Deelname aan marathon kan levensgevaarlijk zijn

Hartpatiënten Nederland vindt dat bij de organisatie van marathons te grote risico’s worden genomen. Dat blijkt weer eens uit het trieste resultaat van de marathon afgelopen weekend in Rotterdam: drie reanimaties, een dode. Voor deelname aan een marathon zouden naar onze mening veel strengere eisen gesteld moeten worden.
Een 28-jarige man uit Bathmen is afgelopen weekend overleden nadat hij had deelgenomen aan de marathon in Rotterdam. De man,  vrijwilliger van de brandweer in de regio IJsselland, was een van de drie deelnemers die werden gereanimeerd. Twee andere deelnemers die werden gereanimeerd konden worden gered.
Het is niet voor het eerst dat een deelnemer aan de marathon is overleden, meldt het AD. Een 41-jarige Duitser overleed in 2006 na een vergeefse reanimatie. Hij zakte op een halve kilometer voor de finish in elkaar. Zes jaar later, in 2012, overleed een 14-jarige jongen uit Vught na een hartstilstand. Dat gebeurde nadat hij de finish had gehaald van de recreatieve tien-kilometer bij de Rotterdam Marathon.
Dat deelname aan de marathon niet zonder risico’s was bleek wel uit de inzet van acht extra ambulances en het optuigen van medische hulpposten tijdens het evenement. Temeer omdat veel lopers volgens de veiligheidsregio last hadden van de warmte. Bij de finish moest een renner worden gereanimeerd, een ander raakte onwel bij de Kralingse Plas, en een derde deelnemer in de buurt van de finish. Marathondirecteur Mario Kadiks zei in de krant te schrikken van de drie reanimaties. Rotterdams burgemeester Aboutaleb zei zich zorgen te maken over de toestand van de twee mensen die na reanimatie in het ziekenhuis werden opgenomen.

 

Voor meer artikelen klik hier

Medicatiefouten in top drie doodsoorzaken

Verkeerd medicijngebruik staat op de derde plaats van doodsoorzaken in Nederland, na kanker (nummer één) en hart- en vaatziekten (op twee). Hoe kan dat nou, vraag je je af. Volgens KRO-NCRV’s Reporter van 31 maart vinden fouten vooral plaats bij 23 geneesmiddelen die bij verkeerd voorschrijven dodelijk zijn. Dit is wel even schrikken!

Reporter noemt als voorbeeld het voorschrijven van een medicijn dat zowel voor kanker als voor reuma goed helpt. Voor kanker moet je iedere dag een pil slikken, voor reuma een keer in de week. Dus als de reden, reuma, niet op het recept staat en de patiënt krijgt het recept mee voor een pil per dag, dan is dat levensbedreigend. Een verkeerde dosering, kortom. Je gelooft je ogen niet!
Niet alleen door het verkeerd voorschrijven van medicijnen sterven mensen. De dood treedt ook in na het stellen van een verkeerde diagnose, door vallen, operaties, pijnstillers, en kalmerings- en slaapmiddelen, blijkt uit eerder onderzoek waarnaar Reporter verwijst.
Jaarlijks belanden 27.000 mensen in het ziekenhuis door verkeerd medicijngebruik, zocht Reporter uit. Een groot aantal overlijdt door medicatiefouten en sinds 2013 neemt dat aantal niet af. Uit recent onderzoek blijkt dat de kans op fouten nog steeds heel groot is.
Het ergste is dat wij als patiënt hier niks aan kunnen doen. We hebben maar te slikken wat ons voorgeschreven wordt. Is het dan gek dat we extra kritisch worden bij wat ons wordt voorgeschreven?!

 

Voor meer artikelen klik hier

Onze patiëntgegevens liggen bij Google

Hartpatiënten Nederland vindt het volstrekt onacceptabel dat de zorggegevens van Nederlandse ziekenhuispatiënten zijn opgeslagen in de cloud van Google. Ziekenhuizen hebben de medische gegevens van honderdduizenden Nederlandse ziekenhuisbezoekers namelijk op laten slaan in de Google cloud. Dat werd geregeld door het bedrijf MRDM, blijkt uit een onderzoek door het Algemeen Dagblad. Hoewel Google en MRDM beweren dat onze patiëntgegevens daarmee in veilige handen zijn, geloven wij daar helemaal niets van.
Hoe halen ziekenhuizen het in godsnaam in hun hoofd om zo met onze privégegevens om te gaan. Ongevraagd. Volstrekt onacceptabel, nogmaals!

