Reizen met een hartaandoening: do’s & dont’s

 

U bent hartpatiënt en wilt graag op vakantie. Maar kan dat? Natuurlijk! Weliswaar enigszins aangepast, maar verre van onmogelijk. Loopt uw hoofd over alleen al bij de gedachten van al de ontelbare dingen waaraan u moet denken? Geen zorgen. HartbrugReizen helpt u een handje en zet alle handige tips op een rijtje. Wij vertellen u de do’s & dont’s omtrent het reizen met een hartaandoening.

 

Telefoonnummers

Voordat u op reis gaat, controleer de voor u belangrijkste telefoonnummers. Denk hierbij aan het telefoonnummer van de huisarts en cardioloog in Nederland, maar ook van de Eerste Harthulp-afdeling van uw ziekenhuis. In geval van vragen en/of twijfel, kunt u hen direct bellen. Vergeet tevens niet de telefoonnummers van het dichtstbijzijnde ziekenhuis in de plaats van uw bestemming op te zoeken. Een vooruit gestippelde routeplanner is een pre. Print al deze gegevens vervolgens uit of noteer het in een notitieboek en bewaar het op een simpele vindbare plek.

 

Medicijnen

Bent u een van de vele hartpatiënten waarbij medicijnen slikken tot het dagelijks doen en laten behoort? Vraag naar aanleiding van de duur van uw vakantie indien nodig een dubbele dosis voorraad aan. Vergeet niet uw medicijnen in te pakken in een makkelijk uitpakbare tas, zodat u deze te allen tijde bij de hand heeft. Reist u met het vliegtuig? Zorg ervoor dat in uw handbagage voldoende voorraad zit voor minstens een week. Dit in verband met het mogelijk zoekraken van ingecheckte bagage die met vertraging op het vakantieadres wordt afgeleverd.

 

Is er sprake van meerdere medicijnen? Denk dan aan bijvoorbeeld Het Europees Medisch Paspoort (EMP). Het EMP is in 2001 geïntroduceerd en ontwikkeld op verzoek van artsen, GGD en diverse patiëntenorganisaties. Hierin staan naast gegevens over de ziekte(n) en het medicijnengebruik, ook overige medische informatie. Let wel, dit is geen officieel verplicht document. Ook kunt u via ons een Internationale Hartpas aanvragen.

 

Slikt u op doktersvoorschrift langdurig medicijnen die in bepaalde landen als verdovende middelen beschouwd worden? Zorg dan voor een officieel begeleidend schrijven van de desbetreffende arts waarin de medische noodzaak wordt benoemd. In geval van vragen overhandigt u dit document aan de douane.

 

Pacemaker, ICD & Co.

Heeft u een tikkende, metalen metgezel in uw lichaam? Prima! Laat een pacemaker of ICD u vooral niet tegenhouden. Maar vergeet niet om het welbekende pacemaker- of ICD-identificatiepasje mee te nemen en dichtbij u te dragen. Op dit pasje staan alle persoonlijke gegevens omtrent uw pacemaker/ICD. Op deze manier kunt u aantonen dat u een pacemaker, dan wel ICD-drager bent. En dat is nodig ter controle en/of in geval van nood voor de dienstdoende eerstehulpverlener. Bijvoorbeeld op het vliegveld of bij de entree van een monument is het vanwege uw pacemaker/ICD niet toegestaan om de metalen controlepoorten te passeren. Uw identificatiepasje bewijst dit waarna u de toegang op een andere manier dient te worden verleend.

 

Alarmpenning

Mocht u alleen reizen en wilt u het zekere voor het onzekere nemen? Kies dan voor een alarmpenning. Alarmpenningen zijn tegenwoordig bij verschillende organisaties te verkrijgen en in verschillende uitvoeringen. Denk bijvoorbeeld aan een ketting of armband. Op deze alarmpenning staat een logo met een korte beschrijving van uw aandoening en een persoonlijk nummer dat doorgegeven kan worden wanneer de hulpverleners in kwestie bellen met de alarmcentrale van de alarmpenning. Zij worden naar aanleiding van dit nummer direct op de hoogte gesteld van uw medische situatie. Of u kunt natuurlijk ook kiezen voor de oude, vertrouwde SOS talisman. In deze mooie medaille treft de hulpverlener uw eigen handgeschreven gegevens aan. Deze SOS medaille kunt u bij ons bestellen via 0475 – 31 72 72.

