Aan-knop van ons ‘gezonde’ vet ontdekt door LUMC-onderzoekers

Niet al het vet in ons lichaam is slecht. Zo verbrandt bruin vetweefsel suiker en vet tot warmte, wat onze lichaamstemperatuur op peil houdt. Kou stimuleert bruin vet. Maar hoe dat precies werkt was vooralsnog onbekend. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) laten nu zien dat stimulatie van de beta-2-receptor bruin vet activeert. Dit onderzoek, gefinancierd door de Hartstichting, biedt mogelijk aangrijpingspunten voor de behandeling van diabetes en hart- en vaatziekten.

“Als we het koud hebben, sturen onze hersenen via zenuwen een signaal naar bruin vetweefsel”, vertelt hoogleraar Endocrinologie Patrick Rensen. “Dit signaal activeert bruin vetcellen, die op hun beurt suiker en vetmoleculen uit het bloed verbranden. Hierbij komt niet alleen CO2 vrij dat wordt uitgeademd, maar ook warmte dat ons lichaam verwarmt.” Rensen en collega’s hebben nu ontdekt welke ‘knop’ op de bruin vetcellen wordt aangezet door het signaal vanuit de hersenen.

Bruin vet activeren als behandeling?

Dat is de beta-2-receptor, schrijven de onderzoekers in Cell Reports Medicine. “Met deze kennis kunnen we nieuwe stimulatoren maken die bruin vet activeren. Deze aanpak kan in theorie diabetes type 2 en hart- en vaatziekten tegengaan omdat activatie van bruin vet door kou niet alleen lichaamsvet, maar ook de hoeveelheid glucose en cholesterol in het bloed vermindert”, zegt Rensen.

Onderzoek in mensen

Eerder toonden Rensen en collega’s aan dat stimulatie van de beta-3-receptor in muizen bruin vet activeert waardoor de muizen niet alleen lichaamsvet verloren maar ook minder slagaderverkalking ontwikkelden. Menselijke bruin vetcellen bleken alleen nauwelijks over deze beta-3-receptor te beschikken. Wel leek stimulatie van de beta-2-receptor bruin vetcellen in het laboratorium te activeren. Nu hebben de onderzoekers dit ook daadwerkelijk aangetoond in mensen.

“Wij hebben aan 10 vrijwilligers salbutamol toegediend. Dit is een specifieke simulator van de beta-2-receptor. Het bleek de opname van radioactief gelabeld suiker door bruin vet sterk te verhogen, tenzij de receptor werd geblokkeerd. Dit hebben we aangetoond met PET-CT-scans in samenwerking met de afdeling Radiologie”, aldus Rensen.

Bijwerkingen voorkomen

Uiteindelijk hoopt Rensen mensen met een hoog risico op diabetes type 2 en/of hart- en vaatziekten te behandelen met beta-2-receptorstimulatoren. Maar voor het zover is hebben de onderzoekers nog flink wat werk te verzetten. Rensen: “De eerste stap wordt het zoeken naar een stof die deze receptor alleen op bruin vetcellen ‘aan’ zet.” De beta-2-receptor komt namelijk ook op andere weefsels in ons lichaam voor. “We moeten dus eerst een manier vinden om dergelijke stimulatoren heel specifiek naar bruin vet te sturen. Op die manier kunnen we bijwerkingen van deze stimulatoren elders in het lichaam voorkomen.”

Bron: Leids Universitair Medisch Centrum | LUMC

35 jaar HartbrugReizen met medische begeleiding voor hartpatiënten

Hartpatiënten Nederland viert het 35-jarige jubileum van haar reizen met medische begeleiding voor hartpatiënten met een speciale reis naar Parijs. Voor minder dan 300 euro kunnen mensen met Pasen mee naar de Franse hoofdstad voor een prachtige vierdaagse vakantie met een aantrekkelijk excursieprogramma. En binnenkort verschijnt onze nieuwe reisbrochure. Eindelijk weer op reis, na barre corona jaren!

Het ontstaan van HartbrugReizen

In 1988 begon Hartpatiënten Nederland met HartbrugReizen, omdat veel hartpatiënten in een isolement dreigden terecht te komen. “Mensen met hart- en vaatziekten willen immers zo weinig mogelijk risico lopen, wat ertoe leidt dat veel van hen de deur nauwelijks nog uitgingen”, legt initiatiefnemer en voorzitter van Hartpatiënten Nederland Jan van Overveld uit. “Vandaar dat wij begonnen met reizen met medische begeleiding. Dat geeft mensen een veilig gevoel onderweg en op vakantie. Bovendien legden wij contacten met ziekenhuizen in het buitenland, zodat in geval van nood er snel opvang geregeld wordt.”