Het verkeerde keelgat

Ziekenhuizen en dataverwerker zijn volgens het AD niet verplicht toestemming te vragen aan patiënten, of om hen te informeren. Zoiets schiet ons in het verkeerde keelgat. Wij zijn patiënt en hebben recht om te weten wat er met onze patiëntgegevens gebeurt, vindt Hartpatiënten Nederland.

Minister

Minister Bruno Bruins heeft de Autoriteit Persoonsgegevens gevraagd te onderzoeken of de veiligheid van onze patiëntgegevens wel gewaarborgd is. Ook de fracties van D66 en SP in de Tweede Kamer hebben inmiddels kritische vragen gesteld.

Reactie MRDM

MRDM verwerpt de kritiek. In een publicatie op de eigen website stelt het bedrijf dat alles volgens de regels gaat, en dat Google de data versleuteld op slaat in het datacenter in de Eemshaven. Volgens MRDM is de opslag veilig. Maar toch houdt MRDM een slag om de arm. Het bedrijf wil best meedenken over de wenselijkheid van opslag van patiëntgegevens bij een niet-Europese partij. ,,Het is goed dat de discussie wordt gevoerd of het wenselijk is dat een internationale hostingleverancier, met locatie in Nederland, Nederlandse gezondheidsgegevens mag opslaan.’’

Boos

Hartpatiënten Nederland is boos en vindt dat ziekenhuizen eerst overleg hadden moeten voeren met patiëntenorganisaties, in plaats van de patiënt voor voldongen feiten te stellen. Blijkbaar is het belang van de patiënt niet bepaald het eerste dat bij ziekenhuisbestuurders opkomt. Het laatste woord hierover is nog niet gezegd!

 

Voor meer artikelen klik hier

Risicocalculator om plotse hartdood te voorkomen

Ogenschijnlijk gezonde mensen die, bijvoorbeeld tijdens het sporten, door een ernstige hartritmestoornis overlijden: er is een kans dat ze de erfelijke hartziekte ARVC hebben. Onderzoekers van het UMC Utrecht en het Johns Hopkins Hospital (VS) hebben nu een risicocalculator ontwikkeld. Daarmee is eenvoudig het individuele risico op levensbedreigende hartritmestoornissen bij ARVC-patiënten te berekenen. Artsen kunnen op basis hiervan samen met een patiënt de beste behandeling kiezen. Gebruik van de calculator kan bij ARVC-patiënten een op de drie ICD-implantaties, een belastende ingreep, voorkomen. Een artikel over deze risicocalculator is woensdag 27 maart verschenen in European Heart Journal.
Bij de erfelijke hartziekte ARVC, aritmogene rechterventrikelcardiomyopathie, komen levensbedreigende hartritmestoornissen voor. Ook verslechtert de pompfunctie van het hart langzaam. De aanleg voor de ziekte is erfelijk. Eén op de duizend mensen heeft deze erfelijke aanleg. Dertig procent van hen, krijgt ook echt ARVC. Het is daarmee een van de meest voorkomende erfelijke hartspierziekten in Nederland. De aandoening treft zowel mannen als vrouwen, veelal jonge en zeer sportieve patiënten, met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar.
Bij de erfelijke hartziekte ARVC, aritmogene rechterventrikelcardiomyopathie, komen levensbedreigende hartritmestoornissen voor. Ook verslechtert de pompfunctie van het hart langzaam. De aanleg voor de ziekte is erfelijk. Eén op de duizend mensen heeft deze erfelijke aanleg. Dertig procent van hen, krijgt ook echt ARVC. Het is daarmee een van de meest voorkomende erfelijke hartspierziekten in Nederland. De aandoening treft zowel mannen als vrouwen, veelal jonge en zeer sportieve patiënten, met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar.

