Wat u niet wilt dat u geschiedt

 

Behandel anderen zoals u zelf behandeld had willen worden. Dat is volgens de Engelse arts Penny Sartori de voornaamste les die zij heeft getrokken uit haar jarenlange werk op de intensive care (IC) van een ziekenhuis. Daar kwam ze in aanraking met patiënten die haar vertelden over hun bijna-doodervaringen, kortweg BDE’s genoemd. Het voornaamste wat we van deze ervaringen kunnen leren is het aloude ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’, laat ze weten.

 

Ze begon als verpleegkundige op de IC in een Engels ziekenhuis. In 1995 maakte ze daar iets mee dat haar hele leven zou veranderen. Ze verzorgde een man, die duidelijk stervende was, schrijft ze in haar onlangs gepubliceerde boek ‘Levensvreugde na BDE’s’.  Zij kende de man goed, hij lag al veertien weken op de IC. Hoewel de patiënt niet kon praten omdat hij via zijn luchtpijp was verbonden met een beademingsapparaat, sprak uit de ogen in zijn van pijn verwrongen gelaat maar één smekende boodschap, aldus Penny: ‘Laat me met rust, laat me in vrede sterven, laat me toch sterven.’ Die ervaring veranderde haar leven. Het almaar rekken van levens, iets wat patiënten als een marteling ervaren, was voor haar niet langer ‘normaal’. Zeker niet toen steeds meer patiënten haar vertelden over wat ze hadden meegemaakt toen ze dood gingen, maar bijvoorbeeld na reanimatie weer tot leven werden gewekt. Daarover schreef ze haar boek, vol verhalen van mensen die terugkeerden uit een andere wereld, meestal een wereld vol schoonheid, vrede, liefde en waar geen pijn was. Terug op ‘aarde’ bleken deze mensen alle angst voor de dood kwijt te zijn. Integendeel, ze weten dat de dood een bevrijding is, iets heel moois.

 

Al sinds 1975 wordt er geschreven over BDE’s. De afgelopen decennia pruttelden artsen, wetenschappers en specialisten tegen, het zou gaan om hallucinaties van een stervend brein. Maar recent wetenschappelijk onderzoek in ziekenhuizen bewijst dat deze stervenservaringen echt zijn, ook al kunnen wij ze niet verklaren, aldus Sartori. We kunnen er kortom niet meer omheen. Er ís leven na de dood.

 

Penny Sartori was verpleegkundige (later werd zij arts) die van haar ziekenhuis toestemming kreeg een jarenlang onderzoek uit te voeren naar bijna-doodervaringen. De vruchten van dat onderzoek publiceert ze in haar boek.

 

Dr. Sartori was graag bereid vragen van Hartbrug-Magazine te beantwoorden. Heel belangrijk is dat mensen al tijdens hun gezonde leven rekening gaan houden met hun aanstaande dood, laat ze desgevraagd weten. Al was het maar omdat je nooit kunt weten wanneer het moment daar is. In onze maatschappij is de dood helaas taboe. En dus denken we er niet over na. Ook niet over onze eigen dood, of die van onze geliefden. Klopt de dood dan aan onze deur, dan raken we volledig in paniek en weten niet meer wat te doen. Dat alleen al is al beangstigend, aldus Sartori. ‘Als verpleegkundige op de IC heb ik maar al te vaak meegemaakt hoe mensen dood kunnen gaan op het moment waarop ze dat het minst verwachten’, weet Sartori. ‘Mensen zijn bang omdat ze niet weten wat hen te wachten staat. Mensen die een bijna-doodervaring hadden, zeggen naderhand dat hun angst voor de dood is verdwenen.’

 

Vlak voor mensen sterven, zien ze in een flits hun hele leven aan zich voorbij trekken. Mensen die terugkeren na een bijna doodervaring vertellen hierover vaak. ‘Wat ik mensen zou willen voorhouden is: wat voor zin heeft het afdraaien van de complete levensfilm vlak voor je dood? Want dat gebeurt. Dat kan alleen maar zin hebben omdat je er iets van leert, en bedoeld is om je gedrag te veranderen. Als de dood het eind zou betekenen, waarom dan zo’n ‘film’ op het eind van je leven?’

 

‘Sinds ik me bezig houd met bijna-doodervaringen word ik geconfronteerd met mijn eigen sterfelijkheid, en dat heeft me geholpen het leven meer te waarderen! Ik leef nu meer in het moment, hier en nu, dan vroeger. Ik ben er heilig van overtuigd dat wanneer we meer leren over de dood we ook meer leren over het leven.’

 

Ze vertelt hoe ze 20 jaar geleden een routinematig leven leidde ‘zoals iedereen’, huisje-boompje-beestje, boodschappen doen, koken, huishouden, werken. Dingen dus die niet echt een betekenis hadden. Ze dacht er niet over na en ging er van uit dat haar vrienden, familieleden en geliefden het eeuwige leven hebben, zoals zo veel mensen aannemen. ‘Ik had nergens echt diep over nagedacht’, vertelt ze. ‘Na de dood bestudeerd te hebben en veel mensen gesproken te hebben die een bijna-doodervaring hadden, kijk ik heel anders tegen het leven aan.’

 

‘Het is belangrijk dat we meer controle kunnen hebben over het moment van onze dood dan we ons realiseren. We kunnen ons op onze dood voorbereiden op om het even welke leeftijd, ook al zijn we jong en gezond. Ik vind het belangrijk te denken over een ‘doodsplan’: waar wil je sterven, wie moet daarbij zijn, wil je muziek horen etc.’

 

Penny Sartori

Op de bussen van HartbrugReizen: mannen met hart voor hun vak

 

We kunnen en willen niet zonder ze op reis. De buschauffeurs die voor HartbrugReizen werken, doen meer dan alleen het stuur vasthouden. Ze hebben leuke weetjes over de reisbestemmingen, maar vooral ook oog en gevoel voor hun passagiers. Wim Godding is zo’n man. Nu hij na 63 busreizen met vervroegd pensioen gaat, valt het afscheid vele vaste reizigers zwaar. Gelukkig zijn Roland van Helden en Peter Keijsers waardige opvolgers. We spraken ze alle drie over de passie voor hun werk.

 

‘Chauffeur, hoe laat zijn we volgende week zondag thuis?’ Wim Godding (61) grinnikt. ‘Het was een vraag die ik ge-regeld bij aanvang van de reis kreeg. Dan vertelde ik altijd het verhaal over die reis naar de Costa Brava toen we vroeg in het seizoen, na een dagexcursie, door plotse sneeuwval kwamen vast te zitten. De elektriciteitskabels lagen over de weg en ons hotel konden we niet meer bereiken. Dat werd met zijn allen overnachten in de bus. De volgende dag zouden we naar huis rijden, maar dat ging ook niet. De reis duurde uiteindelijk een dag langer.’ Ondanks het ongemak koestert Wim warme herinneringen aan de gebeurtenis: ‘Er was geen avondeten en de volgende ochtend waren we niet op tijd voor het ontbijt. Toch mopperde niemand. Bananen en koekjes werden met zijn allen gedeeld. De saamhorigheid was geweldig.’ Het persoonlijke contact dat je dan maakt, daar gaat het Wim om. En dat contact is tijdens elke reis belangrijk. ‘In mijn introductiepraatje op de bus stelde ik altijd aan de mensen voor om open naar iedereen in de groep te zijn. Op die manier valt er niemand buiten. Dat werkte goed, daar deden de mensen iets mee. Ikzelf ook. Als je ziet dat een mevrouw niet helemaal op haar gemak is, omdat zij voor de eerste keer zonder partner reist, dan is even een praatje maken belangrijk. Heel simpel wat tijd nemen voor een kop koffie samen zodat ze zich niet langer alleen voelt. Met zijn allen zorgden we op die manier steeds snel voor een familiegevoel.’

