Vrouw en verkeerde diagnose

Met paracetamol naar huis worden gestuurd terwijl er binnenin de borstkas sprake is van een levensbedreigende verwijding van de slagader (Aorta Aneurysma): het overkwam de 57-jarige Nancy Evers. Inmiddels heeft zij onder andere een nieuwe aortaklep én is Nancy een pacemaker ‘rijker’. Haar verhaal gaat over de weg naar erkenning, haar strijd voor gerechtigheid en aandacht voor het vrouwenhart. 

Het is december 2008 en de gezellige sfeer rondom de feestdagen is in volle gang. Maar de sportieve Nancy ervaart een hevige pijn in haar borst en haar schouders. Bij de huisartsenpraktijk wordt zij in een rolstoel doorverwezen naar de Eerste Harthulp. Wanneer na onder andere een bloedonderzoek blijkt dat zij geen hartinfarct heeft gehad, wordt zij met paracetamols naar huis gestuurd: ‘Tijdens de onderzoeken keken de dienstdoende artsen alleen naar de standaard kenmerken van een hartaanval.’ Maar eenmaal thuis blijft de pijn aanhouden. Uiteindelijk is het haar man die actie onderneemt: ‘Ik bleef over mijn borst wrijven en na avondenlang dit aangezien te hebben, opperde mijn man om een zogeheten total body scan bij Prescan in Duitsland te maken, ook al werd deze door de zorgverzekering niet vergoed. Het bleek mijn redding.’

Vallen, opstaan en weer doorgaan
Tijdens het onderzoek bij de Oosterburen valt de arts direct stil: ‘Hij constateerde direct een Aorta Aneurysma van ruim zes centimeter. Ik moest tot mijn operatie rustig blijven, want met het klappen van mijn aorta zou ik doodbloeden en overlijden. Gedurende het gesprek met de cardioloog ging alles langs mij heen. Ik begreep er simpelweg niets van. Op weg naar huis zat ik vol ongeloof en vragen. Eenmaal thuis belde ik de huisarts en de volgende dag zat ik bij de cardioloog.’

Nancy ondergaat een openhartoperatie. Eveneens wordt een pacemaker ingebracht vanwege geleidingsproblemen. Drie maanden later hoort zij van haar leidinggevende op het werk dat zij na 25 jaar als bankier te hebben gewerkt moest switchen naar een andere baan: ‘En daarmee stortte mijn wereld in; het was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Ik wilde een einde aan mijn leven maken.’

Maar het is haar tijd nog niet. Nancy vecht en komt sterker terug. Haar man is een grote steun. Na de hartrevalidatie gaat zij onder begeleiding van een fysiotherapeut weer sporten. Ook mentaal gaat zij het gevecht aan en mede door deze combinatie leert zij haar lichaam weer te vertrouwen: ‘Als je van de hartbewaking afkomt hoort alles het ‘gewoon’ te doen, maar daarop blindelings vertrouwen is best eng.’

Hart- en vaatziekten kijken niet naar leeftijd
Eenmaal op dreef weet zij van geen ophouden, want in de jaren daarop behaalt zij haar AED-certificaat -en heeft drie dagen later haar allereerste reanimatie-, valt twintig kilo af en loopt de halve marathon van Amsterdam. Ook volgt zij succesvol een beroepsopleiding, maar besluit na een stage om hiermee niets te doen. Uiteindelijk gaat Nancy aan de slag als vrijwilliger bij diverse stichtingen en vindt werk bij een midden- en kleinbedrijf.

Inmiddels  is het tien jaar geleden en Nancy is zich er meer dan van bewust hoeveel geluk zij heeft gehad. Het besef dat zij door de oog van de naald is gekropen, maakt haar heel dankbaar: ‘Het herstel is een lang proces waar ik ongeduldig van werd, mede doordat er weinig psychische begeleiding is. Ik ben er gelukkig goed uitgekomen, maar ik hoop van ganser harte dat hier beter naar wordt gekeken; temeer omdat de leeftijd waarop mensen een hartaandoening krijgen steeds lager ligt.’

Ze vervolgt: ‘Terwijl er dagelijks 110 mensen overlijden aan een hart- of vaatziekte in Nederland, heb ik nog steeds het gevoel dat de jongeren denken dat dit alleen oudere mensen treft. Het tegenovergestelde is waar. De onwetendheid heeft er wellicht ook met te maken dat hart- en vaatziekten vrij onbekend zijn. Terwijl iedereen bijvoorbeeld de roze strik, verwijzend naar borstkanker, meteen herkent. Daarnaast vind ik ‘alleen’ maar hartrevalidatie na een ingreep onvoldoende, met name in vergelijking met het hersteltraject bij andere ziekten.’

Het heft in eigen handen nemen
Dat verandering begint bij jezelf, daar is Nancy zich meer dan bewust van. Samen met haar man is zij bezig met een persoonlijk ontwikkelingstraject. Zij zijn nu zover om terug te geven, want het uiteindelijke doel is om een lifecoach voor vrouwen met hart- en vaatproblemen te worden: ‘Mensen hebben (begrijpelijkerwijs) geen flauw idee wat je hebt meegemaakt. Persoonlijk heb ik een hele tijd geworsteld met de vraag: waarom ik? Na een vreselijke jeugd, een poging tot aanranding en deze openhartoperatie heb ik mijn portie wel gehad. Maar ik wilde daarin niet blijven hangen en ik heb besloten om mijn negatieve gevoelens om te draaien. Ik ging aan mijzelf werken en begon positieve veranderingen toe te passen. Uiteindelijk heeft alles mij gemaakt tot de vrouw die ik nu ben en tegenwoordig kan ik met mijn ervaringen andere vrouwen helpen. Hoe mooi is dat? Ik pak iedere dag die ik krijg en ga voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Een bijna-doodervaring

De 67-jarige Koos gelooft dat hij nog niet klaar is met de taak die hem toebedeeld is van hogerhand. En dat is niet zomaar. Want na een bijna-dood ervaring, gebroken rug en verbrijzeld been met een partiële dwarslaesie als gevolg, maar ook vijf reanimaties, een openhartoperatie en een nieuwe hartklep later geniet hij nog steeds voor zover mogelijk van zijn leven. Zijn verhaal…

Vijfentwintig jaar geleden is Koos werkzaam als kraanmachinist wanneer hij tijdens het werk een raar gevoel krijgt in zijn kaak en linkerarm. Hij staat er verder niet bij stil en werkt door. Wanneer na werktijd het onverklaarbare gevoel blijft aanhouden grijpt zijn vriendin in. De dokter constateert in eerste instantie dat de kraanmachinist minder hard moet werken, maar uiteindelijk krijgt Koos een hartstilstand, wordt gedotterd en krijgt drie omleidingen. Het blijkt het begin van een lichamelijke en emotionele rollercoaster.

