‘Mijn banger hart is nu een trots hart’

Met het hart op de tong en de nodige Rotterdamse humor schreef Marja van Gelderen alle angsten, onzekerheden en frustraties over haar hartritmestoornissen van zich af. Eigenlijk alleen bedoeld voor zichzelf, ter verwerking, maar nu ligt Banger Hart toch echt in de winkels.

Toen Marja in 2011 te maken kreeg met hartritmestoornissen, hoopte ze nog dat dit slechts van tijdelijke aard was. Helaas bleken haar klachten zo ernstig dat ze nu zelfs volledig pacemakerafhankelijk is. Toch is ze niet iemand die bij de pakken neerzit. Ze werkt nog steeds – als zorgverlener in een revalidatiekliniek – en steelt met haar positiviteit en humor alle harten om haar heen. Al was die houding tegelijkertijd ook haar valkuil.

‘Ik dacht: stel je niet aan, gewoon doorgaan’, vertelt ze. ‘De ene dag werd ik met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd, de volgende dag ging ik gewoon weer aan het werk. Met een stukje humor kon ik goed verbergen hoe rot ik me voelde. Mijn collega’s, vrienden, man en dochter wilde ik daar liever niet mee lastig vallen. Dat brak me op een gegeven moment op. Ik was mijn blije zelf niet meer, maar voelde me bang, eenzaam en onzeker.’

Via de afdeling cardiologie in het Erasmus Medisch Centrum werd ze uiteindelijk doorverwezen naar een psycholoog, die haar aanraadde om al haar emoties op papier te zetten. Het was niet Marja’s intentie om daar ooit een boek van te maken, en juist daardoor durfde ze goudeerlijk te zijn. Maar toen verschillende mensen haar erop wezen dat haar verhaal ook andere hartpatiënten zou kunnen helpen, besloot ze toch op zoek te gaan naar een uitgever. Via een crowdfundingsactie lukte het haar om de benodigde 10.000 euro binnen te halen voor de publicatie. ‘Collega’s, vrienden, familie, maar ook mensen uit het ziekenhuis: iedereen wilde een bijdrage leveren’, vertelt Marja.

Nietig en waardeloos

Juist omdat ze zelf ook in de zorg werkt, is Marja extra kritisch over de manier waarop er met haar werd omgegaan in het ziekenhuis. ‘Mijn vaste cardioloog is een hele lieve en empathische man, net als de meeste andere mensen op de afdeling. Maar ik heb ook een paar vervelende ervaringen gehad, en daar wilde ik óók over schrijven.

Ze vertelt over de arts die haar pacemaker op de verkeerde plek plaatste, en vervolgens weigerde zijn fout toe te geven. ‘Dat laatste vond ik zó vals, dat ik als een viswijf tegen hem tekeer ben gegaan. Iedereen kan fouten maken, maar doe niet alsof ik debiel ben. Uiteindelijk heb ik hem aangeklaagd, en met succes.’

Een andere arts deed zijn werk wél naar behoren, maar zonder ook maar een greintje menselijkheid. ‘Nadat hij met een chagrijnige smoel mijn katheter had verwijderd, liet hij me zonder ook maar een woord te zeggen in mijn blote kont achter’, weet Marja nog. ‘Ik voelde me zó nietig en waardeloos, dat ik een enorme huilbui kreeg. Toen de man later zijn excuses kwam aanbieden, vertelde ik hem dat hij op deze manier mensen beschadigde. Dat had hij nog nooit eerder gehoord, zei hij. En dat is nu juist het probleem. Want de meeste mensen durven hun mond niet open te trekken, en dan verandert er dus ook nooit iets. Ik hoop dat artsen en zorgverleners die mijn boek lezen, zich eens goed achter de oren krabben. Mijn vaste cardioloog zei dat hij door mijn boek had ervaren wat patiënten meemaken, en dat hij daar veel van had geleerd. Cardiologen zijn vaak gefocust op het ritme. Als dat ritme zich herstelt, dan heeft de kwestie voor hen afgedaan. Maar voor patiënten is dit soms een beetje te kort door de bocht.’

Stoer wijf

Hoewel haar boek pas sinds mei in de winkels ligt, heeft Marja al veel positieve reacties gehad. ‘Mensen vinden het herkenbaar. Niet alleen hartpatiënten, maar ook mensen met een andere ernstige ziekte. Als ik schrijf over wat er allemaal door je heen gaat als je wordt afgevoerd in een ambulance, lezen veel mensen hun eigen ervaringen daarmee terug.’

Ook in het ziekenhuis is haar boek goed ontvangen, ondanks de kritische noten. ‘Ze noemen me een stoer wijf, of zeggen dat ze mij de meest positieve patiënt vinden die ze ooit hebben gezien. Normaal moet je eerst doodgaan om te weten hoe ze over je denken’, zegt Marja lachend. ‘En het bleef niet alleen bij woorden, er wordt ook écht nagedacht over verbeteringen. Omdat ik schreef hoe eng het is om volledig bij bewustzijn te zijn als je een behandeling aan je hart ondergaat, zijn ze nu bijvoorbeeld aan het onderzoeken of patiënten op zo’n moment een roesje kunnen krijgen. Dat maakt mijn banger hart, nu een trots hart.’

voor meer artikelen klik hier

Praten met lotgenoten helpt tegen de stress!

Het ergste vindt hij het nog voor zijn gezin en het bedrijf: dat lijdt net zo onder de hartkwaal van George Schijns als hijzelf. George is samen met zijn broers eigenaar van garage Schijns in Roermond, een werkplaats die zich de afgelopen jaren over steeds meer klandizie mag verheugen. Het is er inmiddels zo druk, dat de monteurs het vele werk nauwelijks nog aankunnen, mede als gevolg van de schaarste aan personeel. En als George dan ook nog eens, zij het tijdelijk, wegvalt… Hij moet er niet aan denken.

George moet geopereerd worden aan een lekkende klep, en dat betekent dat hij een tijdje weg is uit de werkplaats. Dat baart hem zorgen, nu het de laatste tijd steeds drukker is bij garage Schijns en er nog meer werk op zijn broers en collega’s neer komt…

George kreeg nog niet zo lang geleden te horen dat hij een ruis op het hart had. Hij was medio februari naar de huisarts gegaan omdat hij veel last had van hoofdpijn. Bovendien voelde hij hoe zijn hart sneller klopte. ‘Eerst dacht ik, dat komt door de drukte’, vertelt George. ‘Maar op den duur begon ik daar aan te twijfelen. Mensen die ik aan de telefoon kreeg, vroegen me of ik gerend had. Terwijl ik gewoon had gelopen. Maar ik hijgde, zo slecht was mijn conditie.’

