Student en hartpatiënt

De zomervakantie is nog vers, maar een nieuw schooljaar staat voor de deur en daarmee ook nieuwe uitdagingen. Ga jij voor het eerst naar de middelbare school of ben je inmiddels al toe aan studeren en blijf jij malen, omdat A – Ik ben hartpatiënt, B – Hoe moet dat? en C – Mijn hart laat (weer) van zich horen? Geen zorgen, Young & Yearning sleept jou er doorheen!

Stap 1: Be the responsible you

Waar op de middelbare school her en der enige creativiteit mogelijk is wanneer jij vanwege jouw hartaandoening meermaals afwezig bent, rechtvaardigt een ziekbed tijdens een studie het ontlopen van verantwoordelijkheden niet. Dus is het niet vanzelfsprekend dat jij jouw studie in goede gezondheid volbrengt en is jouw ziekbed hardnekkiger dan gedacht waardoor onder andere de afwezigheid oploopt? Wees verantwoordelijk en informeer tijdig de desbetreffende mentor of decaan over jouw situatie.

Vraag een gesprek aan waarin jij (of iemand die daartoe gerechtigd is) de verwachte prognose met betrekking tot jouw hartaandoening deelt, maar ook in hoeverre deze van invloed is op jouw ziekbed en studie. Check of (en welke) uitzonderingen op jou van toepassing zijn en maak vervolgens een gezamenlijk plan van aanpak. Én vergeet niet jouw studiegenoten in te lichten; zij gaan ervan uit dat jij aan jouw verplichtingen voldoet en de opgedeelde taken volbrengt, met name wanneer het een groepsopdracht betreft.

Tip: zet jouw verhaal alvast op papier en vraag naderhand om een schriftelijke samenvatting van het gesprek en de gemaakte afspraken.

Stap 2: Check your rights!

Check and know your (financial) rights! Studeer jij en is vastgesteld dat jij vanwege jouw hartaandoening studievertraging oploopt? Informeer naar zogeheten financiële afstudeerfondsen van opleidingen. Deze vallen buiten de DUO-regelingen voor bijzondere omstandigheden. En loop sowieso jouw rechten en plichten na bij DUO met betrekking tot een eventuele tegemoetkoming of studiefinanciering, want er gelden speciale regels voor noodgedwongen studieonderbreking vanwege ziekte.

Stap 3: First things first

Huisvesting (want woon of ga jij op jezelf?), een avondje stappen en doorhalen of zelfs de dagelijkse reis van en naar de (hoge)school of universiteit, zijn punten waar jij als hartpatiënt(e) afhankelijk van jouw hartaandoening rekening mee houdt en eventueel zelfs enige voorzorgsmaatregelen moet nemen. Immers, voorkomen is beter dan genezen. Dus leer jezelf en jouw lichaam kennen en pas hetgeen jij wél doet, waar nodig, aan. Loop jezelf ondanks alle prikkels niet voorbij, en geef aan wanneer het niet gaat, want zo geniet jij ook, maar zonder achteraf de hoofdprijs te betalen daarvoor.

SOS-checklist

In Case of Emergency

Weiger jij om een alarmpenning te dragen vanwege het suffe imago? Nergens voor nodig. Tegenwoordig zijn er alarmpenningen in alle soorten en maten. Van armbandjes tot kettingen; het is er allemaal. Een alarmpenning verlicht het reilen en zeilen enigszins, want in geval van nood staat hierop alle belangrijke informatie. Note to yourself: licht minstens één persoon uit jouw gezelschap in over jouw hartaandoening. And last but not least… noteer noodnummers in jouw telefoon onder een internationaal bekende term zoals de afkorting ICE (In Case of Emergency).

EHBO-post

Gaat het toch niet? Schroom niet om de plaatselijke EHBO-post te bezoeken. Een check, check, dubbel check kan geen kwaad.

Medicijnen

Hartpatiënt(e) of niet; ga verantwoordelijk om met alcohol. Maar wanneer jij (hart)medicatie slikt, is het verstandig na te gaan of en in hoeverre een alcoholische versnapering is toegestaan. Twijfel je?  Ga niet zelf op onderzoek uit, maar vraag het na bij de apotheker of jouw cardioloog. Speelt medicatie geen rol bij jouw hartaandoening? Alcohol kan alsnog extra risico’s met zich meebrengen in combinatie met andere omstandigheden. Ook hier geldt; bespreek alle vragen met jouw cardioloog.

Pacemaker/ICD

Heb jij een pacemaker of ICD? Voorkom -indien mogelijk- onnodige problemen en vermijd metaaldetectoren, maar ook overige, mogelijke magnetische velden zoals geluidsboxen, bijvoorbeeld tijdens een avondje uit. Moet je gefouilleerd worden? Houd jouw identificatiepas bij de hand. En geniet, maar beperk extreme armbewegingen welke een draadbreak kunnen veroorzaken. Immers, niemand zit te wachten op een overbodige draadbreuk.

voor meer artikelen over o.a Young & Yearning klik hier

Levensreddende reanimaties

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van Sjel Blanckers, ambulanceverpleegkundige bij Ambulancezorg Limburg-Noord.

‘Ik schat dat 60 tot 70 procent van ons werk bestaat uit meldingen die gerelateerd zijn aan het hart. Dat betekent niet dat iedere melding van pijn op de borst ook daadwerkelijk op een hartaanval wijst. Soms voelt het voor de patiënt zo, maar is er iets anders aan de hand, zoals hyperventilatie. In de meldkamer wordt daarom doorgevraagd naar de overige klachten. Tegen de tijd dat wij ter plaatse zijn, kunnen we daardoor vaak al een goede inschatting maken van hoeveel urgentie er is.

Naast ‘gewoon’ ambulanceverpleegkundige ben ik ook nog rapid responder. Dat houdt in dat ik vanaf de post soms al in een klein autootje met spoed voor de ambulance uit rijd. Die auto heeft alles wat een normale ambulance ook heeft, behalve een brancard. En die is toch pas in een later stadium nodig. Als rapid responder kan ik dus alvast starten met de behandeling en eventueel ook de reanimatie. Bij elke reanimatie is het protocol dat er sowieso twee ambulances komen. Als de patiënt aanspreekbaar is, dan is één wagen voldoende.

Het voordeel van de opkomst van het burgernetwerk, is dat het steeds vaker gebeurt dat er al omstanders zijn gestart met de BLS, oftewel de Basic Life Support, voor wij ter plaatse zijn. Zo heb ik meegemaakt dat een voetballer op het veld in elkaar gezakt was, en met behulp van één schok van de AED alweer aanspreekbaar was, nog voor wij gearriveerd waren. Dat is natuurlijk geweldig, maar als je vaak reanimeert, maak je uiteraard ook mee dat het niet goed afloopt. Als hulpverlener haal je altijd het maximale uit jezelf, maar de realiteit is dat dit lang niet altijd genoeg is.