 

In Case of Emergency (ICE)

Gaat een alarmpenning u net iets te ver, maar heeft u wel graag iets achter de hand voor het geval dat? Denk dan aan de last but not least gouden tip: ICE-telefoonnummer. In 2005 is een vrijwillig initiatief gestart om mobiele telefoongebruikers ertoe te zetten om onder de afkorting ‘ICE’ minstens één telefoonnummer op te slaan. Wanneer het noodlot toeslaat en eerste hulp aan het slachtoffer wordt verleend, maar de eigenaar van de mobiele telefoon niet aanspreekbaar is en/of in staat om zijn naasten te contacteren, bellen hulpverleners dit nummer.

 

In geval van chronisch zieken, zoals hartpatiënten is de tijd die hiermee bespaard wordt en niet opgaat aan het identificeren van het slachtoffer van levensbelang. Op deze manier krijgen de hulpverleners, direct de juiste contactpersoon aan de lijn die hen belangrijke informatie over ziekte(n), medicijngebruik en overige essentiële kennis van de patiënt kan geven.

 

Mocht u meer contactpersonen willen opgeven, dan doet u dat door steeds een nummer achter de letters toe te voegen. Bijvoorbeeld: ICE1, ICE2 en ICE3. Als aanvulling daarop is in 2008 door de ITU¹ een wereldwijde standaard aangenomen omdat niet iedereen op de wereld Romeinse letters kan lezen. Zij bevelen in plaats van de gebruikelijke ICE, cijfers gevolgd door letters aan. Bijvoorbeeld: 01Moeder, 02Vader, 03Broer. Dus wilt u zo goed mogelijk voorbereid op reis gaan en bijna niets aan het toeval overlaten? Noteer dan beiden.

 

Voor alle tips geldt dat indien u met een reisgenoot reist, u deze op de hoogte dient te stellen van uw medische situatie en uit dient te leggen wat te doen in geval van nood, maar ook waar wellicht levensreddende informatie en/of medicijnen te vinden zijn. Bovenstaande tips zijn daar een uitstekende richtlijn voor.

 

 

 

¹ ITU: De Internationale Telecommunicatie-unie (ITU, in het Nederlands wel vertaald als Internationale Vereniging voor Verre berichtgeving) is een internationale organisatie die in 1865 werd opgericht om op het gebied van telegraafverbindingen internationale standaarden vast te stellen.

Maastricht UMC+ plaatst als eerste mini-pacemaker in Limburg

 

Recentelijk is in Maastricht UMC+ als eerste ziekenhuis in de Nederlandse provincie Limburg een zogeheten mini-pacemaker bij een patiënt ingebracht door cardioloog Kevin Vernooy. De allereerste implantatie vond in 2014 plaats in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein.

Medtronic is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de mini-pacemaker. De officiële naam is Micra™ transcatheter pacemaker. Het minuscule apparaatje is ruim negentig procent kleiner dan de klassieke pacemaker en is te vergelijken met een grote vitaminepil. De mini-pacemaker heeft een gewicht van 2 gram, een lengte van 25,9 millimeter en bedraagt 6,67 millimeter in diameter.  De Micra™ transcatheter pacemaker wordt op dit moment slechts door enkele cardiologen in een select aantal ziekenhuizen in Nederland geplaatst, waaronder door Vernooy in Maastricht UMC+.

 

Volgens Vernooy brengt de mini-pacemaker een groot aantal voordelen met zich mee. Het snellere herstel vanwege een verandering in de plaatsingsmethode van de pacemaker is er één van: ‘De mini-pacemaker heeft nu eenmaal een aantal grote voordelen ten opzichte van de traditionele methode, ook op de lange termijn. Zo zal de patiënt niet alleen sneller herstellen na de ingreep, de mini-pacemaker is daarnaast niet van buitenaf zichtbaar en ook de levensduur van de batterij is met gemiddeld zo’n tien jaar behoorlijk lang.’

 

Hartkamer stimulatie

Momenteel is de nieuwe innovatie nog niet van toepassing op alle hartpatiënten. De mini-pacemaker kan namelijk alleen geplaatst worden bij patiënten die enkel stimulatie in de hartkamer nodig hebben. Hieronder vallen hartpatiënten met een trage hartslag of boezemfibrilleren. Bij dergelijke aandoeningen wordt een pacemaker bij de patiënt ingebracht die het onregelmatige ritme herstelt door middel van elektrische impulsen en omzet in een regelmatig hartritme.

 

Waar vroeger de conventionele pacemaker door middel van een chirurgische ingreep werd ingebracht in veelal de borstkas, gebeurt dat nu via de lies. De mini-pacemaker wordt in zijn geheel in het hart geplaatst met behulp van een katheter via een ader in de lies. Daarnaast is de mini-pacemaker in, tegenstelling tot de traditionele pacemaker, draadloos. Hierdoor is er geen sprake meer van pacemakerdraden die normaal gesproken vanaf de pacemaker naar het hart lopen en daar, in het hart, worden bevestigd. Tevens is hiermee de kans op draadbreuk (een voorkomende complicatie bij de pacemaker van huidige grootte) verdwenen. De verwachting is dat ook andere complicaties door deze minder ingrijpende behandeling op de lange termijn zullen verminderen.

