Ziekenhuisbezoek bij pijn op de borst niet altijd nodig

Niet iedereen met pijn op de borst hoeft hiervoor naar het ziekenhuis. Patiënten met een laag risico op een hartinfarct kunnen door ambulancemedewerkers thuis onderzocht worden, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor hun gezondheid. Bovendien verlaagt deze analyse de zorgkosten. Dit laat onderzoek onder leiding van het Radboudumc zien.

Ambulances vervoeren jaarlijks zo’n 200.000 mensen met pijn op de borst naar de Eerste Hart Hulp (EHH). In het ziekenhuis blijkt vervolgens dat 80 tot 90 procent van deze mensen geen hartprobleem heeft. Zij mogen weer naar huis. Cardiologen van het Radboudumc onderzochten de mogelijkheid om deze patiënten in eerste instantie thuis te onderzoeken, en alleen door te sturen bij een hoog risico op bijvoorbeeld een hartinfarct. Uit de resultaten blijkt dat ziekenhuisbezoek vaak niet nodig is, omdat er geen sprake is van een hartprobleem.

Laag risico op een hartinfarct

Aan het onderzoek deden bijna 900 mensen met pijn op de borst mee. Ambulancemedewerkers beoordeelden hun risico op een hartprobleem aan de hand van de symptomen, leeftijd, risicofactoren en een ECG (hartfilmpje). Bij een hoog risico op een hartinfarct ging een patiënt direct naar het ziekenhuis. Bij een laag risico analyseerden de ambulancemedewerkers de hoeveelheid troponine in het bloed. Dit eiwit komt vrij bij schade aan het hart, en is een indicatie voor een dreigend hartinfarct.

Was het troponinegehalte hoog? Dan ging een patiënt direct naar het ziekenhuis. Maar was het gehalte troponine laag, dan bleef de patiënt thuis, voorzien van nadere instructies zoals contact met de huisarts. Alle patiënten werden tot dertig dagen na de gebeurtenis gevolgd. De onderzoekers wilden weten of er in die periode alsnog een groot hartprobleem, zoals een hartinfarct, optrad.

De kans hierop was heel klein. In de patiëntengroep die thuisbleef met een laag troponinegehalte, trad er in 0.5% van de gevallen een groot hartprobleem op, in de groep die met een laag troponinegehalte alsnog naar het ziekenhuisging was dit 1.0%. Arts-onderzoeker Joris Aarts: ‘Patiënten met een laag risico op een hartinfarct kunnen over het algemeen veilig thuisblijven. Dit is goed nieuws, want een spoedrit met de ambulance en ziekenhuisopname zijn ingrijpende gebeurtenissen. Nu weten we dat het vaak niet nodig is.’

Verminderen van zorgkosten

Daarnaast verlaagt deze nieuwe analyse bij de patiënt thuis de zorgkosten. De onderzoekers berekenden dat het meer dan 600 euro per patiënt scheelt als ze niet naar het ziekenhuis hoeven. Cardioloog en hoofdonderzoeker Cyril Camaro: ‘Als we dit in heel Nederland invoeren, scheelt dit op jaarbasis tot wel 48 miljoen euro. In het Integraal Zorgakkoord wordt gehamerd op meer doelmatige zorg. Hier spelen we allemaal een rol in.’

Daarnaast benadrukt hij ook een betere inzet van ambulances: ‘We zetten ambulancemedewerkers slimmer in. Bovendien zijn zij, ondanks de thuismeting, sneller beschikbaar voor een nieuwe patiënt omdat ze niet met elke patiënt naar de EHH hoeven.’ Ten slotte kan deze aanpak ook helpen om het probleem van Eerste Hulp-sluitingen bij drukte aan te pakken.

Samenwerking

Camaro richt zich de komende jaren op de implementatie van dit project. Recent kwam een landelijk consortium bij elkaar, met hierin alle Nederlandse onderzoeksgroepen die zich bezighouden met de beoordeling van een patiënt voordat deze in het ziekenhuis komt, de zogeheten pre-hospitale triage. Voor de landelijke uitrol van deze nieuwe strategie zijn strikte monitoring en goede scholing en training cruciaal. Bij een deel van de patiënten met pijn op de borst, de hoogrisicopatiënten, is nog niet duidelijk of deze strategie goed werkt. Een landelijk vervolgonderzoek is hierbij wenselijk.