Lach en traan

De afloop weet je vaak niet, aangezien het ziekenhuis geheimhoudingsplicht heeft. Soms probeer ik er wel achter te komen door wat rond te vragen, maar dat lukt niet altijd. Daarom is het des te fijner als je achteraf nog iets hoort van de mensen zelf, of van hun familie. Het helpt je om het een plek te geven. We kregen ooit een lange, handgeschreven brief van een moeder die dankbaar was dat haar zoontje van 18 maanden de reanimatie had overleefd. En niet zo lang geleden stond een man, die na een longembolie meerdere keren gereanimeerd was, met een enorme vlaai op de stoep. Hij wilde ons bedanken omdat zijn kinderen dankzij ons de feestdagen nog konden doorbrengen met hun vader. Dat soort dingen grijpen je natuurlijk wel aan, zeker als het om leeftijdsgenoten of kinderen gaat. Net als de jonge meid van 29 die het niet gehaald heeft. Het ene moment zat ze nog nietsvermoedend soep en een broodje te eten, vertelde haar vader, het andere moment stopte haar hart er mee. Dat vergeet je zomaar niet, ik ben zelf ook vader.

Gelukkig kan ik over dergelijke heftige gebeurtenissen goed praten met mijn vriendin, die ook in de zorg werkt. Ook bij BOT, het bedrijfsopvangteam, kun je altijd terecht. Er wordt veel gelachen met collega’s, maar we kunnen soms ook een traan laten.

Emoties

Hoe vaak je ook reanimeert, routine wordt het nooit. Het is ook zelden twee keer hetzelfde. De ene dag reanimeer je iemand in bed, de andere keer in een auto, dan weer onder de tafel. Je werkt volgens vaste protocollen, waardoor je altijd precies weet wat je moet doen. De omstandigheden waar je geen invloed op hebt, zijn vooral de emoties van de omgeving van de patiënt. Je hebt te maken met paniek, angst en verdriet. Je eigen emoties zijn op zo’n moment op de achtergrond, al gaat er altijd wel even door je hoofd dat er letterlijk een leven door jouw handen gaat.

Tot nu toe heb ik het nog nooit meegemaakt dat de familie geen begrip had voor onze werkwijze, ook niet wanneer we slecht nieuws moesten brengen. Zeker bij oudere mensen, of mensen met een lange medische voorgeschiedenis, zie je ook vaak een vorm van acceptatie bij de omgeving. Onlangs kwam ik nog bij een vrouw van 93 die bewusteloos was. Toen we binnenkwamen, zei de familie dat we niet hoefden te reanimeren, omdat ze wisten dat moeder daar vrede mee zou hebben gehad. Op zo’n moment moet je heel snel inschatten wat je doet – aangezien we in principe altijd met reanimatie starten, tenzij er een niet-reanimeren-verklaring kan worden getoond. In dit geval hebben we besloten de wens van de familie te respecteren.

Evalueren

Achteraf wordt er altijd geëvalueerd: wat hadden we anders kunnen doen? Dat zit ‘m soms in kleine dingen. Hadden we bijvoorbeeld iemand die in een krappe slaapkamer lag, beter kunnen verplaatsen naar een plek met meer werkruimte? In de toekomst kunnen we ons vak hopelijk nog beter uitoefenen, bijvoorbeeld door hulpmiddelen om sneller te intuberen, of apparaten die je om de borst bevestigt en die de BLS overnemen. Daar kunnen mensenhanden niet tegenop. Aan de andere kant denk ik dat we al heel tevreden mogen zijn met de cardiale zorg zoals we die nu in Nederland kennen. Er zijn genoeg landen waar het maken van een hartfilmpje of een dotterbehandelingen nog lang niet standaard zijn…

voor meer artikelen over o.a reanimaties klik hier

Reanimatie-app I SAVE LIVES

Op de koffie bij Sam en David, de mannen achter I Save Lives. Sam Steltman heeft I Save Lives in 2017 bedacht: ‘Ik maakte van dichtbij mee hoe een kennis het leven van zijn vrouw redde. Het was heel heftig allemaal en die avond in bed voelde ik me best wel schuldig en realiseerde ik me dat ik haar leven nooit had kunnen redden. Ook bijna niemand van mijn vrienden is in staat om te handelen wanneer zoiets gebeurt. De meeste mensen willen best wel iets leren, maar toch komt het er vaak niet van. Toen kwam ik op het idee een game te maken waarmee je op een leuke manier kunt leren reanimeren.’

David Hup heeft een soortgelijk moment meegemaakt tijdens een vliegreis vanuit Roemenië op weg naar Nederland. ‘Tijdens de vlucht wordt iemand onwel. Ik zak van schaamte diep in mijn stoel als ik besef dat het toch wel heel ernstig is dat niemand van de stewardessen of de 200 passagiers weet hoe te reanimeren. Dan ga ik, net als Sam, rondvragen bij mijn vrienden, maar iedereen had wel een excuus. ‘Zo’n cursus is duur. Ik vind het toch wel een beetje eng. Eigenlijk moet het, maar ik heb het nog niet gedaan.’ Wanneer je beseft dat er iemand moet worden gereanimeerd, dan is het eigenlijk al te laat. Dat moment moet je voor zijn. Daarom moet deze game er komen. Het is een bewustwordingsproces dat we aan anderen willen overbrengen.’

Wat is het verschil tussen de I Save Lives app en de huidige reanimatiecursussen?

‘Er zijn verschillende aanbieders die reanimatiecursussen verzorgen. Nadeel is dat je maar een paar mensen tegelijk kan trainen dus heb je heel wat opleiders nodig om een klas van 35 schoolkinderen op te leiden en daarbij is het heel lastig in te roosteren tussen de normale lessen door. En bij een reanimatiecursus die 3 uur duurt, kun je misschien maar een kwartiertje echt oefenen op de pop.

Het kan veel efficiënter

‘Met de game is het veel makkelijker, heb je minder begeleiders nodig en kan je veel meer mensen tegelijkertijd laten oefenen. Door heel vaak kort te oefenen met de game in plaats van eens in de 2 jaar een cursus te volgen, brengen we een natuurlijke reactie teweeg wanneer daadwerkelijk moet worden gereanimeerd.’

Hoe werkt de I Save Lives app?