 

Niets meer moeten

Wims betrokkenheid maakte hem geliefd bij de Hartbrug-reizigers. Met een aantal heeft hij zelfs nog altijd contact. Maar sinds zijn reis naar Berlijn afgelopen december is hij weg. Moet dat nou? ‘Bij Munckhof (het touringcarbedrijf waarmee HartbrugReizen samenwerkt) werkte ik fulltime  en was ik ook erg actief in de belangenbehartiging voor chauffeurs. Niet altijd een makkelijke combinatie en toen het financieel kon, besloot ik toch voor mezelf te kiezen. En ja, door mijn vertrek daar, ben ik helaas ook bij HartbrugReizen weg.’ Wat gaat Wim nu doen? ‘Vooral dingen die niet moeten. Ik houd van fotograferen, dat weten de Hartbrug-reizigers wel, omdat ik belangstellenden altijd een CD met mijn foto’s stuurde. Verder eindelijk ook wat langere reizen maken met mijn vrouw, fietsen en wandelen. Fijn samen genieten. Vervelen ga ik me zeker niet.’ Wim heeft alle vertrouwen in zijn opvolgers Roland en Peter. ‘Ze werken ook voor Munckhof en we hebben elkaar natuurlijk al over de HartbrugReizen gesproken.’ Maar wie zijn die nieuwe mannen precies?

 

Fonkelende oogjes

Na 21 jaar als allround medewerker bij een bekende  champignonconservenfabriek belandde Roland van Helden (46) op de touringcar. ‘Vanwege een reorganisatie liep dat zo, maar achteraf gezien had ik veel eer-der internationaal buschauffeur moeten worden. Na acht jaar bevalt het werk nog steeds uitstekend.’ Roland maakt graag van elke reis een feestje. Niet zo verwonderlijk misschien voor een man die erg actief is in het lokale verenigingsleven en duidelijk voor gezellig gaat. ‘Ja, ik ben ceremoniemeester van de carnavalsvereniging van Horst. Maar alles met groot verantwoordelijkheidsgevoel en beleid hoor. Ook op de bus bereid ik alles goed voor. Mocht er zich toch onverwacht een probleem voordoen, dan probeer ik dat op te lossen. Zoals tijdens een concertreis naar Tirol, toen de airconditioning uitviel, terwijl het boven de 30 graden Celsius was. Ik ben zelf een monteur gaan zoeken. Als dank kreeg ik een zwembroek in lederhosenstijl van de groep. Wel moest ik er later nog een keer mee op de foto. Dat heb ik gedaan, met mijn gezin, mijn vrouw en drie dochters, onder de palmbomen. De foto stuurde ik na. Zo grappig. Ik doe het werk voor de fonkelende oogjes.’

 

Klik in het Louvre

Net als Roland maakte ook Peter Keijsers (54) een latere carrièrreswitch. ‘Ik was adviseur in de agrarische bedrijfssector. Denk aan het inrichten van stallen. Toen dat werk steeds commerciëler werd, ben ik iets anders gaan zoeken. Lange tijd was ik secretaris van de lokale manege-vereniging. Ik organiseerde van alles. Tegenwoordig ben ik accordeonist in een shantygroep. Dat sociale aspect vond ik ook in mijn werk als buschauffeur. Ik help en ondersteun de mensen graag, dus bij voorkeur pendel ik niet alleen van A naar B. Mijn vriendin is eraan gewend dat ik regelmatig van huis ben. Nooit spijt gehad van mijn ommekeer. Vaak houd ik ook bijzondere herinneringen aan reizen over. Eén keer had ik een extra goede klik met een verlamde man van zo’n 40 jaar. Samen gingen we naar het Louvre in Parijs. Hij genoot enorm van de schilderijen daar. We maakten er later een fotoboek van. Hij had ook zo’n humor. Voor het afscheidsdiner had hij een gedichtje gemaakt. Spreken ging bijna niet dus daar hielpen de verzorgers en ik mee. Het was ongelofelijk ontroerend. Die meerwaarde leveren, daar gaat het me om. Ook bij HartbrugReizen.’

Misverstanden van het hart

 

Het toeval heeft vele eeuwen lang de kennis over hart- en vaatziekten bepaald. Men dacht te begrijpen wat men met het blote oog kon zien. Het inzicht van de medicijnman of de chirurgijn bleek echter meestal een slag in de lucht, achteraf bezien dan. Of erger nog: een waanidee van een persoon die zich uitgaf als genezer, en die dat soms zelfs ook nog geloofde… Arme patiënt van toen!

 

Lang hebben dan ook tal van gedachtenfouten over de werking van het menselijk hart rampen veroorzaakt. Dat is de gezondheidswerkers van heel lang geleden niet echt kwalijk te nemen, ze wisten gewoon niet beter.

 

Nú kijken we moeiteloos naar het levende hart. Harten en bloedvatstelsels worden zelfs als 3-dimensionale ‘real time’ hologrammen tevoorschijn getoverd.

 

Maar in het Egypte van zo’n 1500 v. Chr. werd een hart pas geruime tijd na de mummificering van het lichaam oppervlakkig bekeken. En dan waren er inmiddels tal van veranderingen in opgetreden, zoals de omvang ervan. Zó ontstond toen de gedachte dat het hart de eerste tientallen jaren van het leven groeide, om daarna snel te krimpen. Dat het hart ín de mummie was ingedroogd door verdamping van lichaamsvocht, nee daar stond men niet bij stil, daar werd geen moment aan gedacht.

 

De oude Egyptenaren leefden bovendien in de veronderstelling dat zich in hun lichaam een keurig rechtlijnig systeem van kanalen bevond. Die zouden zorgen voor het transport van hun bloed en voedingsstoffen naar alle organen op moeilijk bereikbare plekken in het lichaam. Zo ongeveer als de kanalen waarmee hun landerijen werden bevloeid.