Tot slot benadrukt Camaro de samenwerking in de keten: ‘In dit onderzoek werkten we met veel collega’s samen. Dat moest ook, want een mogelijke verandering in beleid heeft gevolgen voor iedereen: de patiënt, het ambulancepersoneel, huisartsen, spoedartsen en cardiologen. Daarom moeten we het samen doen.’

Over de publicatie

Deze publicatie verscheen 10 februari 2023 online bij European Heart Journal: Rule-out of non-ST-segment elevation acute coronary syndrome by a single, pre-hospital troponin measurement: a randomised trial – Cyril Camaro, Goaris W.A. Aarts, Eddy M.M. Adang, Roger van Hout, Gijs Brok, Anouk Hoare, Laura Rodwell, Frank de Pooter, Walter de Wit, Gilbert E. Cramer, Roland R.J. van Kimmenade, Peter Damman, Eva Ouwendijk, Martijn Rutten, Erwin Zegers, Robert-Jan M. van Geuns, Marc E.R. Gomes, Niels van Royen on behalf of the ARTICA Investigators.

De ARTICA-studie werd mede mogelijk gemaakt door ZonMw en Betaalbaar BeterAmbulancezorg Gelderland-Midden en Gelderland-ZuidWitte Kruis Zeeland en Noord- en Oost-GelderlandZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen en RAV Brabant-Midden-West-Noord deden mee aan het onderzoek.

Bron: www.radboudumc.nl

Onderzoek naar radio-ablatie bij ernstige hartritmestoornissen van start

Voor een deel van de patiënten met ernstige hartritmestoornissen (ventriculaire tachycardie, VT) bieden huidige behandelingen, zoals medicatie of ablatie, geen oplossing. Onderzoekers van het Maastricht UMC+ en Maastro, in samenwerking met 30 partnerorganisaties in 8 Europese landen, gaan daarom onderzoek doen naar een nieuwe behandelmethode: niet-invasieve radio-ablatie.

Bij  VT krijgt de patiënt een abnormaal snel hartritme dat ontstaat in één van de kamers van het hart. Het komt meestal voor bij personen met een reeds bestaande hartziekte, maar kan ook erfelijk zijn en gezien worden bij personen met een aangeboren hartafwijking. VT kan enkele hartslagen duren maar kan ook voor een langere periode aanwezig zijn, wat levensbedreigend is voor de patiënt.

Ablatie werkt niet

Patiënten met VT, bij wie medicijnen niet voldoende werken, komen normaal gezien eerst in aanmerking voor zogenaamde katheterablatie. Met een speciale katheter verhitten de artsen het stukje hartweefsel dat hartritmestoornissen veroorzaakt. Hierdoor wordt de ritmestoornis als het ware uitgeschakeld. Bij een deel van de patiënten helpt de katheterablatie echter niet, bijvoorbeeld omdat de katheter het stukje hartweefsel niet kan bereiken.

STAR-behandeling

Het onderzoeksconsortium doet sinds 2021 onderzoek naar de behandeling van VT door middel van niet-invasieve radiotherapie (STereotactische Aritmie Radioablatie of STAR). Een soortgelijke radiotherapie wordt al meer dan 10 jaar gebruikt voor de behandeling van longkanker. De komende jaren gaan de onderzoekers in kaart brengen of deze bestraling bij VT veilig en uitvoerbaar is. Cardiologen in het Maastricht UMC+ doen daarbij nauwkeurig onderzoek naar de precieze plaats van ontstaan van de ritmestoornissen. Clinici en onderzoekers van Maastro zijn onder andere verantwoordelijk voor de juiste toepassing van radiotherapie en kijken naar de invloed van beweging op de dosisverdeling, zoals bijvoorbeeld door ademhaling en de hartslag.