Een bijna-doodervaring

Twee jaar later is Koos op zijn brommer op weg naar huis wanneer het noodlot weer toeslaat: ‘Omdat ik de hele week al achter het stuur van mijn auto had gezeten, besloot ik op de brommer te gaan. Het was mijn hobby; oude klassieke bromfietsen restaureren. Een nog groter genot was het om op een bromfiets te rijden welke je zelf nieuw leven in had geblazen. Maar toen ik van mijn zoons verjaardag naar huis reed, werd ik vol geschept van opzij. Een harde, doffe klap waarna ik plat op mijn rug terechtkwam. Ik dacht nog bij mezelf ‘Dit noemt men dus een ongeluk’. Koos raakt in coma en bij ontwaken begint hij te vertellen over zijn spirituele reis wat naar eigen zeggen achteraf een bijna-doodervaring blijkt: ‘ik heb een warm en liefdevol licht ervaren.’

De weg naar herstel is intens en lang, maar Koos troost zich met de gedachte dat zijn ongeluk met een reden heeft plaatsgevonden. Na zijn hartstilstand en daarbij horende succesvolle revalidatie, kampt hij tijdens zijn herstel naar aanleiding van zijn levensveranderende ongeluk met angsten, want de schrik zit er logischerwijs in. Eveneens ervaart Koos vanuit zijn omgeving onbegrip wanneer hij vertelt over zijn ervaringen met een bijna-doodervaring – iets waarmee hij inmiddels vrede heeft. Maar net wanneer hij langzaamaan zijn rust hervindt, krijgt Koos wéér een hartstilstand. Later zal blijken dat het niet bij twee hartstilstanden blijft, want in totaal volgen nog drie hartstilstanden: ‘Het ongeluk en mijn hartproblematiek zijn van grote impact geweest en het heeft er wel degelijk voor gezorgd dat ik een ander mens ben geworden.’

Koos ondergaat zowel op fysiek en psychisch vlak een ontwikkeling. Uiteindelijk leert hij al zijn veranderingen omarmen: ‘Voor mijn ongeluk en hartstilstanden was ik zeer actief en erg sterk; ik kon wel tot tweehonderd kilo tillen. Nu heb ik moeite met een stoeptegel. Ik ben mijn kracht zoek en moet vaker om hulp vragen. Helaas heb ik mijn hobby -het restaureren van oude brommers- moeten opgeven. Gelukkig kan ik mijn andere hobby, tuinieren, nog wel uitoefenen, in afgeslankte vorm. Daarnaast heb ik eveneens afscheid moeten nemen van mijn werk, want het was voor mij simpelweg lichamelijk niet meer mogelijk.’

Een nieuwe Koos

Maar naast de fysieke veranderingen, doen de psychische veranderingen er voor Koos eveneens toe: ‘Mijn leven is door deze twee grote gebeurtenissen in mijn voordeel veranderd, want ik heb nu een grotere liefde voor mijn medemens en wil er graag voor iedereen zijn. Daarnaast ervaar ik ook een grotere mate van geduld. Maar de mooiste verandering en daarmee het mooiste compliment kwam van mijn dochter. Ik was bij haar op de koffie toen ze zei dat ik lieve ogen heb gekregen.’

Koos’ positieve omslag is niet zonder slag of stoot gegaan, want het is een proces van vallen en opstaan: ‘Het moeilijkste was leren accepteren dat ik en daarmee mijn leven vanaf nu anders is. Het heeft jaren geduurd voordat ik mij erbij heb neergelegd dat ik invalide ben en vanaf nu anders door het leven ga. Het feit dat ik daarbij ook hartpatiënt ben, maakte het niet makkelijker. Maar inmiddels ben ik zover dat ik mijzelf bij zowel het één als het ander heb neergelegd en sterker nog: ik heb het geaccepteerd.’

En met het leren accepteren van zijn situatie, heeft hij ook meer rust gekregen met betrekking tot de toekomst. Hij kijkt niet vooruit, maar leeft van dag tot dag en geniet voor zover mogelijk: ‘Ik heb een ongeluk en vijf hartstilstanden overleefd, dus klaarblijkelijk is het mijn tijd nog niet. Ik weet niet wanneer mijn tijd komt en hoe ik ga, maar dat hoef ik ook niet te weten. Voor hetzelfde geld laat mijn hart mij niet in de steek, maar verslik ik mijzelf. Wie zal het zeggen? Maar zolang ik hier nog ben, geniet ik van het leven.’

Streamer 1
Reageren of doorpraten? Stuur een e-mail naar info@hartpatienten.nl, check ons forum op www.hartpatienten.nl/forum of bekijk via www.facebook.com/hartvrienden ons Facebookprofiel!

Streamer 2
Wat is jouw verhaal? Wij horen het graag! Wil ook jij jouw verhaal delen in HartbrugMagazine en daarmee mogelijk andere lotgenoten en/of naasten vooruit helpen? Stuur een e-mail naar info@hartpatienten.nl

Voor meer artikelen over o.a hartaandoeningen klik hier

Stamceltherapie bij angina pectoris

Na een serie ingrepen aan zijn hart kreeg Jan Veenhuijzen (84) uit Middenbeemster te horen dat er niets meer voor hem gedaan kon worden. Als echte levensgenieter nam hij daar niet zomaar genoegen mee. Al googelend stuitte hij op een nieuwe, nog vrij onbekende stamceltherapie in het LUMC (Leiden).

‘Ik heb al bijna 25 jaar hartproblemen. In 1998 heb ik een bypass operatie ondergaan, waarna het een tijdje goed ging. Maar na tien jaar kreeg ik opnieuw problemen en daarna bleef ik doorsukkelen. Diverse keren werd ik per ambulance met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Ik kreeg een pacemaker en er werden twaalf stents geplaatst, waaronder een zogenaamde ‘reducer stent’, speciaal voor uitbehandelde patiënten. In 2018 ben ik nog een keer gedotterd. Daarna zeiden de artsen dat ze helaas niets meer voor me konden doen, ik moest er maar mee leren leven. Ook al was ik inmiddels de tachtig al gepasseerd; daar was ik het niet mee eens! Op dat moment kon ik amper honderd meter lopen en was ik constant moe. Maar ik was er nog lang niet aan toe om eruit te stappen.