Meer inzicht

Plotse hartdood is het meest zichtbare, maar tot nu toe ook het meest onvoorspelbare gevolg van ARVC. Meer inzicht in het risico op hartritmestoornissen voor individuele patiënten is dan ook erg belangrijk voor de behandeling. Het geschatte risico kan leidend zijn bij de keuze voor een behandeling met medicijnen, het dringende advies (veel) minder te sporten of het operatief aanbrengen van een ICD: een implanteerbare cardioverter defibrillator. Dit apparaatje kan het hartritme herstellen op het moment dat er een levensbedreigende hartritmestoornis optreedt. Een ICD is de enige bewezen levensverlengende behandeling bij ARVC, maar gaat ook gepaard met risico’s, zoals complicaties bij de operatie die nodig is voor de implantatie.
DNA-onderzoek
Samen met veertien ziekenhuizen in zes Europese en Noord-Amerikaanse landen, geleid door het UMC Utrecht en het Johns Hopkins Hospital (Baltimore, VS), hebben onderzoekers nu een rekenmodel ontwikkeld. Laurens Bosman (arts-onderzoeker cardiologie) en Anneline te Riele (cardioloog i.o.) speelden als hoofdonderzoekers in het UMC Utrecht een belangrijke rol in de ontwikkeling van het rekenmodel. Met dit model, een risicocalculator, kan het individuele risico van een patiënt op levensbedreigende hartritmestoornissen worden vastgesteld. De risicocalculator is gebaseerd op gegevens van 528 ARVC-patiënten bij wie met DNA-onderzoek de aanleg voor deze erfelijke hartziekte is vastgesteld: de grootste groep ARVC-patiënten ooit beschreven.

Hartfilmpje

De calculator berekent het risico op levensbedreigende ritmestoornissen aan de hand van zeven kenmerken: leeftijd, geslacht, een eerdere ritmestoornis, een eerdere wegraking, het aantal overslagen van het hart in 24 uur, een afwijkend hartfilmpje, en de pompkracht van de rechterhartkamer. De arts kan deze gegevens gemakkelijk uit het patiëntdossier halen. De risicocalculator stelt artsen in staat om in gesprek met de patiënt tot de beste individuele behandeling te komen. Ook is met gebruikmaking van de risicocalculator bij ARVC-patiënten tot wel 32 procent van de ICD-implantaties te voorkomen bij mensen die zo’n apparaatje niet nodig blijken te hebben. Dit is ook een belangrijke vooruitgang, want een implantatie is voor de patiënt een belastende ingreep die niet zonder risico’s is.

App

De calculator is als app online beschikbaar, zodat iedere arts hem kan gebruiken. Voor dit onderzoek heeft het UMC Utrecht, samen met andere Nederlandse UMC’s, de gegevens van bijna een derde van de patiënten aangeleverd.

Voor meer artikelen klik hier

Stijging verkoop sigaretten ondanks afname rokers

In de supermarkten werden vorig jaar meer sigaretten verkocht dan de jaren daarvoor. Zo steeg de verkoop van het grootste sigarettenmerk, Marlboro, met vijf procent. En dat terwijl het aantal rokers juist daalt, blijkt uit een onderzoek van IRI en Foodmagazine.
De omzet van de honderd grootste sigarettenmerken in de supermarkten steeg vorig jaar gemiddeld met 2,9 procent. De omzetstijging kan volgens de onderzoekers deels worden verklaard door de hogere accijnzen. En dat de supermarkten meer sigaretten verkopen is ook niet echt gek: steeds meer tabakswinkeltjes sluiten hun deuren, zodat de verstokte rokers uitwijken naar de supermarkt.
Het aantal rokers loopt gestaag terug. In 2015 staken nog 26,3 procent van de mensen een sigaret aan. In 2016 daalde dat percentage naar 24,1 procent. In 2017 rookte nog 23,1 procent, en vorig jaar was dat aantal gezakt naar 22,4 procent.
Houwe zo, tot er niemand meer rookt! Want roken is verslavend, waardoor je er bijna niet van af kunt. Dat je er kanker van krijgt evenals hart- en vaatziekten hoeven we je niet te zeggen. Allemaal redenen om ermee te stoppen. De meeste rokers willen ook stoppen. Het lukt ze alleen niet. Sigaretten zijn immers verslavend. De ontwenningsverschijnselen zijn niet gering en moeilijk vol te houden. Hulp nodig? Vraag het aan je huisarts!