‘We willen het net zo leuk maken als een telefoonspelletje, zodat je het iedere keer weer opnieuw wil spelen om je score te verbeteren. De game kan je het beste vergelijken met een Playstation waarbij de pop als controller fungeert.  De I save Lives app geeft je een opdracht, bijvoorbeeld ‘Geef een borstcompressie’ maar ook advies wat je moet doen. Hoe beter jij het doet, hoe meer punten je krijgt en vervolgens kom je op een scorebord.’

Waarom starten jullie met middelbare scholen?

‘Wanneer jongeren al vroeg in hun leven in aanraking komen met reanimeren, hebben zij daar de rest van hun leven profijt van. Het gaat niet alleen om leren reanimeren, maar om zorgen voor elkaar. De digitale wereld is heel erg individualistisch. Daarmee wordt het menselijke aspect helemaal vergeten. We leren mensen niet alleen reanimeren, maar zo leren we mensen ook weer bewust te worden om te zorgen voor elkaar. Er voor een ander te zijn. Op te komen voor elkaar.’

Is de I Save Lives app alleen geschikt voor scholen?

‘De app is geschikt voor iedereen tussen de 11 en 99 jaar. We willen ernaartoe dat er overal in openbare ruimten, verenigingen, scholen, ziekenhuizen en in bedrijven een pop is en het zo gemakkelijk en leuk mogelijk maken om er mee te oefenen en je prestaties te verbeteren. Het is ook een stoere game. Een game waarmee je levens kan redden!’

Door mensen te vragen in actie te komen wil Hartpatiënten Nederland 8000 euro ophalen voor I Save Lives. Hoe vinden jullie dat?

‘Geld geven is mooi, maar in actie komen is natuurlijk supervet! Stel je eens voor dat je in actie komt door in je wijk een barbecue te organiseren. Daar sponsor je niet alleen de I Save Lives app mee, maar heb je ook de gelegenheid kennis te maken met de buren van een stukje verderop en een praatje te maken.  Het is zo mooi samen iets te kunnen doen en er met elkaar voor te zorgen dat iedereen leert reanimeren.’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Burgernetwerk onmisbaar

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van John van den Beuken, wijkagent in Roermond.

‘Toen ik in 1983 begon bij de politie, stond reanimeren niet vermeld in het takenpakket. Al deden we het natuurlijk wel: je bent als agent hulpverlener in de breedste zin van het woord. Tegenwoordig wordt het wel uitdrukkelijk vermeld als politietaak, en dat is maar goed ook. Reanimeren komt tijdens ons vak namelijk steeds vaker voor, sinds in 2009 alle politieauto’s zijn uitgerust met een AED. Als er een noodmelding komt van iemand die een hartstilstand heeft, worden alle hulpdiensten opgeroepen. We hebben echter altijd een aanrijdtijd. In de kleine dorpen is dat soms wel vijftien minuten, terwijl op dat moment iedere minuut telt. Daarom zijn we zo blij met het landelijk netwerk van burgerhulpverleners, dat steeds groter wordt. Als de buurman van twee deuren verder óók weet hoe hij moet reanimeren, kan de hulp sneller op gang komen en heeft het slachtoffer dus meer kans om te overleven. Daar merken we steeds duidelijker het effect van. Voorheen waren wij of de ambulancedienst vaak als eerste ter plaatse, tegenwoordig zien we steeds vaker dat er al iemand met de reanimatie is begonnen. Ik wil graag een lans breken voor de noodzaak van dat burgernetwerk, en meer mensen oproepen om zich aan te melden. Ook collega’s van de politie, ambulance en brandweer. Zij staan namelijk niet automatisch geregistreerd, terwijl ze ook buiten diensttijd van levensbelang kunnen zijn.

Op de biljarttafel

Ik heb in mijn loopbaan bij de politie inmiddels heel wat mensen gereanimeerd, van een 2 maanden oude baby tot tachtigers. Ik heb zelfs een keer een man midden op een biljarttafel beademd. Hij was daar voorover gevallen en dus moest ik op de tafel klimmen om er bij te kunnen. Zo is elke reanimatie op zich natuurlijk indrukwekkend, maar de één haal je makkelijker weer voor de geest dan de ander. Mijn eerste keer herinner ik me bijvoorbeeld nog heel goed. Ik was aan het werk op het politiebureau van Weert, toen er opeens iemand naar binnen kwam redden. Schuin tegenover het bureau was een oudere vrouw in elkaar gezakt. Op dat moment schiet je meteen in de handelsmodus. Dat is ook de kracht van de politie: meteen doen wat nodig is. Terwijl ik mijn handen op en neer zag gaan, schoot door mijn hoofd: doe ik het eigenlijk wel goed? Mijn collega en ik keken elkaar aan, alsof we op die manier bevestiging zochten. Gelukkig kregen we die bevestiging al snel, in de vorm van een hartslag die terugkwam. Wat een opluchting!

Inzet, geen invloed

Deze vrouw heeft het gelukkig gered, maar helaas is dat niet altijd het geval. Het enige waar je als hulpverlener invloed op hebt, is je eigen inzet. En ook al geef je je volledige inzet, dan nog kan het dat iemand het niet haalt. Wij zijn immers niet degene die dat bepalen. Het is belangrijk om dat te beseffen, zodat je er ook mee om kunt gaan wanneer iemand het niet overleeft. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de baby die ik jaren geleden heb gereanimeerd. Toen we bij het huis aankwamen, stond een van de ouders al in paniek op ons te wachten in de deuropening. Mijn collega en ik waren de eersten ter plaatse, de ambulance was er nog niet. We vlogen naar boven, naar de babykamer, en zijn meteen de reanimatie gestart. Dat kwam wel even dichtbij, zeker omdat mijn eigen kinderen in die tijd ook nog klein waren. Maar hoe gevoelig het ook is, je behoudt automatisch een bepaalde afstand. Dus toen we uiteindelijk moesten constateren dat het niet gelukt was, kon ik gelukkig ook denken: ik heb mijn best gedaan, de rest is niet aan mij. Natuurlijk heeft zoiets wel impact, je kunt niet zomaar meteen weer door naar de volgende aanrijding of winkeldiefstal. Daarom wordt er na een reanimatie standaard collegiale ondersteuning opgeroepen, zodat je het er gezamenlijk over kunt hebben. Ook thuis praat ik het altijd even van me af. Zo geef je het een plek.