 

Honderden jaren verder in de tijd, omstreeks 500 jaar voor Christus, werd voor het eerst lichamelijk onderzoek gedaan bij overledenen. Niet op grote schaal, maar door een enkeling. Zoals door de Griekse filosoof en medisch theoreticus Alcmaeon van Croton (uitspraak: Alkmaíon). Hij was leerling van de eveneens Griekse wiskundige en wijsgeer Pythagoras. Alcmaeon wilde álles weten, hij was een niet alleen geïnteresseerd in meteorologie, astrologie en filosofie maar ook in geneeskunde. Zo ontdekte hij het bestaan van verschillende soorten bloedvaten, de slagader en de ader, en zag ook in dat het hart een spier was. Toch maakte ook hij een denkfout: hij meende ten onrechte dat tijdens de slaap de bloedtoevoer naar de slagaders stopte en zich daaruit terugtrok…

 

Zelfs de Griekse arts Hippocrates (460-377 v. Chr.), wier eed van trouw aan de geneeskunde nog altijd door nieuwe artsen wordt gezworen, maakte een denkfoutje: hij meende dat de hartslag in onze polsslagader door het bloedvat zelf wordt veroorzaakt – en niet door het hart.

 

En zo waren er meer wijsgeren en artsen uit die tijd die er naast zaten, ook al zijn hun hersenspinsels nú aardig als ‘weetjes’. Plato dacht bijvoorbeeld dat de longen het hart konden afkoelen wanneer het, door passie bezeten, wel erg snel klopte. Aristoteles beschouwde het hart als de centrale stookplaats voor onze lichaamswarmte, maar ook als de kern van de zintuigen. Ook de Griekse arts Galenus (129-199 na Chr.) dacht in die richting, zij het dat hij serieus meende dat het kloppen van het hart het directe gevolg was van het ‘oplaaiende hartvuur’.

 

Zijn eveneens Griekse collega-arts Erasistratus van Ceos vergeleek de werking van het hart met die van de blaasbalg die een smid gebruikt om vuur aan te wakkeren. Toch zat hij er in de uitleg van zijn theorie niet eens ver naast: door de samentrekkende bewegingen van het hart wordt bloed uitgepompt, precies zoals gebeurt wanneer een blaas wordt samengeperst…

Galenus, een knappe kop in die tijd, dacht ook dat het bloedvolume in het menselijk lichaam  meebewoog met de getijden van de zee. Het bloed kende in zijn visie een eb en een vloed…

 

Intimiteit na een hartaandoening

 

U heeft recentelijk een ingreep ondergaan naar aanleiding van uw hartaandoening en vraagt zich af in hoeverre lichamelijke intimiteit tussen uw partner en u hierna nog mogelijk is?

 

Niets om u voor te schamen. Ervaart u toch enigszins een bepaalde vorm van gêne om dit openlijk met uw cardioloog te bespreken? Hartbrug-Magazine doorbreekt het taboe.

 

Lichamelijke intimiteit is ‘a part of life’ en is een persoonlijke aangelegenheid. Vandaar dat erover spreken – vooral bij de oudere generatie – als ongepast wordt ervaren. Lichamelijke intimiteit is echter wel degelijk bespreekbaar, vooral in medische kringen. Wij helpen u graag op weg om openlijk het onderwerp aan te snijden.

 

Professionele aanbevelingen

Tijdens het terugkerende jaarlijkse ‘European Society of Cardiology’ (ESC Congress), is enkele jaren geleden het onderwerp intimiteit bij hartpatiënten uitgebreid behandeld. De aanbevelingen van de ‘Europese Raad van Hart- en Vaatziekte Verpleegkundigen’, worden gezien als de eerste wetenschappelijke verklaring met gedetailleerde informatie voor hartpatiënten. Volgens hen hoort elke patiënt advies te krijgen van zijn of haar cardioloog, over intimiteit naar aanleiding van de betreffende hart- en vaatziekten.

De behandelende arts(en) horen een actievere rol te spelen in het verschaffen van uitleg aan de patiënt.

Vervolgens kan in samenspraak vastgesteld worden in hoeverre de patiënt intimiteit kan hervatten, dan wel voortzetten. Mocht geslachtsgemeenschap om welke reden dan ook afgeraden worden, dan hoort de patiënt op de hoogte te worden gebracht van andere mogelijke opties voor aangepaste intimiteit.

 

Wat is verantwoord?

Pasklare antwoorden zijn onmogelijk. Logischerwijs omdat elke hartpatiënt anders is en de betreffende hartaandoening een andere uitwerking op diens lichaam heeft. Er zijn echter wel enkele terugkomende mogelijke oorzaken te benoemen.

 

Voor veel hartpatiënten speelt angst een grote rol. Deze angst gaat vaak gepaard met depressieve gedachten, die zich uiteindelijk ontpoppen in onzekerheid en belemmering omtrent lichamelijke intimiteit. In plaats van met deze gevoelens rond te blijven lopen en daarmee niet alleen de psychische, maar ook fysieke klachten te verergeren, is het positief om de vragen die uw gedachten overheersen simpelweg uit te spreken.

 

Omdat hartpatiënten vaak bang zijn om bij lichamelijke inspanning (weer) hartproblemen te krijgen, baseren veelvoorkomende vragen zich op het wel/niet aankunnen van die inspanning. Het antwoord daarop krijgt u door een zogeheten inspanningsonderzoek te doen waarbij de inspanningstolerantie wordt bepaald. Naar aanleiding hiervan kan uw cardioloog u gedetailleerd inlichten omtrent de sterkte van uw hart om lichamelijke intieme activiteiten te hervatten.

 

In sommige gevallen zorgt de medicatie voor beperkingen op het lichamelijk vlak. Ook hier kan in  overleg met de cardioloog gekeken worden naar mogelijke alternatieven of bijkomende hulpmiddelen die mentaal en/of lichamelijk een positieve uitwerking hebben op de lichamelijke intimiteit.

 

Polikliniek Seks & Cardiologie

Wilt u voor uw eigen gemoedstoestand graag alles nalopen, maar doet u dat liever buiten uw reguliere cardioloog om? Dat kan! Recentelijk zijn de allereerste ‘Seks & Cardiologie’ poliklinieken geopend in Lelystad en Almere-Poort, onder leiding van de medische cardiologie-keten ‘Hartkliniek Nederland’. Dus mocht u onder behandeling staan bij een andere cardioloog? Geen probleem. Handig om te weten; de zorgverzekering vergoedt de gemaakte kosten.

 

Het spreekuur staat geheel in het teken van patiënten met hart- en vaatziekten die kampen met vragen en/of problemen omtrent dit -voor velen- lastig bespreekbare onderwerp. Uitsluitend een cardioloog van de kliniek leidt het spreekuur. De cardioloog werkt nauw samen met een psycholoog, seksuoloog en uroloog.

 

Tijdens het spreekuur worden intimiteitsproblemen besproken naar aanleiding van een hartaandoening zoals bijvoorbeeld hartfalen en/of een hartinfarct, maar ook onderzocht en waar mogelijk verholpen. Het uiteindelijke doel is om voor de hartpatiënt een zo duidelijk mogelijk beeld te schetsen van haar of zijn mogelijkheden op dit gebied.

 

Bent u bang dat u wellicht onverhoopt een belangrijke vraag vergeet? U kunt uzelf van te voren voorbereiden door u in te lezen en opkomende vragen alvast te noteren. Zo weet u zeker dat u ook daadwerkelijk al uw vragen stelt.