Start

Afgelopen maand werd het eerste EU-brede STAR-behandelingsregister opengesteld. Dit betekent dat de onderzoekers de STAR-behandeling kunnen gaan toepassen voor zorgvuldig geselecteerde patiënten, met als doel om in 2025 gegevens van ruim 300 patiënten in het STAR-behandelingsregister te hebben opgenomen. Zo kan er een goed beeld worden gevormd van de effecten en bijwerkingen van de behandeling. In de daaropvolgende twee jaar worden de patiënten nauwgezet gevolgd.

STOPSTORM

Het onderzoek vindt plaats binnen het Europese STOPSTORM consortium (Horizon 2020 project). Voor meer informatie over STOPSTORM, bekijk de video of ga naar www.stopstorm.eu.

Bron: www.mumc.nl

Mechanische hartklep

Al haar hele leven heeft Mirjam Oerlemans (57) klachten. Ze is geboren met een hartafwijking: een bicuspide aortaklep. Door de jaren heen ging Mirjam steeds verder achteruit, waardoor haar vorig jaar een risicovolle operatie te wachten stond. Ze had afscheid genomen van haar familie en al, maar wist wonder boven wonder goed uit de operatie te komen.

Vroeger al kon Mirjam nooit meekomen met leeftijdsgenoten. Gingen zij een stukje rennen, was zij in een mum van tijd moe. Ze was nog maar zestien jaar toen ze haar eerste hartaanval kreeg en net de twintig gepasseerd toen het opnieuw fout ging met haar hart. “Ik stond altijd onder controle, maar er werd verder nooit echt actie ondernomen. Echter lieten nieuwe onderzoeken en technieken door de jaren heen zien dat ik steeds meer defecten aan mijn hartklep had. Maar mijn annulus, waar een eventuele nieuwe hartklep in zou moeten komen, bleek te klein en vervormd te zijn. Daardoor zou er volgens artsen nooit een klep in kunnen die ervoor zou zorgen dat ik weer normaal functioneerde.”

(meer…)

Gecombineerde hart-levertransplantatie in UMCG – eerste in Nederland

Een 35-jarige patiënte van het UMCG had de primeur: zij kreeg als eerste patiënt in Nederland tegelijkertijd een nieuw hart én een nieuwe lever. Een groot team van hartchirurgen, leverchirurgen en andere specialisten voerde de unieke transplantatie, die in totaal bijna 24 uur duurde, uit. De patiënte maakt het inmiddels goed en is gestart met haar revalidatie. Deze transplantatie was mogelijk door de jarenlange expertise op het gebied van aangeboren hartafwijkingen én alle expertise van het UMCG Transplantatiecentrum te combineren. Bij het UMCG staan meerdere patiënten op de wachtlijst voor eenzelfde gecombineerde transplantatie.

Aangeboren hartafwijking

De patiënte heeft een ernstige aangeboren hartafwijking: het rechterdeel van haar hart ontbreekt. Sinds haar geboorte is ze al een aantal keer in het UMCG aan haar hart geopereerd. Door deze aandoening wordt ook de lever overbelast. Bij vrijwel alle patiënten met deze aandoening leidt dat tussen hun 30ste en 40ste jaar tot levercirrose. Daardoor hebben patiënten last van veel vochtophoping en kortademigheid waardoor ze regelmatig moeten worden opgenomen in het ziekenhuis. Uiteindelijk houdt de lever op met functioneren. Voor deze patiënten is geen behandeling meer mogelijk; een groot deel van hen overlijdt op korte termijn. In Nederland zijn enkele honderden mensen met deze zeldzame hartaandoening. Deze gecombineerde transplantatie biedt voor een aantal van hen weer perspectief.

Tweede leven

Ook bij de 35-jarige patiënte van het UMCG ging de lever het afgelopen jaar snel achteruit. Dit jaar moest ze daarom al vaak in het UMCG opgenomen worden. “Ik ben mijn hele leven al een vaste ziekenhuisklant”, vertelt ze. “Door mijn hartafwijking weet ik niet beter. Desondanks kon ik in mijn jeugd en tienerjaren een vrij normaal leven leiden. Ik kon uitgaan, ging studeren. Maar nu de laatste jaren ook mijn lever zoveel problemen gaf, was een normaal leven leiden steeds moeilijker geworden. Ik kon steeds minder. Met deze organen heb ik een tweede leven gekregen. Ik ben ontzettend dankbaar. Dankbaar dat de artsen dit kunnen, maar ik ben ook de donor heel dankbaar. Het is een heel dubbel gevoel dat doordat een ander overleden is, ik een nieuwe toekomst krijg.”

