friesland.
Bron: RIVM

Voor meer artikelen klik hier

Verhoogt slechte relatie met baas risico hartaanval?

Als je niet goed met je baas kunt opschieten en het vertrouwen weg is, loop je meer kans op hart- en vaatziekten. Dat concluderen althans medewerkers van het Center for Disease Control en de Universiteit van Iowa, USA na onderzoek naar 400.000 Amerikanen. Die werden opgebeld – begin er maar eens aan! – en hen werd gevraagd hoe de werksituatie was. En hoe ze zich daarbij voelden, schrijft het Algemeen Dagblad.
Wat opviel was dat mensen die minder of geen vertrouwen in hun baas hebben, eerder naar alcohol en sigaret grijpen. Wat op zich al slecht is voor je gezondheid. Deze mensen hebben gemiddeld een hogere bloeddruk, hoog cholesterol en zijn te dik. Ook hebben ze vaker diabetes.
Hoe definieer je in zo’n onderzoek vertrouwen? De onderzoekers omschreven dat als ‘begrip, eerlijkheid en wederzijds respect tussen leidinggevende en ondergeschikte.’ Ruim een op vijf mensen die gebeld werden zei op hun werkplek geen vertrouwen te voelen.
De onderzoekers concluderen dat er beter moet worden gelet op ‘managementstijl’. De krant zet wel een belangrijke kanttekening bij dit onderzoek: mensen werden gebeld. Dat wil zeggen dat niet vastgesteld kan worden hoe groot de risicofactoren daadwerkelijk zijn. Alle antwoorden werden telefonisch verkregen. Er werden bijvoorbeeld geen bloedtesten afgenomen, en niet duidelijk is hoe het zit met oorzaak en gevolg. Toch kan wel geconcludeerd worden: wantrouwen doet het hart geen goed.

 

Voor meer artikelen klik hier

Kant-en-klare vleesvervangers

In een goede vegetarische keuze zit genoeg eiwit (meer dan 20% van de energie), ijzer, vitamine B1 en/of vitamine B12.
De meeste kant-en-klare vleesvervangers zijn een goed alternatief voor vleesproducten. Vooral de soorten die op basis van soja gemaakt zijn.
Vaak zijn de belangrijkste vitaminen en mineralen, die je normaal gesproken via vlees binnenkrijgt, toegevoegd. Wat zout betreft is het wel oppassen. In sommige vleesvervangers zit echt een flinke hoeveelheid… Check het etiket! Als de vleesvervanger minder dan 450 milligram natrium per 100 gram bevat, zit je goed.
Goed om te weten: er zijn meer vleesvervangers dan de kant-en-klare soorten. Maak ook eens recepten met peulvruchten, noten en pitten, kaas, tahoe, eieren, tahin, hummus en falafel. Die producten zijn minder ‘geknutseld’.

Voor meer artikelen klik hier

‘Elk medicijn minder is mooi meegenomen’

Kan het afbouwen van bloeddrukverlagende medicijnen bijdragen tot een betere kwaliteit van leven en minder onbegrepen gedrag? Dit onderzoekt een team binnen het UNC-ZH in de DANTON-studie. Al meerdere zorginstellingen in ons netwerk zijn enthousiast over dit onderzoek.
Het verminderen van medicijnen spreekt in het algemeen erg aan bij zorgprofessionals. Vaak slikken cliënten al jaren deze medicijnen. Bij het afbouwen van de bloeddrukverlagende medicijnen tijdens dit onderzoek nemen zorgprofessionals al vaak waar dat mindering of stoppen geen kwaad kan. Zo loopt de DANTON-studie  bij zorgorganisatie ActiVite voorspoedig. Verpleegkundig specialist Ingrid Verzijl en verpleegkundige Carla Weerdenburg vertellen hier over hun bijdrage aan het onderzoek.

Kritische blik op medicijngebruik

Ingrid: ‘Het mooie was dat ik dit onderzoek naar verminderen bloeddrukverlagende medicijnen al via LinkedIn was tegengekomen, dat ik al vroeg geïnformeerd heb naar de mogelijkheden om met onze instelling deel te nemen. Het was toen nog te vroeg in het onderzoeksstadium, maar uiteindelijk kwam het verzoek voor deelname via het bestuur alsnog binnen. De beslissing was toen natuurlijk snel genomen.’
Zij vervolgt: ‘Binnen de medische dienst wordt het ook als een heel leuk en praktisch onderzoek gezien: je kijkt weer eens kritisch naar de medicijnen. Dit doe je normaal ook, maar nu met begeleiding van onder andere een cardioloog op de achtergrond, is dat prettiger; je hebt laagdrempelig overleg, en je bouwt de medicatie af volgens een afgesproken schema.’