Privacy

Wat precies de reden is waarom de baby het niet heeft gehaald, heb ik nooit geweten. In negen van de tien gevallen blijft het stil nadat iemand per ambulance naar het ziekenhuis is vervoerd. In het kader van de privacy mogen wij niet zomaar naar het ziekenhuis bellen om te informeren hoe het gaat, tenzij de mensen zelf aangeven dat wij die informatie mogen krijgen. Maar vaak hebben zij – terecht – iets heel anders aan hun hoofd, of ze gaan ervan uit dat wij hulpverleners automatisch op de hoogte worden gehouden. Dat is weleens jammer, want natuurlijk ben je als politieman ook betrokken. Tijdens de reanimatie ben je maximaal geconcentreerd en heb je maar één doel: je wil het leven van een mens redden. Het zou heel raar zijn als je niet benieuwd bent of dat ook is gelukt.

Niettemin blijft het enorm dankbaar werk. Hoewel het moeilijke omstandigheden zijn om in te werken en de reanimatie niet altijd succes heeft, heb ik altijd het gevoel gehad dat mensen blij zijn.

[‘ Meteen doen wat nodig is!’]

voor meer artikelen over o.a behandelingen klik hier

Goede (hart)voornemens

Met het einde van het jaar in zicht en het nieuwe jaar voor de deur, is het tijd voor de welbekende goede (hart)voornemens. Wil jij in het nieuwe jaar jezelf ontwikkelen én tegelijkertijd anderen helpen? Young & Yearning helpt jou vooruit op weg naar een verbeterde versie van jezelf, voor jezelf. Wij presenteren vier doelen, de vijfde mag jijzelf invullen…

  1. Stoppen met roken

First things first: rook jij nog? Stoppen! Wij hoeven jou niet te vertellen wat roken met lichaam en geest doet en hoe slecht het is, met name voor hart- en vaatpatiënten. Maar lukt het jou ondanks alle alarmbellen niet om te stoppen met roken en ben jij nog op zoek naar het laatste duwtje in de rug? Hier komt het… met roken schaad je niet alleen jezelf, maar ook andere mensen.

Waarschijnlijk ben jij al bekend met de gevaren van meeroken, want let’s face it: meeroken is zwaar funest. Dus waarom kies jij er alsnog voor om ongevraagd anderen aan de gevolgen van jouw slechte gewoonte bloot te stellen? Wist jij dat samenwonen met een roker in huis de kans op hart- en vaatzieken, zoals een hartaanval en beroerte, vergroot? Tevens vergroot het de kans op longkanker. En wist jij dat kinderen, zij zijn nog in ontwikkeling, zelfs nog kwetsbaarder zijn voor meeroken?

  1. Leer reanimeren!

Aangezien wij gefocust zijn op jezelf ontwikkelen én tegelijkertijd anderen helpen: leer reanimeren! Als hartpatiënt(e) weet jij als geen ander hoe kostbaar het leven is. Maar ben je in staat in geval van nood eerste hulp te verlenen én wanneer een levensbedreigende situatie zich voordoet het verschil tussen leven en dood te betekenen door middel van reanimeren? Leren reanimeren is van levensbelang, want de overlevingskans na een hartinfarct (of hartstilstand) is groter, wanneer binnen zes minuten wordt gestart met reanimeren.

Een reanimatie bestaat uit het geven van hartmassage in combinatie met beademing en zorgt voor een kunstmatige overname van de gestokte ademhaling en bloedsomloop. Een ‘gratis-en-voor-niets’ bijkomstigheid van dit goede voornemen is het bijkomende domino-effect: volg een reanimatiecursus met een vriend, vriendin of een ander wie jou aan het hart gaat en zeg het voort, geef het door. Dankzij het domino-effect wordt jouw goede voornemen het hele jaar voortgezet.

  1. Minder met alcohol

Over het domino-effect gesproken: wanneer jij mindert met alcohol, volgen anderen. Althans, die kans is aanwezig. Maar hoezo eigenlijk minderen? Omdat jongeren en alcohol een verhaal op zichzelf zijn. De nevenfactoren van alcohol op het hart en vaatstelsel zijn algemeen bekend en de kans op verslaving is dermate aanwezig, dat onderzoeken die mogelijke positieve uitwerkingen toelichten, in het niet vallen. Of zoals professor Dr. J. Casas in het ‘British Medical Journal’ zei: ‘De kans op hartziekten verminderen? Bezoek de groenteman en niet de slijter.’ Het algemene advies van de Gezondheidsraad luidt dan ook: ‘Drink jij niet? Houden zo! Drink jij wel? Drink maximaal één glas per dag.’

Aangezien de hersenen zich tot ten minste het 25e levensjaar ontwikkelen, brengt alcoholinname voor jongeren acute gezondheidsrisico’s met zich mee. Een verstoorde hersenontwikkeling, maar ook verminderde leer-, studie- en werkprestaties en een verhoogd risico op verslavingsproblemen op latere leeftijd. Daarnaast werkt het geheugen slechter en neemt naast controlevermindering, tevens het reactievermogen af. En ben jij ermee bekend dat jongeren in mindere mate last hebben van het slaapopwekkende effect van alcohol? Hierdoor is de remming kleiner en kun je langer doordrinken. Maar een weekend doordrinken is allesbehalve risicoloos en een ware aanslag op jouw gezondheid: het lichaam heeft twee dagen nodig om te herstellen. Alsnog een borrel op z’n tijd? Drink met mate. Jouw hart is je dankbaar!

  1. Beweeg eens meer

Hart- en vaatpatiënten zijn gebaat bij bewegen. Onder andere de doorbloeding van het hart en bloedvaten wordt bevorderd en het vernauwingsproces in de kransslagaders wordt afgeremd. Maar wij gaan niet roepen: ‘Je moet en zult sporten!’ Immers, de keus is en blijft aan jou. Maar loop jij altijd na verloop van tijd tegen een betonnen blok aan als het op sporten aankomt? Wees minder streng voor jezelf en leg de lat lager. Je hoeft niet per se direct te beginnen met een intensief trainingsprogramma om lichaam en geest te verblijden (inderdaad, een van de positieve uitwerkingen van sporten) maar ga eens bewegen.

Ik hoor je denken: ‘Bewegen, maar dat doe ik toch al?’ Wel, het zal je verbazen hoe weinig wij daadwerkelijk op een dag bewegen en hoe makkelijk het erbij inschiet. Dus maak bewust een wandeling na het avondeten in plaats van onderuit op de bank te gaan liggen en pak waar mogelijk de fiets in plaats van de auto of het Openbaar Vervoer. Afhankelijk van de auto of bijvoorbeeld de bus, tram of trein? Daag jezelf uit en parkeer de auto verder of stap een halte later op of eerder uit, en je zult zien wanneer je dagelijks een bewuste keuze maakt om te bewegen, het al gauw zijn uitwerking heeft op wekelijkse, maandelijkse en  jaarlijkse basis. En zie daar, plotseling ren je wel een blokje om! And guess what? Je vindt het nog leuk ook!