Ik ben best handig op de computer en ben een beetje gaan googelen of er écht geen andere mogelijkheden meer waren. Zo las ik op een gegeven moment over een experimentele therapie die in het LUMC werd gegeven, waarbij stamcellen in de hartspier worden geïnjecteerd. Ik heb dit aan mijn cardioloog voorgelegd, die nog nooit van de methode had gehoord. Aanvankelijk was hij een beetje sceptisch. ‘Zou je dat nu wel doen?’, vroeg hij. Er zitten immers ook risico’s verbonden aan zo’n nieuwe methode. Maar wat had ik te verliezen? Het was óf blijven doorsukkelen, óf een risico nemen.

In overleg met mijn familie en mijn cardioloog heb ik me opgegeven en na een reeks onderzoeken werd ik toegelaten tot het experiment. Op 5 december 2018 was de grote dag. ’s Ochtends werden stamcellen uit mijn beenmerg afgenomen en ’s middags zouden die in de hartspier worden gespoten. Natuurlijk was dat wel even spannend, ik realiseerde me goed dat het ook fout kon gaan. Daar moest ik ook voor tekenen. Maar gelukkig verliep alles zonder problemen en mocht ik al snel weer naar huis.

Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en de verbetering is aanzienlijk. Ik loop inmiddels weer dagelijks een rondje door het dorp, wat vóór de ingreep onmogelijk was. En dan houd ik ook nog genoeg energie over om mijn vrouw te helpen in het huishouden en mijn kinderen en kleinkinderen te zien. Ik heb een achterkleinzoon van 2, die ik gelukkig nog kan zien opgroeien. Wie weet hoe ik eraan toe was geweest als ik niet bij toeval op die methode was gestuit? Daarom vertel ik bewust nu mijn verhaal in Hartbrug, in de hoop dat meer mensen met dezelfde klachten weten dat deze optie er is, en dit voorleggen aan hun cardioloog. Hopelijk krijgen andere mensen die uitbehandeld zijn zo, net als ik, een nieuwe kans.’

(kader)
Cardiale celtherapie
De behandeling in het LUMC is geschikt voor mensen met onbehandelbare pijn op de borst door vernauwingen in de kransslagvaten (angina pectoris). De patiënten die ervoor in aanmerking komen hebben reeds alle medicijnen die ze kunnen verdragen en laten op de nucleaire doorbloedingsscan een beeld van verminderde doorbloeding van de hartspier zien.

Bij de ingreep worden er cellen uit het eigen beenmerg in de hartspier geïnjecteerd, waaronder stamcellen. Uit experimenten met dieren en onderzoeken bij patiënten is gebleken dat injectie van lichaamseigen beenmergcellen in het hart kan leiden tot een verbeterde doorbloeding en hartfunctie, afname van het zuurstoftekort en een vermindering van de klachten van pijn op de borst.

De methode wordt sinds 2003 toegepast en is sindsdien meer dan 300 keer uitgevoerd. De resultaten zijn vooralsnog positief te noemen en inmiddels wordt de ingreep ook vergoed door de zorgverzekeraar. Omdat de behandeling nog steeds relatief nieuw is, wordt er nog steeds wetenschappelijk onderzoek gedaan.

Dat de methode zo nieuw is en ook alleen in het LUMC wordt toegepast, heeft als gevolg dat veel cardiologen in andere ziekenhuizen nog niet op de hoogte zijn van deze mogelijkheid. Dr. Douwe Atsma, die de behandeling in het LUMC uitvoert: ‘We publiceren natuurlijk wel onze resultaten, en via wetenschappelijke literatuur kunnen andere artsen er ook mee in aanraking komen. Aangezien het om een kleine groep patiënten gaat, is de behandeling momenteel alleen in het LUMC beschikbaar. Op die manier houden we voldoende expertise. Andere ziekenhuizen zouden het, in overleg met ons, wel kunnen oppakken.’ De risico’s zijn volgens Atsma gelijk aan die van een hartkatheterisatie. ‘Het bloedvat in de lies moet natuurlijk weer goed dichtgaan en er kunnen eventueel stolsels vanuit de grote lichaamsslagader naar het hoofd schieten. Deze kans is ongeveer 0,8% in onze groep.’

Kijk voor meer informatie over de behandeling op www.hartlongcentrum.nl/behandelingen/stamceltherapie of overleg met uw cardioloog.

Tekst Marion van Es

Voor meer artikelen over o.a hartproblemen klik hier

Film HartbrugReizen

Ter ere van ons 50-jarig jubileum is er een mooie, indrukwekkende documentaire gemaakt over onze prachtige reizen. Een uniek concept in de reiswereld. Bij geen enkele andere reisorganisatie worden vergelijkbare reizen als de onze aangeboden. Hierin zijn wij uniek.

HartbrugReizen voorziet in een grote behoefte die niet bekend is bij het grote publiek. En dat houden wij ook zo. Op die manier konden talloze reizigers van vakanties genieten waar ze eerder slechts van konden dromen. Wij verlosten ze uit een bepaald soort isolement.

Wij zijn trots op al die reizigers die samen met ons grenzen konden verleggen. En ongelooflijk trots zijn wij op deze film, die dankzij alle hoofdrolspelers prachtig is geworden: reizigers die onaangekondigd gevraagd werd waarom ze voor HartbrugReizen kozen. Maar ook werd ze gevraagd of ze tevreden waren. Dit alles speelde zich af tijdens een reis naar Slovenië. Het zijn indrukwekkende beelden en verhalen.