 

Voor meer artikelen klik hier

Nieuwe hartklep voor Mick Jagger

Rolling Stones boegbeeld Mick Jagger krijgt een nieuwe hartklep. Deze week nog wordt hij hiervoor in New York geopereerd. Naar verwachting zal de 75-jarige rockster volledig herstellen van de operatie. Komende zomer kan hij weer op het podium staan, maakte de nieuwssite Drudge Report maandag bekend.
Afgelopen weekend zegden de Rolling Stones een tournee door Noord-Amerika af. Jagger kon niet optreden en moest medisch worden behandeld. Op 20 april zouden de Stones een eerste van zeventien concerten geven in Miami. Al die concerten zijn afgeblazen. De Stones beloofden op een later tijdstip de concerten in te halen.
Overigens gaat al langer het verhaal dat een beetje Stonesfan een concert zeker moet bijwonen. Het zou wel eens het laatste kunnen zijn, blijkt een veelgehoorde reden om concertkaartjes te kopen. Mick Jagger, Keith Richards, Charlie Watts en Ronnie Wood weten echter van geen ophouden. Al met al lijkt het erop dat de Stones hun uiterste houdbaarheidsdatum nog niet bereikt hebben.

Voor meer artikelen klik hier

Hoeveel kunnen ziekenhuizen nog bezuinigen?

Vanaf 2020 mogen ziekenhuizen qua budget niet meer groeien. Dat is vorig jaar afgesproken in een zogenoemde Hoofdlijnenakkoord. De nieuwe voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Ad Melkert, ziet daardoor problemen op de ziekenhuizen afkomen. Ziekenhuizen zitten „te krap in de jas”, zegt Melkert tegen NRC.
Melkert vindt om te beginnen dat ziekenhuizen minder markt en meer geld nodig hebben. Ze concurreren nu teveel met elkaar. Dan kan je de zorg op de juiste plek volgens Melkert wel vergeten. De macht van het geld geeft daardoor de doorslag. Dat is slecht voor de patiënt – zoals we allemaal inmiddels hebben mogen ervaren.

Hard werken, weinig verdienen

Vanaf 2020 mogen ziekenhuizen dus niet meer groeien – en dat terwijl de vergrijzing toeneemt. Ook wordt het zorgpersoneel onderbetaald, en zijn er te weinig handen aan de bedden. Hoe moet dat dan? Deze mensen hebben recht op een fatsoenlijk loon. Daarvoor is straks al helemaal geen ruimte meer. Wie wil er dan nog in de zorg werken, vragen wij ons hardop af.

Afschuiven

Een deel van de zorg verschuift weliswaar van het ziekenhuis naar artsen en wijkverpleging. Maar probeer maar eens een afspraak met je huisarts te maken. Drukdrukdruk. En de wijkverpleging wordt ook slecht betaalt, en ook daar zijn er mensen tekort.

Eerste Hulp

Al die maatregelen vergroten het risico dat de wachtlijsten op termijn langer worden, en de kwaliteit van de zorg minder, zegt ook Melkert in het NRC. Zo zie je dat ziekenhuizen in rap tempo hun Spoedeisende Eerste Hulp sluiten. In 2003 waren er 107, nu 83 – en van drie is sluiting aangekondigd, schrijft het NRC. Schandalig zo’n ontwikkeling, vinden wij. De zorg wordt op die manier op een onaanvaardbare manier uitgehold.

Markt

Dat de marktwerking niks is voor ziekenhuizen en zorg, zeggen wij al jaren. Die veroorzaakt faillissementen van ziekenhuizen, zoals in Lelystad en Amsterdam. De markt maakt dat ziekenhuizen niet graag samenwerken, omdat ze zich als concurrent van elkaar beschouwen. En omdat ze mooie sier willen maken, houden ze alles wat niet goed gaat onder de pet. De patiënt is daarvan het kind van de rekening.

 

Voor meer artikelen klik hier

Nierdialysepatiënt heeft geen baat bij preventief implanteren van cardioverter-defibrillator

Het heeft geen nut om preventief een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD) te plaatsen bij nierdialysepatiënten. Het apparaatje voorkomt niet dat patiënten vroegtijdig overlijden. Dat concluderen wetenschappers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in het vooraanstaande tijdschrift Circulation.