 

Toekomstperspectief

Volgens medici is de mini-pacemaker al een hele grote, eerste stap in de verdere ontwikkeling van de pacemakertechnologie. De hoop bestaat dat in de toekomst de mini-pacemaker doorontwikkeld wordt voor alle, of op z’n minst meer hartpatiënten, met andere ritmeproblematiek.

Jos Kuipers (69): Vanuit het niets ‘hartpatiënt’

 

De 69-jarige Jos Kuipers geniet samen met zijn ‘meissie’, zoals hij haar liefkozend noemt, intens van het leven. Zijn hele leven lang is hij een fanatieke sporter. Wanneer hij vanwege een blessure noodgedwongen afscheid moet nemen van het sporten, blijkt dat een onverwacht geschenk uit de hemel. Op de operatietafel wordt namelijk bij toeval een hartaandoening ontdekt. Jos vertelt zijn verhaal.

 

In 1946 komt Jos in Utrecht ter wereld. Hier runt hij jarenlang samen met zijn ‘meissie’ een glas- en verffamiliebedrijf. Inmiddels is Jos met pensioen en heeft hij samen met zijn partner de Domstad verlaten: ‘Ik werk alsnog twee ochtenden in de week bij een glasbedrijf in Lelystad. Verder genieten mijn ‘meissie’ en ik onder andere enorm veel van reizen. Wij proberen iedere maand op vakantie te gaan.’

 

Jos Kuipers

 

Onverwachte ontdekkingen

Jarenlang doet Jos aan wielrennen. Wanneer zijn veertigste verjaardag nadert, maakt hij de omslag naar hardlopen: ‘Eerst één kilometer, later vijf kilometer en weer wat later tien kilometer. Uiteindelijk heb ik vele tientallen halve marathons gelopen, alsook nog zes marathons.’ In mei 2011 is het afgelopen met het hardlopen. Op de laatste dag van de maand loopt Jos zijn laatste halve marathon. De volgende dag kan hij niet meer lopen vanwege een totaal kapotte knie.

 

Een operatie voor een knieprothese volgt. Maar het echte ziekbed begint dan pas: ‘Op de dag van de operatie ontdekte de arts dat ik een ‘flutter’  had. Deze hartaandoening was dermate ernstig dat de operatie werd uitgesteld. Een tweetal weken later werd de operatie alsnog uitgevoerd, maar in plaats van een algehele narcose, is er gekozen voor een ruggenprik. Van de ‘flutter’ heb ik nooit lichamelijk wat gemerkt, maar ik bleek het toch echt te hebben.’

 

Jos wordt vanwege de ontdekking onder controle gehouden ook al ervaart hij zelf geen klachten. In 2015, na het maken van het zoveelste hartfilmpje, besluit zijn cardioloog tot een Holteronderzoek. Wanneer hij de volgende dag het Holterkastje inlevert, wordt hij de daaropvolgende dag al gebeld: ‘Of ik zo spoedig mogelijk naar het ziekenhuis wilde komen. Ik was totaal verrast, want nog steeds had ik niets, maar dan ook helemaal niets gemerkt van een eventuele hartafwijking.’

 

Mini-pacemaker

Eenmaal in het ziekenhuis blijkt Jos hartslagpauzes van meer dan acht seconden te hebben. Ook hiervan heeft hij wederom geen idee: ‘Het enige wat ik af en toe merkte, was dat ik na een stukje wandelen soms moe was. Maar dat schreef ik destijds toe aan mijn knieprothese.’ Maar niets blijkt minder waar. Na een opname in het ziekenhuis krijgt de positieveling andermaal een Holterkast: ‘Ook nu weer bleek dat mijn hart ‘pauzes’ inlaste en dat mijn hartslag soms terugliep naar dertig slagen per minuut. Vele malen is mij gevraagd of ik iets merkte en hoe ik mij voelde. Steeds was mijn antwoord dat ik niets merkte en dat ik mij uitstekend voelde.’

 

Uiteindelijk wordt de knoop doorgehakt en krijgt Jos te horen dat hij een pacemaker krijgt. Aangezien hij te maken heeft met een wisselende lage hartslag en lange hartslagpauzes, komt hij in aanmerking voor de mini-pacemaker: ‘Op mijn verjaardag op 21 oktober 2015 heb ik via mijn lies een mini-pacemaker geïmplanteerd gekregen. De ingreep is bij mijn volle bewustzijn gedaan en uitstekend verlopen. Het enige waar ik last van had, was het drukverband op mijn lies, maar dat mocht er na twintig uur vanaf.’