Het succes van reizen met medische begeleiding

De reizen bleken een doorslaand succes. Mensen die anders nooit meer ergens kwamen, bloeiden op en genoten van hun vakantie met lotgenoten. Gaandeweg gingen ook steeds meer niet-hartpatiënten met de reizen mee, bijvoorbeeld mensen die ook behoefte hadden aan de zekerheid van medische achtervang onderweg en op vakantie.

Vrienden voor het leven

“We zien onderweg nieuwe vriendschappen opbloeien, mensen houden ook na de reis contact met elkaar. Er ontstaan hechte vriendschappen. Dat was ook een van onze doelstellingen: mensen met elkaar in contact brengen, nieuwe levensvreugde bezorgen”, zegt Van Overveld. “Het blijven vaak vrienden voor het leven! Wat we ook zien is een groeiende schare trouwe reizigers, mensen die steeds opnieuw een reis boeken, naar de meest uiteenlopende vakantiebestemmingen in heel Europa. Mensen die zich bij ons thuis en op hun gemak voelen.”

Voor een knuffelprijs naar Parijs

Om het jubileum extra cachet bij te zetten biedt Hartpatiënten Nederland tegen een knuffelprijs een reis naar betoverend Parijs aan. Daarmee wordt na de sombere coronajaren ook voor onze organisatie het reisseizoen afgetrapt. Speciaal voor de opening van het nieuwe seizoen brengt de organisatie een reisbrochure uit met een palet aan prachtige reizen naar gewilde vakantiebestemmingen. Allemaal met medische begeleiding en veel comfort.

Voor de reislustigen onder ons: Kijk gauw op onze website www.hartbrugreizen.nl en wacht niet te lang, maar boek! Want op is op! We vertrekken op 7 april naar Parijs en keren op 10 april terug.

 

Huwelijksfeest met gouden randje

Ad (82) en Ellie van Broekhoven zijn dit jaar maar liefst 60 jaar getrouwd. Bovendien werd Ellie in september 80 jaar. Genoeg reden voor een feestje dus. Maar in plaats van een verlanglijstje vol grote cadeaus, vroeg het koppel maar één ding: een donatie aan HPNL.

 Ad en Ellie leerden elkaar kennen tijdens carnaval in Bergen op Zoom, beter gezegd: Krabbegat. Het was geen liefde op het eerste gezicht, zeggen ze – gelukkig allebei. “We hebben een paar weken aan elkaar moeten wennen,” zegt Ellie lachend. “Maar dat is later helemaal goed gekomen.” Ad was met een groep vrienden op pad, toen hij Ellie en haar vriendinnen tegenkwam. “Iedereen had verkering behalve ik, dus toen sloot ik bij dat clubje aan. We trokken een paar avonden met elkaar op en zo ben ik blijven plakken.”

Het resultaat: een zoon, een dochter en een huwelijk op 3 mei 1962 dat inmiddels al ruim 60 jaar standhoudt. Hebben ze het na al die jaren nog een beetje leuk met elkaar? “Geweldig!” antwoordt Ad resoluut. “Je moet eigenlijk gewoon doorgaan met ademhalen en genieten van de dag die er is, zo zeggen we regelmatig tegen elkaar. Lekker eten erbij en dan hou je het wel vol.”

‘Ik ben altijd alert’

De twee vertellen enthousiast over het bridgen, de fietstochtjes en alle reizen die ze samen maakten. Vooral Ierland is een favoriet vakantieland. Maar in ruim 60 jaar is het leven niet altijd even mooi. Ad: “Ik ging een jaar of tien geleden zonder enige aanleiding onderuit tijdens een vrolijk ritje op de bromfiets. Na allerlei onderzoeken in het ziekenhuis bleek er niks aan de hand te zijn. Heel raar.” Dat wegvallen gebeurde daarna nog zo’n zeven keer, telkens op onverwachte momenten. “Ik ben sindsdien altijd alert,” vertelt Ellie. “Als ik een raar geluid in huis hoor, of als Ad de krant gaat halen en hij lang wegblijft, denk ik: ojee, wat is er met hem gebeurd?”

