Openhartoperatie straks niet meer nodig?

Openhartoperaties zijn straks wellicht niet meer nodig. Dat komt door een uitvinding van de 78-jarige voormalige neurochirurg professor Cees Tulleken, die zijn verhaal doet in de Telegraaf. Hij vond een nieuwe manier voor bypass-opereren uit. Die methode is “minimaal invasief”, zoals dat zo mooi heet. Dat betekent dat de patiënt geen ingrijpende operatie hoeft te ondergaan. 
De chirurg maakt kleine gaatjes in het lijf zoals bij een kijk operatie. Dat betekent dat de borstkas niet hoeft te worden opengemaakt. En dat scheelt een spreekwoordelijke slok op een borrel.
Tulleken weet zich gesteund door het  Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein bij het ontwikkelen van de nieuwe methode. Het  bypass-onderzoek van AMT Medical kan rekenen op financiële steun van onder meer de gemeente en de provincie Utrecht.
Bij de nieuwe methode wordt de bypass niet op de bloedvaten van  het hart vastgehecht. In plaats daarvan worden knijpertjes gebruikt. De bypass wordt dus niet gehecht, maar bij het hart met permanente knijpertjes vastgeklikt, beschrijft de krant de nieuwe methode. ”Geheel anders dan bij de ruim 9000 conventionele bypassoperaties per jaar in Nederlandse ziekenhuizen (en overal elders in de wereld), wordt bij de nieuwe methode eerst de vaatomleiding aangelegd, voordat een laserkatheter de open verbinding naar de kransslagader maakt en de bloedstroom door de omleiding op gang komt. Het hart hoeft er niet voor te worden gestopt”, schrijft Telegraafredacteur René Steenhorst.
Voor de hechtloze bypass wordt de linker interne Arteria Mammaria (Lima) gebruikt. Er ontstaan minder complicaties, en het herstel duurt niet een jaar, doch slechts enkele weken, aldus Tulleken in de krant van wakker Nederland.
De bypass van Tulleken wordt op twaalf plaatsen in de wereld al ruim tien jaar toegepast in de hersenchirurgie. Via deze minimaal invasieve methode wordt een ballonvormige uitstulping in een hersenslagader behandeld. Zo’n aneurysma in de hersenen is levensbedreigend.
Tulleken onderzoekt intussen de ontwikkeling van kunstmatige bloedvaten. Dan hoeven niet langer bloedvaten uit borstkas of been van de patiënt te worden gebruikt. „Want het verwijderen van een geschikte ader uit het been is toch ook weer een ingreep, die dat been uiteindelijk beschadigt en het vaatstelsel erin verandert”, zegt Tulleken in de Telegraaf. „Het kweken van een kunstvat zal ervoor kunnen zorgen dat het leggen van een bypass straks nog patiëntvriendelijker wordt.”

 

Voor meer artikelen klik hier

Minder kans jonge mensen op overlijden na herseninfarct

Het risico dat jonge mensen overlijden als gevolg van  een herseninfarct is flink minder dan twintig jaar geleden. Onderzoekers van het Radboud Medisch Centrum in Nijmegen brachten in het medisch tijdschrift JAMA het aantal overlijdens van jonge mensen aan een herseninfarct tussen 1998 en 2010 in kaart. Maar de onderzoekers waarschuwen ook dat de behandeling van hersenbloedingen moet worden verbeterd, aldus de website nationalezorggids.nl. 
Radboud onderzocht zo’n 15.000 mensen die tussen 1998 en 2010 al op jonge leeftijd een beroerte kregen. Bekeken werd hoe het daarna met hen ging. Jaarlijks krijgen in ons land zo’n 1500 jonge mensen tussen de 18 en 50 jaar een beroerte. Een deel van hen overlijdt. Een ander deel overleeft, in meer of mindere mate invalide.
Volgens neuroloog Frank-Erik de Leeuw van Radboud was 15 jaar na een beroerte 17 procent van de mensen overleden. Bij mannen iets meer, bij de vrouwen iets minder. Mensen die een beroerte hebben gehad, lopen vijf keer meer kans op overlijden dan gezonde mensen. Bij mensen die een hersenbloeding hadden, is dat risico zelfs acht keer zo groot.
In de periode sinds 1998 tot 2010 is de kans om te overlijden aan een beroerte gedaald. Maar dat geldt alleen voor mensen die een herseninfarct kregen (dus niet een hersenbloeding). Waarschijnlijk is de kans op overlijden lager omdat er meer mogelijkheden zijn stolsel snel te verwijderen, denkt De Leeuw.
Wat De Leeuw opviel is dat jonge mensen die vele jaren na een beroerte overlijden, meestal niet sterven aan de gevolgen van hart- en vaatziekten, maar aan kanker. De Leeuw heeft daarvoor geen verklaring. Maar hij gaat met zijn team wel uitzoeken of deze relatief jonge patiënten hiervoor moeten worden onderzocht en gevolg.