 

 

 

Tips

Blijft u rondlopen met verontrustende ideeën omtrent een toenemende bloeddruk en hartslag rondom lichamelijke intimiteit? Houd in het achterhoofd dat diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de risico’s betreffende lichamelijke intimiteit en hartpatiënten meevallen. Indien van toepassing; volg het doktersadvies en houd rekening met de beperking(en) van uw hart.

 

 

Enkele nuttige tips:

Voldoende beweging heeft een positieve bijdrage aan lichamelijke intimiteit

Beëindig de lichamelijke intimiteit wanneer u zich minder prettig voelt

Gebruik geen medicatie zoals bijvoorbeeld Viagra zonder dit te overleggen met huisarts of cardioloog

Wees voorzichtig met lichamelijke intimiteit;

  • Bij extreme vermoeidheid,
  • Binnen drie uur na een zware maaltijd,
  • Na het consumeren van alcohol,
  • Tijdens of vlak na het ervaren van heftige emoties,
  • In een te warme of koude omgeving

 

Benieuwd naar ervaringen van lotgenoten omtrent dit onderwerp? Bezoek het forum op www.hartpatienten.nl en praat mee!

 

Bron ‘Tips’: Cardioloog R.A.M. van Langeveld (hartfalenderwijs.nl)

Hartpatiënten Nederland bezorgd over stijgend aantal zieken bij snelwegen

 

Bedreigt uw auto uw hart?

 

ROERMOND – Het opschroeven van de maximumsnelheid op Nederlandse snelwegen naar 130 kilometer per uur heeft een desastreuze uitwerking op onze luchtkwaliteit. Dat zegt de Vereniging Milieudefensie na nieuwe berekeningen. Bovendien stijgen de gezondheidsrisico’s voor mensen die nabij deze verkeersaders wonen. De luchtvervuiling kost direct omwonenden gemiddeld 20 maanden (!) van hun leven.

 

Het aantal mensen met hart- en vaataandoeningen, vormen van kanker en longziekten zal de komende jaren onherroepelijk toenemen, zeggen zowel deskundigen als patiëntengroepen. Ook Hartpatiënten Nederland is bezorgd over deze ontwikkeling en vreest voor de gezondheid van velen.

 

Slachtoffers van luchtvervuiling zullen te betreuren zijn bij trajecten waar deze nieuwe snelheid geldt, stelt de milieu-organisatie. Het gaat onder meer om de A27 bij Breda en Oosterhout en de A2 bij Urmond (Limburg). Milieudefensie maakt aldaar melding van een aanzienlijke stijging van de concentraties stikstofdioxide en fijnstof in de buitenlucht. Het niveau van de luchtverontreiniging zou nu al met 81 procent zijn gestegen.

 

De nieuwe berekeningen hebben ook in de Tweede Kamer tot onrust geleid. De CDA-fractie  noemde het ‘buitengewoon kwalijk dat de minister geen oog heeft voor omwonenden’. Coalitiepartner PvdA begrijpt niet ‘hoe de keuze is gemaakt de snelheid te verhogen terwijl er een kans op overschrijding is’.

Verantwoordelijk minister Schultz (Verkeer en Waterstaat) zei het beeld niet te herkennen zoals dat wordt geschetst.

Hoe deze discussie ook verdergaat, wereldwijd is erkend dat luchtverontreiniging een sluipend kwaad is, een stille moordenaar. Jaarlijks sterven alleen al in de VS zo’n 200.000 mensen aan milieugevolgen door de uitstoot van de zware industrie en het wegverkeer. Bij verhoging van hun snelheid stoten auto’s en vrachtwagens per kilometer meer schadelijke stoffen uit dan bij lagere snelheden. Dat geldt niet uitsluitend voor stikstofdioxide, maar ook voor het broeikasgas koolstofdioxide. Ongeveer de helft van de overlijdensgevallen heeft een direct wetenschappelijk aangetoond verband met ozon en fijnstof.

 

Luchtervuiling kan bestaan uit gassen, zoals stikstofdioxide of ozon, en fijnstof. Doorslaggevend bij die fijnstof is, volgens experts, de grootte van de deeltjes. Fijnstof is een verzamelnaam voor deeltjes die klein genoeg zijn om langs ons immuunsysteem in de luchtpijp en de longen te glippen. In de luchtwegen bevinden zich microscopisch kleine haartjes die deeltjes wegfilteren die groter zijn dan circa 10 micrometer. Alle deeltjes die de afweer passeren zijn schadelijk, sommige meer dan andere. Fijnstof uit verbrandingsmotoren wordt tot de meer schadelijke soort gerekend, stof van een zandweg lijkt minder schadelijk. Luchtvervuiling is vooral schadelijk voor mensen met een hartziekte of slechte longen.

 

Kennislink.nl, een goed geïnformeerde populair-wetenschappelijke Nederlandse website, vatte het sluipende gezondheidsprobleem voor bewoners van intensieve verkeersgebieden jaren geleden al treffend samen: ‘Je hebt geen overgewicht, eet gezond en probeert elke dag netjes dertig minuten te bewegen. Met die leefstijl denk je de kans op een hartaanval aanzienlijk te verkleinen. Toch blijken veel mensen die een hartaanval krijgen niet tot de klassieke risicogroepen te behoren. Zien we iets over het hoofd? Lopen we op dit moment allemaal het risico om een hartaanval in te ademen?’

Met haar opmerking dat zij het door Milieudefensie geschetste beeld niet herkent, lijkt minister Schultz bijna te ontkennen dat wel degelijk een directe relatie bestaat tussen luchtverontreiniging en gezondheidsschade, zoals hart- en vaatproblemen.

 

Dat oorzakelijk verband tussen hart- en longschade en luchtverontreiniging werd al ver in de vorige eeuw – begin december 1952 – aangetoond met het ontstaan van The Great Smog, de grote mist, in Londen. Duizenden Londenaren stierven toen aan hart- en longziekten. Zelfs de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) refereert daaraan in een aardige historische beschouwing over dit fenomeen, dat elke twijfel wegneemt.

 

‘Londen ging gebukt onder weersomstandigheden die zich sindsdien nooit meer hebben voorgedaan. De mist was zo dik dat mensen hun eigen voeten niet meer konden zien. Het was koud en de kachels werden flink opgestookt. Uit de schoorstenen kwam een dikke zwarte walm, want de kachels brandden toen nog op steenkool. Een ooggetuige zei later dat hij het gevoel had dat ‘iemand een berg autobanden in de fik had gestoken’. Volgens artsen van die tijd was de doodsoorzaak van veel mensen zuurstoftekort in het bloed, veroorzaakt door longen die verstopt raakten door infecties. De longproblemen hielden niet op toen de smog verdween en weken later waren de sterftecijfers nog veel hoger dan normaal.’

 

Een ramp zoals in het Londen van de jaren vijftig zal zich waarschijnlijk niet meer voordoen – immers, steenkool als voornaamste bron van brandstof, is wat naar de achtergrond geraakt (hoewel nog steeds nieuwe steenkolencentrales in Europa verrijzen). Maar The Great Smog blijft symbool van het gevaar van luchtvervuiling, stelt NVVC.