Vier jaar geleden kreeg Ad een beroerte. Met loeiende sirenes moest hij naar het ziekenhuis, waar ze vreesden dat hij de ochtend niet zou halen. Gelukkig kan hij het nog navertellen, maar er werd wel ernstig hartfalen bij hem geconstateerd. “Al verklaart dat nog steeds niet waarom ik zonder enige aanleiding soms de vloer kies. Daarom gaan we binnenkort langs bij een neuroloog in de hoop dat die meer antwoorden heeft.”

In al die onzekerheid, biedt HPNL Ad wat houvast. “Laatst stond er een duidelijk artikel in het HPNLmagazine over wat hartfalen nou precies is. Ik vond het fijn om daarin zaken terug te lezen die herkenbaar zijn.” Ad kwam al in de jaren ‘70 met de stichting in aanraking. “Toen oprichter Henk Fievet het initiatief nam om een luchtbruf te organiseren naar Houston, omdat Nederlandse autoriteiten niet stonden te trappelen om hier openhartoperaties toe te staan,” weet Ad zich nog goed te herinneren. “Ik volgde dat met interesse. Waarom weet ik ook niet. Eigenlijk ging het me niet aan, maar ik vond het geweldig dat mensen die een medisch probleem hadden, een uitweg vonden die niet voor de hand lag.”

Ontspullen

Terug naar 2022. Het jaar waarin Ad en Ellie 60 jaar getrouwd zijn én Ellie 80 wordt. Ads 80e verjaardag, in april 2020, ging door corona geruisloos voorbij. Dat lieten ze zich niet nog een keer gebeuren. “We hebben met de kinderen overlegd en leuke uitnodigingen gemaakt,” vertelt Ad. Bij die uitnodigingen werd een cadeauwens meegestuurd. Maar geen cadeauwens voor henzelf. “We zijn aan het ontspullen,” legt Ellie uit. “Ik hou niet zo van het huis volproppen met vaasjes, bloemetjes en prullen. In al die jaren verzamel je zoveel spullen, maar wat moeten we er allemaal mee? Een aantal jaar geleden las ik een artikel over Marie Kondo, de Japanse ‘opruimgoeroe’, en hebben we de spullen die overdadig waren weggedaan. Dat bracht rust met zich mee. Komen we nu iets tegen waar we niks mee kunnen, dan zeg ik: ‘Marie Kondo!’ en dan doen we het weg.”

Geen bloemen, besteksets of peper- en zoutstelletjes voor het echtpaar Van Broekhoven dus. Maar wat dan wel? “We stuurden met de uitnodiging een flyer van HPNL mee en hebben mensen verzocht om daar een donatie aan te doen,” legt Ad uit. Hoewel niet iedereen van de stichting gehoord had, werd er positief gereageerd. Ellie: “Vrienden die HPNL nog niet kenden hebben we uitgelegd waar het geld precies naartoe gaat. Mensen willen natuurlijk niet dat hun geld aan een dikke directeur blijft hangen. Bij HPNL komt het écht op de goede plek terecht.”

Fantastisch resultaat

Het diamanten koppel maakte er naar eigen zeggen een gezellig feest van dat een fantastische ontknoping kreeg. Ad en Ellie haalden met hun onbaatzuchtige actie 550 euro op. Een prachtig resultaat. De twee kunnen het dan ook iedereen aanraden. Of je nou 60, 50 of 1 jaar getrouwd bent: “Het was voor ons een dag met een gouden randje.”

Wilt u ook geld inzamelen?

Ad en Ellie hebben een heel mooi bedrag opgehaald, waarmee we hartpatiënten extra kunnen helpen. Heeft u ook een gelegenheid waarbij u geld op wil halen voor HPNL? Bekijk hier de mogelijkheden.

Ook op zoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Tekst: Verena Verhoeven
Beeld: Ad&Ellie van Broekhoven

Zó is afvallen daadwerkelijk vol te houden

 

Eén op de drie mensen heeft problemen met het gewicht. Toch kost afvallen soms de grootste moeite. Hoe je dit het beste volhoudt? Diëtist en leefstijlcoach Femke van Liere van Fit For Foodies geeft tips.