 

Voor meer artikelen klik hier

MEGARUN: Danny en Roy halen geld op voor Hartpatienten Nederland

Danny Schijns en Roy Janssen zijn afgelopen zondag als “Team Zwelgje” in hun oude Mercedes vertrokken naar Hongarije. Ze doen met een aftandse Mercedes mee aan de eerste Megarun, een toertocht door Europa. De gepimpte “barrel” is onder meer voorzien van een groot logo van Hartpatiënten Nederland! Voor de stichting Semmy en Hartpatienten Nederland haalden Roy en Danny inmiddels 3200 euro sponsorgeld op!

Afgelopen zondag namen Roy en Danny afscheid van vrouw en kinderen bij garage Schijns in Roermond, om vervolgens koers te zetten naar Wanroy. Op de camping De Bergen in het Brabantse dorp vond die zondagavond een groot feest plaats. De volgende ochtend vertrokken maar liefst 228 opgepimpte oude auto’s vanaf de camping richting een overnachtingsplek in het Tsjechische Stuk-nov, de eerste halteplaats op deze eerste Megarun, een toertocht door Europa.
De “barrel” waarin de deelnemers rijden moet minstens 20 jaar oud zijn en bij aanschaf niet meer hebben gekost dan 750 euro. Het moet dus een bolide zijn die de tand des tijds goed heeft doorstaan en de inzittenden veilig over grote afstanden weet te vervoeren, ondanks zijn respectabele leeftijd. Niet zomaar dus, dat de Volvo’s uitdrukkelijk aanwezig waren tijdens deze Megarun. Danny en Roy kozen toch voor een Mercedes, omdat die volgens Danny net iets luxer zit.
Elke barrel moet op een bijzondere manier zijn uitgedost. De Mercedes van Danny en Roy is onder meer voorzien van de logo’s van Hartpatienten Nederland en de stichting Semmy. Daarnaast kregen de reclamestickers en logo’s van bedrijven die sponsorden een prominente plek op de auto.
Danny en Roy houden van hun avonturen op de hoogte via de Facebookpagina van Team Zwelgje.
Kijk hier voor een trailer  over team Zwelgje van Danny en Roy, en hier voor een interview  met Danny vlak voor het vertrek naar Wanroy.
Meer info over de stichting Semmy
Meer weten over de Megarun?

 

Voor meer artikelen klik hier

HMC kijkt terug op tien jaar dotteren

Haaglanden Medisch Centrum dottert sinds tien jaar. Alle reden om daar even bij stil te staan dus. Tien jaar geleden, in 2009, dotterde het ziekenhuis 800 mensen. Het ziekenhuis verwacht dit jaar zo’n 1400 mensen te dotteren.

De techniek is in die tien jaar flink verbeterd, laat het HMC weten. HMC-cardioloog Pranobe Oemrawsingh demonstreerde vrijdag 14 juni via een live verbinding vanuit HMC Westeinde de laatste techniek aan zijn vakgenoten tijdens de Dres Meeting, het jaarlijkse congres voor cardiologen.

Bij dotteren is het van belang om te weten hoe ernstig de vernauwing in de kransslagader(s) is en hoeveel bloed er nog doorheen stroomt. Bij de nieuwe techniek hoeft er niet meer met een draadje door de ader te worden gegaan om de vernauwing te meten, maar wordt op basis van röntgenbeelden een berekening gemaakt.

Over deze techniek zegt Oemrawsingh: ‘We kunnen door deze techniek precies zien waar de problemen zitten en hoe groot ze zijn. We kunnen zorgvuldiger en gerichter werken. Overbodige dotteringrepen worden hierdoor voorkomen. En in plaats van één meting via een draadje in het lichaam, kunnen we nu alles in één keer bekijken, we krijgen een compleet beeld.’

Met dotteren wordt de vernauwing in de kransslagader opgerekt met een soort ballonnetje. Daardoor kan er weer voldoende bloed doorheen stromen.

 

Voor meer artikelen klik hier

Afweercellen herinneren zich een hoog cholesterolgehalte

Zelfs als statines een te hoog cholesterol bij patiënten hebben verlaagd, is de kans op hart- en vaatziekten nog altijd verhoogd. Onderzoekers van het Radboudumc en Nederlandse collega’s hebben nu ontdekt dat bepaalde afweercellen daar mogelijk aan kunnen bijdragen. Hun geheugen is de boosdoener, zo schrijven ze in Cell Metabolism.