UMCG Hartcentrum én transplantatiecentrum

Dat deze bijzondere transplantatie juist in het UMCG plaatsvond is geen toeval. Het centrum voor congenitale hartafwijkingen (CCH) van het UMCG heeft al meer dan 75 jaar ervaring met de zorg voor hartpatiënten die vaak van jongs af aan tot op volwassen leeftijd onder behandeling van het UMCG zijn. Daarnaast is het UMCG hét transplantatiecentrum van Nederland voor volwassenen en kinderen met een zeer succesvol levertransplantatieprogramma. Transplantatiespecialisten van hart- en leverziekten hebben de handen ineengeslagen om patiënten, voor wie een gecombineerde transplantatie het laatste redmiddel is, weer een toekomst te bieden.\

Zeer complexe operatie

Zeventien medisch specialisten en meer dan 30 ondersteuners, verdeeld over drie diensten. Zoveel mensen waren er nodig om de operatie die bijna 24 uur duurde uit te voeren. Eerst werd het hart getransplanteerd en vervolgens de lever. “Eigenlijk was alles aan deze operatie gecompliceerd”, vertelt een van de hartchirurgen. “Het hart van deze patiënte was zeer afwijkend, maar de ‘aansluiting’ ervan, zoals de (slag)aderen, ook. Nu moesten we dus een normaal hart met de afwijkende aansluitingen verbinden. Maar ook het aansluiten van de lever was complex, net als het overnemen van de vitale functies door de hartlong-machine.” Tijdens de harttransplantatie werd de lever aangesloten op een perfusiemachine, zodat de bewaartijd van de lever buiten het lichaam met bijna zeven uur veilig verlengd kon worden tot aan de levertransplantatie.

Voorbereidingen

Aan de gecombineerde transplantatie gingen jaren van voorbereidingen vooraf. De hartchirurgen en leverchirurgen hebben met elkaar protocollen geschreven en de operatie minutieus uitgedacht. Er is veel contact geweest met buitenlandse experts uit onder andere de Verenigde Staten die deze operatie al hebben uitgevoerd. Vooraf werden eventuele risico’s en knelpunten van de operatie en de periode daarna grondig geanalyseerd. Ook de selectie van patiënten -wie komt er voor deze transplantatie in aanmerking? – gebeurde zeer zorgvuldig.

Omdat iedere patiënt vanwege de aangeboren aandoening anatomisch anders is, wordt naast de protocollen en voorbereidingen voor iedere individuele patiënt een persoonlijk operatieplan gemaakt. De chirurgen die dienst hebben op het moment dat de geschikte donororganen zich aandienen, kunnen volgens dat plan de operatie uitvoeren.

Vertrouwen

Ook de patiënte heeft toegeleefd naar de transplantatie. “Mijn lever werd steeds slechter, mijn hart was natuurlijk al slecht. Ik kon bijna niets meer, was constant moe. En dan zeggen je behandelaars: er is misschien nog een uitweg, iets nieuws, wat we nog nooit hebben gedaan. Ik heb er eigenlijk niet over na hoeven denken. Ik had ook niet veel keus. Het was dit, of… ja, of niets. Ik had heel veel vertrouwen in de artsen. En heb ook veel vertrouwen in mijn nieuwe hart. Ik kan weer vooruitkijken. Nu moet ik nog op krachten komen, maar ik kijk er naar uit om straks weer een veel actiever leven te kunnen leiden. Langere wandelingen, maar ook verre, actieve reizen. Mijn droom is het Noorderlicht zien. Dat zal nog wel even duren. Eerst moet ik met iedere dag fysiotherapie en sporten weer fit worden. Ik heb veel te lang op de bank moeten zitten.”