Vakantieplannen of niet: het is meer dan de moeite waard deze film te bekijken. Ga naar www.hartpatienten.nl/reizen

Voor meer artikelen over o.a hartbrugreizen klik hier

Deelnemers gezocht voor nieuw tv-programma over orgaandonatie

Voor een nieuw programma op NPO1 in samenwerking met de EO is Tuvalu Media op zoek naar mensen die op de wachtlijst staan voor een orgaantransplantatie en mensen die bij leven een orgaan willen doneren. In het programma volgen we de deelnemers voor een langere periode en belichten ze alle aspecten die bij het proces van donatie en transplantatie komen kijken. Het doel is het creëren van bewustwording, wat hopelijk leidt tot meer donorregistraties.
Ze zijn specifiek op zoek naar mannen en vrouwen, jong en oud, die op de wachtlijst staan voor een donororgaan zoals hart, nieren, lever, longen of alvleesklier, maar ook weefsel zoals hoornvlies, hartkleppen en vaten. Ook zoeken ze mensen die een orgaan willen afstaan aan een dierbare of misschien zelfs wel aan een onbekende.
Mocht je interesse hebben in een vrijblijvend en vertrouwelijk telefonisch gesprek, meld je dan aan via deze link: https://pages.inthepicture.com/de100

Voor meer artikelen klik hier

Lockdown: afname hartinfarcten

Sinds ons land in een intelligente lockdown ging, zijn het aantal patiënten met een hartinfarcten enorm afgenomen, tot wel vijftig procent. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd is dit effect merkbaar. Over de oorzaak tasten cardiologen nog in het duister. Ook professor Martin Schalij, hoogleraar cardiologie en afdelingshoofd in het LUMC te Leiden, houdt zich ermee bezig.

hartinfarcten

Martin Schalij

Binnen de medische wereld wordt druk gespeculeerd over de opmerkelijke afname. Een voor de hand liggende reden is dat mensen uit angst voor het virus minder snel naar het ziekenhuis durven komen, maar daar gelooft dr. Schalij niet in. ‘Dat zou misschien opgaan bij milde klachten, maar bij een acuut hartinfarct blijf je echt niet thuis. Bovendien zouden we dan nu, zo’n drie maanden later, mensen moeten zien die te lang hebben gewacht. Het aantal mensen dat overlijdt aan een hartinfarct zou dan gestegen moeten zijn, net als het aantal mensen met schade als gevolg van een niet opgemerkt infarct. Ook die zien we nauwelijks.’

Hij acht het geloofwaardiger dat de afname te maken heeft met de veranderingen in de maatschappij als gevolg van het virus: doordat er nauwelijks vliegtuigen vliegen en minder verkeer op de weg is, is de lucht vele malen schoner geworden. Ook zouden mensen door de extra vrije tijd of het thuiswerken misschien minder stress kunnen ervaren. Momenteel wordt er op verschillende plekken in de wereld onderzoek gedaan naar oorzaken en verbanden.

‘Sinds een paar weken neemt het aantal infarcten weer toe’, zegt Schalij. ‘Mischien omdat het weer drukker wordt op de weg, of omdat de stress toeneemt? We weten het gewoon niet, maar het is wel interessant om te onderzoeken. Stel nu dat het aantal hartinfarcten écht minder is geworden doordat we met z’n allen een stapje terugdoen. Dan moeten we onszelf toch wel achter de oren gaan krabben wat we met z’n allen aan het doen zijn. Dus niet zomaar teruggaan naar de oude situatie als de crisis voorbij is, maar kijken hoe we ook in de toekomst een stapje terug kunnen blijven doen. Uiteraard zonder dat de economie daaraan ten onder gaat, want dat mensen en bedrijven massaal failliet gaan is óók heel ernstig.’

The box
En er zijn meer opzichten waarin Schalij hoopt dat we iets leren van de coronacrisis. Enkele jaren geleden begon hij al met een studie naar de effecten van e-consulten en thuismeetapparatuur: de zogeten ‘boxes’. Zo’n duizend patiënten die een hartaanval hadden gehad, kregen een doos mee naar huis met daarin een bloeddrukmeter, hartritmemeter, stappenteller en weegschaal. De patiënt houdt zelf de gegevens bij en stuurt de resultaten met behulp van de smartphone rechtstreeks door naar het elektronisch patiëntendossier. Op het moment dat de coronacrisis uitbrak, kwam deze uitvinding goed van pas. De box werd versneld ingevoerd en er kwam zelfs een speciale covid box voor coronapatiënten, aangevuld met een zuurstofmeter. Op deze manier kon de druk op het ziekenhuis flink worden afgenomen, zonder dat het ten koste ging van de gezondheid van de patiënt.

‘Toen de crisis uitbrak, hadden we net de resultaten binnen van het onderzoek onder patiënten die een box hadden gekregen’, vertelt Schalij. ‘Qua gezondheid was er geen verschil met de groep zonder box, en de patiënt zelf blijkt tevreden. Het scheelt mensen veel tijd, omdat ze minder vaak naar het ziekenhuis hoeven te komen. Maar misschien nog wel belangrijker: mensen vinden het prettig om zelf verantwoordelijkheid te hebben voor hun gezondheid.’

Videobellen
Volgens de professor is het slechts een kleine groep die huiverig is om zelf digitaal aan de slag te gaan. ‘We hebben een team van drie dames die helpen bij de technische ondersteuning. En als iemand het echt niet wil, hoeft het niet en houden we het gewoon bij de oude situatie. Maar het is een misvatting dat dit met leeftijd te maken heeft, we merken juist dat veel ouderen heel handig zijn met internet en smartphones. Tijdens de coronacrisis hebben ook veel ouderen bijvoorbeeld leren videobellen met de kinderen en kleinkinderen.’ Het is zeker niet de bedoeling dat digitale middelen het rechtstreekste contact met de arts gaan vervangen, benadrukt de professor. ‘Vooralsnog worden twee van de gebruikelijke vier consulten vervangen door e-consulten – een spreekuur via videobellen. Maar het voordeel is dat als de patiënt regelmatig gegevens invoert, we ook tussentijds in de gaten kunnen houden of er bijzonderheden zijn. Het contact met de arts blijft dus, het wordt alleen efficiënter.’

Zo kan er dus ook in bepaalde gevallen sneller worden ingegrepen, bijvoorbeeld bij patiënten met hartritmestoornissen, pacemakers of ICD’s. Wijken de gegevens af, dan ziet de arts dit direct. Daarnaast is het de bedoeling dat de patiënt zelf grip krijgt op zijn gezondheid, legt Schalij uit. ‘Vroeger vertelde de arts welke medicatie je moest nemen en deed diegene dat. Tegenwoordig kunnen we uitleggen wat de patiënt zelf kan doen, bijvoorbeeld minder zout nemen om de bloeddruk omlaag te krijgen, of meer bewegen als we aan de stappenteller zien dat dit beter kan. Patiënten zijn over het algemeen heel slim en als je ze de hulpmiddelen geeft, kunnen ze ook heel veel zónder ons.’