 

De volgende dag mag Jos alweer naar huis. Ook al is hij nu een mini-pacemaker ‘rijker’, in wezen voelt hij zich niet anders dan voorheen: ‘Lichamelijk voelde, en voel ik nog steeds geen verschil met de tijd voor de ingreep. De uitdraaien van mijn hartfilmpje hebben mij moeten overtuigen dat er iets niet goed is met mijn hart.’

 

Als voorheen

Eenmaal helemaal opgeknapt en bijgekomen van alle gebeurtenissen, voelt Jos lichamelijk totaal geen beperkingen doordat hij nu door het leven gaat met een mini-pacemaker: ‘Ik kan alles doen wat binnen mijn kunnen ligt! Al snel merkte ik wel dat ik nu totaal geen last meer heb van vermoeidheid als ik een stuk had gewandeld. Kon ik voor de ingreep ruim zeshonderd meter aan een stuk wandelen, nu kan ik bijna onbeperkt blijven wandelen zonder moe te worden of in ademnood te komen.’

 

Hij vervolgt: ‘Volgens mijn ‘meissie’ ben ik als mens niet veranderd. Zelf ervaar ik dat ook. Ik vind het nog steeds moeilijk te beseffen dat ik, na een zeer sportief leven, deze aandoening heb gekregen. Het niet meer kunnen hardlopen is mij zwaar gevallen en het doet mij nog steeds ‘pijn’ als ik mijn vrienden zie die wel heerlijk in de bossen kunnen hardlopen.’

 

Maar ondanks de ingreep en het hebben van een mini-pacemaker kan Jos voor de volle 100% concluderen, dat zijn leven alleen op het gebied van wandelen en het soms hebben van ademtekort iets is veranderd: ‘Voor de rest voel ik mij nog net als voor de ingreep. Met een ‘gerust’ hart kan ik zeggen dat ik mij geen hartpatiënt voel. Ik zie de toekomst met veel vertrouwen tegemoet en probeer, samen met mijn ‘meissie’, te genieten van het leven dat nog voor ons ligt.’

10 leuke voorjaarsuitjes

 

Januari is de periode van uitbuiken en uitrusten, na alle drukke decemberfestiviteiten. Maar zo tegen het einde van die maand begint het weer te kriebelen en heeft u vast weer zin om iets te ondernemen. Daarvoor hoeft u niet tot de zomer te wachten: ook in februari en maart staat er van alles op het programma.

 

Tuinidee – Den Bosch

De historische stad Den Bosch is op zichzelf al een bezoekje waard, met haar prachtige Sint Janskathedraal en gezellige winkels en restaurantjes. Maar van 26 tot 28 februari 2016 kunt u hier ook in de Brabanthallen terecht om meer dan voldoende inspiratie voor uw mogelijke droomtuin op te doen. Prachtige showtuinen van diverse hoveniers zijn er te bewonderen. Tuinidee is het grootste tuinevent in Nederland. Er valt niet alleen veel te zien maar ook te proeven van lekkernijen uit ‘eigen’ tuin. Zo komt u vanzelf langzaamaan weer in de lentesfeer. Meer informatie kunt u vinden op www.tuinidee.nl

 

Landgoed Clingendael – Den Haag

Het prachtig aangelegde Landgoed Clingendael is gelegen tussen Den Haag en Wassenaar. U kunt er heerlijk wandelen en genieten van een bijzondere combinatie van cultuur en natuur. U vindt er prachtige gebouwen en tuinen vol met mooie bomen en waterpartijen. Pronkstuk van landgoed Clingendael is de Japanse Tuin. Het is de enige Japanse tuin in Nederland en u vindt er veel zeldzame bomen en planten. De tuin is aangelegd door een barones, die Japanse lantaarns, beeldjes en een paviljoen meenam van haar reizen door Japan. De Japanse tuin is heel kwetsbaar en daarom slechts zes weken per jaar open voor publiek: in de lente en in de herfst. Kijk voor de exacte openingstijden op www.denhaag.nl. Toegang tot Landgoed Clingendael en de Japanse Tuin is gratis.

 

Huishoudbeurs – Amsterdam

In de Amsterdam RAI vindt elk jaar de Huishoudbeurs plaats. In 2016 staat het gepland van 20 tot en met 28 februari. U kunt onder andere veel lekkers proeven, diverse live optredens bijwonen en heerlijk shoppen. U komt uren tekort op één dag. De huishoudbeurs kan ook zeer informatief zijn. U kunt er bijvoorbeeld terecht voor allerlei nieuwtjes en tips op gebied van gezondheid. Bekijk het volledige programma op www.huishoudbeurs.nl. Hier ziet u onder andere ook de mogelijkheid om een VIP-arrangement te bestellen. Daarmee wordt het helemaal een lekkere verwendag.