 

Op de Klimaatconferentie, afgelopen najaar gehouden in Parijs, is het overeengekomen terugdringen van de opwarming van de aarde met 2 graden onmiddellijk te vertalen in redding van vele honderdduizenden burgers. Zij kunnen nu ontkomen aan een vroegtijdige dood door long-, hart- en vaatziekten.

 

Klimaatconferentie pretendeert honderdduizenden levens te redden

Eilandhoppen in eigen land; de Waddeneilanden  

 

‘Het is heerlijk genieten op de Wadden’, is een veel gehoorde uitspraak. En dat is niet zo gek! Want met vijf eilanden, is het vijf keer zoveel genieten. Maar wat zijn de hotspots van de eilanden en niet geheel onbelangrijk: hoe en wat in geval van nood? HartbrugReizen laat u kennismaken met De Wadden.

 

Doordat u omringd bent door een open horizon en de Waddenzee, is elke oogopslag op zich al bijzonder. De vijf eilanden – Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog – hebben ieder afzonderlijk hun charmes. Van algehele rust tot het gezellige dorpsleven; op de Waddeneilanden is het allemaal te vinden!

 

De eilanden

Op de Wadden bent u weg van het alledaagse leven thuis. Hier heerst het eilandritme; liefkozend ook wel het ‘eeuwenoude ritme van eb en vloed’ genoemd. Voor welk eiland u ook kiest, vaststaat dat ontspanning met stip op nummer één staat. Het gehele jaar door vinden er allerlei evenementen plaats. Hierdoor bent u niet seizoensgebonden en kunt u de ontspanning opzoeken wanneer het u uitkomt.

 

Texel

Texel staat onder andere bekend als een sportief eiland en zoals op elk Waddeneiland heel veel natuur. Een combinatie van beide biedt bij uitstek bijvoorbeeld de  ‘Lammetjeswandeltocht’ in het voorjaar. De routes doorkruisen Texel terwijl u onderweg Texels schoon tegenkomt. Maar ook het varende festival ‘Horizontoer’ in de zomermaanden, is een lust voor alle zintuigen. Een vloot authentieke zeilschepen brengt 75 artiesten naar elk eiland apart in 10 dagen. Deze dagen staan in het teken van muziek, (straat)theater en cabaret, maar ook diverse (kinder)activiteiten.

 

Vlieland

Het intieme en stille, maar gastvrije (en tevens autovrije) Vlieland leert u pas echt kennen tijdens ‘Rondje Vlieland’ waarbij u de uitgestrekte Noordzeekust, de Vliehors (een zandvlakte van twintig vierkantekilometer) en de Waddenkust met vele vogels en weidse luchten in u opneemt. Behoefte aan wat gezelligheid? Bezoek dan in de zomermaanden een Vlielandse braderie.

 

Terschelling

Terschelling is het eiland van de dorpjes waar cultuur u niet zal ontgaan! Het jaarlijkse, terugkerende Oerol laat u tien dagen lang genieten van de meest uiteenlopende voorstellingen op diverse locaties. Cultuur en natuur staan centraal en zijn tevens kenmerkend voor Oerol. Voorafgaand vindt een unieke wandel- en Nordic-Walkingevenement plaats: ‘Fjoertoer’. ‘Toer’ is de Terschellingse benaming voor ‘Brandaris’; de oudste vuurtoren van Nederland. Het ‘fjoer’ dat bovenop de toren brandt en licht geeft, leidt de deelnemers langs het eiland terwijl kunstenaars onderweg voor vuur- en lichteffecten in de nachtelijke duisternis zorgen.

 

Ameland

Op Ameland bent u op de juiste plek voor actie en beleving. Wat dacht u van een demonstratie van de paardenreddingboot die u even laat teruggaan in de tijd. Steekt u liever de handen uit de mouwen? Neem dan deel aan het ‘Klein Vaarwater Wandeltocht’. Een ideale mogelijkheid om in het voorjaar een weekend erop uit te trekken.

 

Schiermonnikoog

Schiermonnikoog biedt rust, maar ook recreatie. Het eiland is eigenlijk één groot nationaal park. Lekker wandelen en fietsen. Kijk in de zomer maandagen naar het beachsoccer toernooi en bezoek in december het tweejaarlijkse ‘Midwinterfestival’.

Voor een compleet overzicht van de evenementen per eiland bezoek: www.wadden.nl

 

Waddenhoppen

Bezoekt u graag alle eilanden? Maak dan gebruik van de directe bootverbindingen tussen de eilanden onderling. Op deze manier bezoekt u niet alleen de Waddeneilanden, maar ook de Waddenzee en het overige Waddengebied. Houdt er wel rekening mee dat sommige directe bootverbindingen vanwege de wisselende weersomstandigheden op de Waddenzee, maar een paar keer per jaar mogelijk zijn.

 

De Waddenzee

De Waddenzee staat sinds juni 2009 op de UNESCO-wereld-erfgoedlijst en dat is niet zomaar. De Waddenzee omvat een biologisch ecosysteem dat alleen te vinden is aan de Nederlandse, Duitse en Deense Noordzeekust. Elke zes uur wisselen eb en vloed elkaar af. De eilanden zijn voortdurend in beweging. Deze verschijning noemt men ook weleens ‘wandelen’.

 

Op de lange termijn is het veranderende landschap meer dan goed zichtbaar. De eilanden verplaatsen zich namelijk langzaamaan van West naar Oost. Daarnaast worden geulen afgewisseld met drooggevallen zandplaten. De variatie aan landschappen zorgt ervoor dat de Waddenzee een uniek leefgebied is voor ontelbaar veel (zeldzame) plant- en diersoorten. Het is niet alleen een groot voedselrijkdom, maar ook een uiterst belangrijke tussenstop voor veel trekvogels.

 

SOS

Texel behoort van oudsher tot Noord-Holland, terwijl de overige vier eilanden deel uitmaken van Friesland. Hierdoor is het patiëntenvervoer in geval van nood tussen eerstgenoemde en de overige vier anders geregeld. Alle eilanden beschikken over hun eigen huisartsen- en ambulanceposten, maar voor het ziekenhuis wordt een toevlucht gezocht op het vaste land. Voor Texel is dit het Gemini Ziekenhuis in Den Helder.

 

Tot 21:30 uur verbindt de veerboot Texel met het vaste land. Hierna zijn de zogeheten nachtelijke ziekenreizen voor (acute) noodgevallen. De ziekenreizen komen in actie na een oproep van de alarmcentrale naar aanleiding van een melding van een post. Mocht de boot niet uit kunnen uitvaren bij te hoog of te laag water, dan wordt bijvoorbeeld de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) ingeschakeld.

 

Voor de Friese Waddeneilanden geldt dat de ambulancezorg geregeld is door middel van ambulancehelikopters. Op deze manier wordt de tijd voor patiëntenvervoer beperkt en dit is in bepaalde gevallen zeer belangrijk voor de overlevingskansen. Oftewel: u kunt met een gerust hart op reis naar de Wadden!

Een hartoperatie in aantocht; en nu?