Bron: UMCG

Ziekenhuismenu moet plantaardig zijn, vinden veel artsen

HEERLEN – Plantaardig eten moet standaard menu worden in de ziekenhuizen. Zo’n 700 artsen en zorgmedewerkers schaarden zich achter een manifest van die strekking. In elf New Yorkse ziekenhuizen is plantaardig menu al standaard. Nu hier nog. Initiatiefnemer is Patrick Deckers, orthopedisch chirurg in de Zuyderland ziekenhuizen in Heerlen en Sittard, oprichter van Caring Doctors. Dat zijn zes artsen die iets willen doen aan allerlei welvaartsziekten die het gevolg zijn van teveel vlees en zuivel consumeren. Zij wijzen daarbij ook op de nadelige gevolgen voor het klimaat van de bio-industrie.

Onze planeet kan in de toekomst tien miljoen mensen voeden, maar onder voorwaarde dat eetgewoonten en voedselproductie en -aanbod veranderen. Dat bleek onlangs uit een rapport van de EAT-Lancet Commission on Food, Planet, Health opgesteld door 37 wetenschappers. De zes artsen van Caring Doctors baseren hun inzichten op dat rapport.

Deckers vreest onder meer dat dierenziekten veroorzaakt door de bio-industrie kunnen overslaan op mensen en voor nieuwe pandemieën gaan zorgen. Hij is niet tegen vlees eten, maar wijst erop dat met name rood en bewerkt vlees, dat kanker kan bevorderen, nog steeds geserveerd wordt in de ziekenhuizen.

Hartpatiënten Nederland is netwerkpartner van lifestyle4health

Wereldprimeur voor Catharina Hart- en Vaatcentrum: nieuwste hart-longmachine in gebruik genomen

Specialisten van het Catharina Hart- en Vaatcentrum hebben als eerste ziekenhuis ter wereld de nieuwste hart-longmachine in gebruik genomen. Een hart-longmachine wordt bediend door een perfusionist en neemt de bloedsomloop en longfunctie van de patiënt over tijdens een (open)hartoperatie. Perfusionisten van het Catharina Ziekenhuis zijn nauw betrokken geweest bij het ontwikkelen en verbeteren van het nieuwe perfusie-systeem. Na een uitgebreide testperiode is de machine begin deze week met succes ingezet bij een hartoperatie in Eindhoven. De patiënt herstelt voorspoedig.

Nieuwste technologie

De hart-longmachine voldoet aan de voorwaarden van nieuwe Europese wetgeving voor medische hulpmiddelen (MDR). De machine is voorzien van de nieuwste technologie, waardoor met grote betrouwbaarheid real-time metingen in het bloed van de patiënt plaatsvinden. De perfusionist beschikt daardoor direct over patiënt-specifieke informatie. “Wij zijn nu meer dan ooit in staat om een behandeling op maat aan te bieden, ik kan nu sneller en gerichter reageren op veranderende omstandigheden”, aldus perfusionist Eddy Overdevest van het Catharina Ziekenhuis.

De nieuwe hart-long machine is volledig voorbereid om te communiceren met het ziekenhuis patiënten-informatie-systeem. “Dat zorgt voor een efficiënte workflow en zorgt er ook voor dat de perfusie-data van grote patiëntengroepen onderzocht kunnen worden in relatie tot het effect op de behandeling. Dergelijke onderzoeken bieden vooral voordeel voor de patiënt en de kwaliteit van de behandeling.”

Belangrijke speler op het gebied van hartbehandelingen

“Het Catharina Hart- en Vaatcentrum is continu bezig om de hartzorg voor patiënten te verbeteren.  Het centrum is een belangrijke speler op het gebied van hartbehandelingen. De perfusionisten van het centrum zijn vanaf de start nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van dit state-of-the-art perfusie-systeem. We zijn er trots op dat zij onze nieuwste machine als eerste in dit centrum hebben gebruikt”, zegt directeur Chiara Orsini van LivaNova. Het bedrijf ontwikkelt medische apparaten en is marktleider op het gebied van perfusie-systemen.