 

KunstKijkRoute – Amersfoort

Een ‘cultureel rondje’ door Amersfoort, dat biedt de Kunst-Kijkroute. Hij bestaat al 20 jaar en is daarmee een van de oudste open atelierroutes van Nederland. Vanaf 20 maart stellen 50 beeldend kunstenaars en 10 galeries elke derde zondagmiddag in maart, april, mei & september, oktober en november hun deuren open. Zij tonen kunstwerken van verschillende disciplines, variërend van schilderijen, keramiek, illustraties tot sieraden. Toegang is gratis, openingstijden van 13.00 uur tot 17.00 uur. De route is ook goed te combineren met een bezoek aan een van de musea van Amersfoort. Meer informatie: www.uitzinnig.nl

 

Europa Culinair – Amsterdam

Echt een uitje voor fijnproevers: van 17 tot 21 maart 2016 kunt u een bezoek brengen aan Europa Culinair, in de Kromhouthal in Amsterdam. 28 koks met verschillende nationaliteiten bereiden traditionele gerechten voor u. Dit gebeurt in open keukens, zodat u op uw gemak hun kookkunsten kunt afkijken. Naast het proeven van al het heerlijks kunt u zich laten verbazen door de chefs die de show stelen in het kooktheater. Niet alleen mooie gerechten, maar ook wijnen en koffie en thee komen aan bod. Bestel uw tickets op www.europaculinair.eu

 

Bloemencorso Bollenstreek – Noordwijk, Haarlem

Houdt u van bloemen? Dan is een bezoekje aan het grote Bloemencorso in de Bollenstreek vast iets voor u, van 20 tot en met 23 april 2016. In de loop van vrijdagmiddag staan de praalwagens opgesteld in het centrum van Noordwijkerhout. Rond 21.15 uur trekt het verlichte Bloemencorso door Noordwijkerhout. Op zaterdag 23 april vertrekt het Bloemencorso om 9.30 uur vanaf de Wilhelminaboulevard in Noordwijk naar Haarlem. Het corso rijdt ook langs Keukenhof. Het corso komt ‘s avonds rond 21.30 uur verlicht het centrum van Haarlem binnen. Zondag 24 april staan de praalwagens op de Gedempte Oude Gracht/Nassaulaan opgesteld. Het is het enige corso dat wordt opgebouwd met bolbloemen zoals hyacinten, tulpen en narcissen. Het Bloemencorso van de Bollenstreek wordt daarom ook wel het gezicht van de lente genoemd. Kijk op www.bloemencorso-bollenstreek.nl

 

Snuffelmarkt – Goes

Bent u een echte snuffelaar? Op zoek naar dat ene bijzondere item om een bepaalde collectie of verzameling aan te vullen? Er zijn in Nederland diverse grote snuffelmarkten te bezoeken. Een bekende is de snuffelmarkt in de Zeelandhallen in Goes, op 12 en 13 maart 2016. U kunt er snuffelen tussen een grote hoeveelheid spullen, uitgestald over honderden kramen. Trek daar maar even wat tijd voor uit! Zit uw schat ertussen?

 

Wandelevenement – Uden

Op 27 maart 2016 vindt het Walking Event De Maashorst plaats. Dit is een wandeling door het grootste natuurgebied van de provincie Noord-Brabant. De afstanden variëren van 5 tot 30 km. U moet wel vroeg uit de veren voor deze gezonde activiteit. Voor meer informatie over inschrijven of andere wandeltochten in Nederland kunt u kijken op www.wandel-og.nl. Kijkt u ook eens op de diverse fiets- en wandelroutes van Natuurmonumenten.

 

Cirque du Soleil – Amsterdam

Cirque du Soleil viert haar 20 jarige bestaan met de spectaculaire show Amaluna. Laat u meenemen naar een mysterieus eiland geregeerd door godinnen en geleid door de cyclus van de maan. Deze voorstelling speelt nog tot en met 1 mei 2016. De show is een echte beleving. Kijk op www.cirquedusoleil.com

 

Hortus Botanicus – Leiden

Nog tot en met 23 februari 2016 kunt u gaan kijken naar deze groene parel Hortus Botanicus: een botani-sche tuin in het historische hart van Leiden. Hier waant u zich op reis in een groen paradijs. Een prachtige omgeving om op uw gemak in rond te struinen. Alle zintuigen komen aan bod: u kunt er ruiken, proeven, voelen en ervaren. Informatie over een bezoek aan de mooie tuin en over eventuele workshops vindt u op www.hortus.leidenuniv.nl

 ‘Als sporter zag ik die landen alleen vluchtig’

 

Voor het eerst koos oud-Olympiër Lenie Lens (85) niet voor haar jaarlijkse wintersport, maar voor een HartbrugReis naar de Italiaanse Rivièra. Haar aanvankelijke twijfels waren gelukkig snel over.