Het resultaat van hun prospectieve gerandomiseerde studie met nierdialysepatiënten beslecht een voortslepend debat onder medici, vertellen de onderzoekers. “De ene helft vond dat we bij alle dialysepatiënten preventief een ICD moesten plaatsen, en de andere helft vond dit een te ingrijpende ingreep voor deze kwetsbare patiënten. Niemand wist het echter zeker. Wij hebben het nu voor het eerst uitgezocht in een grote klinische studie”, aldus hoogleraar Cardiologie Wouter Jukema. Hij zette de studie op samen met prof. Ton Rabelink en dr. Joris Rotmans van de afdeling Nierziekten.

Geen verschil tussen de groepen
De resultaten liegen er niet om. De onderzoekers includeerden 188 nierdialysepatiënten tussen de 55 en 80 jaar, waarvan er 97 een ICD kregen en 91 niet. Na gemiddeld zeven jaar zagen de onderzoekers geen verschil tussen de twee groepen in het optreden van plotse hartdood of overlijden aan een andere oorzaak. “Het overlijdensrisico van nierdialysepatiënten blijft erg hoog: na vijf jaar is gemiddeld de helft van de patiënten overleden. De meeste patiënten overleden aan een infectie. Maar helaas helpt plaatsing van een ICD dus niet om het overlijdenspercentage omlaag te krijgen”, legt promovendus Rohit Timal uit.
Het advies van de onderzoekers is om in de internationale richtlijnen op te nemen dat er geen reden is voor routinematige preventieve plaatsing van een ICD bij nierdialysepatiënten. “Daarmee besparen we de patiënten een onnodige ingreep en eventuele complicaties en de maatschappij veel geld”, aldus Jukema.

Voor meer artikelen klik hier

Zwanger en een hartinfarct

De 27-jarige Trisha timmert aan de weg als zelfstandig ondernemer en is zwanger van haar eerste kind wanneer zij een hartinfarct krijgt. Maar ondanks de afwijkende onderzoekuitslagen, willen de artsen zich in eerste instantie niet neerleggen bij de diagnose: ‘Volgens hen paste een hartinfarct niet bij mijn leeftijd en gezondheid.’ Haar verhaal… 

Wanneer Trisha midden in de nacht wakker wordt door pijn op de borst, denkt zij in eerste instantie aan een verkeerde houding en strekt wat heen en weer. Aangezien zij in verwachting is, wuift ze de pijn weg als een zwangerschapskwaal: ‘Na verloop van tijd zakte de pijn en uiteindelijk ben ik in slaap gevallen, maar de volgende dag was ik extreem moe.’ Als zij de volgende nacht eveneens dezelfde pijn ervaart, trekt zij direct aan de bel en maakt haar vriend wakker: ‘Ik ervaarde dezelfde klachten, alleen was de pijn nu vele malen erger. Daarnaast deed mijn linkerarm pijn en transpireerde ik hevig. Mijn vriend heeft direct 112 gebeld waarna ik werd opgehaald door een ambulance.’

Trisha met haar kindje

De diagnose

In het ziekenhuis volgen diverse onderzoeken en wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat zij afwijkende waarden heeft, waaronder een verhoogde troponine-gehalte, zijn de artsen alert, maar vanwege Trisha’s leeftijd en gezondheid ook argwanend: ‘Hun argwaan zorgde voor onzekerheid bij mij. Immers, ik wist niet wat er aan de hand was. Mijn gevoel van onzekerheid werd versterkt doordat een echo van mijn buik uitbleef en ik hierdoor niet wist of met onze baby alles goed ging.’

De volgende dag wordt Trisha overgebracht naar een academisch ziekenhuis. Daar volgt de verlossende diagnose: ‘Ik bleek wel degelijk een hartinfarct te hebben gehad.’ Trisha’s hartinfarct blijkt veroorzaakt door Prinzmetal Angina Pectoris (ook wel coronair vaatspasme of variant angina genoemd); een tijdelijke afsluiting van een of meerdere kransslagaders van het hart als gevolg van een krampachtige samentrekking van het bloedvat (vaatspasmen). Vaatspasmen veroorzaken onder andere zuurstofgebrek in de achterliggende hartspier.