George vond een collega bereid enkele uren zijn taak als planner over te nemen, zodat hij naar de dokter kon gaan. ‘De huisarts vertelde me dat mijn bloeddruk te hoog was en hij hoorde een ruis op het hart. Nou hadden ze in 2007 ook al eens een ruis op het hart gehoord. De dokter vroeg waarom ze me toen niet hebben doorgestuurd. Hoe dan ook, ik kwam bij de cardioloog terecht. Uit het hartfilmpje bleek, dat er iets niet goed was. Hetzelfde bleek uit de echo, en uit de echo die ze via de slokdarm maakten, waarmee je 3D achter het hart kunt kijken. Ze zagen dat de ophanging van een mitralisklep niet goed was. Aan één kant was die ingescheurd. Gelukkig kunnen ze die repareren.’

George is blij dat ze daarvoor niet meer zijn hele borstkas moeten openzagen, zoals dat vroeger ging. ‘Ze willen het via een kleine opening in de zijkant doen’, zegt hij opgelucht. ‘Uit een katheterisatie bleek dat verder alles goed met me is. Dat schept moed.’

Op het moment waarop we George spraken, moest hij nog naar de chirurg voor een gesprek. Want na de diagnose door de cardioloog belandde George op de wachtlijst. ‘In het Maastricht UMC+ hebben ze een griepepidemie gehad’, vertelt George. ‘Daardoor konden ze maar weinig opereren. Als gevolg daarvan liggen ze drie weken achter. Best wel vervelend, want ik wacht al sinds half februari, en nu is het half juni.’

‘Dat brengt natuurlijk een hoop stress’, gaat George verder. ‘Dan krijg je van die gedachten: misschien loop ik er al drie jaar of langer mee rond. In 2013 had ik een zware darmoperatie. Ik heb al veel meegemaakt. En dus maakte ik me in het begin heel erg druk over de aanstaande hartoperatie. Toen hoorde ik van een collega van mijn vrouw over iemand van 85 jaar, die een operatie aan een klep via de lies had gehad. Na twee dagen kon die het ziekenhuis alweer uit. In de werkplaats van onze garage meldde zich onlangs een nieuwe klant. Die vertelde mij dat hij een nieuwe aortaklep kreeg, een varkensklep. Hij vroeg me: weet je hoe lang zo’n operatie duurt? Nee, zei ik afwerend. En ik wil het ook niet weten. Maar hij ging door en zei: één uurtje. Dan ben je klaar. Daar stond ik van te kijken. Hoe meer mensen ik sprak, des te meer werd ik gerustgesteld. Nu weet ik: een paar dagen na de operatie loop ik alweer buiten rond. Kijk, hij krijgt nog medicijnen tegen het afstoten van die varkensklep, omdat het lichaamsvreemd materiaal is. Dat is bij mij niet het geval. Mijn klep hoeft alleen maar gerepareerd te worden.’

‘Wat ook fijn is: wat ze allemaal met die mini-dingetjes kunnen doen. Een paar kleine sneetjes en je bent zo weer up-to-date. Je geneest veel sneller dan vroeger, toen je nog van bovenaf tot aan de navel werd opengesneden. Ook de cardioloog stelde me gerust: eenmaal geopereerd ben je ervan af, heb je ook geen medicijnen meer nodig. Je kunt je wel druk maken, maar dat heeft allemaal geen zin.’

George bekijkt de zaak nu een stuk nuchterder dan vijf jaar geleden, toen tijdens een operatie de dikke darm en endeldarm werden weggehaald. ‘Voor die operatie had ik van alles op internet opgezocht en gelezen. Zo las ik bij anderen dat die niet meer konden zitten na de operatie. Alleen die informatie van internet leverde al veel stress op. Maar twee weken na de operatie liep ik alweer rond en zat ik op een stoel, zonder problemen. Nu laat ik me niet meer gek maken. Ik kijk niet meer op internet, laat alles gewoon op me af komen. Ik ben blij dat ik veel mensen heb gesproken die een soortgelijke operatie achter de rug hadden. Dat stelt enorm gerust!’

Twee weken na dit gesprek kreeg George een uitnodiging voor een gesprek met de chirurg in het Maastricht UMC+. Zo’n gesprek is gebruikelijk, en wordt meestal geagendeerd zo’n twee weken voor de operatie. ‘Spannend’, zegt George, tien dagen voor dit gesprek. ‘Nu maar door de zure appel heen bijten. Ik laat het allemaal maar op me af komen!

voor meer artikelen klik hier

Jeroen van Inkel: Ik accepteer mijn leeftijd ietsje meer

Radio-DJ Jeroen van Inkel (57) was even stil na zijn lichte hartinfarct, maar hangt nu elke werkdag weer babbelend in de ether. Hardlopen doet hij beter dan voorheen, sigaren roken is passé, maar aan een heftige Formule 1-rit waagde hij zich nog wel. Eenmalig.

Vorig jaar april kreeg je een hartinfarct. Wat gebeurde er precies?

‘Ik was teruggekomen van een optreden bij RTL Live, toen ik ’s nachts om drie uur wakker werd van pijn aan mijn schouder. Ik dacht dat ik een koutje had opgelopen van het hardlopen. Alleen deed het echt flink zeer. Ik ben opgestaan om een boterhammetje te eten en wat te drinken, maar uiteindelijk heb ik toch mijn oudste dochter wakker gemaakt. Mijn vrouw was met de jongste uit. ‘Pap, wat zie je wit!’, zei ze. We besloten 112 te bellen voor overleg. Een gillende sirene hoefde niet. Volgens de man aan de telefoon had ik géén hartaanval en kon ik lekker gaan slapen. Voor alle zekerheid wilde mijn dochter toch met me naar de spoedeisende hulp. Goed plan, vond ik, al was het maar om van de pijn af te komen. Die pijn was inmiddels erger geworden en zo heftig. Eenmaal daar constateerden de artsen een hartinfarct. Dat kwam wel even binnen. Ik werd snel gedotterd en er werd een stent geplaatst. Gelukkig zat er maar één ader verstopt, niet meer. In de nacht van vrijdag op zaterdag was het gebeurd. Maandagmiddag zat ik alweer met koffie in de tuin.’

Hoe ging het verder?

‘Nou, ik moest vier weken rust nemen. Gelukkig was ik er snel bij geweest en was er weinig schade. De cardioloog vergeleek me met een sportauto die eerst 250 kilometer per uur kon, nu nog 230 kilometer. Nou, daar kan ik mee leven. Tijdens de revalidatiefase was ik niet heel moe. Met een hardloopschema bouwde ik langzaamaan het hardlopen weer op en bereikte zelfs een hoger niveau dan voorheen. De medicatie begon met de standaard cocktail, maar ik slik nu alleen nog een bloedverdunner en cholesterolverlager. Mijn cholesterolgehalte was te hoog geweest.’