5…

(hart)voornemens

voor meer artikelen klik hier

Liever een vrouw als huisarts!

Moeten mannelijke artsen les krijgen in vrouwelijkheid?

Veel vrouwen hebben liever een vrouw als huisarts dan een man, blijkt uit een onderzoek van tijdschrift Libelle. De voorkeur komt vooral voort uit schaamte en gaat soms zelfs zo ver dat een bezoek aan de huisarts wordt uitgesteld. Wat kunnen we daaraan doen?

Uit de grootschalige enquête, blijkt dat 60% van de vrouwen onder de 40 liever naar een vrouwelijke huisarts gaan. Bij veertigplussers is de voorkeur iets minder sterk, maar ook van hen geeft een kwart de voorkeur aan een vrouw. Als het gaat om intieme problemen stijgt dat zelfs.

De respondenten vinden dat vrouwen empathischer zijn en beter luisteren, waardoor ze zich meer op hun gemak voelen. 1 op de 8 vrouwen stelt uit schaamte een bezoek aan de huisarts uit, tegenover 1 op de 25 mannen. De gevolgen hiervan kunnen ernstig zijn. Wie een uitstrijkje overslaat uit schaamte voor de mannelijke arts, kan immers zomaar te laat op de eerste tekenen van baarmoederhalskanker worden gewezen. En wie het gênant vindt om met een man over overgangsklachten te praten en daarom thuisblijft, kan ook niet gescreend worden op een alarmerend hoge bloeddruk.

‘We weten al veel langer dat de drempel om bepaalde klachten met een mannelijke arts te bespreken hoog is’, zegt Toine Lagro-Janssen, Hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen. ‘Ik ben zelf 36 jaar lang huisarts geweest en was destijds een van de eerste vrouwelijke huisartsen in Nijmegen. Al snel zaten mijn spreekuren vol vrouwelijke patiënten. Vele daarvan durfden problemen als seksueel misbruik of huiselijk geweld niet met een mannelijke arts te bespreken.’

Interesse en oogcontact

Volgens haar is het niet zomaar een gevoel, maar hebben vrouwelijke huisartsen gemiddeld gezien ook echt een werkwijze die beter aansluit op de vragen van vrouwelijke patiënten. ‘Mannelijke artsen zijn geneigd meer hun eigen doktersagenda te volgen. Ze stellen dus vragen waar zij het antwoord op willen weten. Vrouwen hebben over het algemeen meer oog voor de vragen die de patiënt niet stelt. Ze tonen meer interesse, maken oogcontact en vragen door. Met die open communicatie creëren ze een veilig gevoel, waardoor de patiënt zich erkend en gehoord voelt. En dan durven mensen ook sneller de dingen ter sprake te brengen waar ze eigenlijk écht voor kwamen. Soms komt een vrouwelijke hartpatiënt bijvoorbeeld niet op consult om alleen de bijwerkingen van haar medicatie te bespreken, maar wil ze ook haar zorgen uiten over of ze nog wel gezond genoeg is om lid te blijven van de wandelclub of er met de kleinkinderen op uit te gaan. Ook dat moet je als arts aanvoelen.’

De Amerikaanse universiteit Harvard toonde in 2016 aan dat patiënten in ziekenhuizen meer kans hebben om te overleven als ze behandeld worden door een vrouwelijke chirurg. Uit een Duitse studie bleek in 2009 al dat hartpatiënten beter af zijn bij vrouwelijke internisten. Kunnen we dan maar beter allemaal de mannelijke huisartsen links laten liggen en vragen om een vrouw? Hoewel iedereen het recht heeft om zelf een behandelaar te kiezen, is dat lang niet in alle gevallen mogelijk. Soms valt er weinig te kiezen, en worden mensen automatisch geplaatst bij de enige beschikbare arts.

Toch denkt Lagro-Janssen niet dat de oplossing ligt in het opleiden van meer vrouwelijke huisartsen. ‘Van de huisartsen in opleiding is nu ongeveer tweederde vrouw. En of je door een man of vrouw behandeld wordt zou sowieso niet uit hoeven maken, want als patiënt moet je kunnen vertrouwen op de deskundigheid van de beroepsgroep. Wat we wel kunnen verbeteren, is het onderwijs. Op de opleidingen moet meer aandacht worden besteed aan een meer patiëntgerichte, noem het ‘vrouwelijke’, manier van communiceren. Mannen kunnen dat namelijk ook leren.’

Ze vindt dat mannelijke huisartsen in opleiding getraind moeten worden in het scheppen van een arts-patiënt-relatie waarin vertrouwen centraal staat. ‘Vrouwen hebben nu eenmaal sneller last van negatieve gedachten over hun lichaam. Hartpatiënten moeten bijvoorbeeld vaak hun bovenlijf ontbloten, sommige vrouwen vinden dat moeilijk. Als arts moet je ze op zo’n manier benaderen dat schaamte geen rol speelt. Dat doe je bijvoorbeeld door hun angsten te benoemen, ze gerust te stellen en nauwkeurig uit te leggen wat je gaat doen. Daarnaast worden patiënten ook steeds geëmancipeerder, zelfbewuster en kundiger. Ze willen niet meer dat een arts boven hen staat, maar ze willen gezamenlijk beslissen. Zeker als het om complexe levensvragen gaat, zoals een kinderwens, het omgaan met een chronische ziekte of de eindigheid van het leven, is vertrouwen dan het allerbelangrijkste.’

Voor meer artikelen klik hier

Wonderkind Laurent (8) wil jongste hartchirurg ooit worden

De Amsterdamse Laurent Simons (8) wordt met recht een wonderkind genoemd. Hij heeft een IQ van meer dan 145, ging op zijn zesde al naar het gymnasium en heeft een bovenmatige interesse in cardiologie. Wie weet wordt hij ooit wel de jongste hartchirurg ter wereld. We spraken zijn vader Alexander Simons.

Hoe gaat het nu met Laurent?

‘Goed, hij doet nu 5 en 6 vwo. Omdat dit hem niet heel veel tijd kost, is hij daarnaast nog met allerlei (wetenschappelijke) projecten bezig. Recent is hij bijvoorbeeld een organisatie gestart om kwetsbare kinderen elders in de wereld toegang te geven tot onderwijs. Op dat idee kwam hij zelf. Hij realiseert zich namelijk heel goed dat niet alle kinderen dezelfde kansen krijgen als hij nu. Maar Laurent blijft een kind dat gewoon op tijd naar bed moet, dus blijft er na school niet veel vrije tijd over. Hij is dus voornamelijk bezig met zijn hobby: DJ’en.’