Perfusionisten, klinisch fysici, technisch- en ICT-personeel zijn sinds de plaatsing van de nieuwe hart-long machine twee maanden geleden, bezig geweest met het testen van het nieuwe systeem in een simulatie opstelling, het uitvoeren van risico-analyses en de koppelen van datastromen. In totaal wil het ziekenhuis zeven systemen aanschaffen.

Bron: Catharina ziekenhuis

Nieuw kinderhartrevalidatieprogramma voorkomt problemen op latere leeftijd

Kinderen met een hartafwijking hebben vaker gedrags- en leerproblemen dan kinderen zonder hartafwijking. Wanneer een kind niet goed meekomt, wordt het sneller moe, verliest het plezier in sport en spel en is er vaker sprake van frustratie en boosheid. Door kinderen en hun omgeving in deze fase goed te begeleiden kunnen problemen op latere leeftijd worden voorkomen.

Het speciale kinderhartrevalidatieprogramma van het Willem-Alexander Kinderziekenhuis (WAKZ) van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en (kinder)revalidatiecentrum Basalt biedt uitkomst. Het helpt kinderen tussen de 8 en 12 jaar, hun gezinnen en begeleiders om de fysieke en mentale belastbaarheid te herstellen en zelfvertrouwen te herwinnen. Zorgverleners vanuit verschillende expertisegebieden (fysiotherapeut, psycholoog, bewegingsagoog, ergotherapeut etc.) vormen een behandelteam rondom de kinderen en hun familie. Het programma is een waardevolle aanvulling op het medische en psychosociale zorgpad dat al werd aangeboden binnen het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL).

Problemen op latere leeftijd voorkomen

Derk Jan Ten Harkel, kindercardioloog LUMC: “Hartrevalidatie bij kinderen is een essentieel traject. Door onze jarenlange ervaring weten we dat met zo’n traject problemen en leed in het latere jongvolwassen leven van deze kinderen kan worden voorkomen.”

Marianne Dieleman, revalidatiearts Basalt: “Doordat we kinderen leren hun grenzen te kennen en waar mogelijk te verleggen, bouwen ze zelfvertrouwen op. Bij ouders en begeleiders bestaat vaak de angst dat het kind iets, gezien de historie, niet aankan. Onze multidisciplinaire aanpak waarbij de expertise van bijvoorbeeld een fysiotherapeut, een psycholoog en een ergotherapeut samenkomt helpt deze vicieuze cirkel te doorbreken, waardoor problemen op latere leeftijd voorkomen kunnen worden.”

Kinderhartrevalidatietraject

In Nederland worden jaarlijks zo’n 1500 kinderen geboren met een hartafwijking. Een kwart van deze kinderen heeft een ingreep nodig in het eerste levensjaar, zoals een hartkatheterisatie of een hartoperatie. De levensverwachting van deze kinderen is over het algemeen goed, maar veel kinderen ervaren later de nadelige consequenties van hun ziekenhuisopname en de ingreep. Verminderde conditie op jonge leeftijd leidt tot achterstand en onzekerheid tijdens de jonge kinderjaren. Op de langere termijn (20-30 jaar) zien cardiologen vervolgens complicaties zoals hartfalen, ritmestoornissen en psychosociale problematiek. Een kinderhartrevalidatietraject voorkomt dat deze groep van de regen in de drup terecht komt.

Bron: LUMC

Hartpatiënten Nederland bezorgd na berichtgeving over cardiologen

Hartpatiënten Nederland is bezorgd na berichtgeving over cardiologen die zouden worden betaald door de medische industrie, zonder dat ziekenhuizen daarvan afweten. De NOS maakte dat afgelopen week bekend. “Tientallen cardiologen ontvangen miljoenen euro’s van de medische industrie, achter de rug van ziekenhuizen om. Voor die betalingen moeten ze vooraf toestemming vragen aan hun ziekenhuisbestuur, om belangenverstrengeling te voorkomen. Maar dat gebeurt in veel gevallen niet”, aldus de NOS.

De NOS en Nieuwsuur analyseerden honderden betalingen uit de medische industrie aan specialisten. Daaruit bleek volgens de NOS dat cardiologen in niet-academische ziekenhuizen in vergelijking met andere specialisten en ziekenhuizen veel geld krijgen gestort op hun bv’s en stichtingen.