Trisha is blij dat zij eindelijk een diagnose heeft, ook al dringt deze niet direct tot haar door: ‘Ik leefde op dat moment in een bubbel en het kwam niet binnen, want het enige waaraan ik kon denken was het kleine mini mensje in mijn buik. De mededeling dat in geval van nood voor mij zou worden gekozen en niet voor de baby, voedde mijn bubbel. Want ook al begreep mijn verstand het, mijn groeiende moederhart schreeuwde van verdriet. Nadat ik eenmaal thuis was en mijn vriend aan het werk ging, drong het plots tot mij door. Ik werd emotioneel en besefte toen pas dat ik bang was om te overlijden. Ik durfde niet meer alleen te zijn.’

Het besef

Inmiddels zijn tien maanden verstreken en is Trisha de trotse moeder van een zoon, maar haar verwerking is nog in volle gang: ‘Alles begint een plekje te krijgen, al vind ik het nog steeds moeilijk om te beseffen wat er gebeurd is. Ik heb gezocht naar iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, omdat ik denk dat het mij kan helpen om met een lotgenoot te praten, maar helaas heb ik (nog) niemand gevonden. Ik hoop dat ik door het delen van mijn verhaal iemand help.’

Trisha is nu op de goede weg, al hebben de recente gebeurtenissen zowel zakelijk als privé invloed gehad: ‘Ik ben zelfstandig ondernemer, dus op het moment dat ik ziek ben, krijg ik niet uitbetaald. Tevens is mijn bedrijf mijn passie, waardoor ik het moeilijk kon loslaten. Als gevolg hiervan was ik na een week alweer aan het werk. Maar na vijf dagen werken riep mijn lichaam mij terug en was ik genoodzaakt om een stap terug te doen. Ik werk nu minder en logischerwijs is dat merkbaar in ons inkomen, maar gezondheid gaat voor.’

Niet alleen met werken is Trisha geminderd, ook met haar geliefde vrijetijdsbesteding: ‘Ik heb altijd meermaals in de week intensief gefitnest, maar eenmaal uit het ziekenhuis was mijn conditie weg. Na enkele weken ben ik naar de sportschool gegaan en heb ik het voorzichtig opgepakt. Uiteindelijk ben ik aangepast blijven sporten tot week 32 van mijn zwangerschap. Momenteel wandel ik veel en binnenkort mag ik weer beginnen met fitnessen waar ik nu al naar uitkijk.’

Het leven

Door deze gebeurtenis is de kersverse moeder zich meer bewust geworden van het leven en zichzelf: ‘Voorheen was ik erg perfectionistisch en continu aan het plannen, uiteraard raakte ik daar gestrest van. Tegenwoordig ben ik sneller tevreden en laat ik gebeurtenissen en situaties sneller los; ik ben rustiger. De onzekerheid benauwt mij af en toe nog steeds, maar momenteel genieten wij van ons zoontje en proberen wij het samen een plekje te geven.’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Tegen een burn-out aan

Kent u deze nog: “Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast. Opzij, opzij, opzij, want wij zijn haast te laat, wij hebben maar een paar minuten tijd. We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan…”? Herman van Veen zong eind jaren zeventig over het alledaagse, maar drukke leven. Anno 2019 lijkt er niets veranderd. Sterker nog, het aantal burn-outs neemt toe. En blijft maar toenemen. Maar hoe te voorkomen?

Zoals van Veen zong, we willen van alles, waardoor van alles moet, maar eigenlijk lopen wij onszelf voorbij. Aangezien we in het begin van het nieuwe jaar zijn, doet zich een ideale gelegenheid voor om te relativeren. Dus trek aan uw spreekwoordelijke rem, doe een stap terug en vraag uzelf af: ‘Draai ik op mijn reserves?’

Een burn-out

Letterlijk betekent burn-out ‘opgebrand’. En in feite is daarmee alles gezegd. Bij een burn-out bent u overbelast, raakt u het overzicht kwijt en verliest u de grip. Een tijdlang te veel spanning (stress) zorgt voor psychische en lichamelijke klachten die u belemmeren in uw functioneren. U raakt overspannen door een combinatie van verplichtingen, problemen en gebeurtenissen. Maar wanneer klachten maandenlang aanhouden en overgaan in algehele (emotionele) uitputting, heeft u een burn-out. Klachten zoals uitputting, moeheid en slaapproblemen horen bij een burn-out, net zoals concentratieproblemen, prikkelbaarheid en piekeren.