Waar komt zijn interesse in cardiologie vandaan?

‘Het grootste deel van onze familie bestaat uit medici, zelf ben ik bijvoorbeeld tandarts. Daardoor heeft Laurent van jongs af aan een grote interesse in de medische wereld in het algemeen. Zijn interesse voor cardiologie komt van zijn grootouders, die beiden hartpatiënt zijn. Omdat hij deels door hen is opgevoed, heeft hij een hechte band met ze. Hij wil graag een bijdrage leveren om ze ‘beter’ te maken. Hij leest veel medische boeken en van de slager krijgt hij dierenorganen, die hij thuis in de keuken ontleedt. Dat vindt hij leuk en leerzaam.’

Hij heeft ook hartonderzoek gedaan in het AMC. Hoe is dat zo gekomen?

‘We hebben het AMC benaderd om te bekijken wat de mogelijkheden zijn om Laurent in te wijden in de medische onderzoekswereld, en dan met name in de cardiologie. De insteek was dat hij enerzijds onderzoekers zou ondersteunen in vraagstukken waar ze in vastlopen, voor Laurent een goede intellectuele uitdaging. Anderzijds zou hij klaargestoomd worden om zelf zijn eigen onderzoeksprojecten te gaan doen.’

Hoe vond hij dat?

‘Hij heeft de ervaring op het AMC als zeer prettig ervaren. Toch hebben we besloten om de samenwerking te stoppen. Medisch onderzoek is best een lang traject: wanneer je eraan begint, moet je het ook afmaken. We willen dat Laurent daarvoor het beste team om zich heen krijgt. Het is maar de vraag of dat in Nederland of België zal zijn, want ook internationaal wordt er flink aan hem getrokken. We zijn nu bezig om een keuze te maken voor een universiteit. Daarmee zijn we heel selectief. Laurent is immers nog jong en daardoor kwetsbaar. Uit ervaring weten we dat de medische wereld heel gemeen kan zijn. We willen dat Laurent niet gebruikt wordt voor de eigen agenda, maar dat hij op de plek terechtkomt waar hij zich het beste kan ontwikkelen en kan groeien. Het zou me niet verbazen als hij uiteindelijk in de VS zal gaan studeren.’

Verwachten jullie dat hij ook daadwerkelijk hartchirurg wordt?

‘Hij zegt dat hij dat wil, en Laurent doet altijd precies wat hij zegt. Aan de andere kant begint hij zich steeds meer bewust te worden van zijn talent. Er zijn veel gerenommeerde topwetenschappers die in hem een nieuwe Einstein of Newton zien, die van gigantische invloed kan zijn op de wetenschap. Aangezien arts meer een uitvoerend beroep is, zou hij zijn talent op die manier niet optimaal benutten. Dat beginnen mijn vrouw en ik ons ook steeds meer te realiseren. Waarschijnlijk zal hij daarom vanaf volgend jaar een multigedisciplineerde opleiding op maat gaan volgen, onder begeleiding van een team van topprofessoren. Wat hij uiteindelijk met zijn leven zal gaan doen is aan hem. Het maakt ons niet uit, zolang hij maar gelukkig is. Natuurlijk adviseren we hem wel, maar ondanks zijn leeftijd neemt hij zelf heel volwassen beslissingen.’

Hoe vinden jullie thuis de balans tussen Laurent intellectueel uitdagen en hem ‘gewoon’ kind laten zijn?

‘De één vindt voetbal leuk, de ander houdt van dansen. Als onze zoon gelukkig is met kennis vergaren, steunen we dat. Wat we wel belangrijk vinden is dat hij van veel zaken proeft en dat hij voldoende beweegt. We hebben veel sportclubs versleten, van basketbal en honkbal tot kung fu en breakdance, maar sport en lego zijn nu eenmaal niet aan Laurent besteed. Het is zeker niet zo dat hij alleen maar wetenschappelijke boeken en artikelen leest, Harry Potter en de Donald Duck vindt hij ook leuk. We merken dat hij nu aan het ‘stoeien’ is met zijn talent. Pas als hij het serieuzer neemt, wordt het tijd om hem intellectueel uit te dagen. Daarin zullen wij hem als ouders ondersteunen, maar Laurent bepaalt zelf wat hij wil en wat niet.’

Voor meer artikelen klik hier

Geen gelijke kansen voor mannen en vrouwen?

‘Reanimatie bij vrouw niet anders dan bij man.’

Amerikaans onderzoek wijst uit dat vrouwen minder kans hebben om gereanimeerd te worden dan mannen, wanneer zij een hartaanval krijgen. Mogelijk zijn omstanders bang om de borsten aan te raken. Hoe terecht is deze angst?

In Nederland vinden jaarlijks tussen de 7.000 en 8.000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis, blijkt uit cijfers van de Hartstichting. Meestal is het slachtoffer dan thuis, maar in 30% van de gevallen vindt de reanimatie plaats op straat of in een openbare gelegenheid. Als er binnen 6 minuten wordt gestart met reanimeren en er een AED wordt gebruikt, zijn de overlevingskansen het grootst. In de kostbare minuten voor de ambulance arriveert, kunnen omstanders dus het verschil maken tussen leven of dood.

Daarom is het dus essentieel dat zo veel mogelijk mensen kunnen reanimeren. Volgens het Rode Kruis heeft driekwart van de Nederlanders hiervoor echter onvoldoende kennis. Ook weten de meeste mensen niet hoe ze een AED, een automatische defibrillator, moeten gebruiken. Gelukkig heeft Nederland, als eerste land ter wereld, wel een netwerk van 170.000 burgerhulpverleners die zo snel mogelijk in actie kunnen komen als iemand een hartstilstand krijgt.

Hoe belangrijk adequate kennis over reanimatie is, blijkt wel uit de schokkende resultaten van een recent onderzoek uit de VS. Wetenschappers onderzochten bijna 20.000 gevallen van reanimaties buitenshuis. Daarvan werd 45% van de mannen door een omstander gereanimeerd, ten opzichte van 39% van de vrouwen. De gereanimeerde mannen hadden ook 23% meer kans om de reanimatie te overleven. De onderzoekers vermoeden dat dit grote verschil verklaard kan worden doordat omstanders bang zijn om de borsten van de vrouw te ontbloten of aan te raken. Bij de mensen die binnenshuis – in de meeste gevallen dus door bekenden – werden gereanimeerd, werd er namelijk wél even vaak ingegrepen bij vrouwen als bij mannen.

Mannentorso

De Amerikaanse Hartstichting concludeerde dat er bij reanimatiecursussen meer aandacht besteed moet worden aan het reanimeren van vrouwen, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van vrouwelijke poppen. Bij de meeste cursussen wordt immers gewerkt met een mannentorso.