Strenge voorwaarden

“Medische bedrijven sponsoren regelmatig specialisten om bijvoorbeeld wetenschappelijke onderzoeken uit te voeren”, aldus de NOS. “Dat is alleen toegestaan onder strenge voorwaarden, om het risico op beïnvloeding of zelfs omkoping zo klein mogelijk te maken.

Zo moet iedere betaling van een leverancier van medische hulpmiddelen vooraf goedgekeurd worden door het ziekenhuis waar de specialist werkt. Dat is belangrijk, omdat artsen ook meebeslissen over bijvoorbeeld pacemakers en stents die ze bij patiënten gebruiken. Bij de voorkeuren van de arts mogen sponsorbetalingen van bedrijven geen rol spelen.”

Ontbrekende toestemming

De NOS deed navraag bij negen ziekenhuizen, waaruit bleek dat tenminste zeven besturen niet voor alle betalingen vooraf toestemming gaven. Drie besturen wisten zelfs geeneens dat hun cardiologen de bv’s of stichtingen hadden. Het gaat om het Amphia Ziekenhuis in Breda, het Albert Schweitzer-ziekenhuis in Dordrecht en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) in Nijmegen.

Volgens Omroep Brabant kregen cardiologen van het Amphia in Breda achter de rug van het bestuur om 1,8 miljoen euro in drie jaar tijd.

Sponsoring

Hartpatiënten Nederland vindt het al decennia een probleem dat specialisten worden gesponsord door medische bedrijven, bijvoorbeeld om de inkoop van bepaalde producten voorrang te geven. “Het risico is dat er omkoping ontstaat”, zegt Rob van Eijbergen, hoogleraar integriteit en kwaliteit van organisaties aan de NOS. “De vraag is of cardiologen vrij en onafhankelijk hun mening konden geven over welke middelen er nodig zijn, of dat zij zich door andere motieven lieten inspireren. Het ziekenhuis moet daarom als derde partij meekijken naar de gelden die worden ontvangen.”

Wetenschappelijk onderzoek

“De cardiologen van de drie ziekenhuizen uit Dordrecht, Breda en Nijmegen laten weten het geld voornamelijk te hebben besteed aan wetenschappelijk onderzoek en onderwijs”, aldus de NOS. “Ze betaalden bijvoorbeeld zichzelf om onderzoek te doen, financierden er promovendi mee en organiseerden symposia. Volgens hen is er geen sprake van omkoping.

Wel geven ze toe dat de regels niet goed zijn gevolgd. “We moeten vaststellen dat we er onvoldoende bij hebben stilgestaan om toestemming te vragen aan de raad van bestuur voor het aangaan van overeenkomsten”, zeggen bijvoorbeeld de cardiologen van het Amphia Ziekenhuis.”

Inspectie

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd laat aan de NOS weten controles via zelfregulering over te laten aan de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). Hierin zitten brancheorganisaties van artsen, ziekenhuizen en leveranciers van medische hulpmiddelen. Deze GMH hield naar eigen zeggen onlangs een steekproef bij 19 contracten. Daaruit zou zijn gebleken dat bij vijf contracten de goedkeuring door het ziekenhuisbestuur ontbrak. De GMH deelde in die tijd echter geen waarschuwingen uit.

Onze reactie op de berichtgeving

Hartpatiënten Nederland vindt dat de verschenen mediaberichten aanleiding zijn tot nader onderzoek. De berichtgeving doet het ergste vrezen. Dat maakt het nodig dat een en ander tot op de bodem wordt uitgezocht door de bevoegde instanties. Hartpatiënten Nederland zal dit proces op de voet volgen.

Oproep hartchirurgen: houd IC-bedden vrij voor hartpatiënten bij nieuwe coronagolf

Hartchirurgen van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven doen een oproep aan de politiek om een deel van de IC-bedden beschikbaar te houden voor hartpatiënten die geopereerd moeten worden.