Gezondheid in plaats van zorg
Dat mensen minder vaak naar het ziekenhuis komen, is niet alleen belangrijk in tijden van corona. ‘Mede door de vergrijzing neemt het aantal patiënten dramatisch toe’, legt Schalij uit. ‘De capaciteit van het ziekenhuis wordt niet zomaar groter, dus als we niets doen, loopt het systeem vast. Als we meer dingen thuis kunnen doen, is er in het ziekenhuis meer ruimte voor nieuwe patiënten. Maar preventie is nog veel belangrijker. Ik vind het persoonlijk heel leuk om een dotterbehandeling uit te voeren, maar ik heb natuurlijk liever dat zo’n ingreep niet nodig is. We moeten als medici dus meer toewerken naar het bevorderen van gezondheid, in plaats van naar het leveren van zorg.’

De coronacrisis heeft die inzichten volgens hem versneld. ‘Voorheen wilden patiënten het liefst gewoon naar het ziekenhuis komen, nu zeggen ze sneller: dat hoeft van mij niet zo. En ook artsen die eerst geen voorstander waren van the box, zien nu de voordelen. We wilden al heel lang de zorg anders inrichten, maar nu kan het heel snel gaan. In het LUMC zijn inmiddels 31 verschillende boxes in ontwikkeling, voor allerlei vakgebieden. We willen die blijven gebruiken. Niet uit noodzaak, maar ook als de ziekenhuizen weer volledig open zijn.’

Voor meer artikelen over o.a Corona klik hier

Tophockeyer Marcel Balkestein dankbaar

Oud-hockeyinternational Marcel Balkestein (39) ging na het plotse overlijden van zijn broer Jean-Paul door de medische molen. Met dezelfde erfelijke hartafwijking als zijn broer mocht hij toch doorgaan met topsport. Vijf jaar later moest hij wel stoppen, vanwege andere hartklachten, maar zijn werk draait nog steeds om sport.

Marcel Balkenstein

Wat is er sinds 2012 precies gebeurd?
In 2012 kwam mijn oudere broer tijdens het joggen plots te overlijden aan een verdikte hartspier. Vlak daarna zou ik met het Nederlandse hockeyteam naar de Olympische Spelen in Londen gaan. Onderzoek wees meteen uit dat ik dezelfde genetische afwijking had. Mijn moeder was de drager ervan, zonder ziekteverschijnselen. Toch mocht ik naar Londen. Natuurlijk werd ik nadien wel scherper in de gaten  gehouden. In 2017 werd een vergrote hartkamer geconstateerd. Die hield geen verband met de verdikte hartspier, maar het was raadzaam om te stoppen met topsport. Dat deed ik, maar ik voelde me bij het aftrainen al snel niet goed. Alsof er constant adrenaline door mijn lijf raasde. Vele testen en een CT-scan later bleek een vernauwing in de voorste kransslagader te zitten. Zo’n ernstige vernauwing op zo’n belangrijke plek wordt ook wel de ‘widowmaker’ genoemd. Er werd een stent geplaatst.

En toen?
Een revalidatietraject was voor mij als sporter overbodig. Ik leefde snel gewoon door als voorheen. Alleen had ik gedacht dat ik me na het plaatsen van de stent veel beter zou voelen. Na het verhelpen van zo’n grote vernauwing, dan moest de conditie met stent toch meteen verbeterd zijn? Het hart kreeg nu toch meer bloed en zuurstof? Dat viel tegen. Daarover heb ik zelfs nog gemaild met de betrokken cardiologen. ‘Zit die stent er eigenlijk wel?’, grapte ik, ‘ik ben niet vooruit te branden.’ Ik was fit hoor, voor en na de operatie. Maar ik was in dezelfde periode ook van zeven keer in de week trainen naar twee keer in de week trainen gegaan. Ook door het medicijngebruik klopte het wel dat de conditie anders voelde. Het werd met de stent simpelweg minder snel beter dan ik had verwacht.

Veranderde je nog iets aan je leefgewoonten?
Nee, eigenlijk niet. Eten is nooit mijn sterkste kant geweest, ook tijdens de topsport niet. Het kan beter en veelzijdiger, maar over het algemeen leef ik gezond. Ik beweeg voldoende, ik rook en drink niet. De kans op nieuw hartfalen wil ik zo klein mogelijk maken. De stressfactor in de topsport heeft wel bijgedragen aan mijn hartklachten, denk ik. Selectieprocedures leveren enorm veel spanning op. In de periode voor de selectie van het Nederlandse elftal voor de Olympische Spelen in Londen was ik er elke minuut van de dag mee bezig. Zulke stress speelt nu niet meer. Ik verbind bedrijven aan sport in Brabant. Verder heb ik mijn eigen hockeyschool.

Kijk je nu anders tegen het leven aan?
Ik voel me erg dankbaar voor het leven. Die dankbaarheid gaat ook uit naar de artsen op mijn pad. Ze namen cruciale beslissingen. Dankzij cardioloog Arthur Wilde van het AMC ben ik toch naar de Olympische Spelen gegaan, terwijl anderen het vanwege mijn broers dood afraadden. Wilde heeft echt zijn nek voor me uitgestoken. Zijn drukke agenda maakte hij vrij om mijn casus met de beste artsen ter wereld te bespreken. Zonder die actie had mijn leven er echt anders uitgezien, zonder zilveren medaille. Met cardioloog Rutger Haest in Geldrop gebeurde iets vergelijkbaars. Door hem werd de vernauwing in de kransslagader ontdekt. Eerdere testresultaten waren negatief geweest, maar hij had toch besloten tot een CT-scan. Het merendeel van de artsen had dat niet gedaan, er leek immers niets aan de hand? Maar Haest kende mij persoonlijk en ook mijn broers casus. Als sporter ken je je lijf goed en Haest heeft naar mij geluisterd. Dat was mooi. Door alle gebeurtenissen doe ik nu beter mijn best te genieten van het leven, me niet te druk te maken. Het is belangrijk om te kijken of de dingen die je doet ertoe doen, je met mensen omgaat die ertoe doen. Met vrienden naar de kroeg of een cabaretier gaan is achteraf gezien een betere keuze dan het bijwonen van de Champions League omdat je toevallig BN’er bent.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?
Ik kan niet inschatten hoe een ander zich voelt. Ik heb geen hartinfarct gehad en ook geen schade aan het hart. Toch zeg ik: wees dankbaar dat je er nog bent. Natuurlijk was je liever geen hartpatiënt, maar nu het wel zo is, is het beter om stil te staan bij wat die diagnose je heeft gebracht. Je staat bewuster in het leven.