Kwam daar het hartinfarct vandaan?

‘Dat is niet duidelijk. Het is nooit één ding. Twaalf jaar lang had ik ook Cubaanse sigaren gerookt, zo’n tien per dag, voor geluks-
momentjes. Je inhaleert de rook niet, maar het is toch zooi, het komt in je aderen. Al voor het hartinfarct was ik gestopt met roken, maar het heeft waarschijnlijk wel invloed gehad. Daar is het asbakje, had de cardioloog gezegd over de ader waar de stent kwam.’

‘Voor het hartinfarct had ik het ook niet zo naar mijn zin op het werk. Ik zat toen nog bij Radio Veronica, maar dat werd TALPA. Het rommelde in de business. Nu zit ik bij Radio 5, als presentator van ‘Je dag is goed’ van omroep Max. Het is er honderd keer leuker en ik doe mijn job weer met veel plezier.’

Is je levensstijl nu anders dan voorheen?

‘Eigenlijk niet. Zoals gezegd sport ik weer. Ik drink af en toe een wijntje. In het weekend, nooit doordeweeks. Mijn vrouw is de baas in de keuken. Daar heb ik niks te vertellen. Ze let op met koken.’

‘Al voor het hartinfarct draaide ik niet heel veel meer naast mijn radiowerk. Ik neem alleen klussen in de buurt aan. Verder doe ik geen gekke dingen. Hoewel, ik ben een fan van de Formule 1 en ging naar de Grand Prix Spa. Je kunt daar in speciale auto’s achter de coureur zitten. Met hartklachten mag je niet meerijden, maar die heb ik verzwegen. Het was heftig. Zo’n auto is een omgekeerde straaljager, met 300 kilometer per uur beuken de g-krachten op het wegdek, de adrenaline giert. Toen ik uitstapte, moest ik echt bijkomen. Ik had de grenzen opgezocht. Het was gaaf, maar dit doe ik niet nog een keer.’

Kijk je na je hartinfarct anders tegen het leven aan?

‘Door zo’n hartinfarct word je op een harde manier geconfronteerd met je kwetsbaarheid. Dat maakt sommigen angstig en dat begrijp ik. Ik hoor ook wel verhalen van lotgenoten dat ze bucket lists gaan afwerken of meer naar de familie neigen. Ik heb zelf niet echt het idee dat ik ben veranderd. Of het moet zijn dat ik mijn leeftijd ietsje meer accepteer. In mijn hoofd was ik nog een jonge god van dertig. Het kan geen kwaad je op je 56e, 57e te realiseren dat je niet alles meer 100% optimaal hoeft te kunnen.’

Heb je tips voor andere hartpatiënten?

‘Kijk, je hebt hartaanvallen in gradaties. Bij mij was het leed te overzien. Toch is het voor iedereen belangrijk je zo min mogelijk te laten beperken door de mentale angst die je voelt. Vertrouw op je cardioloog en je begeleiders. Als die zeggen dat je iets kan, doe dat dan ook. Zo mocht ik best verre reizen maken. Dat werd Indonesië.’

voor meer artikelen klik hier

Björn Tannemaat: ‘Het draait bij ons om het hele gezin’

Op vakantie of een dagje uit is geen vanzelfsprekendheid als een kind in het gezin een hartaandoening heeft, ondervond Björn Tannemaat aan den lijve. Daarom richtte hij in 2006 Stichting Heartbeat op.

‘Dertien jaar geleden ben ik vader geworden van een hartekind, Sebastiaan. Hij bleek het hypoplastisch linkerhartsyndroom te hebben, waardoor de helft van zijn hart niet goed volgroeid was. Inmiddels heeft hij drie operaties gehad en gaat het supergoed met hem, maar als gezin hebben we wel voor de nodige uitdagingen gestaan. Op vakantie gaan of een dagje uit, was bijvoorbeeld iets dat we niet zomaar ‘even’ deden. Zeker in het begin zijn het ziekenhuis en je eigen huis het enige houvast dat je hebt, alles daarbuiten is eng. We gingen uiteindelijk wel naar het buitenland, maar alleen als er een groot ziekenhuis in de buurt was. Zelfs Texel was al een uitdaging, want hoe snel kun je op het vasteland komen als er iets misgaat?

We hebben ons wat dat betreft altijd prima gered, maar wat we misten was vooral een stukje ontspanning. Even weg zijn uit de zorgen. In onze beleving waren er niet veel organisaties die ons hierbij konden helpen. Andere stichtingen richten zich vaak op kinderen die levensbedreigend ziek zijn. Sebastiaan had – net als veel andere hartekinderen – het meest levensbedreigende gedeelte al vlak na zijn geboorte achter de rug, maar dat betekende niet dat hij niet ernstig ziek was. Voor ons gevoel werden hartaandoeningen in die zin niet genoeg onderkend.

Al snel zijn mijn vrouw en ik gaan nadenken over hoe we andere gezinnen konden helpen met datgene wat we zelf gemist hadden. Zo is Heartbeat ontstaan. We hebben onder andere een HeartVilla gerealiseerd: een volledig aangepaste en rolstoelvriendelijke bungalow in Otterlo, waar zorg op afroep beschikbaar is. Er kan bijvoorbeeld gespecialiseerde thuiszorg geregeld worden, maar in de praktijk blijkt het voor veel gezinnen al voldoende dat er een mogelijkheid is om een arts op te roepen. Gezinnen kunnen op die manier ontspannen vakantie vieren, zonder dat ze zichzelf druk hoeven te maken over alles wat ze moeten regelen. De HeartVilla is nu vier jaar in gebruik en is zo populair, dat we deze zomer ook een tweede vakantiehuis openen in het Duitse Winterberg.

Daarnaast hebben we de HeartDays: leuke eendaagse activiteiten, zoals een circuitdag op Zandvoort, dagje Ouwehands Dierenpark of een sloepentocht over de Loosdrechtse Plassen. Ook organiseren we ieder jaar HeartBallooning: een besloten luchtballonfestival met 10 tot 15 ballonnen. Maar mensen kunnen bij ons ook een speciale, persoonlijke Hartewens indienen. We hebben niet het budget om zo groots uit te pakken als bijvoorbeeld Make a Wish, maar we kijken wat we wél kunnen realiseren. Zo zijn we laatst met een jongetje naar de training van Ajax geweest, en we hebben een keer iemands kamer helemaal gepimpt. Met Moederdag zijn we nog met een groepje naar de Toppers geweest. Zo bedenken we iedere keer weer wat nieuws.