 

Tot mei vorig jaar gaf de energieke Lenie Lens nog wekelijks conditietrainingen, dus was ze niet zo flexibel in het uitkiezen van haar vakantieperiode. Natuurlijk vond ze het jammer om ermee te stoppen, want ze deed het graag en aan sommige deelnemers gaf ze al meer dan 40 jaar les. Maar het zorgt er wel voor dat ze nu haar tijd wat gemakkelijker kan indelen en op reis kan gaan wanneer het haar uitkomt.

 

Dat Lenie nog zo actief en energiek is, is niet vreemd. Ze is professioneel turnster geweest en deed mee met de Nederlandse turnploeg aan twee Olympische Spelen: in 1948 in Londen en in 1952 in Helsinki. Ze is ook jeugdkampioen geweest en vijf maal Nederlands kampioen. Daarna was ze jarenlang internationaal jurylid in de turnsport. Ook is ze benoemd tot erelid van het Veteranenkorps en van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU). Kortom: Lenie heeft sportief flink aan de weg getimmerd.

 

Als sportster heeft ze ook heel wat landen bezocht. ‘Als ik de reizen van Hartpatiënten Nederland zag voorbijkomen in de magazines, dacht ik vaak: wat leuk, in die plaatsen ben ik ook geweest. Maar als ik daar was om te sporten, kreeg ik meestal maar een vluchtige indruk. Je bent dan zo druk bezig met je sport en alles daar omheen. Het leek me heerlijk om eens de tijd te hebben om uitgebreider rond te kijken in al die landen en plaatsen.’

 

Wintersport

Omdat ze nog conditietrainingen gaf, lukte het haar nooit eerder om mee te gaan. ‘Ook omdat ik al eens per jaar met de gymnastiekvereniging op wintersport naar Oostenrijk ging en dat vond ik ook fantastisch. Maar nu ik mijn handen wat meer vrij kreeg dacht ik: ‘Ik kan ook wel eens iets anders doen.’ Omdat Lenie hartpatiënt is, sprak de medische begeleiding tijdens de reizen haar zeer aan. ‘De wintersportreizen die ik maakte waren ook groepsreizen. Daar waren ook altijd medische voorzieningen in de buurt, maar niet zo uitgebreid als bij HartbrugReizen. Het leek me een veilig idee om altijd begeleiding in de buurt te hebben voor als er iets gebeurt. Ik maak me toch altijd wel wat zorgen over mijn hartritme.’

 

Haar keuze viel op de reis naar de Adriatische Rivièra en Cesenatico. ‘Een prachtige streek. Het hoogtepunt vond ik San Marino, dat was heel bijzonder. Het plaatsje, de prachtige kathedraal, maar ook de reis ernaartoe. Maar de hele streek is de moeite waard vind ik. Met mijn man ben ik ook een paar keer in Italië geweest. We hebben veel gekampeerd, in heel Europa. Mijn man was net als ik erg reislustig en hij hield ook van wintersport.’

 

Toch had ze aanvankelijk wel twijfels om echt te gaan boeken. Het zou de eerste reis zijn die ze helemaal alleen ondernam, want tijdens de wintersport met de gymnastiekbond was ze altijd met haar eigen groepje. ‘Ik ben ook erg gehecht aan mijn vrijheid. Ik wilde zeker weten dat ik niet te gebonden zou zijn aan een vast reisschema. Maar toen ik belde met Hartpatiënten Nederland werd me verzekerd dat ik vrij was om te kiezen aan welke uitstapjes ik mee wilde doen en ook rustig mijn eigen plan mocht trekken. Dat vond ik heel belangrijk om te horen. Maar uiteindelijk ben ik toch met alle excursies mee geweest!’

 

Gemakkelijk contact

Ze heeft zich ook geen moment alleen gevoeld. ‘Ik ben gelukkig iemand die gemakkelijk contact legt, dat ging helemaal vanzelf. Als je altijd met een vaste groep gaat, zoals ik gewend was met de wintersporten, ben je snel geneigd je aan die personen vast te klampen. Dan leg je minder snel contacten met anderen.’ Lenie had het tijdens de reis naar Italië bewust niet aan de grote klok gehangen dat ze Olympisch sportster is geweest. ‘Dat hoefde niet iedereen te weten, dat vond ik niet zo nodig. Maar toch kwam ik er al snel achter dat er ook andere deelnemers waren die vroeger geturnd hadden. Dan heb je toch raakvlakken.’