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Sandra reanimeerde haar eigen man

Op 17 februari dit jaar kreeg Sandra’s (56) man Gert-Jan (66) een hartstilstand. Op zijn verjaardag. Sandra moest die dag haar eigen man reanimeren. Hij overleefde het, maar Sandra krijgt dat beeld van haar levenloze man maar niet van haar netvlies.

Gert-Jan en zijn kleinzoon

Sandra ging die bewuste dag al eerder naar bed, terwijl Gert-Jan de hond nog even uitliet. Niet veel later schoof hij bij haar in bed. Ze vroeg hem of het goed ging. Hij antwoordde dat het niet lekker ging. ‘Gert vertelde dat hij een druk op zijn borst voelde. Hij kon het niet goed duiden, maar voelde zich raar. We zijn op dat moment naar beneden gegaan om even wat te drinken.’ Eenmaal beneden ging het niet beter. Zijn bloeddruk was niet extreem hoog, maar toch zei Gert-Jan dat hij zich echt niet goed voelde en dat ze hulp moest inschakelen. ‘Ik belde meteen de dokter. Hij vertrouwde het niet, dus werd er een ambulance gestuurd. De ambulancebroeders sloten een kastje bij Gert aan en zagen het al snel: hij had een hartinfarct.’

Van de wereld

Vlug ging Sandra naar boven om even wat anders aan te trekken voor ze mee moesten met de ambulance. Op dat moment zakte Gert-Jan ineens van zijn stoel. ‘Hij ging onderuit en was plotseling helemaal van de wereld. De ambulancebroeders vroegen me of ik kon reanimeren, zodat de ene broeder bij het hoofd van Gert kon blijven staan en de andere de AED kon klaarmaken. Dat kan ik, want ik heb zestien jaar BHV-ervaring. Maar ik dacht: ‘Waarom moet ik dit bij mijn eigen man doen?’ Toch ben ik direct begonnen. Ik had geen idee of ik het goed deed; ik ben gewoon gaan pompen. Ondertussen bleef ik maar roepen dat hij bij me moest blijven. Ik was wanhopig. Uiteindelijk kwam zijn lichaam overeind van de keukenvloer en was hij weer bij ons.

Door een hel

Sandra kon op dat moment alleen nog maar uitbrengen dat haar man dood was geweest. De adrenaline gierde door haar lijf en haar hart zat in haar keel. Haar hele lichaam deed pijn: van de schrik, het huilen en de kracht die ze had gestopt in het reanimeren van haar eigen man. ‘Gert begon weer praatjes te krijgen, maar ik ging echt door een hel. Ik was zó bang dat hij het niet zou overleven. Ook die rit naar het ziekenhuis was voor mij heel beangstigend. Midden in de nacht kwamen we daar aan. Het ziekenhuis was donker en verlaten, en het voelde alsof ik met mijn kinderen zat te wachten in een rouwkamer.’ Een tijd later mocht ze naar Gert-Jan, die inmiddels was geopereerd en drie stents had gekregen. ’Zelf had Gert het gevoel dat hij even geslapen had; hij had niks meegekregen van de ernst van de situatie. Ik daarentegen heb dat afschuwelijke beeld van dat hij dood was. Het bleken maar twee minuten geweest te zijn, maar naar mijn idee duurde het een eeuwigheid.’

Alarmfase
Hoewel Sandra goed begrijpt dat alle aandacht op dat moment naar Gert-Jan ging, vindt ze dat er na zo’n gebeurtenis ook meer aandacht mag zijn voor de partner. ‘De ambulancebroeders hebben tegen me gezegd dat het heel waardevol was dat ik kon reanimeren, maar niemand heeft vervolgens gevraagd hoe het mij ging, of hulp aangeboden. Terwijl ik nog altijd heel bang ben om hem te verliezen. Het voelt alsof ik constant in de alarmfase zit. Als ik nu naast hem in de tuin lig, check ik telkens of hij nog ademt. Als we een lange wandeling maken, vraag ik me af of hij niet te veel doet. Als hij slaapt, check ik een paar keer per nacht of ik echt nog iets hoor of voel. Het heeft een enorme impact op je als je ernaast hebt gestaan, laat staan op mensen die ook nog eens zonder ambulancebroeders hebben moeten reanimeren.’

Gefocust op herstel

Met Gert-Jan gaat het momenteel gelukkig goed. ‘Gert zegt zich beter dan ooit te voelen, ondanks dat zijn herstel vanwege corona nu een soort doe-het-zelf revalidatie is geworden. Hij valt nu ook nog eens binnen een risicogroep. Gert is in ieder geval erg gefocust op zijn herstel en heeft gelukkig geen last van bijvoorbeeld geheugenverlies of concentratieproblemen. Hij fietst elke dag en traint zijn borstkas. Uiteraard slikt hij ook medicijnen. Dat is best confronterend, omdat dat waarschijnlijk de rest van zijn leven zo zal zijn. Hoe dan ook doet hij weer van alles, zoals muziek maken. Dat is in ieder geval heel positief.’

Hulp

Sandra zelf heeft inmiddels hulp gezocht. ‘medelijden is niet wat ik wil, maar wel mijn verhaal bij iemand kwijt kunnen. Ik ga niet liegen: ik vind het gewoon best wel zwaar, Ik wil sterk en positief zijn, maar eigenlijk hangt er voor mij sinds 17 februari één grote zwarte wolk over alles heen. Zeker deze periode is lastig. Wie mag er langskomen en wat kan wel en niet? En kan ik weer werken of is dat dan een risico voor Gert? We proberen te doen wat verstandig is, en dat is in mijn geval nu ook hulp zoeken. Met deze gebeurtenis om leren gaan. Een tip voor anderen is in ieder geval: leer reanimeren of verdiep je erin, en neem vermoeidheidsklachten serieus.’

Voor meer artikelen over o.a reanimeren klik hier

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Mediterrane leefstijl

Ze heeft samen met haar zus Janine al twee mediterraan getinte kookboeken geschreven, en in augustus komt het derde uit. Cardioloog Annemieke Jansen is een groot voorstander van het mediterrane eetpatroon, dat bekendstaat om zijn preventieve werking op het gebied van hart en bloedvaten.