Specifieke afweercellen

Een te hoog cholesterol vergroot de kans op aderverkalking en hart- en vaatziekten. Om dit cholesterol te verlagen worden meestal statines gebruikt. Ondanks die verlaging krijgen veel patiënten toch nog hart- en vaatziekten. Langzaam wordt duidelijk dat het niet alleen gaat om cholesterol. Ook het afweersysteem speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van aderverkalking (atherosclerose) en het ontstaan van hart- en vaatziekten.
In een artikel in het wetenschapsblad Cell Metabolism geven Siroon Bekkering van het Radboudumc en collega’s uit Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam nu een nieuwe mogelijke verklaring voor dit verschijnsel. Het ‘resterende’ risico op hart- en vaatziekten hangt volgens hen samen met een blijvende activering van het immuunsysteem bij de met statines behandelde patiënten.

Blijvend actief

Bekkering en collega’s onderzochten een onderdeel van het afweersysteem bij mensen met een verhoogd cholesterol en mensen met een normaal cholesterol. Ze zagen daar dat specifieke afweercellen in het bloed (de monocyten) bij mensen met een te hoog cholesterol veel actiever waren dan bij mensen uit de andere groep. Monocyten pakken ziekteverwekkers in het bloed aan en reizen via het bloed naar plaatsen waar infecties zijn ontstaan. Maar monocyten maken ook allerlei ontstekingsstoffen die bijdragen aan het ontstaan van hart- en vaatziekten.
Vervolgens werden de patiënten met een te hoog cholesterol (hypercholesterolemie) behandeld met statines. Drie maanden later werden ze opnieuw onderzocht. Opmerkelijk genoeg waren de monocyten bij hen nog altijd even actief, ondanks het inmiddels verlaagde cholesterolniveau.

Trained immunity

Niels Riksen, hoogleraar Interne Geneeskunde aan het Radboudumc en coördinator van het onderzoeksproject: “Het lijkt erop alsof de afweercellen die verhoogde cholesterolniveaus nog in hun ‘geheugen’ hebben zitten en blijven doen wat ze deden. Ze blijven even actief als daarvoor, ook al is het cholesterol inmiddels duidelijk gedaald. De bevinding dat monocyten onthouden waar ze eerder aan zijn blootgesteld – en dus een soort geheugen hebben – is pas recent ontdekt. Het verschijnsel wordt ‘trained immunity’ genoemd en in dit onderzoek is het voor het eerst ook daadwerkelijk aangetoond in patiënten.”

Monocyten kalmeren

Riksen wil graag onderzoeken hoe lang de monocyten onthouden dat ze te maken hebben gehad met een verhoogd cholesterol. Zit er misschien een limiet aan, waarna de cellen het weer rustiger aan gaan doen? En ook erg interessant: zijn er misschien geneesmiddelen, zoals ontstekingsremmers, die de monocyten kunnen kalmeren? Mogelijk kan op die manier het risico op hart- en vaatziekten verder worden teruggebracht.

Voor meer artikelen klik hier

Van Parvovirus B-19 tot hartpatiënt

Wanneer de nu 25-jarige Nick Jansen geïnfecteerd raakt met het zogeheten ‘Parvovirus B-19′, ook wel bekend als ‘Vijfde ziekte’, volgt daarop een ontsteking van zijn hartzakje (Pericarditis) en de hartspier (Myocarditis). Zijn verhaal…

Het is de lente van 2017 wanneer Nick zich klaarmaakt voor een festival met vrienden. ’s Ochtends voelt hij een druk op zijn borst, maar staat er niet bij stil en besluit het gevoel te negeren: ‘Ik dacht aan stress en legde niet de link met mijn hart. Daarnaast besteedde ik er niet veel aandacht aan, want ik had een leuke dag in het vooruitzicht, omdat ik met vrienden op weg was naar een festival.’ Maar het drukkende gevoel wordt gedurende de dag erger en uiteindelijk wordt de geboren Eindhovenaar kortademig en besluit hij naar huis te gaan, met pijn in zijn borst en armen. Een slapeloze nacht met helse pijn volgt en de daaropvolgende ochtend gaat hij naar het plaatselijke ziekenhuis waar het ‘verlossende’ antwoord volgt.

De diagnose

Onderzoeken volgen en uiteindelijk wordt Nick opgenomen. Uit de uitslagen blijkt hij een ontstoken hartzakje en een ontstoken hartspier te hebben. Hij wordt overgeplaatst naar een universitair medisch centrum waar een hartbiopt volgt, waarna wordt geconcludeerd dat de hartontstekingen komen door het Parvovirus B19: ‘Ik verbleef wekenlang in het ziekenhuis en door middel van medicatie werd getracht de ontstekingen te verslaan. Toen ik eenmaal hersteld en genoeg aangesterkt was, mocht ik naar huis.’