Wanneer je wilt afvallen, is het allereerst belangrijk om je af te vragen waarom. Je kunt namelijk wel tegen jezelf zeggen dat je tien kilo wilt afvallen, maar als je niet helder hebt wat dat je gaat brengen, heb je eigenlijk geen doel, vertelt Femke. “Je moet op zoek gaan naar de uiteindelijke beweegreden. Er zit altijd een soort onderliggende behoefte achter. In plaats van het doel te stellen dat je wilt afvallen, kun je ook tegen jezelf zeggen dat je aan een goede gezondheid wilt werken. Probeer te bedenken dat het niet alleen om het resultaat gaat. Het wil niet zeggen dat tien kilo minder zaligmakend is. Dat je dan ineens gelukkiger bent of wél die baan krijgt die je zoekt. Mensen stellen vaak allerlei voorwaarden aan dat resultaat, maar bedenk echt wat het je brengt. Dat is een hele belangrijke in dit proces van gedragsverandering.”

(meer…)

Ziekenhuismenu moet plantaardig zijn, vinden veel artsen

HEERLEN – Plantaardig eten moet standaard menu worden in de ziekenhuizen. Zo’n 700 artsen en zorgmedewerkers schaarden zich achter een manifest van die strekking. In elf New Yorkse ziekenhuizen is plantaardig menu al standaard. Nu hier nog. Initiatiefnemer is Patrick Deckers, orthopedisch chirurg in de Zuyderland ziekenhuizen in Heerlen en Sittard, oprichter van Caring Doctors. Dat zijn zes artsen die iets willen doen aan allerlei welvaartsziekten die het gevolg zijn van teveel vlees en zuivel consumeren. Zij wijzen daarbij ook op de nadelige gevolgen voor het klimaat van de bio-industrie.

Onze planeet kan in de toekomst tien miljoen mensen voeden, maar onder voorwaarde dat eetgewoonten en voedselproductie en -aanbod veranderen. Dat bleek onlangs uit een rapport van de EAT-Lancet Commission on Food, Planet, Health opgesteld door 37 wetenschappers. De zes artsen van Caring Doctors baseren hun inzichten op dat rapport.

Deckers vreest onder meer dat dierenziekten veroorzaakt door de bio-industrie kunnen overslaan op mensen en voor nieuwe pandemieën gaan zorgen. Hij is niet tegen vlees eten, maar wijst erop dat met name rood en bewerkt vlees, dat kanker kan bevorderen, nog steeds geserveerd wordt in de ziekenhuizen.

Hartpatiënten Nederland is netwerkpartner van lifestyle4health

Erik Scherder : oud worden, jong blijven: het kan echt

Een mens op z’n vijfenzestigste oud? Nee! Onzin. Van dat idee moeten we af. Als het tenminste aan hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder ligt. Met zijn nieuwe boek Oud worden, jong blijven geeft hij een duidelijke boodschap af: stop met al die vooroordelen over ouderen.

Ouder worden is tegenwoordig een actueel onderwerp, en ook één die nog altijd gepaard gaat met stereotypering. Waarom zou iemand op z’n vijfenzestigste bijvoorbeeld niet meer kunnen werken? Volgens Scherder moeten we ophouden met op deze manier naar ouderen kijken. “Velen van ons zijn opgegroeid met het idee dat ouder worden met gebreken komt. Natuurlijk heb je meer kans op gebreken, maar dat betekent niet dat je nergens meer toe in staat bent. Er zijn genoeg oudere mensen die nog heel graag willen werken, maar overal worden afgeserveerd vanwege hun leeftijd. Onterecht. De achteruitgang begint al op je dertigste en niet pas op je vijfenzestigste. Iemand van vijfenzestig kan wel net zo fit zijn als iemand van dertig. Als je maar actief blijft.”

Moeite doen

Oud worden en jong blijven is volgens Scherder dan ook zeker mogelijk, mits we moeite doen. Dit is een boodschap die als een rode draad door zijn boek loopt. Of je nu jong of oud bent: moeite doen is de sleutel tot succes, zegt de hoogleraar. “Als je jong bent, gaat moeite doen als het ware vanzelf. Je gaat naar school, vervolgens doe je een studie of cursus, solliciteer je, wissel je eens van baan… Kortom: je zet je in en daagt jezelf uit. Op den duur, als je ouder wordt, heb je vaak een vaste baan en een gezin, heb je je plekje als het ware gevonden. Dat is zo rond je dertigste tot vijfendertigste. Dat je op bepaalde vlakken dan minder wordt uitgedaagd en dat dat gevoel van moeite doen een beetje verdwijnt, merk je nog nauwelijks. Want, zo blijkt uit studies, je past je omgeving gewoon een beetje aan. Totdat je vijfenzestig bent, geen kinderen meer thuis hebt wonen en met pensioen gaat. Dan sta je opeens weer voor het nemen van grote stappen en kun je merken dat het wat minder makkelijk gaat. Juist daarom moet je je hele leven zowel fysiek als mentaal moeite blijven doen. Dan kun je die stabiele lijn doortrekken en daarmee het risico op alle negatieve effecten van het ouder worden – dus vanaf je dertigste – verkleinen.”