Daarvoor zou de politiek een noodplan moeten maken, zegt de Eindhovense hartchirurg Bart Koene in het Eindhovens Dagblad. Na een hartoperatie hoeft iemand meestal maar één dag op de IC te liggen, terwijl iemand met corona zo’n IC-bed zeker twee weken bezet houdt, inclusief het bijbehorende personeel. Koene wijst erop, dat juist de hartzorg de afgelopen twee jaar het meest heeft ingeleverd aan de coronazorg.

Uit cijfers van de Nederlandse Hart Registratie bleek dat het aantal hartoperaties vorig jaar met 15 procent terugliep in vergelijking met de tijd voor corona. Dat baart hartchirurgen en cardiologen grote zorgen. Wachttijden lopen op tot vijf maanden. Vóór corona stonden in Eindhoven 100 mensen op de wachtlijst, nu zijn er dat 170, aldus Koene. Terwijl in 2019 nog 1500 openhartoperaties werden uitgevoerd, lag dat aantal de twee jaren daarna 15 procent lager, en nu zit het ziekenhuis nog op 10 procent minder dan het gemiddelde, aldus Koene in het ED.

Bron: ED.nl

Primeur in Catharina Hart- en Vaatcentrum: hartchirurgen voeren twee kijkoperaties uit tijdens één behandeling

Hartchirurgen Niels Verberkmoes (l) en Ferdi Akca

Twee verschillende kijkoperaties aan het hart in één behandeling! Het is een primeur in het Catharina Ziekenhuis. Een patiënt met hartritmestoornissen en een vernauwde kransslagader was in een operatie van drie uur van beide klachten af. Bij de patiënt werd door middel van een kijkoperatie een omleiding gemaakt. Via dezelfde toegang is ook een operatie gedaan om het hartritme te herstellen. Beide operaties zijn geslaagd; de patiënt herstelt goed van zijn twee-in-één-operatie.

Deze gecombineerde operatie zal vaker worden uitgevoerd in het Catharina Ziekenhuis. Hartchirurg dr. Ferdi Akca: “De gouden standaard voor beide operaties is nu nog dat het borstbeen moet worden geopend. In sommige gevallen hoeft dat dus niet meer. En beide operaties zijn goed te combineren. Patiënten die hiervoor in aanmerking komen, herstellen sneller na de operatie, er is minder bloedverlies en een kortere opnameduur in het ziekenhuis. Daarnaast is er ook een cosmetisch voordeel, want de gemaakte openingen zijn heel klein.”

Borstbeen niet geopend

In het Catharina Hart- en Vaatcentrum worden verschillende hartoperaties via een minimaal invasieve benadering uitgevoerd. Voor patiënten die vernauwingen hebben van de kransslagaders is dit een zogenoemde ENDOCAB operatie (Endoscopic Coronary Artery Bypass). Bij deze ingreep wordt via een kijkoperatie de omleiding gemaakt. Het borstbeen hoeft hierbij niet te worden geopend.
Via drie kleine openingen (5 mm) aan de zijkant van de borstkas wordt de borstslagader vrijgemaakt, die wordt gebruikt als omleiding. Via een kleine incisie tussen de ribben wordt vervolgens de omleiding gemaakt op een kloppend hart.

Uitgebreide ervaring

Voor het eerst zijn nu de ervaringen van twee kijkoperaties aan het hart gecombineerd. Hierbij is er via de ENDOCAB operatie een omleiding gemaakt met de borstslagader en via dezelfde toegang ook een operatie gedaan om het hartritme te herstellen, de zogenoemde mini-MAZE operatie. “Ons centrum heeft uitgebreide ervaring met de mini-MAZE operatie. Deze operatie kan goed uitgevoerd worden via de sleutelgat incisies die gemaakt zijn voor het maken van de omleiding”, aldus hartchirurg dr. Niels Verberkmoes, één van de betrokken hartchirurgen bij deze primeur.

Hartteam

Bij elke patiënt die een hartoperatie moet ondergaan in het Catharina Ziekenhuis wordt uitvoerig gekeken of dit middels een minimaal invasieve methode uitgevoerd kan worden. Dit is echter niet voor alle patiënten en ingrepen mogelijk. In het Hartteam wordt een weloverwogen beslissing gemaakt wat de beste behandeling is.

Bron: Catharina Ziekenhuis