Het gezonde mediterrane eetpatroon kent diverse componenten die ervoor zorgen dat we de juiste voedings- en bouwstoffen tot ons nemen. Het gezonde karakter van de mediterrane keuken is door tientallen onderzoeken wetenschappelijk onderbouwd, en houdt concreet in: veel volkoren producten, vis, groente, olijfolie, vers fruit, peulvruchten, noten en matige hoeveelheden zuivel. Producten als verse groente, noten, olijfolie en kruiden zorgen ervoor dat lichaamscellen langer behouden blijven. Volgens de wetenschap en dus ook de twee zussen is het mediterrane eetpatroon dé manier om langer te leven.

Impact hart- en vaatziekten

Eén onderdeel van deze leefstijl is het eten van meer vis en minder vlees. Kan er dan worden aangenomen dat dierlijke eiwitten slechter zijn dan plantaardige? Dat is een moeilijke vraag, zo zegt Annemieke. ‘Wat we weten, is dat het goed voor je hart is om dierlijke eiwitten regelmatig te vervangen door plantaardige eiwitten. Dat verlengt je leven en verbetert de kwaliteit ervan. Plantaardig eten in het algemeen verlaagt het risico op hart- en vaatziekten; dat is wetenschappelijk aangetoond. Wat ook vaststaat, is dat vlees impact heeft op hart- en vaatziekten. Maar of dierlijk dan per se slechter is dan plantaardig? Dat is niet bewezen.’

Herkomst en kwaliteit

Wat volgens Annemieke wél met zekerheid kan worden gezegd, is dat dierlijke producten slechter zijn als ze zijn bewerkt. ‘Neem bijvoorbeeld ham, bacon of worstjes: allemaal producten die veel uit zout en transvetten bestaan. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat ze langer houdbaar zijn, maar ze doen ons lichaam geen goed. Daarnaast is aangetoond dat je, als je veel rood vlees eet, een verhoogde kans hebt op darmkanker.’ Minder vlees eten is volgens de cardioloog dan ook beter. En als je het wel eet? Kijk dan naar waar het vandaan komt en wat de kwaliteit van het product is. ‘Herkomst is zeker van belang. Kijk bijvoorbeeld naar hoe het dier heeft geleefd. Als een dier zijn hele leven plantaardig heeft gegeten, bevat z’n vlees waarschijnlijk meer onverzadigde vetten. Dit zijn de goede vetten voor ons lichaam. Vlees van zo’n dier heeft dan ook niet per definitie een slechte invloed op ons cholesterol en heeft geen directe relatie met hart- en vaatziekten.’

Vegetarisch vlees

Als je overstapt op plantaardig, heeft dat volgens Annemieke duidelijk een positief effect op cholesterol en ziekten. Echter wil dat niet zeggen dat alle vervangende vleesproducten automatisch goed zijn: ook daarbij moet je letten op de hoeveelheid zout en vetten die erin verwerkt zijn. ‘Omdat ook deze producten langer houdbaar moeten zijn, worden ze soms volgestopt met bijvoorbeeld zout. Vegetarisch vlees is dus niet altijd beter. Het is tegenwoordig eigenlijk bijna hogere wiskunde: je moet alles op de etiketten nakijken. Dat is niet makkelijk. Transvetten, oftewel slechte vetten, zijn in zulke producten maar moeilijk te herkennen. Maar wat je kunt onthouden: een product dat als mager verkocht wordt, bevat vaak meer toegevoegde suiker en zout voor de smaak.’

Omega 3

Wat vlees betreft is het volgens Annemieke goed om maximaal 500 gram per week aan te houden en één of twee keer in de week vis of vegetarisch te eten. Aan te raden is om, op een dag mét vlees, te gaan voor wit vlees in de vorm van gevogelte. Natuurlijk is een gerecht met vis ook zeker een optie. ‘Vis heb je nodig voor omega 3, wat je vooral in de echt vette vis vindt, zoals zalm, tonijn, haring, makreel en sardientjes. Deze onverzadigde vetzuren zijn goed voor ons lichaam. Je kunt hier dan ook vrij veel van eten.’ Echter zit in schaaldieren relatief veel cholesterol. Hoe dit zich uit, is per lichaam verschillend. ‘Dat ergens veel cholesterol in zit, wil niet zeggen dat het zich meteen negatief vertaalt in je eigen cholesterol. Dit hangt af van je metabolisme en van wat je daarnaast eet.’

Suiker

Natuurlijk heeft niet alleen vlees invloed op hart- en vaatziekten, maar bijvoorbeeld ook suiker. Minder suiker tot je nemen verlaagt de kans op hart- en vaatziekten met maar liefst 30 tot 35 procent, vertelt Annemieke. ‘Het eten van veel suiker is een constante aanval op je aderen, dus voor mensen met hart- en vaatziekten zeker geen goed idee. Ik denk dat het belangrijk is om je een aantal keer per dag te realiseren wat je eet, de manier waarop je eet en wat je met het voedsel doet. Zo heeft de manier waarop je een product bereidt een groot effect op hoe gezond een product is. Iets kapot koken of op hoge temperaturen frituren, zorgt ervoor dat je minder voedingsstoffen overhoudt.’

Vezels essentieel

Wat Annemieke daarnaast wil benadrukken, is dat je bij de mediterrane leefstijl niet de hele dag ‘nee’ hoeft te zeggen. ‘Met een dieet geef je aan dat je bepaalde dingen niet mag. Dat geldt niet voor deze leefstijl; je moet je hierbij vooral realiseren dat bepaalde producten niet goed voor je zijn. Verder mag je een heleboel. Er zijn genoeg lekkere en gezonde producten. Ook is het van groot belang om te leren hoe je groente en ander gezonds lekker kunt bereiden. Het is keihard aangetoond dat hoe meer je je aan de mediterrane leefstijl houdt, hoe langer je leeft. Beperk suiker, eet twee stuks vers fruit per dag, gebruik veel olijfolie, eet dagelijks een handje ongebrande en ongezouten nootjes en eet geregeld verse vis. En niet te vergeten: zorg dat je voldoende vezels binnenkrijgt. Die zijn hoogst essentieel voor hart en bloedvaten.’

Anemieke en haar zus Janine

Meer weten? Annemieke bracht onlangs een boek uit met antwoorden op allerlei vraagstukken: Hart voor je lijf. Leefstijladviezen van een cardioloog.