Lichamelijke uitdaging

Er is overigens wel een kanttekening. Het is een ander verhaal als je je hele leven zwaar lichamelijk werk hebt gedaan en ‘versleten’ bent, zegt Scherder. “Voor deze mensen is het vaak beter om met pensioen te gaan, zeker bij klachten. Als zij met pensioen gaan, zie je vaak dat ze fysiek echt opknappen doordat er rust in het lichaam komt. Echter kun je dan wel lichamelijk met pensioen gaan, maar dat betekent niet dat je jezelf cognitief niet kunt blijven uitdagen. Wat dat betreft moet je gewoon doorpakken. En op de zojuist genoemde uitzondering na, geldt voor iedereen dat de combinatie van jezelf zowel cognitief als lichamelijk uitdagen, het meest ideaal is.”

Cognitieve inspanning

Bij cognitieve inspanning kun je bijvoorbeeld denken aan een cursus. Iets dat dus écht wat van je vraagt. Scherder noemt als voorbeeld een bekende studie van de onderzoeksgroep van Denise Park, genaamd The Busier the Better. “Aan deze studie hebben allerlei mensen van tussen de vijftig en negenentachtig jaar meegedaan. Wat bleek? Hoe drukker deze mensen waren, hoe beter het met ze ging. In die studie hebben ze deze mensen twee intensieve cursussen op serieus niveau laten doen, namelijk quilten en fotografie. Na beide cursussen bleek ook het geheugen van de deelnemers te zijn verbeterd. En dat terwijl het geheugen helemaal niet specifiek getraind werd, maar tóch ging het vooruit. Waarom? Omdat ze iets compleet nieuws gingen doen dat moeite kostte. Juist daarom moet je je brein je hele leven lang, dus ook als je met pensioen gaat, blijven inspannen. Anders krijg je te maken met iets dat we ‘underuse’ noemen: je brein als het ware te weinig gebruiken.”

Elke stap is er één

Is er dan ook nog een bepaalde leeftijd waarop het te laat is? Nee, zegt Scherder. “Hoe eerder je jezelf gaat uitdagen, hoe beter. Toch zijn er ook door de jaren heen genoeg momenten waarop je dit alsnog kunt oppakken. Of je nu zestig of zeventig bent: grijp die kans. Probeer ook als hartpatiënt zowel cognitief als fysiek – en dat laatste natuurlijk wel in overleg met je cardioloog – in een zo goed mogelijke conditie te blijven. Probeer te bedenken waar je grens ligt, zonder over je grens te gaan. Als je de hele dag, of een groot deel van de dag, zit, kun je het zitten dan misschien onderbreken? Tussendoor even opstaan? Je hart is een spier en die is gebaat bij iedere vorm van activiteit. Elke stap is er één, zeg ik altijd. Je kunt die neergaande lijn van ouder worden dan wel niet meer omhoog krikken, maar je kunt ‘m nog wel horizontaal laten lopen. Dat is natuurlijk al geweldig. Voor elke leeftijd geldt hetzelfde: doe moeite!”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Erik Scherder

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

De Nutri-Score: hoe zit dat nu eigenlijk?

Vanuit zijn opleiding Voeding en Diëtetiek en een passie voor voeding ontstond jaren terug het platform Voedingsweetjes. Inmiddels informeert Leroy van de Ree zijn volgers dagelijks op het gebied van gezonde voedingskeuzes in de supermarkt, waar consumenten tegenwoordig ook een handje bij geholpen worden door middel van de Nutri-Score op verpakkingen. Maar hoe waardevol is die score?

Vertel: wat houdt de Nutri-Score precies in?

“Kort gezegd is dit een voedingskeuzelogo dat ons, consumenten, zou moeten helpen om een bewustere keuze te maken. Op basis van de letters A tot en met E op het product, kun je zien hoe gezond een product is. A, donkergroen, is de beste keuze, en E, donkerrood, is de slechtste keuze. De Nutri-Score kun je eigenlijk zien als een rekensom die pluspunten toekent aan bepaalde factoren. Als je deze dan bij elkaar optelt en de minpunten, zoals een grote hoeveelheid suiker, er vanaf haalt, bepaalt deze som welke letter het product krijgt. De Nutri-Score bestaat al in andere landen, maar zit hier officieel nog in de testfase. Toch zie je het al in veel Nederlandse supermarkten voorbijkomen.”