Jan Franssen, instructeur bij Stichting Reanimatie Limburg, heeft al 46 jaar ervaring met reanimeren. Hij was ruim twee decennia ambulanceverpleegkundige en werkt momenteel op de Spoedeisende Hulp van het Laurentius Ziekenhuis te Roermond. Daarnaast geeft hij al ruim 30 jaar reanimatie- en AED-trainingen, zowel voor ziekenhuismedewerkers als particulieren. ‘Voor mij heeft het bij een reanimatie nooit uitgemaakt of de patiënt een man of een vrouw is’, zegt hij. ‘Ik denk dat dat voor alle professionals geldt. Door het Amerikaanse onderzoek heb ik me echter wel gerealiseerd dat het voor omstanders die weinig of geen ervaring hebben met reanimeren, wellicht anders kan zijn.’

Bij de cursussen van Stichting Reanimatie Limburg wordt een vrouwelijke pop gebruikt met (kleine) borsten. Dit is puur toeval, legt Franssen uit. ‘We leggen in de cursus namelijk geen nadruk op het verschil tussen mannen en vrouwen. Heel af en toe vraagt een cursist er wel naar, en dan leg ik uit dat reanimatie bij vrouwen precies hetzelfde gaat als bij mannen. De borsten hoeven ook niet te worden aangeraakt, want de druk moet juist op het borstbeen in het midden worden gelegd. Als de patiënt op de rug ligt, vallen (grote) borsten automatisch naar de zijkant. Zeker als het om oudere mensen gaat, die doorgaans slappere borsten hebben.’

Afschermen

‘Bij een reanimatie met de hand is het niet per se nodig om de bovenkleding uit te trekken, maar een AED moet wel op de blote huid gebruikt worden’, vervolgt hij. ‘Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die schroom hebben om een vrouw in het openbaar te ontkleden. Zelf probeer ik de patiënt altijd af te schermen van kijkers, maar dit doe ik ook bij mannen. Bij mensen met een islamitische achtergrond, die we sowieso al weinig zien op de cursussen, merk ik soms wel dat ze iets terughoudender zijn wat betreft het reanimeren van vrouwen. Misschien is het ook een vorm van schaamte.’

Hij betwijfelt of zinvol is als er tijdens reanimatiecursussen verschillende soorten poppen worden gebruikt. ‘Er is al langer discussie over of we over moeten gaan op genderneutrale poppen, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat het nodig is dat iedereen leert reanimeren op zowel een mannen- als vrouwenpop. Daarmee zou je namelijk ook verwarring kunnen creëren: je benadrukt dan juist het verschil, terwijl dat er helemaal niet is. Wel heb ik mezelf voorgenomen om meer alert te zijn op het signaleren van vragen bij cursisten over het reanimeren van vrouwen, ook als ze die vragen niet uit zichzelf durven te stellen.’

Voor meer artikelen klik hier

DJ Rob van Someren: Voor reanimatie is het ritme van Staying Alive precies goed

Radio-DJ Rob van Someren (54) kreeg in 2014 een licht hartinfarct. Hij bleek geen klassieke hartpatiënt. Het duurde jaren voor de diagnose echt rond was. Voor zijn programma Somertijd bij Radio 10 organiseert hij eerdaags een Reanimatiedag. Aan Hartpatiënten Nederland vertelt hij waarom.

Wat gebeurde er in 2014 precies?

Na het sporten voelde ik me plots niet lekker. Ik kreeg een tintelend gevoel in mijn linkerarm en een pijnlijke druk op de linkerborst. Mijn beide ouders zijn overleden aan hartfalen. Ik wist dus meteen dat er iets met mijn hart was. Uit de onderzoeken van het AMC bleek dat ik een licht hartinfarct had gehad. De specialist sprak van een schampschot. De hartfunctie was nog 100% intact en littekenweefsel niet gevormd. Maar het hart had wel zuurstoftekort gehad. De afwijkende enzymwaarden toonden dat aan. Alleen duurde het lang voor de oorzaak van het hartinfarct werd gevonden. Die was atypisch.

Kun je dat uitleggen?

Mijn hart kreeg zuurstoftekort, omdat de binnenkant van mijn bloedvaten geïrriteerd raakten. Bij inspannende activiteiten stuwt het bloed sneller door de vaten, dat veroorzaakt wrijving aan de vaatwanden, mijn vaten vinden dat niet leuk en er ontstaat kramp waardoor ze samentrekken  en zich tijdelijk vernauwen. Het bloed krijgt minder ruimte, de bloeddruk stijgt enorm. Bij verdere verkramping kunnen de vaten zich zelfs helemaal afsluiten. Dat werd ontdekt bij de hartkatheterisatie. Normaal is dat pijnloos, maar ik voelde exact waar de slang zat. De behandelend professor stond perplex. Vasculair spasme heet het verschijnsel. Het komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, maar bijna nooit zo extreem als bij mij het geval  is. Hoe dan ook was het eigenlijk tot dit jaar tobben. Met de vaten in rust was niks aan de hand, maar ik kreeg bloedverdunners en medicatie om mijn bloeddruk te verlagen. Zoveel dat zelfs tijdens het sporten de bloeddruk te laag werd.  Zo laag dat ik echt omviel. De balans was zoek. Nu is die medicatie aangepast en gaat het beter.  Ik bezoek een internist in plaats van een cardioloog. Die kan de  werking en combinatie van de medicijnen beter in de gaten houden dan de hartspecialist.

Het is een clichévraag, maar sta je na het hartinfarct anders in het leven?

Tuurlijk is er een vóór en na het hartinfarct. Ik ben me bewuster van zaken, let meer op mijn lijf en de werking van de medicatie. Toch is mijn leven niet echt veranderd, want ik deed nooit heel gek. Op mijn gewicht letten moest ik altijd al. Ik werk nog evenveel,  maak doordeweeks voor Radio 10 mijn programma Somertijd, werk meestal op dinsdag bij de politie in Amsterdam  waar ik vaak noodhulpdiensten draai en ik ben ook trouwambtenaar. Daarnaast heb ik nog twee bedrijven waarmee ik commercials doe, presentaties of drive-in shows in het land houd. Maar ik ben geen 18 jaar meer. Ik heb langer tijd nodig om van vermoeienis te herstellen. Dus als het even kan, draai ik geen nachtdiensten meer bij de politie. De dinsdag is al heftig genoeg. Om 6.15 uur sta ik dan op het politiebureau.  Vóór 15.30 uur  moet ik echt door naar de studio. De luisteraars hebben geen boodschap aan mijn meerdere banen en vermoeidheid. Om mijn conditie op peil te houden, ga ik twee keer per week naar de sportschool. Ik rook al tientallen jaren niet meer. Ik ben nog wel een Bourgondiër, maar verder ben ik best oké.