 

Uw hoofd tolt, want binnenkort ondergaat u een hartoperatie. Hartbrug Magazine helpt u orde te scheppen in de wirwar van ontelbaar veel vragen en ging in gesprek met cardio-thoracaal chirurg Sandeep Singh van het Isala ziekenhuis in Zwolle. Hij vertelt…

 

Hoe bereidt u zich voor op een hartoperatie?

‘De feitelijke patiëntgegevens op papier en het daarbij horend beeldmateriaal doornemen, is een deel van de voorbereiding, maar het is net zo belangrijk om met de patiënt in gesprek te gaan. Om tot in de puntjes voorbereid te zijn, bespreken wij als team van tevoren alle informatie. Tevens maak ik een beoordeling ten aanzien van de mogelijke complicaties.’

 

Hoe ervaart u een hartoperatie?

‘Mijn beroep is zowel geestelijk als fysiek zwaar, want het omvat grote en pittige operaties, maar het is één van de vakken waarbij resultaat direct zichtbaar is en dat trekt mij.

 

Wat kan een patiënt na een hartoperatie verwachten met betrekking tot de pijn?

‘Wij streven ernaar dat geen enkele patiënt pijn lijdt, maar helaas is enig ongemak na een hartoperatie onontkoombaar vanwege onder andere het te herstellen borstbeen. De patiënten worden hierop voor de operatie al voorbereid en ontvangen tips om mogelijke pijn na de operatie te verlichten. Eén daarvan is om bijvoorbeeld tijdens het hoesten een kussentje tegen het borstbeen te houden. Sowieso krijgen alle patiënten standaard pijnstilling.’

 

Wat kan een patiënt na een hartoperatie verwachten met betrekking tot het herstel in het ziekenhuis?

‘Na de operatie komt de patiënt op de IC (Intensive Care) terecht waarna hij/zij naar de verpleegafdeling gaat. De duur hiervan is afhankelijk van de gesteldheid. In principe mag een patiënt na de operatie alles doen wat binnen zijn of haar mogelijkheden ligt. Wel moet in acht worden gehouden dat het borstbeen – overigens goed gefixeerd met staaldraden – moet herstellen, en qua belasting, enigszins ontzien moet worden. Er wordt direct een start gemaakt met het herstellen van de conditie zodat de patiënt zo snel mogelijk weer op de been is. In geval van vragen kan de patiënt zich altijd wenden tot de verpleging, zaalarts of behandelend chirurg. Van te voren worden zowel de patiënt als de naasten, mondeling en schriftelijk goed geïnformeerd. Wanneer de tijd daar is om thuis verder te herstellen, worden de belangrijkste aspecten voor een voorspoedig herstel doorgenomen in een ontslaggesprek.’

 

Wat kan een patiënt na een hartoperatie verwachten met betrekking tot de revalidatie?

‘De revalidatie is zowel fysiek als mentaal gericht en begint bij ons in het ziekenhuis op de zogeheten ‘Verpleeg- en beweegafdeling’. Het terugwinnen van het vertrouwen in het eigen lichaam en zelfredzaamheid staan centraal. Het eten wordt bijvoorbeeld niet aan bed geserveerd, maar de patiënt moet het zelf ophalen op de daarvoor aangewezen plaats als hij daartoe in staat is. Een team van specialisten variërend van verpleegkundige tot psychologen en diëtisten staat klaar om de patiënt te begeleiden. Eenmaal thuis is het mogelijk voor de patiënt om een hartrevalidatieprogramma te volgen in ons Isala ‘Leef- en beweegcentrum’. In mijn optiek dient een operatie voorwaarden te scheppen voor verder herstel, want een operatie zonder revalidatie is niet compleet. Hetzelfde geldt voor een kapotte auto waarvan je de motor repareert, maar de banden niet. Uiteindelijk rijdt de auto nog steeds niet optimaal, want aan de hele auto moet aandacht worden besteed.’

Vitamine D:  onmisbaar voor uw gezondheid

 

Vitamine D is belangrijk voor een goede gezondheid en wordt steeds vaker in verband gebracht met hart- en vaatziekten. Maar niet iedereen krijgt er voldoende van binnen. Gelukkig is dat vrij gemakkelijk op te  lossen.

 

Stevige botten en tanden, dat willen we allemaal. Daarvoor is vitamine D essentieel. Deze vitamine heeft ons lichaam nodig om calcium uit voeding in het lichaam op te nemen. En dat hebben onze botten en tanden nodig om sterk te blijven. Gelukkig maakt ons lichaam een groot deel van de benodigde vitamine D zelf aan uit zonlicht; de belangrijkste bron van vitamine D. Ook zit de vitamine in onze voeding: vooral in vette vis, vlees en eieren. Daarnaast wordt het kunstmatig toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten.

 

Toch krijgt lang niet iedereen voldoende vitamine D binnen. In 2012 heeft de Gezondheidsraad daarom de normen voor vitamine D-inname aangescherpt tot 20 microgram per dag voor 70-plussers. Voor vrouwen van 50 tot 70 jaar, kinderen tot 4 jaar en mensen die onvoldoende in de zon komen, is dit 10 microgram per dag. Bij de kinderen verloopt de vitamine D-inname redelijk, maar van de ouderen gebruikt nog niet een op de vijf de aanbevolen vitamine D-supplementen, bleek vorig jaar uit onderzoek.

 

De reden waarom juist ouderen extra vitamine D moeten slikken, is omdat in de loop der jaren de capaciteit van het lichaam om zelf vitamine D uit zonlicht aan te maken vermindert. Daardoor neemt de botdichtheid af en lopen ouderen een grotere kans op botbreuken.

 

Hart- en vaatziekten

Botten en tanden zijn niet de enige reden om te zorgen voor voldoende vitamine D. Er zijn steeds meer onderzoeken die een vitamine D-tekort in verband brengen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Zo toonde een groot bevolkingsonderzoek in Denemarken aan dat een laag vitamine D-niveau een hoger risico geeft op ischemische hartziekten: aandoeningen van het hart die ontstaan door vernauwingen van de kransslagaderen rond het hart.

 

Ook speelt vitamine D een belangrijke rol in het immuunsysteem. En Duits onderzoek toonde aan dat vitamine D een ontstekingsremmend effect heeft bij congestief hartfalen, waarbij het hart het bloed niet meer rond kan pompen, waardoor de druk in de hartholten en het vaatstelsel toeneemt. Kortom: vitamine D is een onmisbare vitamine voor een goede gezondheid.

 

Toch is het niet slim om, voor de zekerheid, zomaar extra vitamine D-pillen te gaan slikken, gaf Lisette de Groot, hoogleraar Voeding van de Oudere Mens, onlangs nog aan in dagblad Trouw. ‘We weten nog te weinig over mogelijk schadelijke effecten van te hoge doses vitamine D’, zei zij. Ze adviseert daarom stellig om je te houden aan de adviezen van de Gezondheidsraad. ‘Die zijn gebaseerd op hard wetenschappelijk bewijs.’ Volgens De Groot vermindert de kans op botbreuken met 20 tot 30 procent als ouderen de geadviseerde dosering gebruiken.

 

Ga naar buiten!