Aan de slag in de praktijk

Ingrid: ‘Voor de tussentijdse metingen heb ik Carla gevraagd, zij is ook heel onderzoeksminded, die bijt zich daarin vast. Onderzoeker Jonathan Bogaerts wilde graag alle zorgteams informeren, maar dat is lastig bij kleinschalig wonen. Hier hebben we uiteindelijk een andere oplossing voor gevonden. De samenwerking met Inge Mooyekind en Brenda Schakenbos van het onderzoeksteam van het LUMC verloopt ook heel prettig en soepel.’
Carla: ‘Bij de start kreeg het team een duidelijke uitleg door onderzoeker Jonathan Bogaerts, het was duidelijk wat we moesten doen. Ik heb samen met collega’s de bloeddrukmetingen op de gevraagde momenten gedaan. Het belangrijkste is om het niet te vergeten en zo nodig er bij collega’s achteraan te gaan. Dit ging eigenlijk altijd zonder problemen. Zelf heb ik het meeste werk gehad aan het verzamelen van de gegevens uit alle dossiers, hier moet je gewoon even tijd voor vrij maken. Het meewerken aan het onderzoek heeft voor mij niet veel extra werk gegeven en was goed te combineren met mijn reguliere werk.’
‘De bewoners merken er niet veel van’, aldus Carla, ‘zij ondergaan de metingen als normaal. Het is niet zo anders dan het normale werk. Er was een cliënt die het eerst helemaal niks vond, maar ook dat is goed gekomen.’

Meewerken aan onderzoek is leuk en levert wat op

‘Ik vind het altijd leuk om mee te werken aan onderzoek naast mijn gewone werk,’ vertelt Carla. ‘Je wilt toch de beste zorg geven. Ik ben heel benieuwd wat er uit dit onderzoek komt, of we inderdaad bloeddrukverlagende medicijnen kunnen minderen. Elk medicijn dat minder gegeven wordt is mooi meegenomen.’
Ingrid: ‘Het levert ook direct wat op: met minder medicatie gaat de bloeddruk weer omhoog. De invloed op het gedrag is nu nog niet bekend, dat moet blijken uit de onderzoeksresultaten, maar je weet al dat het goed is voor de hersen- en nierdoorbloeding. Ook de familie hierin meenemen gaat makkelijk, al vinden ze het soms spannend. Maar dan is de goede begeleiding ook voor hen een voordeel.’
‘We zijn zelfs zo enthousiast dat ik het jammer vind dat we het niet gelijk kunnen toepassen bij de controlegroepen,’ vindt Ingrid, ‘natuurlijk passen we de medicatie wel aan als dat echt nodig is, verder zullen we de onderzoeksresultaten afwachten. We hebben wel een tweede groep deelnemers kunnen regelen, dus in totaal doen nu ruim veertig cliënten van ons mee aan dit onderzoek.’
‘Voor mijn werk vind ik het belangrijk om mee te doen aan onderzoek om meer kennis te vergaren en betere zorg te kunnen geven. Ik vind het ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid die je als zorgprofessional hebt. En het is daarnaast gewoon leuk om te doen.’
Bron: LUMC

Voor meer artikelen klik hier

Fraudeurs in zorg hebben vaak al strafblad

Bestuurders van frauderende zorginstellingen zijn zelf vaak al eens veroordeeld. Dat schrijf NRC op basis van een onderzoeksrapport van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). Daarin werken het Openbaar Ministerie en de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst FIOD samen.
Die kunnen het weten, kortom.
Het knooppunt bekeek alle 41 gevallen van zorgfraude of een ernstig vermoeden daarvan tussen 2016 en 2018, schrijft NRC. Bij deze zorgfraude waren volgens de krant 53 bestuurders betrokken. Van deze mensen bleek bijna de helft eerder al eens veroordeeld te zijn. Het gaat daarbij om onder meer zware verkeersovertredingen, maar ook misdrijven zoals witwassen en poging tot doodslag.
Dertien bestuurders die zich volgens de krant bezig houden met begeleid of beschermd wonen hadden een strafblad. Het knooppunt stelt hardop de vraag „of je deze mensen dit werk wilt laten doen, zeker als het gaat om begeleid of beschermd wonen”. (NRC)
Overigens richtte het onderzoek zich uitsluitend op bestuurders die betrokken waren bij fraude of daarvan verdacht worden. Het onderzoek is niet representatief voor de zorgsector, aldus een woordvoerder van het knooppunt in de krant.