Onze instelling is dat je niet perse naar Disneyland hoeft of met dolfijnen te zwemmen om mensen geluk te bezorgen, een dagje ontspannen is vaak al voldoende. Daarbij draait het bij ons om het hele gezin, niet alleen om het kind dat ziek is. Dat neemt namelijk al een bijzondere plaats in binnen het gezin, wat voor broertjes en zusjes niet altijd makkelijk is. Tijdens onze uitjes is iedereen dus even belangrijk. Daar proberen we bij ons thuis ook altijd bewust op te letten. Als mensen mij bijvoorbeeld vragen hoe het met Sebastiaan gaat, antwoord ik altijd: ‘En met Frederique gaat het ook goed.’

De stichting is afhankelijk van donaties, sponsoring en vrijwilligers. We hebben een vaste groep van ongeveer tien mensen, maar met alle activiteiten meegerekend, zijn er tientallen mensen voor Heartbeat actief. Zelf noem ik Heartbeat een fulltime hobby náást mijn gewone baan. Ik zou het eigenlijk rustiger aan moeten doen, maar daarvoor is het plezier te groot. We krijgen hele mooie reacties van mensen die heel dankbaar zijn en zeggen dat ze zo enorm hebben genoten, daar doe je het allemaal voor.

Onze eigen kinderen, nu 13 en 10, gaan nog steeds bijna altijd mee naar de activiteiten die we organiseren. Ze zien daar ook vaak vaste gezichten, want veel gezinnen melden zich ieder jaar weer opnieuw aan. Maar er komen ook iedere keer weer nieuwe mensen bij. Die worden dan bijvoorbeeld door het ziekenhuis naar onze HeartVilla verwezen, en zien dan pas dat we nog veel meer doen. Dan ben ik heel trots dat we zo veel mensen blij kunnen maken.

Meer informatie: www.stichtingheartbeat.nl

Voor meer artikelen klik hier

‘Opgeven is geen optie’

Stel: u staat op het punt een contract te ondertekenen bij een nieuwe werkgever en u gaat ‘out’. De boosdoener? Uw hart. Een onalledaags scenario dat bij de 39-jarige Niek Oostendorp vers in zijn geheugen staat gegrift.

De herfst is in volle gang wanneer Niek klaar is voor een volgende stap in zijn carrière. Een nieuwe kans doet zich voor en hij ziet zijn toekomst zonnig in. Wanneer hij op de bewuste dag bij zijn toekomstige werkgever aan tafel zit om het contract door te nemen en te ondertekenen, voelt hij zich plotseling niet lekker: ‘Ik ging ineens out.’ Nieks schijnbare zonnige herfst, doet onverwachts grauw aan. Maar hij zet alles op alles om het grijze wolkenveld snel te verdrijven.

Medische molen

Niek mag zich gelukkig prijzen dat het bedrijf in kwestie niet afwacht en direct de hulpdiensten inschakelt. Wanneer hij met de ambulance in het ziekenhuis aankomt, blijkt dat hij van geluk mag spreken. Een zogeheten ‘Aortadissectie, type A’, oftewel een scheur in de binnenwand van de aorta, wordt geconstateerd. Een aandoening waarbij de sterftekans groot is, tenzij direct wordt ingegrepen door middel van een spoedoperatie waarbij onder andere de gescheurde aorta (gedeeltelijk) wordt vervangen. Zonder ingrijpen is de kans groot dat het bloedvat volledig scheurt met een fatale bloeding tot gevolg.

Een tienurige operatie volgt. De operatie verloopt weliswaar succesvol, maar Niek -nog steeds buiten bewustzijn-, is zich van geen kwaad bewust. Het is wachten totdat hij ontwaakt. Na een paar dagen komt hij weer bij kennis: ‘Ik heb niets meegekregen van de gebeurtenissen en toen ontwaakte ik in een ziekenhuis. Ik was helemaal in shock. Ik wist niet wat er was voorgevallen en had allerlei vragen zoals: ‘‘Hoe ben ik hier terecht gekomen?” en “Waarom?”.’

Eenmaal bijgepraat en enigszins bijgekomen van de schrik, volgt een lange weg van acceptatie: ‘Mijn revalidatie is nog steeds in volle gang, maar in de tussentijd wil ik niet stilzitten. De lichamelijke impact is groot, maar de geestelijke impact is eveneens groot, al dan niet groter. Het is kortweg heftig. Maar ik probeer het te accepteren en leer ondertussen zo goed en kwaad als het gaat, met mijn hartaandoening te leven.’

Limburgs Mooiste

En leven doet Niek. Onder andere door zijn ervaringen, besluit de gezinsman gezonder te gaan leven. Tijdens zijn revalidatie pakt hij het sporten op. Voetballen en mountainbiken doet hij graag en een balletje trappen of een rondje fietsen gaat hij niet uit de weg: ‘Tijdens het sporten draag ik een hartslagmeter. Bepaalde inspanningen vallen me zwaar en zodra ik over mijn grens heen ga, moet ik daarvan bijkomen.’

Maar het feit dat hij sporten moet bekopen met dagenlang herstel, weerhoudt hem er niet van om zich in te zetten voor het goede doel: ‘Ik zie graag meer erkenning en begrip voor de jongere hartpatiënten. Om hartpatiënten in het algemeen, maar met name de jongere hartpatiënten, onder de aandacht te brengen, heb ik besloten om hetgeen wat ik graag doe, mountainbiken, in te zetten voor Hartpatiënten Nederland. In mei heb ik op mijn mountainbike meegedaan met het fietsevenement Limburgs Mooiste. Ik moest 75 kilometer afleggen en iedereen die wilde, kon mij sponsoren. En daarmee namens mij, Hartpatiënten Nederland, een hart onder de riem te steken.’

Door zijn deelname gaf Niek een gezicht aan Hartpatiënten Nederland en ging hij de strijd aan met zichzelf: ‘Hartpatiënten Nederland zet zich belangeloos in voor alle hartpatiënten. Zij behartigen de belangen van hartpatiënten op een onafhankelijke en objectieve manier en verdienen elke donatie. Inmiddels ben ik ook een hartpatiënt. Persoonlijk was het een manier om weer vertrouwen in mijn lichaam en geest te krijgen, vooral tijdens mijn revalidatieproces. Mijn vriendin wees mij erop, dat met alles wat ik heb meegemaakt, het heel bijzonder is om Limburgs Mooiste te kunnen mountainbiken. Voor mij is zij een grote steun in dit gehele proces.’