Maar het moment dat Nick werd opgenomen in het ziekenhuis, omdat er iets met zijn hart aan de hand was, maakte indruk: ‘Toen ik hoorde dat er iets mis was met mijn hart, maar nog niet duidelijk was wat, schrok ik heel erg. Logisch, want het gaat om je hart en plots is er een grote onzekerheid. Vele afspraken volgden, maar doordat ik in een roes verkeerde, is mij veel ontgaan. Het enige wat ik dacht was dat ik zo snel mogelijk wilde herstellen en genezen.’

De vele bezoeken van familie, vrienden en collega’s doen Nick goed en helpen in het proces van beter worden. Langzaamaan komt hij steeds meer bij en sterkt hij goed aan. Zijn herstel in het ziekenhuis verloopt spoedig en eenmaal thuis gaat hij verder met zijn herstel welke naar zijn mening lang duurde: ‘Ik moest geduld hebben, en dat was lastig, want ik wilde heel graag weer snel de draad oppakken, maar ik moest geduld hebben met mijn herstel.’

Het herstel

En de draad oppakken, hield ook aanpassen in. Mede doordat hij van nature een heel actief persoon is, moest Nick leren om naar zijn lichaam en diens mogelijkheden te luisteren: ‘Vooral in het begin wilde ik héél veel en héél snel, maar mijn lichaam liet dat niet toe. Ik vond dat moeilijk. Maar ook het gebrek aan energie, waardoor ik veel op bed lag in plaats van mijn sociale leven te onderhouden, hakte erin.’

Tijdens zijn herstel merkt Nick op dat hij zich bewuster is geworden van zijn lichaam; een gegeven wat ook voor onzekerheid zorgt: ‘Het heeft even geduurd voordat ik kon loslaten wat is voorgevallen en weer ‘gewoon’ kon genieten zonder continu de gedachte in mijn achterhoofd te hebben ‘Wat als er weer iets gebeurt?’, maar afgezien daarvan lukte het mij om weer door te gaan.’

En door gaat hij zeer zeker, zelfs meer dan voorheen: ‘Ik ben altijd bezig geweest met sport, maar door wat ik heb meegemaakt ben ik mij meer gaan verdiepen in mijn lichaam en sport; ik heb mijzelf gepusht om mijn grenzen op te zoeken, omdat ik beter en fitter wilde worden. Het heeft erin geresulteerd dat ik inmiddels alles weer doe, zelfs hele nachten doorfeesten. Ik moet weliswaar daarna langer herstellen, maar omdat ik zo gezond mogelijk probeer te leven, ben ik weer vrij snel op de been.’

De impact

Nicks herstel gaat goed, want ondertussen werkt hij ook weer fulltime en is hij bezig met het afronden van de opleiding Human Resource Management. De recente gebeurtenissen in zijn leven hebben impact gehad, maar kenmerken hem niet, en hebben van hem geen ander persoon gemaakt. Máár het zorgde er wel voor dat hij meer rekening met zichzelf is gaan houden: ‘Ik probeer te genieten, intens, en hetgeen is voorgevallen los te laten. Fitter worden, lekker genieten en veel leuke dingen doen, is wat ik doe en wil blijven doen!’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Jan Paparazzi: Maak wat van het leven

Jan Paparazzi (pseudoniem voor Jan Zwart, 56), presentator op NPO Sterren NL Radio, is onder het grote publiek vooral bekend uit zijn tv-tijd als sidekick van Robert Jensen. Zomer 2018 kreeg hij uit het niets een zwaar hartinfarct. Na een paar dagen coma kwam hij goed bij: ‘Ik heb zo’n enorm geluk gehad.’

17 augustus vorig jaar was het plots mis. Wat gebeurde er precies?

Het was half 9 ’s ochtends, ik was thuis en ging boven mijn spullen pakken om naar de studio te gaan. Drieënhalve dag later werd ik wakker in het ziekenhuis. Ik had geen idee wat er was gebeurd. Een auto-ongeluk, dacht ik. Maar ik was gevallen, mijn vrouw Sandy had een klap gehoord, ze had ‘Jan!’ geroepen en was bij me komen kijken. Ik zag ontzettend wit, maakte rare geluiden. Ze belde 112 en reanimeerde me op instructie via de speaker van 112. Ze had zoiets nooit eerder gedaan. Ze heeft echt mijn leven gered. Voordat de ambulance kwam, raakte ik ook nog in coma. Met elektrische schokken ging het hart later wel weer kloppen, maar flauwtjes, niet constant. De artsen hielden me gekoeld kunstmatig in coma. Ze hadden mijn vrouw al een tas met kleding en mijn trouwring gegeven. De kans dat het goed zou aflopen, was verwaarloosbaar. Toen ik uiteindelijk bijkwam, bleek alles nog te werken. De reflexen, de spraak, de motoriek. Echt ongelofelijk. Er was inmiddels wel één stent geplaatst, er was iets fout geweest met de ader, dat had een hartstilstand en toen een hartinfarct veroorzaakt. Ik kreeg medicatie en na zo’n acht, negen dagen kon ik het ziekenhuis verlaten.