Wie niet tot bovengenoemde groepen van kleine kinderen of 70-plussers behoort, kan meestal ook zonder supplementen toe. Een uitzondering geldt voor mensen met een (heel) donkere huidskleur, want een donkere huid maakt minder vitamine D aan dan een lichte huid. Ook voor hen dus het advies om dagelijks 10 microgram extra vitamine D te slikken.

 

Voor de rest van de mensen geldt: wie voldoende vitamine D-rijke voeding eet en voldoende buiten komt heeft meestal geen supplementen nodig. Dagelijks even in de zon is dus belangrijk, maar overdrijf het niet, want te veel zonnen verhoogt het risico op huidkanker. Een paar minuten zonlicht per dag is het beste. Op die manier vermijdt u schadelijke effecten door de zon en maakt het lichaam wel voldoende vitamine D aan. De huid laten verbranden is helemaal uit den boze.

 

Zonnen onder de douche

Niet iedereen komt er aan toe om voldoende buiten te zijn en in Nederland werkt de zon ook bepaald niet altijd mee. De vakantieappartementen van Hartpatiënten Nederland in Roermond en Scheveningen zijn sinds kort uitgerust met een Sunshower: een soort zonnebank voor onder de douche. De Sunshower zorgt voor een lage dosis UV-licht, waardoor het lichaam wordt gestimuleerd om vitamine D aan te maken.

 

Een minuut of vijf douchen bij de Sunshower is volgens de aanbieder voldoende om de dagelijkse aanbevolen dosis Vitamine D aan te maken in de winter, als in Nederland de zon zich te weinig laat zien. Dit zou ook blijken uit onderzoek van Sunshower zelf, in samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum, onder Delftse studenten.

Tien jaar marktwerking in de zorg?

 

Weet u nog? Tot tien jaar geleden zaten we in het ziekenfonds en de beter bemiddelden onder ons waren particulier verzekerd. Deze laatste groep kende een eigen risico, de ziekenfondsers niet. Die kregen de rekening van huisarts of specialist niet eens onder ogen: alles ging rechtstreeks naar het fonds, en dat betaalde keurig de rekening.

 

Tien jaar geleden was het afgelopen met die pret. Toen kregen we te maken met een nieuw stelsel waarin iedereen een basisverzekering kreeg, met de mogelijkheid om bij te verzekeren. En vervolgens kwam er een eigen risico bovenop. Inmiddels bedraagt dat eigen risico maar liefst 385 euro.

 

Iedereen moet die 385 euro ophoesten, arm of rijk. De rijken zullen dat nauwelijks in hun portemonnee merken. De mensen met een redelijk platte beurs des te meer, hoewel de allerarmsten wel een tegemoetkoming krijgen.

 

Relatief gezien kost de gezondheidszorg de mensen met een laag inkomen veel meer dan de mensen die een goed inkomen hebben. Dat is een logisch gevolg van de marktwerking. Bovendien kunnen relatief arme mensen zich niet echt goed bijverzekeren bovenop hun basis. Dat kunnen de rijken dan weer wel.

‘Het voordeel van de eigen bijdrage is dat mensen minder vaak naar de dokter gaan. Dat wil zeggen, ze gaan alleen als het echt nodig is, mensen worden voorzichtiger, het gaat hen namelijk geld kosten’, aldus gezondheidseconoom Wynand van de Ven in de Volkskrant.

 

In geen ander land is het eigen risico zo laag als in Nederland, blijkt uit een onderzoek door de Volkskrant eind december vorig jaar. In 2006 bedroeg het eigen risico 4 procent van de zorguitgaven, nu is dat 8 procent. In Zweden en Duitsland is dat 13 procent, in de VS 12 procent, en – houd u vast – in buurland België 20 procent!

 

De zorgtoeslag maakt dat in ons land de echte armen minder betalen, de rijken des te meer, want zij moeten de toeslag voor de armen ophoesten. Dat gebeurt via de belastingen.

 

Nergens anders dan in Nederland worden mensen zo snel geholpen. De intergouvernementele Organisatie voor Economische Samenwerking OESO rekende uit dat de toegang tot de zorg nergens beter is dan in Nederland. Ook constateert deze organisatie dat de zorg hier heel toegankelijk is en van hoge kwaliteit.

 

Ook de verzekeraars zelf zijn overigens de dupe geworden van het nieuwe zorgstelsel. Tot 2012 kregen zij alle kostenoverschrijdingen vergoed door het Rijk en dat kostte de belastingbetaler sloten geld. De almaar oplopende kostenstijgingen werden als gevolg daarvan niet gedragen door de zorgverzekeraars, maar door ons allemaal. In 2012 maakte het kabinet daar een eind aan. De verzekeraars moeten zelf hun broek ophouden en hun begroting rond krijgen. Tekorten worden niet meer bijgepast door vadertje staat. Toen gingen de eerste twee ziekenhuizen failliet!

 

Zorgverzekeraars liggen sindsdien in de clinch met machtige belangengroepen: ziekenhuizen en artsen. Minder machtige zorgverleners worden volgens de Volkskrant echter uitgeknepen, zoals fysiotherapeuten, logopedisten en diëtisten, want die kunnen geen gezamenlijke vuist maken. Voor hen is het slikken of stikken.

 

Ook de apothekers is het sinds het nieuwe zorgstelsel een stuk minder goed gegaan. Apotheek en rijkaard waren vroeger synoniemen. Dat is nu wel anders. Nergens anders is de omzet zo snel gedaald. In enkele jaren raakten de apothekers een kwart van hun omzet kwijt. Dat komt omdat de bonussen die apothekers kregen van de farmaceutische industrie door de verzekeraars werden afgeroomd. Bovendien moesten apothekers voortaan goedkopere medicijnen verstrekken in plaats van vaak veel te dure merkmedicijnen. En het automatisme waarmee de apotheker vergoedingen ontving via het ziekenfonds viel ook weg.

 

Artsen en specialisten gingen minder verdienen. In 2005, een jaar voor de invoering van het nieuwe zorgstelsel, verdiende een beetje specialist 8,4 keer zoveel op als het gemiddelde loon van de Nederlander. Een huisarts verdiende 4,8 keer zoveel. Het OESO publiceerde onlangs dat de specialist nog ‘slechts’ 4,6 keer zoveel als modaal verdiend, de huisarts ‘moet het stellen’ met 2,8 keer het gemiddelde. Daardoor zijn de inkomensverschillen tussen arts en patiënt meer gelijk getrokken.

 

Tegelijkertijd moet geconstateerd worden dat de afgelopen tien jaar, ondanks de veelgeprezen marktwerking, geen enkele nieuwkomer op de markt is verschenen. En die het probeerde, werd snel weggevaagd. In de verzekeringsmarkt is de concurrentie maar matig, concludeert de Volkskrant. Het marktaandeel van de vier grote spelers steeg de afgelopen tien jaar van 71 naar maar liefst 90 procent.