Nieuw doel

Na zijn succesvolle deelname, is Niek aan het bijkomen van alle indrukken en is zijn volgende doel persoonlijk: ‘Ondanks mijn last-minute actie, ben ik te spreken over de donaties die ik binnen één week heb weten op te halen. Ik ben nu aan het bijkomen en weer aan het opknappen. In de tussentijd ga ik door met mijn revalidatie en blijf ik vechten, genieten van en met mijn gezin geeft mij kracht. Mijn uiteindelijke doel is om zowel lichamelijk als geestelijk te herstellen en met volle moed het leven tegemoet te treden. Én als de tijd rijp is, hoop ik mijn energie in een leuke, nieuwe baan te steken.’

Voor meer artikelen klik hier

Volkszanger Chris de Roo over shakes en sigaartjes

‘Het geluk lacht ons toe’ heet de nieuwe single van volkszanger Chris de Roo (40). Heel toepasselijk, want in november werd hij vader en tijdens Nick & Simons programma Sing it! vroeg hij zijn vriendin Kelia ten huwelijk. Het had ook anders kunnen zijn, beseft de zanger. Mei 2017 kreeg hij een hartinfarct.

Wat gebeurde er precies?

‘Tijdens het klussen kreeg ik pijn op de borst. Ik had net een fornuis weggegooid dus dacht ik dat het een spiertje was. Na een kwartiertje trok de pijn weg. Een paar dagen later was-ie er alleen weer, ditmaal heftiger, helemaal mis. De ambulance was in vier minuten ter plaatse. Een rare dag was het. Ik lag op de grond. Mijn vriendin was zwanger. Mijn kransslagader bleek voor 98 procent verstopt, de bloeddruk was veel te hoog. In het ziekenhuis werd ik meteen gedotterd.’

Waren er geen voortekenen geweest?

‘Ik had al eerder wat lichte steken in de borststreek gehad, was ook wel moe en kortademig geweest. Maar ja, ik werk veel en ik ben niet de lichtste, dus dan is het vermoeden dat het daaraan ligt. Aan mijn hart dacht ik niet direct.’

Belangrijker is hoe het nu met je gaat.

‘Prima! Ik ben blij dat die heftige periode achter de rug is. Daarbij ben ik sinds vijf maanden vader. 11 november 2017 werd onze zoon geboren. Helemaal super. Volgend jaar trouw ik met mijn vriendin Kelia. Ik heb haar onlangs bij Nick & Simon zingend ten huwelijk gevraagd, tijdens het programma Sing it! Fantastisch was dat. Ik werk alweer zo’n vier keer per week. De nieuwe single ‘Het geluk lacht ons toe’ komt eerdaags uit. Die is nu echt toepasselijk!’

Ga je nu anders met lijf en leden om?

‘Zeker, ik leef gezonder. Niet dat je precies weet waar zo’n hartinfarct vandaan komt. Mijn vader had vaatproblemen, die heeft ook een stent in zijn hartslagader. Dus het zit een beetje in de genen, zou je kunnen zeggen. Maar je gaat toch meer op je levensstijl letten. Als je een kind hebt, doe je dat niet  alleen voor jezelf.’

‘Mijn conditie moest ik weer helemaal opbouwen tijdens twee maanden revalidatie. Met een groepje van het ziekenhuis apenkooien, net als vroeger. Haha, dat was wel grappig. Kijken hoever je kan gaan en daarbij wat krachttraining. Ik moest afvallen van mijn cardioloog en dat is gebeurd. Ik ben inmiddels tien kilo lichter. Elke dag ga ik wandelen met mijn vriendin. Dat deed ik daarvoor eigenlijk niet. Ik was geen sportman en dat ben ik nog niet. Toch voelt het lekker in het hoofd. Weer of geen weer, we gaan naar buiten. Kelia en ik sporen elkaar aan. ‘Kom op!’, zeggen we dan.’

‘Eten doe ik nu ook anders. ’s Morgens een gezonde shake, geen brood, niet zoveel kilocalorieën. Ook daar helpt mijn vriendin bij. Die is heel erg fanatiek met gezond eten bezig. Ze maakt veel salades en coxinhos (Braziliaanse kipkroketjes). Een personal coach begeleidt ons gelukkig. We hebben een druk sociaal leven, met veel feestjes, het is echt moeilijk overal af te blijven. Ik ben lang alleen geweest. Ik greep dan vaak naar dingen die niet goed waren. Geen drugs hoor, daar doe ik niet aan. Ik drink maar af en toe een glaasje. Het ging vooral om eten. Af en toe neem ik nog wel een sigaartje. Je wilt niet overal mee stoppen. Met zo’n rokertje ontspan ik. Stress is ook niet goed.’

Ben je een stresskonijn?

‘Absoluut! Als ik stress heb, is het direct mis. Ik schiet in de paniek, sla dicht en ga verschrikkelijk tobben. Dat slaat ook op mijn rug. Jaren geleden had ik een hernia, dat is mijn zwakke plek gebleven. Stress kan overal vandaan komen.

Mijn vriendin komt uit Brazilië en had dus een verblijfsvergunning nodig. Dat was zo’n gedoe om die te regelen. Ik ben zelfstandig ondernemer dus dat geeft ook druk.’

‘Optredens zijn natuurlijk leuk, maar ze betekenen vaak gehaast. Op Koningsdag stond ik eerst in Maastricht op het podium, later in Groningen. Voorheen reed ik zelf, maar dat doe ik niet meer. Kleine akkefietjes rond het werk probeer ik ook sneller los te laten. Hetzelfde geldt voor de meningen van anderen. Veel relaxter. Geen zin in nog een hartinfarct.’

Heb je nog tips voor andere hartpatiënten?

‘Blijf vooral niet angstig! Niet steeds ‘o jee, daar is het weer’ denken als je wat voelt. Gewoon doorgaan met het leven, dat werkt voor mij goed. Toegegeven, ik slik elke dag zeven soorten pillen, dat herinnert je wel aan wat er gebeurd is. Ik heb gelukkig wel afleiding door mijn kind, spelen met de baby is heerlijk. Als ik een keer vrij ben in het weekend, dan gaan we lekker weg. Geniet van elke dag, zeg ik, het kan zo gebeurd zijn. Het is een cliché, maar het is waar.’

Voor meer artikelen klik hier

Het verhaal van Henk ‘Ik wil overwinnen en weer genieten van het leven.’

Waar een wil is, is een weg: een uitspraak die de 62-jarige Henk op het lijf is geschreven. Kortgeleden moest hij onder het mes vanwege zijn hartproblematiek en ondanks de onverwachte tegenslagen staat hij nu alweer met beide benen op de grond en in de sportschool. Zijn verhaal…

Een hardwerkende, ijverige boekhouder, maar vooral een liefhebbende gezinsman en fanatieke sporter: dat is Henk in een notendop. Wanneer de geboren Utrechter niet aan het sporten is, houdt hij zich bezig met zijn vogels of het maken van familiefilms. Maar na een bypassoperatie om vernauwingen in de (krans)slagaders van zijn hart op te heffen, is Henk niet meer drie keer per week in de sportschool te vinden, want tegen alle verwachtingen in, valt zijn herstel tegen: ‘Ik ben de operatie nuchter ingegaan, maar daarvan is vrijwel niets meer over.’