Het herstel

Herstellen van een burn-out verloopt in drie fases. De eerste fase is gericht op inzien en accepteren. Zodra u accepteert dat u een burn-out heeft, kunt u pas rust nemen en ontspannen. Daarna gaat u oorzaken analyseren en oplossingen bedenken, en tot slot is het zaak om de bedachte oplossingen uit te voeren. Maar herstellen doet u niet alleen, zorgverleners begeleiden u hierin en behandelen waar nodig. De huisarts, bedrijfsarts en psycholoog of een maatschappelijk werker, zijn over het algemeen direct betrokken. En wist u dat blijven bewegen een positieve uitwerking heeft op het verminderen van stressklachten? Daarnaast helpt (blijven) werken eveneens bij het herstel.

Even ontspannen

Een stelregel voor ontspannen is er niet, want ontspannen is voor iedereen anders. Blijf dicht bij uzelf en zoek hetgeen bij u past. Voor sommigen zijn dat rustige bezigheden, terwijl anderen het liefst activiteiten ondernemen en met hun handen bezig zijn. Een boek lezen, muziek luisteren of televisie kijken kunnen ontspannend werken. Anderen zweren bij beweging zoals wandelen, hardlopen of sporten. En weer anderen vinden rust in ontspanningsoefeningen zoals yoga. Blijft u in uw hoofd zitten? Mindfulness of een variatie daarop kan helpen om te ontspannen.

Feiten & Cijfers

  • 29 procent van de Nederlanders is zeer vermoeid.
  • 14 procent kampt met verschijnselen van een burn-out.
  • 12 procent heeft milde psychische stoornissen.
  • 4 procent heeft ernstige mentale stoornissen.
  • Bovenstaande klachten kunnen op den duur leiden tot psychisch verzuim.
  • De grootste redenen voor langdurig psychisch verzuim in Nederland zijn: angst, depressie en burn-out.
  • De drie meest voorkomende klachten zijn: niet goed kunnen slapen, piekeren en te veel stress.
  • Meer dan een miljoen mensen loopt jaarlijks het risico op een burn-out en andere werkgerelateerde psychische aandoeningen.
  • 1 miljoen Nederlanders heeft last van burn-out klachten.
  • 1 op de 7 werknemers heeft last van burn-out klachten.
  • 36% van het werkgerelateerde ziekteverzuim ontstaat door werkstress. Dat zijn 7.555.000 verzuimdagen.
  • Jonge werknemers van 25 tot 35 hebben relatief veel burn-out klachten, namelijk 17%. Oftewel, 240.000 werknemers.
  • Een werknemer die uitvalt met een burn-out, zit gemiddeld 242 dagen thuis.
  • Bij uitval door spanningsklachten duurt het verzuim gemiddeld 167 dagen.
  • Een werknemer die uitvalt met overspannenheid moet een werkgever gemiddeld 183 dagen missen.
  • Vrouwen verzuimen langer dan mannen.
  • Stress op de werkvloer is volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beroepsziekte nummer 1.
  • Van het langdurig verzuim wordt 20% veroorzaakt door stress.
  • Gelukkige werknemers (gezond en vitaal) zijn 15 tot 20 procent meer productief.

Bron: Trimbos Instituut, ArboNed & Arboportaal

HartbrugReizen

Even helemaal weg van alledaagse bezigheden en uzelf terugtrekken? Wellicht is het dé ontspanning die u zoekt! Met HartbrugReizen gaat u in groepsverband op reis, maar met tijd voor uzelf. Een zorgeloze reiservaring waarin aan alles is gedacht, zelfs aan net dat beetje meer. Immers, een ongeluk zit in een klein hoekje. Oftewel, een georganiseerde reis met begeleiding waardoor u met een gerust hart reist!

Kijk voor een overzicht van onze reizen op www.hartbrugreizen.nl

voor meer artikelen over o.a mentale vitaliteit klik hier