 

Dat de verzekeraars klanten bij anderen proberen weg te lokken met speeltjes (zoals iPads) en aanbiedingen, valt niet bij iedereen goed. In een paginagrote advertentie in NRC waarschuwde directeur Chris Oomen van DSW zorgverzekeraar dat het oneerlijk is om te sjoemelen met lagere premies voor budgetpolissen. Iemand met zo’n polis gaat echt niet meer of minder naar de dokter, en datzelfde geldt voor degene die met een iPad verleidt wordt om over te stappen. Dit gesjoemel ondermijnt volgens Oomen het zorgsysteem en leidt tot ongelijkheid. ‘De solidariteit in het systeem houden we alleen overeind als iedereen voor dezelfde plichten en rechten dezelfde premie betaalt’, vindt Oomen.

 

Wat vindt u van ons huidige zorgstelsel? Wilt u liever terug naar het ziekenfonds? Of bent u tevreden? Laat het ons weten!
Dit kan door een brief te  sturen naar Postbus 1002, 6040 KA of mail naar roermond@hartpatienten.nl

 

Tabakoloog helpt mensen te stoppen met roken

 

In het Limburgse Horn ligt een expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen dat mensen met hart- en longproblemen begeleidt. Aan dit zorgcentrum, CIRO genaamd, is een tabakoloog verbonden. Een unicum in ons land, want in Nederland bestaat niet eens een opleiding die dit soort deskundigen aflevert.

 

Psycholoog-psychotherapeut Candy Gijsen heeft in 2015 de opleiding ‘Tabakologie en rookstopbegeleiding’ aan de universiteit van Brussel met succes afgerond. Haar deskundigheid is van groot belang voor CIRO omdat roken een belangrijke risicofactor is die bijdraagt aan het verergeren van longziekten en hartfalen. Wil je iets doen aan het voorkomen  van de meeste long- en hartaandoeningen zoals longkanker, hartfalen en COPD, dan moet je stoppen met roken. CIRO, in de volksmond Hornerheide geheten en van oudsher een longcentrum in de wuivende bossen bij Horn, wil de strijd tegen rookverslaving nog intensiever aangaan en heeft daarom een tabakoloog in dienst.

 

Candy Gijsen

 

Waarom een tabakoloog? ‘In Nederland worden ook mensen opgeleid die kunnen helpen bij het stoppen met roken’, legt Gijsen uit. ‘Maar de Nederlandse opleidingen bieden niet het totaalpakket zoals dat in België wordt geboden. Tabakologie is in België een post-graduele academische studie. Ik werk al zo’n negen jaar als psycholoog en psychotherapeut, en heb een klein jaar  geleden mijn studie Tabakologie afgerond. In België is tabakoloog een erkende titel.’

 

Wat kan een tabakoloog voor mensen met een rookverslaving beteken? ‘Roken is een heel moeilijke verslaving’, weet Gijsen. ‘Ik ken heel veel hart- en longpatiënten, die de noodzaak inzien om te stoppen, maar stug blijven doorroken. En dat ondanks begeleiding door huisarts en longarts. Mijn cliënten weten dat roken slecht is. Maar feitelijk weten ze niet precies wat roken met hen doet. Rond dat roken zijn een groot aantal gewoonten opgebouwd. Die zijn lastig af te leren. Ik hoor mensen vaak zeggen: ‘Ik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het lukt gewoon niet!’ Door de begeleiding probeer ik mensen te stimuleren om te stoppen en hun zelfvertrouwen in het stoppen te vergroten.’

 

Gijsen baseert haar ondersteuning op twee pijlers: educatie (voorlichting) en het opbouwen van zelfvertrouwen. De voorlichting is vanzelfsprekend. Maar dat zelfvertrouwen, juist dat ontbreekt bij mensen die er niet in slagen de sigaret los te laten. ‘Willen is het probleem niet. Het merendeel van de rokers wil stoppen’, legt Gijsen uit. ‘Maar er daadwerkelijk moeite voor doen, dat is wat anders. Als het makkelijk ging, zou iedereen stoppen!’

 

‘Ik leg mensen uit: wat doet een nicotinepleister, of hoe werken andere hulpmiddelen. Hoe ga je om met stress. Hoe slaag je erin een sigaret als stressonderdrukker op te geven. Dat kan door te kiezen voor alternatieven voor het omgaan met stress. Daarin begeleid ik mensen.’

 

‘Ik hoor wel eens van mensen over problemen thuis of op het werk. En dan zeggen ze: roken is een momentje van rust. Anderen blijken te worstelen met hun eenzaamheid. Ze grijpen naar de sigaret als rustpunt, om te kunnen ontspannen. Wat mensen vergeten is dat je door te roken juist meer stress krijgt. Het leven van sigaret naar sigaret levert namelijk stress op. Die stress wordt gekalmeerd met een nicotineshot, die heel even een gelukzalig gevoel geeft. Ik leg mensen uit hoe dat werkt in de hersenen. Hoe door roken het stofje dopamine vrijkomt, en dat geeft heel even een kick. Een gevoel waar je vervolgens steeds weer naar terugverlangt. Zo werkt verslaving. Vergelijk het gerust met een drugsverslaafde. Die komt ook niet makkelijk van zijn verslaving af.’

 

‘Verder leg ik mensen uit wat voor effect roken heeft op de longen, maar ook op bijvoorbeeld ruiken en eten. En hoe roken het risico op kanker vergroot.’

 

Kern van haar aanpak is dat Gijsen niemand veroordeelt wegens diens roken. Zij oordeelt niet, want oordelen schrikt mensen af. ‘Stoppen moeten mensen immers voor zichzelf doen, niet voor mij. Ook als mensen terugvallen, zal ik hen niet veroordelen. Oordelen wekt wantrouwen bij mensen. Hen in hun waarde laten zet mensen aan het denken. Als je rokers veroordeelt gaan mensen liegen, en dan ben je nog verder van huis.’

 

‘De meeste mensen die ik begeleid slagen erin om te stoppen met roken. Ik hoor heel veel positieve geluiden terug. ‘Het is me toch gelukt’, klinkt het dan. Mensen blijven hier acht weken, worden intensief begeleid. Er zijn rookstopbijeenkomsten met groepen, want lotgenotencontact is erg belangrijk. Dan zien mensen dat ook anderen moeite hebben met stoppen.’

 

Probleem is vaak dat de partner thuis blijft door roken. Dat is niet echt motiverend. ‘We begeleiden de patiënt, maar hebben ook gesprekken met de partner’, zegt Gijsen. ‘Meestoppen is een belangrijke plus. Want als de partner thuis stug blijft doorgaan met het roken van een pakje shag per dag, tsja, dat wordt een lastige. De ander mist ook het inzicht bij de partner. Hierover worden gesprekken aangegaan. Ook wordt de patiënt geleerd om te gaan met een rokende omgeving.’

 

‘Natuurlijk zijn er mensen die zeggen: dit is het enige wat ik nog heb. Vooral mensen in de palliatieve fase zeggen dat. En dat respecteer ik. Moet je die mensen dat nog aandoen, om hen de sigaret af te pakken. Dat heeft bovendien geen zin meer.’

 

‘Het merendeel van de mensen wil wel meedoen met de begeleiding, en praktisch iedereen stopt uiteindelijk!’