 

Lenie is zich alweer aan het oriënteren op een volgende reis. De aanvankelijke twijfels die ze had zijn helemaal over. Waar de reis naartoe gaat weet ze nog niet. ‘Het liefst naar een bestemming met veel natuur. Af en toe een kathedraal vind ik best interessant, maar ik hoef niet continu allerlei gebouwen en musea af. Daar heb ik nooit veel om gegeven, ook niet toen ik met mijn man rondreisde. Ik ben vooral dol op wandelen, liefst in een mooie omgeving.’

 

Ongerepte natuur in IJsland  

Ongerepte natuur in IJsland

 

Waarom een IJsland-trip? Dit bijzondere eiland heeft zo veel te bieden, dat je je eigenlijk beter kunt afvragen: waarom niet? IJsland is uniek! IJsland leeft! IJsland is ongerept! Kortom: dit land is met geen ander land te vergelijken.

 

IJsland is op twee manieren te bereiken. U kunt vanuit Ne-derland vanaf bijvoorbeeld Schiphol het vliegtuig nemen. Na ongeveer 3 vlieguren landt u op het nabij Reykjavik gelegen vliegveld Keflavik. Dan begint uw reis aan de westelijke kant van IJsland.

Of u kunt er met de boot naartoe gaan. Dan vaart u vanuit Hirtshals, in het noorden van Denemarken, met rederij de Smyril Line naar Seydisfjordur. De overtocht vanaf Hirtshals duurt ruim twee dagen, met twee overnachtingen op een luxe cruiseschip. Als u voor deze manier van reizen kiest begint uw reis in het Oosten van IJsland. Een combinatie is ook heel goed te doen.

 

Enorm veelzijdig

IJsland is ruim 2,5 keer zo groot als Nederland en op dit relatief kleine oppervlak vindt u een gigantische verscheidenheid aan indrukwekkende landschappen en natuurverschijnselen. Van immense gletsjers, watervallen in alle soorten en maten, kokende modderpoelen en sluimerende vulkanen tot fraaie basaltformaties, felgekleurde rhyolietbergen en uitgestrekte zwarte zandvlaktes. Het is dan ook bijna onmogelijk om tij-dens één reis de enorme veelzijdigheid van IJsland te erva-ren. Maar hoe vaak u ook naar IJsland gaat: u ontdekt toch elke keer weer nieuwe, mooie plekjes.

 

IJsland is het hele jaar door een aantrekkelijke bestemming. Waar u in de zomer kunt genieten van het grote aantal daglichturen en de mogelijkheid hebt om eventueel zelf met een terreinwagen het binnenland in te trekken, kunt u in de winter misschien wel een aantal bevroren watervallen bewonderen en maakt u als bonus kans om het noorderlicht te ervaren.

 

IJsland in de zomer

Wanneer u geen specifieke plannen hebt en wilt kennismaken met IJsland, is de zomer waarschijnlijk de beste tijd om te gaan. Het land staat in bloei, de dagen zijn lang en de temperatuur is over het algemeen aangenaam.

 

Midzomernachtzon

Van juni tot en met augustus gaat de zon nauwelijks onder en kunt u optimaal genieten van de lange dagen: tot in de late uren kunt u wandelen, fotograferen of er met de auto op uit gaan. Rond 21 juni, midzomernacht, gaat de zon helemaal niet onder.

 

Flora & fauna

IJsland bestaat voor het grootste deel uit zand- en grindwoestijnen, lavavelden en gletsjers. De grootste gletsjer, Vatnajökull, bedekt ongeveer 8% van het landoppervlak. Op IJsland zijn sommige dieren, zoals schapen, vogels en natuurlijk de IJslandse paarden zeer prominent aanwezig. ’s  Zomers lopen veel schapen los rond in de bergen. U ziet ze dan ook vaak op de moeilijkst bereikbare rotsen grazen, maar ook midden op de weg komt u ze vaak tegen.

Voor vogelliefhebbers is IJsland een waar paradijs: er zijn in totaal zo’n 370 verschillende soorten vogels te vinden, waarvan de papegaaiduiker waarschijnlijk de bekendste is.

 

Autorijden

De ringweg van IJsland is bijna helemaal geasfalteerd en is in het zomerseizoen prima te berijden voor auto’s zonder vierwielaandrijving (4WD). Veel van de hoogtepunten van IJsland liggen aan of vlakbij de ringweg. Wilt u echter door het ruige binnenland van IJsland rijden, dan is een 4WD verplicht. In de winter zijn veel wegen minder goed begaanbaar of zelfs afgesloten. De wegen in het binnenland zijn in de winter alleen toegankelijk voor omgebouwde Super Jeeps. Het is aan te raden om te kiezen voor een 4WD. Als u het niet prettig vindt om in deze omstandigheden te moeten rijden, kunt u natuurlijk kiezen voor een groepsreis.