Waren er geen voortekenen?

Helemaal niets. Er zit ook geen hartfalen in de familie. Ik wist niet eens wie mijn huisarts was. Ik ging nooit bij hem langs.

Hoe is het nu? Ben je nog onder behandeling?

Er was nog wel een complicatie. Ik had wat botten gebroken vanwege de reanimatie. En ik heb een aneurysma, een scheurtje in een adertje bij het hart. Je kunt het vergelijken met een panty met een ladder. Met een verkeerde beweging kan het foute boel zijn. Dat was en is het gevaarlijkste nu. Ik mag me niet fysiek inspannen, niet fietsen of iets zwaars tillen. Aan revalidatie mocht ik daarom niet doen. Toevallig ben ik net vanochtend bij de cardioloog geweest. Alles was pico bello in orde. Ik slik nog wel dertien pillen, maar daarvan zijn de meesten vanwege dat aneurysma.

Hoe gaan je familie, vrienden en collega’s met je hartfalen om?

In het begin maakte mijn vrouw me twee tot drie keer per nacht wakker, omdat ze vond dat ik een raar geluid maakte. Toen ik weer aan het werk ging, stuurde ze me de eerste weken elk uur een appje. Mijn collega’s zeggen me regelmatig op tijd naar huis te gaan. Sinds 1 januari werk ik halve dagen. In het begin was ik dan ’s middags best moe, maar dat is nu ook over. Ik voel me niet topfit, maar toch. Ik voel me niet beperkt. Zoals ik me had voorgenomen, heb ik bij de terugkeer in de studio ‘Blij dat ik leef; van René Schuurmans gedraaid. Daarna ‘Hartslag’ van Ruth Jacott, ken je dat?

Doe je nu iets anders op het gebied van  levensstijl?

Ik was nooit een sporter. Ik deed wel eens wat, maar nu doe ik helemaal niets. Ik mis het niet. Ik ben verder niks anders gaan doen. Qua voeding is er niets veranderd. Ik heb ook geen verlangen naar een wereldreis, een motor of een andere vrouw. Al die bucketlistflauwekul. Ik had en heb al een leuk leven.

Dé clichévraag: kijk je nu op een andere manier tegen het leven aan?

Ik geniet wel meer van kleine dingen. Ik realiseer me dat ik dood was. Het is nu weer regelmatig lekker weer en het voelt als een soort bonus dat ik dat toch opnieuw meemaak. In die zin ben ik dus wel veranderd. Met materiële dingen had ik al nooit veel, maar menselijke contacten vind ik nu nog belangrijker dan voorheen.

Wat zou je tegen andere hartpatiënten willen zeggen? Heb je tips?

Dat is lastig. Ieder geval is weer anders. Ik ben niet bang dat ik weer hartfalen krijg. En als het zo is, is het zo. Het scheelt waarschijnlijk dat ik totaal niets van het gebeuren merkte. Er zijn er genoeg bij wie het anders ging en die zelfs doodsangst hebben gehad. Maar goed, leef vooral alsof het je laatste dag is. Houd je niet klein, maak er wat van!

voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Misleiding cholesterolverlagers

Een varende mammoettanker keren? Dat is nagenoeg onmogelijk. We hebben het over uw cholesterolverlager. Het medicijn waarmee u uw ‘slechte’ LDL-cholesterol zo laag mogelijk houdt. ‘Hoe lager, hoe beter’ en een nieuwe richtlijn voor artsen beveelt nu zelfs aan om lager te gaan dan de natuur te bieden heeft. Dat kun je alleen bereiken met een nieuw soort peperdure injecties.

Huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan den IJssel probeert deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Al tientallen jaren schilderen geneesmiddelenproducenten het LDL-cholesterol af als een angstaanjagende boosdoener. ‘Gelukkig’ beschikken de farmaceuten over de remedies om dat cholesterol te verlagen en die verkopen ze graag voor veel geld. Het nut van sterke cholesterolverlaging werd er daarom tientallen jaren bij ons ingepompt. Dat weer terugdraaien, lijkt op het stoppen van een mammoettanker.

huisarts Hans van der Linde

Simvastatine

Ergens in de vorige eeuw ontdekten onderzoekers dat er een relatie bestaat tussen het cholesterolgehalte in bloed en hartaanvallen of herseninfarcten.  Er werd toen een geneesmiddel ontwikkeld om dat  LDL-cholesterol te verlagen, het bekende  simvastatine.