We hoorden dat je een Reanimatiedag voor je programma Somertijd aan het organiseren bent.

Klopt! Dat idee ontstond eigenlijk spontaan in de studio. We draaiden Staying Alive van de Bee Gees. Ik vertelde dat dat een perfect nummer is als je iemand reanimeert. Je voert je hartmassage uit op het ritme van dat lied. Een collega riep meteen als grap `de Somertijd reanimatiedag’! Ik had snel zoiets van, dát gaan we doen! Mensen die meemaken dat een naaste niet goed wordt, weten vaak niet wat ze overkomt. Er is veelal paniek en schroom. Dat zie ik ook tijdens mijn politiewerk. Het is belangrijk iets van reanimatie te weten. Je kunt eigenlijk ook niks fout doen. Een simpele hartmassage in de minuten voordat de ambulance arriveert, kan al levensreddend zijn. Als het bloed maar circuleert, er iets van zuurstof doorkomt. Het slechtste is niks doen. Dat besef wil ik samen met experts tijdens een speciale gratis training, ergens in Nederland, uitdragen. We hebben een breed publiek, tussen de 20 en 60 jaar, maar nog geen idee hoe groot de belangstelling zal zijn. Het wordt een serieuze middag, maar ook luchtig en laagdrempelig. Waarschijnlijk ergens in de lente van 2018.

Heb je nu al tips voor andere hartpatiënten?

Iedereen weet zelf drommelsgoed wat hij nog in zijn leven kan verbeteren. Doe daar serieus wat mee. Na een hartfalen kun je het ook voor je omgeving niet maken laconiek met je gezondheid om te gaan. Overdreven met ‘gezond’ bezig zijn, is echter ook niet goed. Genieten van het leven blijft belangrijk. Ik zeg maar zo: waarom leef je anders nog? Pluk de dag!

DJ Rob van Someren

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Vragen aan Dr. Michael Jacobs: 3D-beelden maken van een operatie!

 

In maart van dit jaar vond in Maastricht de European Vascular Course (EVC) plaats. Bijzonder onderdeel van het driedaagse congres was onder meer de presentatie van een innovatief 3D-systeem waarmee operaties tot in detail voorbereid kunnen worden. Het congres, georganiseerd door prof. dr. Michael Jacobs van het Maastricht UMC+, trok meer dan 2.000 vaatspecialisten van over de hele wereld naar het Maastrichtse congrescentrum. Voor Hartbrug-Magazine aanleiding om enkele vragen voor te leggen aan prof. dr. Jacobs.

 

Dr. Micheal Jacobs

Waarover ging het congres?

Het congres is gericht op vaataandoeningen en behandelt het volledige spectrum van diagnostiek en behandeling van ader- en slagaderproblematiek. Naast theoretisch onderwijs door experts organiseren wij vele praktische workshops waar de deelnemers training krijgen in diagnostische en therapeutische handelingen. Omdat het zo op praktische vaardigheden is gericht komen vele (jonge) vaatspecialisten naar EVC. Afgelopen jaar ontvingen wij 2300 deelnemers uit 60 verschillende landen.

 

Wat is een aorta-reconstructie?

Als de aorta te wijd wordt, spreken we over een aneurysma. Indien de diameter groter is dan zes cm, is uitschakeling van het aneurysma noodzakelijk om scheuren van de aorta te voorkomen. Dat kan gebeuren door het inbrengen van een stentprothese of een traditionele open operatie. De keuze wordt bepaald door de vorm en uitgebreidheid van het aneurysma alsmede de toestand en wensen van de patiënt zelf.

 

Hoe verloopt een aorta-reconstructie?

Bij uitgebreide aneurysmata, zowel in de borstkast als in de buikholte, is een open operatie een complexe ingreep die een uitgebreide infrastructuur vereist. Bovendien bestaat het team uit verschillende specialisten zoals een vaatchirurg, hartchirurg, anesthesist, hart-longmachine technicus, cardioloog, neurofysioloog en een intensive care specialist. De operatie wordt uitgevoerd met behulp van de hart-longmachine om tijdens het afklemmen van de aorta de organen te beschermen. Tevens worden de functies van de hersenen en het ruggenmerg continue bewaakt om schade te voorkomen. Dan wordt stap voor stap de aorta van boven naar beneden door een kunststof aorta vervangen.

 

Wat zijn de daaraan verbonden risico’s?

De risico’s zijn aanzienlijk, afhankelijk van de gezondheidstoestand van de patiënt, de uitgebreidheid van de operatie en de ervaring van het team. De belangrijkste complicaties die kunnen optreden zijn verlamming van de benen, nierfalen, longontsteking, hartinfarct en overlijden.

 

Er zijn 3D-beelden gemaakt van een reconstructie van de aorta. Hoe gaat dat in zijn werk?

Wij hebben verschillende (complexe) operaties met een speciale 3D-camera opgenomen. Dat is een camera met twee lenzen. Vervolgens hebben we de opnames bewerkt en verkort tot maximaal tien minuten film. Speciale projectoren zijn nodig om de 3D-effecten op het scherm te krijgen.

 

Waarom een 3D-presentatie?

Het is nog steeds zo dat deze complexe operaties alleen maar geleerd kunnen worden door het ontzettend vaak te doen. Daar is een lange leercurve voor nodig. De bedoeling van de 3D-presentaties was om de jonge generatie kennis te laten maken met deze complexe problematiek en te laten zien wat dergelijke ingrepen betekenen. Dat is met 3D vele malen inzichtelijker dan met 2D-weergaves.

 

Hoe waren de reacties op het tonen van de 3D-presentatie tijdens het congres?

Het auditorium zat tot aan de nok toe vol en je kon een uur lang een speld horen vallen. De reacties waren overweldigend, temeer omdat niemand ooit een dergelijke 3D-vertoning van operaties had gezien.

 

Speelt Maastricht in de eredivisie wat betreft dit soort ingewikkelde operaties?

Inderdaad, wij zijn een nationaal en internationaal verwijscentrum voor deze complexe aorta ingrepen, zowel voor de open operaties als de stentimplantaties.

 

Is de techniek van 3D-beelden ook bruikbaar bij andere hartchirurgische of vaatchirurgische ingrepen?

De 3D-filmtechniek is voor elke operatie bruikbaar. Het belangrijkste verschil is de waarde van de derde dimensie, meestal diepte, om de toegang tot het operatiegebied en de operatie zelf beter te kunnen begrijpen.