 

Voor meer artikelen klik hier

Weinig actie tegen dure zorg ziekenhuizen

Geld is er genoeg beschikbaar, maar ziekenhuizen en zorgverzekeraars maken nauwelijks gebruik van die pot met geld om iets te doen aan de dure ziekenhuiszorg. Dat meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een rapport.
Die pot met geld is goed gevuld: de overheid trok over de periode 2019 tot en met 2022 een slordige 425 miljoen euro uit, zodat de zorg voor veel patiënten dichter bij huis kan worden georganiseerd.
Mogelijkheden te over. Zo zijn er mogelijkheden om de communicatie tussen arts en patiënt op afstand te laten verlopen via een beeldscherm. Daarover zijn weliswaar contracten gesloten, maar voor een verwaarloosbaar bedrag: slechts anderhalf miljoen euro. Daarmee sla je geen deuk in een pakje boter.
De NZa spreekt van tegenvallers, en wil opheldering van ziekenhuizen en zorgverzekeraars. De NZa gaat de vinger aan de pols houden. Wil immers de zorg ook in de toekomst betaalbaar blijven, dan moet er behoorlijk in de kosten gesneden worden. Daarom moet de dure zorg anders georganiseerd worden. Helaas zien ziekenhuizen en zorgverzekeraars zelf daarvan blijkbaar de urgentie niet in…

Voor meer artikelen klik hier

Hart- en vaatcentrum van UMC Utrecht ontvangt unieke Europese accreditatie

Het Hart- en vaatcentrum van het UMC Utrecht heeft als eerste centrum in Nederland een accreditatie voor preventie ontvangen van de European Association of Preventive Cardiology (EAPC). De accreditatie houdt in dat het Hart- en vaatcentrum werkt volgens de normen en richtlijnen van European Society of Cardiology (ESC) voor primaire en secundaire preventie en sport. “De accreditatie is verleend voor een periode van 3 jaar”, vertelt Hendrik Nathoe. Er zijn slechts 5 ziekenhuizen in Europa die deze accreditatie hebben. Het UMC Utrecht is het enige ziekenhuis dat voor alle categorieën is geaccrediteerd.

Hendrik Nathoe is cardioloog en medisch hoofd van het Hart- en vaatcentrum en ontving het certificaat uit handen van Barbara Casadei, president van de ESC. “Het certificaat is gebaseerd op drie onderdelen: primaire en secundaire preventie en sport”, zegt Nathoe trots. “Primaire preventie is het voorkomen van hart- en vaatziekten bij in principe gezonde mensen. Secundaire preventie richt zich op het voorkomen van verergering van hart- en vaatziekten bij patiënten die reeds bekend zijn met hart- en vaatziekten. Bij sport gaat het om preventief sportmedisch onderzoek, sportmedisch advies en revalidatie bij hart- en vaatziekten.”

Preventie

Patiënten met hart- en vaatziekten kunnen voor diagnose, zorg en behandeling terecht in het Hart- en vaatcentrum. Het doel van het centrum is het behandelen van hart- en vaatziekten en voorkomen dat deze problemen weer terug komen. “We inventariseren daarom risicofactoren en berekenen het risico op een volgend vaatprobleem. Hierbij maken wij gebruik van de U-prevent calculator, die in het UMC Utrecht ontwikkeld is. Zo nodig starten patiënten met behandeling van de risicofactoren in de vorm van leefstijlaanpassingen”, legt Nathoe uit.  Aanvullend kan bij personen zonder hart- en vaatziekten maar met sterk verhoogd risico medicatie worden gestart (primaire preventie). Bij patiënten met aangetoonde hart- en vaatziekten wordt er volgens de huidige richtlijnen altijd cholesterol verlagende medicatie gestart om toekomstige vaat gebeurtenissen zoals hartinfarct, beroerte of etalagebenen te voorkomen (secundaire preventie).

Sportmedisch advies

Patiënten met sportgerelateerde gezondheidsproblemen en inspanningsgerelateerde klachten kunnen ook in het UMC Utrecht terecht. Het doel is dat deze patiënten op een veilige en verantwoorde manier kunnen gaan sporten of bewegen. “We verrichten preventief sportmedisch onderzoeken, sportkeuringen en hartrevalidatie”, licht hoogleraar en sportarts Frank Backx toe. “We bieden maximale inspanningstesten met ademgasanalyse bij gezonde sporters én bij sporters met een beperking, ook om risicofactoren voor plotse hartdood op te sporen. Daarnaast geven we sportmedisch advies bij mensen met chronische aandoeningen, zoals hartpatiënten.”