Het gehalte aan LDL-cholesterol in het bloed wordt uitgedrukt in zogenoemde millimolen per liter (mmol/l). Toen  simvastatine op de markt kwam, werd  de wenselijke hoeveelheid LDL-cholesterol bij patiënten met hart- en vaatziekten gesteld  op maximaal 3.0 mmol/l. Wie meer dan dit maximum in zijn bloed had, moest aan de  simvastatine. Die waarde van 3,0 was een slag in de lucht en enig bewijs ervoor ontbrak.

Toen het patent van dit medicijn afliep, moest de farmaceutische industrie iets anders bedenken. Zo werden pakweg vijftien jaar geleden Lipitor (atorvastatine) en Crestor (rosuvastatine) gepresenteerd. Die konden het LDL-cholesterol nog verder verlagen. Maar was dat nodig? Een groot onderzoek met Lipitor (IDEAL-studie) liet zien dat je door sterkere cholesterolverlaging geen dag langer leefde. Om mensen toch aan deze gepatenteerde dure medicijnen te krijgen, moest sterkere cholesterolverlaging dus worden gepresenteerd als absoluut noodzakelijk.

Streefwaarde

Hoe doe je dat? ‘Gewoon door de streefwaarde aan te scherpen’, weet Van der Linde. ‘De richtlijn was 3.0, en werd zomaar zonder bewijs op 2.5 mmol/l gesteld.’ Artsen lieten zich helaas massaal overhalen om deze streefwaarde aan te houden. Daarmee werd wereldwijd voor honderden miljarden dollars verkocht aan Lipitor en Crestor.

Het patent op deze cholesterolverlagers is echter recent verlopen. Daarmee vielen de megaverdiensten weg. Inmiddels zijn injecteerbare cholesterolverlagers op de markt gekomen, de zogenaamde PCSK-9-remmers (o.a. Repatha). Die kunnen het cholesterol  verlagen tot waarden die bij normale mensen niet voorkomen. Zo’n waarde is 1,8 mmol/l en dat is nu de waarde waar dokters naar moeten streven volgens een richtlijn die onlangs uitkwam. ‘De richtlijncommissie telde 12 leden en 7 daarvan hebben financiële banden met de farmaceutische industrie’, weet huisarts Hans van der Linde. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt!

De pineut

Wij, patiënten, zijn intussen de pisang. Volgens Van der Linde is er sprake geweest van een ‘gigantische misleiding’. Eerst rond de introductie van Lipitor en Crestor. ‘Je zag de richtlijn die bij Simvastatine naar 3.0 was gebracht, opeens dalen naar 2.5’, zegt Van der Linde. ‘Het resultaat was hetzelfde, er was geen verschil te zien. Maar door gigantische misleiding geloofden artsen dat die nieuwe middelen effectiever waren.’

‘Nu krijgen we de nieuwe PCSK-9-remmers. Die zijn héél sterk, het LDL-cholesterol wordt onnatuurlijk laag. Maar ook met Repatha daalt de sterfte niet, zo bleek recent uit de zogenoemde Fourierstudie’.

Mythe

De ‘noodzaak’ om cholesterol zoveel mogelijk te verlagen is een mythe en nergens voor nodig, aldus de huisarts. ‘De farmaceutische industrie wist deze mythe te verspreiden met behulp van belangen verstrengelde artsen.’

Van der Linde noemt de forse verlaging van de richtlijn niet alleen tegennatuurlijk: ‘We weten absoluut niet wat de gevolgen op de lange termijn zijn. Cholesterol is een essentiële bouwsteen. Die hebben we broodnodig, met name voor het zenuwstelsel en de hormoonhuishouding. Als je de streefwaarde zo diep laat zakken, zou dat op den duur kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen. We weten het echter niet, wel dat het nieuwe medicijn geen sterftewinst oplevert. Dan ga je zo’n medicijn toch niet aan mensen geven!?’

Quanta costa?

En wat gaat het nieuwe medicijn kosten? Van der Linde maakt een voorzichtige schatting. ‘Als je uitgaat van 100.000 mensen die het medicijn krijgen, à raison van 6.000 euro per jaar, dan kom je uit op 600 miljoen euro. En dat is een voorzichtige schatting, naar verwachting gaat het jaarlijks om zeker één miljard.’ Wij worden daarmee op onverantwoorde kosten gejaagd!