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

 

Samen zijn we sterk!                                                                    

Iedere patiënt met (pre)diabetes, overgewicht of een (risico op)hart- en vaatziekte heeft recht op optimale zorg door de juiste professionals. De vraag is echter wie de juiste professional is? Is dat een huisarts, een POH, een coach, of, nog beter, een ervaringsdeskundige? De Gecombineerde Leefstijl Interventie oftewel de GLI is een groepsinterventie waar onder begeleiding van een leefstijl coach een kleine groep mensen (10 tot 15 deelnemers) actief samen komt met als doel samen de leefstijl te verbeteren. In die groep zitten dus minimaal 10 ervaringsdeskundigen.

Mijn eerste ervaring als huisarts met een groepsprogramma begon reeds 10 jaar geleden. Na een screening was mijn praktijk opeens gezegend met 80 nieuwe patiënten met botontkalking (osteoporose). We besloten economisch te werk te gaan en in groepen van 10 de nieuwe patiënten van uitleg en advies te voorzien. We hebben toen mogen ervaren wat de echte magie van een groep is. Niet mijn ‘kundige’ aanwezigheid, niet de vertrouwde persoon van de zuster. Nee, na 5 minuten werd het gesprek overgenomen door Mien en werd Ans haarfijn uitgelegd dat haar botten echt wel heel bros waren en dat medicatie of botversterkende oefeningen nodig waren

Verschillende studies laten zien dat met name de oudere, chronisch zieke patiënt, het goed doet in een leefstijl georiënteerd groepsprogramma. Het succes van een groepssessie ligt enerzijds in het feit dat er een multidisciplinaire aanpak is van gezondheid en welbevinden. Coaching op fysieke activiteit, voeding, emotionele gezondheid en slaap kwaliteit, indien samen aangeboden, nemen deelnemers mee in geleidelijke, doch blijvende leefstijlveranderingen. Het leren van anderen blijkt echter de ware magie. In de veilige omgeving kan men goede en slechte momenten samen delen, elkaar ondersteunen en aanmoedigen. Dit geeft onder de teamleden een gevoel van saamhorigheid. Men geeft elkaar het vertrouwen om daadwerkelijk de mogelijkheid in huis hebben om eigen gedrag te veranderen. Deelnemers rapporteren een beter gevoel van welbevinden, een toegenomen kennis, kunde en vertrouwen in de eigen mogelijkheden om een actief en gezond leven te leiden.

Een Amerikaanse studie, Finse studie, en Chinese studie lieten zelfs na tien tot twintig jaar nog zien dat goede groepsprogramma’s ook na lange tijd effect hebben en de kans op het krijgen van diabetes of hart- en vaatziekten kan verminderen (succescijfers variëren tussen de 27 procent en 43 procent).

Het doel van veel leefstijlinterventies is duurzame gewichtsvermindering. Een gewichtsvermindering van 5 tot 10% geeft al een aanzienlijke gezondheidswinst. Echter het blijkt moeilijk dit doel te behalen, en dan te behouden. Een recente studie van de Tilburg University laat zien dat gewichtsafname bij patiënten met overgewicht beperkt is na een één op één behandeling bij een diëtist: driekwart van de patiënten met overgewicht behaalt niet de aanbevolen gewichtsafname van 5% (of meer) van hun startgewicht. Uit dit onderzoek blijkt dat veel patiënten vroegtijdig stoppen met de behandeling bij een diëtist. Het hebben van overgewicht is voor veel mensen een gevoelige kwestie. Veel patiënten ervaren schuld en schaamte na een consult, maar ook een gevoel van falen. Dit negatieve gevoel is geheel weg als je ziet dat anderen tegen dezelfde zaken aanlopen. Cliché maar waar: samen ben je sterk.

Een programma zoals COOL (coaching op leefstijl) dat recent wordt aangeboden binnen de eerstelijns, focust op voeding, bewegen, slaap, stress, sociale context en gedrag. De GLI wordt nu meer dan een jaar vergoed door de zorgverzekeraar in Nederland. Er zijn echter nog steeds hobbels. De leefstijlcoach moet bijvoorbeeld haar best doen om gezien te worden door de lokale huisarts en zorg-community. De manier van zorg verlenen vergt een cultuuromslag. We zijn als huisarts erg gewend om te denken in persoonlijke consulten. We klagen vaak dat we de kar alleen moeten trekken, maar tegelijkertijd vinden we het moeilijk om de touwtjes uit handen te geven. Toch worden onze patiënten dagelijks geconfronteerd met uitdagingen die een gezonde leefstijl ondermijnen. Overal liggen de verleidingen van suikerrijke snacks op de loer, zelfs in de winkels en in de bioscoop. In een 24-uurs maatschappij slapen we gemiddeld een uur minder dan in de jaren zeventig en zijn er steeds meer mensen die last hebben van chronische stress. We zijn ons te weinig bewust van de impact die slaapgebrek heeft op onze gezondheid. Zo kijken we verbaasd op als we horen dat zelfs door het ene uur slaap dat we inleveren bij het verzetten van de winterklok, er 24% meer mensen op de SEH komen met een hartinfarct. Slaaptekort activeert je stress- en vluchtzenuwstelsel en verhoogt je kans op o.a. hoge bloeddruk, diabetes, hartinfarcten en overgewicht.

We hebben het nodig om goed gedrag over te nemen van anderen die ons voorgegaan zijn. Beklim je een berg aan de hand van een gids die alle kaarten heeft, maar zelf nog nooit geklommen heeft? Of beklim je de berg aan de hand van een ervaringsdeskundige, die alle hobbels, kloven en afgronden kent, en die zelf met succes zijn of haar diabetes type 2 heeft doorbroken en terug is op een gezond gewicht? We hebben anderen nodig die ons niet alleen vertellen hoe het moet maar, hebben laten zien dat het kan. Ervaringsdeskundigen dus. En dit is wat de GLI ons biedt. Er is uitvoerig bewijs dat een leefstijlinterventies de potentie heeft om ziekten in remissie te brengen en medicatie (deels) overbodig te maken. Laten we onze leefstijl dus aanpakken want het werkt! En laten we dit met hulp doen van er ervaring van anderen die ons voorgegaan zijn, samen zijn we sterk, samen in een groep.

Jacqui van Kemenade, huisarts en kaderarts Diabetes, Auteur; Leefstijl op Recept (verschenen oktober 2019)

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen en studie klik hier