Je zegt dat de Nutri-Score nog in de testfase zit: waar heeft dit mee te maken?

“Er wordt nog bekeken of de criteria wel kloppen. Dat is op dit moment het grootste pijnpunt. We hebben in Nederland de Schijf van Vijf, die is gebaseerd op de Richtlijnen Goede voeding van de Gezondheidsraad. Maar: de Nutri-Score is dus al uitgerold in andere landen en die productscores sluiten niet altijd aan bij de Nederlandse richtlijnen.”

Op welke manier sluit de Nutri-Score op dit moment niet helemaal aan bij onze richtlijnen?

“Allereerst kunnen sommige producten een A-score hebben gekregen, maar helemaal niet voorkomen in onze Schijf van Vijf. Of andersom. Daarnaast zijn er bepaalde aspecten die te weinig belicht worden, bijvoorbeeld of een product volkoren is en vezels bevat. Er wordt bij de Nutri-Score wel beoordeeld op vezels, maar er wordt niet gekeken naar wat voor soort vezels dit zijn. Als jij als fabrikant met je product van een C naar een A-score wilt gaan, voeg je gewoon een vezel van hele lage kwaliteit toe, zodat je voldoet aan de eisen voor een A-score. Er wordt binnen de Nutri-Score niet gekeken of het product van nature vezels bevat of dat er een goedkope vezelvariant is toegevoegd. Daarnaast wordt geen rekening gehouden met biologisch of niet-biologisch.”

Hoe moet je die score als consument nu precies lezen?

“Je moet die Nutri-Score als het ware per productgroep lezen. Je ziet dus op elk product hetzelfde logo staan, maar moet het als consument eigenlijk opsplitsen. Een simpel voorbeeld: in het pizza schap staat bijvoorbeeld een groene A op een pizza, omdat dit een betere keuze is dan een andere pizza in het schap. Het verwarrende is dat je vervolgens naar het olijfolie schap loopt en daar dan bijvoorbeeld een D-score op olijfolie vindt. Je denkt dan als consument dat je beter pizza kunt eten dan olijfolie gebruiken, maar dit is dus niet waar.”

Waar moet je nog meer op letten?

“Zoals ik net aangaf, krijgt olijfolie een D omdat er veel vet in zit. Logisch, want het is olie. Echter werkt de Nutri-score met honderd milliliter of honderd gram en je gebruikt natuurlijk nooit zo’n grote hoeveelheid olijfolie in één keer. Daar wordt dus geen rekening mee gehouden. Een ander voorbeeld is vis in de diepvries. Zalm krijgt een D-score en vissticks krijgen een B. Dat komt doordat vissticks minder vet bevatten, maar zalm wordt juíst gegeten voor alle gezonde vetten die erin zitten. Dan moet je dus echt zelf opletten en bedenken dat zalm de betere keuze is. Dat geldt ook voor yoghurt: pure, volle yoghurt krijgt een B-score en vanilleyoghurt, waar twee suikerklontjes per honderd gram aan toegevoegd zijn, krijgt dezelfde score. Dan denk je als consument: ik vind vanille veel lekkerder, dus ga ik daarvoor. Deze score zegt tenslotte dat het even goed is. Maar nee, dat is dus niet zo.”

Voegt die Nutri-Score volgens jou dan wel echt iets toe?

“Zoals het nu is opgezet, heeft het naar mijn idee weinig meerwaarde. Toch heb ik het nog niet opgegeven. Als de criteria worden verbeterd, zou het misschien wel een toevoeging kunnen zijn. Echter zorgt het nu helaas vooral voor een hoop verwarring en onrust. Ik hoop persoonlijk dat consumenten niet op basis van die Nutri-Score keuzes gaan maken en vooral zelf verpakkingen blijven lezen. Kijk wat voor ingrediënten een product bevat. Als je bijvoorbeeld een hele waslijst aan ingrediënten ziet staan, is het waarschijnlijk een product dat erg bewerkt is. Dan kun je je afvragen hoe gezond het is. En als je allemaal ingrediënten ziet staan waarvan je geen idee hebt wat het is, gaat het vaak ook om een ultra bewerkt product. Houd dat in ieder geval in gedachten.”