Kop op en doorgaan

Henks nuchterheid is een deel van zijn persoonlijkheid en uit zich in het dagelijks leven, want ‘Kop op en doorgaan!’ is een rode draad in zijn leven. Niet verwonderlijk dat hij zijn klachten in eerste instantie wegwuifde: ‘Ik kreeg last van krampen ter hoogte van mijn borst, maar ik ben gewoon doorgegaan met werken en sporten. Toen tijdens het fietsen de krampen uitstraalden naar mijn schouders en armen, ben ik naar de huisarts gegaan. Maar de huisarts dacht dat ik last had van maagzuur in plaats van mijn hart.’

Uiteindelijk gaat Henk alsnog naar het ziekenhuis voor onderzoek en aanvankelijk komt daar niets uit. Hij herpakt zich en gaat door, maar al gauw zetten de krampen zich om in pijn, zelfs bij de geringste inspanning. Een tweede ziekenhuisbezoek blijft niet uit: ‘Uit de nieuwe onderzoeken bleken meerdere slagaders te zijn dichtgeslibd. Mijn klachten waren gegrond! Na deze mededeling heb ik in de auto gehuild, maar daarna was ik er nuchter onder. Bang voor of ongerust over de operatie was ik niet. Sterker nog, ik ben vrij relaxed naar het ziekenhuis gegaan en dacht: ze gaan mijn borst even openmaken en daarna heb ik pijn, maar het wordt alleen maar beter.’

Maar beter wordt het niet, integendeel. De normaal gesproken nuchtere Henk herstelt fysiek niet zoals verwacht en krijgt daarbovenop een mentale klap: ‘Ik vond het een zware operatie en de mentale gevolgen waren groot. De fysieke achteruitgang was voor mij heftig, vooral in het begin, maar ik werd plotseling ook somber. Mijn somberheid uitte zich in huilbuien. Daarnaast reageerde ik slecht op mijn medicatie en kreeg ik te maken met een hoge hartslag. Inmiddels ben ik geswitcht van medicatie en daarbij slik ik medicijnen tegen de hoge hartslag. Het gaat nu beter: de somberheid en huilbuilen zijn er nog steeds, maar minder.’

Beseffen en realiseren

De impact is groot voor Henk, maar het heeft hem aan het denken gezet waardoor hij nu het leven des te meer waardeert: ‘Mede doordat ik emotioneler ben geworden, ben ik veel meer gaan nadenken. Voor het eerst in mijn leven denk ik na over de dood en dat het leven in wezen kort is. Hierdoor ben ik gaan beseffen dat ik nog meer dan voorheen moet genieten en minder gehaast het leven moet leven. Of nog beter gezegd: het moet niet, maar ik wil. En dat houdt in dat ik stappen moet zetten die ik lastig vind. Voor mij is één zo’n stap bijvoorbeeld om vaker ‘nee’ tegen anderen te zeggen en voor mijzelf te kiezen.’

Voor zichzelf kiezen houdt eveneens in dat Henk minder streng is voor zichzelf en zijn lichaam en geest de tijd gunt: ‘Het gaat allesbehalve hoe ik had gedacht dat het zou gaan, maar het is zoals het is. In het begin vocht ik ertegen, maar nu verzet ik mij niet meer en neem het zoals het komt. Klaarblijkelijk heb ik meer tijd nodig om te herstellen dan vooraf ingeschat was en het is zeker niet altijd even makkelijk, maar ik moet er doorheen. De moeheid, het verminderde vermogen tot concentreren en het geheugenverlies neem ik voor lief. Evenals de stress die ik overduidelijk in mijn lichaam bemerk. Hierdoor heb ik moeten leren om goed te plannen, maar ik ga door en focus mij op wat ik wel kan.’

En dat doet hij zeer zeker: ‘Ik ben langzaamaan weer begonnen met werken. Eigenlijk moet ik zeggen, ik ben het werk weer aan het opbouwen. Het sporten is niet wat het geweest is, maar ik fiets inmiddels weer en doe kracht-oefeningen. Al met al gaat mijn herstel niet zonder slag of stoot, maar ik wil en zal door de zure appel heen bijten, want ik wil overwinnen en (weer) genieten van het leven!’

Voor meer artikelen klik hier

Erik liet een niet-reanimeren tatoeage op zijn borst plaatsen

‘Als mijn hart ermee stopt, is dat een teken dat mijn lichaam op is’

Naast een verklaring of een penning, is ook een tatoeage die aangeeft dat de drager ervan niet gereanimeerd wil worden in Nederland rechtsgeldig. Erik Vaasen (44) liet zo’n tattoo op zijn borst plaatsen.

Op het eerste gezicht lijkt Erik Vaasen een man die geniet van het leven. Hij doet fanatiek aan handbiken en fietst soms wel 80 kilometer door het prachtige Limburg. Daarnaast heeft hij een leuke baan als 3D-ontwerper in de metaalindustrie. Maar ondanks de lach op zijn gezicht, lijdt hij dagelijks helse pijnen. ‘Zelfs morfine is tegen die pijn niet bestand’, vertelt hij.

Waaraan Erik precies lijdt, is niet officieel vastgesteld. Zelf weet hij zeker dat hij meervoudig spierreuma en fibromyalgie heeft. Elf jaar geleden begonnen zijn benen uitvalsverschijnselen te vertonen en inmiddels beweegt hij zich voor 90 procent van de tijd voort in een rolstoel.

‘Ik denk dat er meer aan de hand is’, zegt Erik. ‘Want de pijn is zo extreem dat het bijna niet mogelijk is dat ik alleen fibromyalgie en reuma heb. Toch willen de artsen mij niet verder onderzoeken en wil de gemeente mij eerst een langere tijd laten behandelen in een revalidatiekliniek. Voor mij is dat geen optie, omdat ik dan weer vanaf een nulpunt moet beginnen, terwijl ik nu juist heel goed functioneer. In zo’n kliniek zouden de muren op me afkomen. Ik heb vroeger aan extreme sporten gedaan, zoals klimmen, raften en martial arts. Daarnaast was ik militair reservist. Ik weet dus heel goed hoe ik met pijn moet omgaan. Het is voor mij belangrijk dat ik daarnaast dingen blijf doen waar ik mijn energie en creativiteit in kwijt kan, zoals mijn sport en mijn werk. Dat begrijpt de gemeente niet, er loopt nu een rechtszaak. Want zonder een diagnose van een aantoonbare ziekte, kom ik niet in aanmerking voor een vergoeding voor de aanpassing van mijn huis, een nieuwe rolstoel of een gehandicaptenparkeerkaart. Een vicieuze cirkel, waar ik niet uitkom.’