Het goede nieuws is dat de nieuwe richtlijn niet meer kon tegengehouden dat het slikken van statines door oudere mensen onwenselijk is. Veel mensen boven de 70 jaar zullen de komende tijd merken dat ze van de dokter moeten stoppen met die statines. Dat was al veel langer bekend, maar het was zo lucratief voor de farmaceutische bedrijven dat ze moesten blijven doorslikken tot het patent verlopen was.

Nu de mythe van de sterke cholesterolverlaging aan het verdwijnen is, komt ook een andere vraag aan de orde. Ontlenen statines hun bescheiden effect aan hun cholesterolverlagende werking of aan hun ontstekingsremmende werking?

Farmaceutische bedrijven verdienen alleen aan cholesterolverlagers, dus werd de mythe van sterke cholesterolverlaging de wereld in geholpen. Sterke cholesterolverlaging sorteert echter geen beter effect dan een lage dosering van het zwakwerkende simvastatine. Sterke cholesterolverlaging ‘hoe lager, hoe beter’ is daarmee verkooppraat geworden.

De ontstekingstheorie komt daarmee eindelijk weer aan de orde. In bloedvaten ontstaan kleine bloedinkjes in de vaatwand. Die stollen en leiden tot plaques, die de vaten vernauwen. Plaques bestaan uit afwisselende laagjes bloed (fibrine) en cholesterol op elkaar. De oorzaak van de bloedinkjes is een ontsteking. Die kun je tegengaan met aspirientjes of statines. Geef het publiek dus een eerlijk verhaal: controleer nooit meer je cholesterol, maar neem voor de zekerheid een lage statine. Geen aspirientje, want die kan maag- en andere bloedingen veroorzaken.’

Van der Linde is in april een grote campagne gestart om artsen te waarschuwen voor PCSK-9-remmers, zoals Repatha, en voor de nieuwe richtlijn. Want de farmaceutische industrie komt niet uit zichzelf terug op een heilloze, verkeerd ingezette weg. Als je zo’n varende mammoettanker wilt keren, moeten we samen een vuist maken. Hartpatiënten Nederland steunt huisarts Van der Linde in deze poging om die varende mammoettanker te keren van harte.

voor meer artikelen over o.a gezondheid.klik hier

Het verhaal van ICD -drager Cornelis van Es

De 87-jarige Cornelis van Es kreeg zo’n tien jaar geleden een ICD geïmplanteerd. Hij weet nog steeds niet waarom, ‘ik denk hartritmestoornissen’, zegt hij. Het apparaat, in 2016 door een nieuwere versie vervangen, hoefde nooit een schok te geven. ‘Mijn cardioloog schreef het voor’, zegt de kwieke Amsterdammer in een gesprek met ons magazine.

Zijn kinderen weten wat ze met de ICD moeten doen mocht hij overlijden. ‘Ik ken een man die overleed. Dat ding bleef echter maar schokken geven. Voor omstanders is dat niet prettig. Niemand wist hoe dat ding uit moest. Mijn kinderen weten het nu wel. Een arts heeft hen dat uitgelegd’.

Cornelis Theodorus van Es werd op 6 mei 1932 in Amsterdam geboren. Hij maakte de hongerwinter mee. ‘Verschrikkelijk’, vat hij de gruwel samen. ‘Ik heb toen twee jaar geen school gehad. Toen de oorlog afgelopen was, kwam mijn broer uit Duitsland terug. In Berlijn had hij peuken van straat opgeraapt om van te roken. Eenmaal terug thuis hoestte hij aan een stuk door. Het hele gezin kreeg tbc. Ik was de eerste die in een sanatorium belandde. In 1947 was ik weer redelijk opgeknapt en zocht een baan. Maar wat moet je met alleen lagere school?’

‘In die tijd werd je niet gestimuleerd om naar een andere school te gaan. Gelukkig vond ik een baan als jongste bediende bij een effectenkantoor. Daar werd ik bijgeschoold in de verkoop van aandelen. Ik mocht mee naar de beurs en leerde daar veel van.’

‘Maar in 1950 spuugde ik bloed op en had ik weer tbc. Ik heb toen zes maanden thuis gelegen en werd steeds zieker, terwijl ik wachtte op opname in Sanatorium Berg en Bosch. Daar liep ik niet alleen geelzucht op, ik werd er ook geopereerd aan mijn longen. Er werd een kwab weggehaald. Na de operatie brachten ze mij naar een klein kamertje. Een IC had je toen niet. Ik was buiten bewustzijn. Toen zakte mijn tong naar beneden en stikte ik bijna. Een van de nonnen in het ziekenhuis zag me blauw  worden. Toen ik bij bewustzijn kwam, lag ik in een klein kamertje. Ik keek om me heen en zag dokters rond mijn bed. Maar dat niet alleen, er stonden ook enkele nonnen en een priester. Verder een groot kruisbeeld en enkele kaarsen. Ik schrok. De priester was mij aan het bedienen, omdat ik dood zou gaan. Dacht men. Ik leef echter nog steeds.’