Achtergrond

Met zijn platform Voedingsweetjes (@voedingsweetjes op Instagram) wil Leroy mensen bewustere keuzes in de supermarkt laten maken en ze meer inzicht geven in wat ze kopen. Dit doet hij door voedingswaarden van producten met elkaar te vergelijken. Consumenten kopen tachtig procent van wat ze eten in de supermarkt, maar zien daar vaak door de bomen het bos niet meer. Hier draagt Leroy dan ook graag zijn steentje aan bij.   

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Leroy van de Ree

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Timing van lichaamsbeweging gelinkt aan risico op hersen- en hartinfarct

Mensen die het meest bewegen in de ochtend hebben een lager risico op een hersen- en hartinfarct. Dat blijkt uit een studie van onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het gaat hierbij niet alleen om intensieve beweging zoals sporten, maar echt om alle lichaamsbeweging op een dag. De studie verscheen vandaag in de European Journal of Preventive Cardiology.

“Lichaamsbeweging is goed voor je gezondheid, dat weet bijna iedereen”, zegt PhD-student Gali Albalak. “Als we het over de gezondheidswinst van bewegen hebben gaat het al snel over hoe vaak en hoe intensief je moet bewegen, en vrijwel nooit over wannéér je het beste kan bewegen.” Door de beweeggegevens van ruim 85.000 Britten te onderzoeken, kwamen Albalak en collega’s erachter dat mensen die het meest bewegen in de late ochtend, van 09:00 tot 11:00 uur, 16% minder kans hebben op het krijgen van een hartaanval en 17% minder kans op een herseninfarct. Dit is in vergelijking met mensen zonder duidelijke piek in lichaamsbeweging.

Biologische klok

“Timing lijkt dus wel degelijk uit te maken”, zegt Albalak. De verklaring daarvoor ligt volgens de onderzoekers in onze biologische klok. Die zorgt er namelijk voor dat alles in ons lichaam, van cellen tot organen, een 24-uursritme heeft. “Het is belangrijk dat al deze ritmes gelijklopen”, zegt Albalak. “Als deze verstoord raken, wat soms bij mensen die nachtdiensten draaien gebeurt, neemt de kans op verouderingsziekten, zoals diabetes en dementie, toe.”

Lichaamsbeweging, maar ook de timing van eten en blootstelling aan licht, zorgt ervoor dat je biologische klok in het juiste ritme blijft. “Wij denken dat een piek in lichaamsbeweging in de ochtend het meest aansluit bij je biologische ritme en dat er op die manier meer gezondheidswinst te behalen valt. Met in dit geval een lagere kans op een hartaanval en herseninfarct”, legt mede-onderzoeker Raymond Noordam uit.

Groter effect bij vrouwen

De deelnemers aan dit bevolkingsonderzoek in het Verenigd Koninkrijk waren tussen de 42 en 78 jaar oud. Ze droegen een week lang een polsbandje die al hun bewegingen bijhield. Op basis daarvan werden zij ingedeeld in vier groepen: mensen die het meest in de vroege ochtend, late ochtend, middag en avond bewogen. “Deelnemers werden 8 jaar lang gevolgd om te kijken hoeveel van hen een hart- of herseninfarct kregen. Dat bleken er bijna 3800 te zijn. Vervolgens berekenden wij bij welk beweegpatroon het risico hierop het laagst was”, zegt Noordam. Dit bleek dus in de late ochtend te zijn en is onafhankelijk van de totale hoeveelheid beweging op een dag en geldt daarom ook voor mensen die heel weinig bewegen.

Interessant genoeg was dit effect het grootst bij vrouwen. Na verdeling op basis van geslacht zagen de onderzoekers dat vrouwen die het meest bewogen in de ochtend 22% tot 24% minder kans hadden op een hartaanval. Hoe dat precies komt kunnen de onderzoekers met deze studieopzet, waarbij ze gebruikmaakten van historische gegevens, niet verklaren.

Sportlessen

De invloed van timing van beweging op je gezondheid is een relatief nieuw onderzoeksveld. De onderliggende mechanismen zijn daarom veelal nog onduidelijk, maar dat timing uitmaakt, daar is steeds meer bewijs voor. Of in de ochtend bewegen daadwerkelijk de enige oorzaak is voor een verlaagd risico op een hartaanval of beroerte moet blijken uit studies waarin mensen van te voren worden geïnstrueerd op een bepaalde tijd te bewegen. Zelf starten Noordam en Albalak binnenkort met zo’n interventiestudie voor ouderen waarin ze hen sportlessen in de ochtend of avond aanbieden. Albalak: “Uiteindelijk willen we mensen niet alleen vertellen dat ze méér moeten bewegen, maar ook wannéér ze dat het beste kunnen doen.”