One stop shop

Het Hart- en vaatcentrum werkt volgens het one stop shop principe: patiënten spreken op één dag meerdere specialisten en ondergaan indien nodig aanvullende onderzoeken zoals een echo of inspanningstest. In het Hart- en vaatcentrum werken vier medische specialismen (internisten, vaatchirurgen, neurologen en cardiologen) op één locatie samen om met elkaar de best zorg voor de patiënt met complexe hart- en vaatziekten te verlenen.

 

Voor meer artikelen klik hier

Cardiologen UMC pleiten voor betere hartcontroles sporters

Topsporters moeten beter gecontroleerd worden om hartproblemen vroegtijdig op te sporen. Dat lieten cardiologen van het Amsterdam Universitair Medisch Centrum weten aan Nieuwsuur. Volgens de cardiologen is de huidige methode om hartproblemen bij topsporters op te sporen, verouderd.

Daarom gaat het UMC in Amsterdam onderzoeken hoe hartscreening kan worden verbeterd. De cardiologen willen ongelukken voorkomen zoals twee jaar geleden bij Ajax-speler Abdelhak Nouri.
Met nieuwe methoden zoals cardiogenetica gaan de cardiologen van het Amsterdam UMC topsporters onderzoeken. Nu worden er hartfilmpjes gemaakt, maar die leveren volgens de specialisten onvoldoende informatie op. De nieuwe technieken zijn wat dat betreft een forse stap voorwaarts.

Voor meer artikelen klik hier

Kinderen krijgen veel te veel suiker

Gisteren was suikermaxdag. Dat betekent dat op 9 juli kinderen van 4 tot 8 jaar al net zoveel suiker op hebben als die de Wereldgezondheidsorganisatie WHO voor een heel jaar adviseert. Dat maakte Foodwatch bekend naar aanleiding van de voedselconsumptiecijfers van het RIVM.

Hartstikke ongezond.

“Ongezond eten is een groot probleem met honderdduizenden zieken tot gevolg. Ons kabinet staat erbij en kijkt er naar, terwijl we zo dringend behoefte hebben aan een gezonde voedselrevolutie”, aldus Foodwatch.
Dit kabinet houdt ons zoet, constateert de voedselwaakhond zuur. De WHO constateerde al in 2013 dat het in geen enkel land lukt de obesitasepidemie te keren. “Dit ligt aan een gebrek aan politieke wil, om het gevecht met de voedselindustrie aan te gaan”, aldus de WHO toen.

Btw

In plaats van iets te doen aan de suikerellende verhoogde het kabinet de btw op gezonde producten zoals groente en fruit. Het idee voor een suikertaks ging roemloos ten onder. “De suikerlobby claimt trots dat dankzij hun lobby de suikertaks uit het verkiezingsprogramma van het CDA verdween”, aldus Foodwatch.

Jong geleerd, oud gedaan…

De enigen die de maximale hoeveelheid suiker per jaar niet overschrijden zijn 70-plussers. Hoe jonger, hoe groter het suikerprobleem. Zeer zorgwekkend, concludeert Foodwatch. Want jong geleerd, oud gedaan. Oftewel: jong gekeerd, oud gedaan – des te minder risico op diabetes.
Want intussen komen er wekelijks in ons land zo’n duizend mensen met diabetes type 2 bij. Deze vorm van diabetes is voedselgerelateerd.

Gezond eten

Je kunt dit risico alleen afwenden door gezonder te eten. En suiker waar mogelijk te mijden, evenals junkfood. Foodwatch pleit er ook voor om ongezond eten duurder te maken. “Weg met de btw op groente en fruit. En een suikerheffing waarbij de opbrengst ten goede komt aan een verlaging van je ziektekostenpremie. Er zijn tal van mogelijkheden, nu nog een politiek wil. Dáár voeren wij campagne voor”, aldus Foodwatch.

Voor meer artikelen klik hier

Het hoeft niet perfect gezond

Altijd gezond kiezen. Nooit iets ongezonds nemen. Misschien doe je dat omdat je wilt vallen of aan je gezondheid wilt werken? Pas op, want te steng zijn hou je meestal niet vol.
Beter is de 80/20 regel: als 80% van je gewoontes gezond zijn, kan 20% minder gezond zijn. Je bent dan nog steeds heel gezond bezig. Jezelf ook de minder gezonde dingen toestaan, voorkomt dat je te obsessief met je gezondheid bezig bent.
En zo zijn je aanpassingen uiteindelijk ook vol te houden en worden het nieuwe gewoontes. Dat is pas gezond.

Voor meer artikelen klik hier