Penning

Inmiddels heeft Erik een wilsverklaring op laten stellen waarin staat vastgelegd dat hij niet meer behandeld wil worden als hij niet meer bij machte is om daar zelf over te beslissen. Ook heeft hij bij de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillig Levenseinde (NVVE) een niet-reanimeren penning aangevraagd. Maar omdat hij die tijdens zijn werk niet altijd kan dragen, heeft hij ook een tatoeage laten zetten met de woorden ‘niet reanimeren/no cpr–penning aanwezig’.

‘Dat roept bij veel mensen vragen op’, zegt hij zelf. ‘Maar het is heel simpel: ik vertrouw erop dat mijn lichaam zelf aangeeft als er iets fout is. Als mijn hart ermee stopt, zie ik dat als een teken dat mijn lichaam op is.’

Dat mensen ook na een hartaanval weer helemaal de oude kunnen worden, weet hij zelf als geen ander. ‘Mijn vader heeft ruim tien jaar geleden een infarct gehad en hij heeft er niets aan overgehouden’, zegt hij. ‘Toch begrijpen zelfs mijn ouders waarom ik dit wil, hoe heftig die beslissing ook is. Zij zien met eigen ogen hoe extreem mijn pijn is, en dat er weinig kans is dat het in de toekomst nog zal verbeteren. Het gaat juist alleen maar verder achteruit. En ik wil niet nóg verder aftakelen, wat waarschijnlijk wel zou gebeuren als ik gereanimeerd zou moeten worden.’

Wens

De tattoo zit precies op de plek waar druk wordt gelegd tijdens een reanimatie. ‘Ik wilde dat het zo duidelijk mogelijk was’, legt Erik uit. ‘Professionele hulpverleners zullen, als ze mijn tattoo zien, meteen stoppen met behandelen. Zij zijn verplicht zich aan de penning én ook aan de tattoo te houden. Bhv’ers en andere niet-professionals moeten zelf de keuze maken en kunnen daardoor misschien voor een dilemma staan, maar ik hoop dat ze mijn wens zullen respecteren. Daarom ben ik ook heel open naar iedereen in mijn omgeving. Iedereen weet dat ik een penning heb, en voor zover ik weet heeft iedereen daar ook begrip voor.’

Toch hoopt Erik dat hij nog lange tijd kan genieten van het leven op de manier zoals hij dat nu doet. ‘De tattoo is zeker geen teken dat ik het heb opgegeven, het is puur een voorzorgsmaatregel. Nu kan ik alleen nog maar hopen op hulp vanuit de gemeente, zodat mijn leven ook wat makkelijker wordt…’

Voor meer artikelen klik hier

Als pappa een nieuw hart krijgt, kunnen we weer samen zwemmen!

‘Als pappa een nieuw hart krijgt, kunnen we eindelijk weer samen gaan zwemmen!’ De kinderen van hartpatiënt Ronald Scheven zien reikhalzend uit naar de dag waarop hun vader opgeroepen wordt voor een harttransplantatie.

De 39-jarige Ronald, vader van drie kinderen, staat sinds juni 2016 op de wachtlijst voor een donorhart. Hij lijdt aan een erfelijke hartziekte, die toentertijd ook zijn toen 51-jarige vader velde. Drentenaar Ronald, metselaar in de bouw van beroep, was een fervent voetballer en sportte graag. In 1997 meldde hij zich voor de militaire dienst en bij de keuring werd hij fysiek in orde bevonden. Hij diende het vaderland tot 2000. ‘Al die tijd was er niks aan de hand’, herinnert Ronald zich. ‘Ik kon goed hardlopen en raakte niet buiten adem.’

In 2002, toen Ronald 24 was, kreeg hij het voor het eerst benauwd op de bouwplaats, en hij bemerkte dat hij snel moe werd. ‘De huisarts dacht aan astma, en gaf me een pufje. Dat hielp niet, dan maar een ander pufje, en toen nog een. Uiteindelijk zei ik tegen de huisarts: ‘Zou het mijn hart niet kunnen zijn, gezien de hartproblemen bij mijn vader? Toen ik daarna in het ziekenhuis terecht kwam, bleek dat ik in rust al een hartslag van 170 had.’

Ronald kreeg medicijnen, en daarna ging het een stuk beter. Maar in 2011 ging het opeens snel achteruit met zijn gezondheid. In het ziekenhuis werd een verwaarloosde longontsteking geconstateerd, waardoor de pompfunctie van het hart erg laag was. Hij doorliep toen al een screening voor een harttransplantatie, want een nieuw hart werd nodig bevonden. Maar toen hij weer opknapte van de longproblemen, ging het met het hart schijnbaar ook wat beter, en viel een donorhart voor Ronald af.

Tijdelijk. Want in 2016 werd Ronald opnieuw opgenomen in het ziekenhuis in Emmen, en vervolgens in het UMC Groningen. Met de pompfunctie van het hart bleek het erg slecht gesteld te zijn. ‘Toen is besloten dat de harttransplantatie doorgezet moest worden’, herinnert Ronald zich. ‘Toen ik in het UMCG lag, mocht ik in de weekenden naar huis. Maar eenmaal thuis voelde ik me zo slecht, dat ik een dag later al weer terug moest. Er bleek veel vocht achter de longen te zitten. Daarop heeft het UMCG besloten dat ik een steunhart moest krijgen. Zo’n steunhart overbrugt de tijd dat je op een nieuw hart moet wachten. De gemiddelde wachttijd bedraagt momenteel drieënhalf jaar. Maar ik hoor ook van medepatiënten dat ze al vijf jaar wachten op een donorhart.’

‘Op 14 juni 2016 kreeg ik het steunhart. De eerste operatie was ’s ochtends, en leek goed te zijn gegaan. Na vier dagen IC ging ik naar de hartbewaking. Maar ik had erg veel pijn en voelde me niet goed. Men diende mij morfine toe, en ’s nachts werden er foto’s gemaakt. Daarna ben ik met grote spoed naar de operatiekamer gebracht. Er bleek een bloeding te zitten achter mijn longen. Daar zat anderhalve liter bloed. En dus werd ik opnieuw geopereerd. Het weggelopen bloed kreeg ik opnieuw toegediend. Na die operatie ging alles gelukkig in stijgende lijn.’