Dit onderzoek is gefinancierd door de Hartstichting en het NWO-gefinancierde project BioClock. Lees het hele artikel in de European Journal of Preventive Cardiology.

Bron: www.lumc.nl

Fototentoonstelling (kinder)hartcentrum UMCG op de Nieuwe Markt in Groningen

Fotograaf Kim Feenstra maakte 50 indringende portretten van kinderen en volwassenen met een aangeboren hartafwijking en 25 portretten van verschillende medewerkers van het UMCG en het Beatrix Kinderziekenhuis van het UMCG die hen behandelen. Vanaf woensdag 9 november tot en met zondag 20 november zijn de foto’s te bewonderen op de Nieuwe Markt voor het Groninger Forum.

‘Streepje voor’

Met de tentoonstelling ‘Streepje voor’ staan we stil bij het 75-jarig bestaan van het Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen (CCH) van het UMCG. In dit expertisecentrum worden patiënten met een aangeboren hartafwijking uit Noord- en Oost-Nederland en Noord-West Duitsland behandeld. Waar vroeger de meeste kinderen met een hartafwijking jong overleden, is de overlevingskans inmiddels sterk verbeterd. De zorg heeft in de afgelopen 75 jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt: veel kinderen worden nu volwassen.

Litteken op de borst

Maar dit volwassen worden is niet altijd even makkelijk. Door de operatie zijn de meeste kinderen getekend voor het leven, met een groot litteken op hun borst. Dit kan schaamte met zich meebrengen en onzekerheid, vooral tijdens de puberteit. Maar voor sommigen staat het juist voor trots, levensvreugde en de kracht om door te zetten. Ieder heeft zijn unieke verhaal en met deze tentoonstelling krijgen deze verhalen het podium dat ze verdienen.

Inspiratiebron voor jongeren

De tentoonstelling ‘Streepje voor’ bestaat uit 50 portretten van patiënten en 25 portretten van medewerkers van het Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen. Belangrijk doel van de expositie is om patiënten met een aangeboren hartafwijking – die trots zijn op hun lichaam zoals het is – een inspiratiebron te laten zijn voor jongeren die kampen met onzekerheden over hun lichaam en litteken.

Toekomst kinderhartcentrum

Het kinderhartcentrum van het UMCG is afgelopen jaar veel in het nieuws geweest vanwege het voorgenomen besluit om deze zorg te concentreren in twee centra (Utrecht en Rotterdam). Op dit moment is de NZa bezig met het in kaart brengen van de impact van dit besluit. In december zal dit rapport aan minister Kuipers aangeboden worden. Deze expositie laat zien wat het belang van dit centrum is voor de patiënten met een aangeboren hartafwijking in Noord- en Oost-Nederland.

Opening

De tentoonstelling is tot en met zondag 20 november op de Nieuwe Markt in Groningen te bewonderen en is mede mogelijk gemaakt door diverse partners zoals de gemeente Groningen, de provincie, de Fotofabriek en stichting FB Oranjewoud.

Bron: www.rug.nl 

Relaxed én zingend op de e-fiets

Elektrische fietsen worden almaar populairder, ook onder hartpatiënten. Alleen is niet iedereen direct vertrouwd met de e-fiets of met de almaar drukker wordende fietspaden. Hartpatiënten Nederland verzamelde vijf tips van ervaringsdeskundigen om het fietsen relaxed te houden.

1: Ga niet voor snelheid

Mensen vergissen zich geregeld in de enorme snelheid van sommige fietsen en in het eigen (afnemende) reactievermogen en de risico’s die daarmee gepaard gaan. Bedenk bij de aanschaf van een e-bike dat het motortje vooral tot doel heeft het fietsen te ondersteunen, meer niet. U gaat geen races afleggen. Kies een type waarvan de motor alleen meewerkt zolang uw pedalen rondgaan. Als u de ondersteuning laag houdt, fietst u vanzelf langzamer (dus veiliger), u doet meer aan uw conditie én u kunt meer genieten van het landschap en de natuur. De ondersteuning een tandje hoger zetten bij veel wind, regen of het passeren van een flinke brug of bult kan altijd nog.

(meer…)