Van Es heeft de dood vaker in de ogen gekeken. In zijn leven is hij twaalf keer geopereerd. Zo’n tien jaar geleden had hij daarbij een bijna doodervaring. ‘Ik was aan het logeren bij iemand in Sneek’, vertelt hij. ‘Midden in de nacht werd ik wakker. Ik had pijn. Ik had het gevoel dat ik doodging. Ineens zag ik een blauwe lucht, heel erg mooi. Ik hoorde mijn broer, die de ziekte tbc uit Berlijn had meegenomen. Maar die was al lang dood. Hij riep mij: ‘Kees, ben jij dat?’ Het was de stem van mijn broer. Toen kwam ik weer bij.’

Van Es werkte tientallen jaren in de effectenhandel, bij een bank in Amsterdam. In 1964 trouwde hij en kreeg drie kinderen, dochters. Maar na 29 jaar ging zijn vrouw er vandoor met een vrouwelijke collega van hem op de bank. Het huis moest verkocht worden. Twee jaar later vond hij een nieuwe vrouw, met wie hij nog steeds getrouwd is. ‘Ik werkte toen niet meer, en was vrijwilliger bij de KBO. Ik organiseerde reizen, en daar ben ik mijn huidige vrouw tegengekomen.’

Tijdens zijn werk op de bank, hij was toen 49, kreeg hij een hartinfarct. ‘Dat was in 1980. Ik lag vijf dagen kritiek in het Wilhelmina Ziekenhuis in Amsterdam’, herinnert Van Es zich. ,Na de revalidatie in Zonnestraal voelde ik me een oude vent geworden. Daarna heb ik tien jaar halve dagen gewerkt. Toen ik 59 was had ik weer pijn op de borst. Gaf er geen aandacht aan. Maar ik haalde vanaf het Centraal Station in Amsterdam de Bijenkorf niet. Via de huisarts kwam ik toen, in 1991, terecht in het Anthonius in Nieuwegein, waar ik geopereerd werd. Ik kreeg zeven omleidingen. Maar werken was er daarna niet meer bij.’

‘Inmiddels werken die omleidingen deels niet meer, zijn vergroeid. De cardioloog zei dat hij niets meer voor me kan doen. Ik slik dagelijks tien pillen, en moet proberen te blijven lopen. Dat gaat slechts met moeite. Ik weeg nog maar 66 kilo. Tien jaar geleden was ik op controle bij de cardioloog. Die zei dat ik een icd moest dragen.’

‘Voor mij nadert het eind van mijn leven’, sluit Van Es af. ‘Ik vroeg aan de huisarts: hoe lang heb ik nog. Maar hij wist het niet. Jammer dat ze niks meer aan mijn hart kunnen doen. Maar ik ben als gelovig katholiek niet bang voor de dood. Ik ga regelmatig naar de kerk en heb vanuit mijn mooie woning uitzicht op de klok in de kerktoren. Die kerk haal ik lopend nog! Ik put veel moed uit mijn geloof!’

voor meer artikelen klik hier

Primeur voor Groningen: eerste rookvrije openbare zone

Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid markeerde woensdag de eerste rookvrije openbare zone in Nederland. Hij deed dat voor de hoofdingang het universitair medisch centrum Groningen UMCG. Als eerste gemeente in Nederland heeft Groningen daarmee een rookvrije openbare zone. Gerookt mag niet meer worden in een zone rondom de ingang van het UMCG, op het plein voor het Prins Claus Conservatorium van de Hanzehogeschool Groningen en bij het Alfa College in de Admiraal de Ruijterlaan in de stad. 

Wie desondanks in deze gebieden een sigaret opsteekt, kan een boete krijgen. Met deze maatregelen wil de gemeente Groningen bezoekers beschermen tegen hinder door rook. Sinds het begin van dit jaar waren overigens het hele terrein en de gebouwen van het UGMC al rookvrij.

Na de openingshandeling ging minister Blokhuis in discussie met studenten geneeskunde over roken en wat je kunt doen om dat te voorkomen. Blokhuis bezocht verder een vestiging van Lidl in Groningen. Niet om er boodschappen te doen, maar omdat die vestiging van de supermarktketen  besloten heeft om geen tabak meer te verkopen.

 

Voor meer artikelen klik hier