Ronald lag in totaal negen weken in het UMC Groningen, vijf weken voor de operatie en vier erna. Daarna moest hij nog eens drie weken revalideren in Beatrixoord, bij Haren. Eenmaal thuis begon het lange wachten op een donorhart.

Ronald is er vrij rustig onder. ‘Natuurlijk zijn er momenten waarop ik denk: hoe gaat zo’n transplantatie in zijn werk, hoe ga je erin, hoe kom je eruit? Maar het UMC Groningen beschikt over een uitstekend team van hartverpleegkundigen, psychologen en cardiologen. Je kunt bij dit team een gesprek aanvragen. Ik kan er 24 uur per dag naar bellen, ze staan altijd voor je klaar. Dat is er erg goed geregeld!’

Ronald heeft drie kinderen, een zoon van twaalf en twee dochters van vijf en drie. Hoe gaan die met Ronalds hartproblemen om? ‘Mijn zoon is er vrij rustig onder’, vertelt Ronald. ‘Mijn dochtertjes denken met me mee: als ik ergens heen moet, vragen ze altijd of ik aan de reservebatterijen voor het steunhart gedacht heb. Ook controleren ze hoeveel stroom er nog in zit. En ze verheugen zich op de dag, waarop ik een nieuw hart krijg en dan met hen kan gaan zwemmen!’

Ronald heeft het geluk dat hij zijn huidige woning kocht voordat hij echt hartproblemen kreeg. ‘Gelukkig hadden we toen net een hypotheek afgesloten en ons huis gebouwd’, herinnert hij zich. ‘Maar als hartpatiënt heb je een stempel. Overal en altijd. Een nieuwe hypotheek met levensverzekering is onmogelijk.’

Ronald komt de dag wel door. In de ochtenduren brengt hij de kinderen naar school, drie tot vier keer per week gaat hij sporten in de sportschool, en hij werkt mee in het huishouden voor zover mogelijk. Ook is hij nog lid van het jeugdbestuur van een voetbalclub. Voetballen, zijn grote liefde, moet hij echter links laten liggen.

Voor meer artikelen klik hier

Met een hartprobleem de auto in: waar moet u op letten?

U zou er misschien niet meteen bij stilstaan. Maar als u een hartprobleem heeft, kan dat invloed hebben op uw rijvaardigheid. Daarom is het goed om te weten met welke regels u te maken krijgt als u met hartklachten de auto in stapt en op welke manier u kunt beoordelen of uw rijvaardigheid  nog voldoende is.

Autorijden na een hartoperatie

Een hartoperatie is een heftige ingreep die nog een tijd klachten kan geven, zoals duizeligheid, vermoeidheid en pijn in uw spieren, nek en rug. Als u plotselinge bewegingen moet maken of hard moet remmen geeft dat bovendien een extra belasting op uw litteken en borstbeen. Hoe lang u na een hartoperatie niet mag autorijden is niet bij wet vastgelegd. Vaak zal de specialist u erover adviseren.  Vier à zes weken de auto laten staan is het meest gebruikelijke advies. Zo krijgt uw lichaam de kans om voldoende te herstellen en brengt u zichzelf en anderen niet nodeloos in gevaar.

Maar als die periode na de operatie voorbij is, kunt u dan weer met een gerust hart autorijden? Niet altijd. In sommige gevallen moet onderzocht worden of u na die eerste periode weer de auto in kunt. Gelukkig zijn de regels soepeler geworden. Voor het jaar 2000 mocht u na het plaatsen van bijvoorbeeld een ICD nooit meer autorijden. Inmiddels is dat anders. Om te mogen rijden met een ICD,  moet deze twee maanden na implantatie geen elektrische schokken hebben afgegeven. Een steunhart moet twee maanden na implantatie geen complicaties hebben opgeleverd. Als dat allemaal niet het geval is, dan kunt u in principe gewoon rijden voor privégebruik en beperkt zakelijk gebruik. Daarvoor is net als bij een pacemaker wel een gezondheidsverklaring nodig en een rapportage van de cardioloog die beide worden overgelegd aan het CBR. Aan de rapportage van de cardioloog zijn kosten verbonden. Die variëren, maar u kunt rekenen op ongeveer € 150,-.

De gehele procedure kan enige tijd in beslag nemen. Het CBR hanteert een maximale termijn van vier maanden.

Overige hartproblemen

Er zijn ook andere hartproblemen, zoals een ritmestoornis, of hartfalen, die u kunnen doen twijfelen aan uw eigen rijvaardigheid. Het CBR beoordeelt bij gezondheidsproblemen. Het heeft daarvoor de eerder genoemde gezondheidsverklaring opgesteld. Een vragenlijst die u kunt invullen om te achterhalen of uw rijvaardigheid nog in orde is en niet teveel wordt beïnvloed door eventuele gezondheidsproblemen. Die vragenlijst invullen kost € 34,80. Maar voor u daarmee aan de slag gaat kunt u het beste eerst overleggen met uw arts. Wellicht is het niet eens nodig en maakt u zich voor niets zorgen. Als u hem wel invult wordt daarna meteen duidelijk of nader onderzoek, bijvoorbeeld door een specialist, of een rijtest door het CBR nodig is. Een rijtest is geen rij-examen. Er wordt alleen gekeken naar of u in staat bent de auto veilig te rijden. U legt de rijtest meestal af in uw eigen auto en de test is gratis.

Bij zorgen begint het dus met overleggen met uw eigen arts over het invullen van de  gezondheidsverklaring. Deze verklaring vindt u op de site van het CBR, nadat u heeft ingelogd met  uw DigiD.

Als u door het CBR geschikt bent verklaard om auto te rijden is deze verklaring soms voor een beperkte duur geldig.

Wat als ik niet (meer) mag autorijden?

In sommige gevallen mag u niet meer autorijden. Bij ernstige hartritmestoornissen bijvoorbeeld. Het kan een pijnlijke boodschap zijn als u hiervan per brief door het CBR op de hoogte bent gesteld. U kunt geen rijbewijs aanvragen of vernieuwen. Het CBR maar ook het RDW zijn ervan op de hoogte dat u niet geschikt bent om te rijden, evenals uw gemeente. Uw rijbewijs wordt ongeldig. Als u gewend was om veel gebruik te maken van de auto, betekent het een behoorlijke omslag in uw manier van leven. Maar als u het niet eens bent met de beslissing kunt u ofwel een hernieuwde keuring aanvragen of bezwaar maken (niet allebei). Het kan ook zijn dat het na een tijdje een stuk beter met u gaat. Dan kunt u de gezondheidsverklaring opnieuw invullen en zo opnieuw laten beoordelen of u inmiddels weer wel in staat bent om auto te rijden. Niet meer autorijden is dus niet zo definitief als het lijkt.

Voor meer artikelen klik hier