 

IJsland in de winter

In de winter is IJsland heel betoverend. De winterperiode is uitermate geschikt voor een korte reis naar IJsland. De uitgestrekte winterse sneeuwlandschappen en (gedeeltelijk) bevroren watervallen zijn adembenemend mooi. Met een gemiddelde temperatuur van rond het vriespunt is het ook lang niet zo koud als de naam doet vermoeden. December en januari hebben de kortste dagen met gemiddeld vijf uur daglicht.

 

Noorderlicht

Van oktober tot en met maart ziet u regelmatig het noorderlicht op IJsland, een sprookjesachtig lichtverschijnsel. Heldere, donkere winternachten bieden de beste kansen op dit spectaculaire feno-meen. Qua locatie kunt u het beste buiten de stad zijn, zonder afleidende verlichting.

Aardwarmte

Het hele jaar door kunt u op IJsland genieten van de aardwarmte waar het land bekend om staat, bijvoorbeeld in de geothermisch verwarmde zwembaden en warme natuurbaden. In de winter is het contrast tussen de koude buitenlucht en de warme baden extra sterk. De kokende modderpoelen en stomende heetwaterbronnen in het koude winterlandschap leveren bovendien prachtige plaatjes op.

 

IJsland met Hartpatiënten Nederland

Het is onmogelijk om in één keer de enorme veelzijdigheid van IJsland te ervaren. U zult keuzes moeten maken en de kans bestaat dat u na uw eerste bezoek meteen een tweede bezoek wilt plannen, omdat u besmet bent geraakt met het ‘IJslandvirus’.

 

Hartpatiënten Nederland biedt volgend jaar de mogelijkheid aan om met een relatief kleine groep een gedeelte van IJsland te leren kennen. Dat doen we samen met een bijzonder betrouwbare partner: de IJslandspecialist in Capelle aan de IJssel. Op hun site (www.ijslandspecialist.nl) is veel te lezen over het imponerende land.

 

Er valt zoveel te vertellen over dit prachtige land en zijn bewoners dat de pen ook dit keer weer te kort schiet; u zult er zelf naartoe moeten om te ervaren wat IJsland zo bijzonder maakt.

Een nietje voor het hart

 

Hartspecialisten van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein hebben het er soms nóg over. Over Ottavio…

 

Met enige trots vertellen sommige van hen dat zij hém persoonlijk gekend hebben: professor Ottavio Alfieri, vermaard Italiaans hartchirurg en bedenker van een naar hem vernoemde hechttechniek bij hartoperaties, de Alfieri-steek.

 

Ottavio Alfieri

 

Maar dat niet alleen, ook is de inmiddels 68-jarige medicus de uitvinder van de zogenoemde ‘Mitraclip’. Dat is een langzamerhand ingeburgerde behandeling om problemen met de mitralisklep betrekkelijk eenvoudig te verhelpen. Met een nietje, of zo u wilt: een hartclipje.

 

De mitralisklep is een van de totaal vier kleppen die ons hart telt. Wanneer deze klep zich opent kan het bloed van de voorkamer naar de belangrijkste pompkamer van het hart stromen. Als deze kamer zich daarna samentrekt, sluit de klep en wordt het terugstromen van bloed geblokkeerd.

 

Vaak gaat het bij mitralisklep-problemen om het niet volledig kunnen sluiten van die klep, bijvoorbeeld door verkalking. Soms ook door schade na een hartinfarct, waardoor de klep enigszins ontzet is. Er stroomt dan telkens wat bloed terug naar de voorkamer van het hart. Men spreekt dan van klep-lekkage. Het gevolg daarvan kan zijn dat het hart harder moet pompen voor hetzelfde resultaat. Hartfalen ligt dan op de loer. Die levensbedreigende toestand kan meestal worden verholpen met een Mitraclip.

 

Vooral op die clip zijn ze trots, daar in het Hartcentrum van het St. Antonius Ziekenhuis. Want de Mitraclip vindt immers  aantoonbaar zijn oorsprong in het Utrechtse hospitaal en is daar zelfs grotendeels uitgedacht in de ruim zes jaren (1979-1986) dat Ottavio Alfieri als consultant aan ‘het Antonius’ verbonden was. Inmiddels is hij alweer vele jaren hoogleraar aan de Universiteit Vita-Salute en werkt er in het aanpalende San Raffaele Ziekenhuis te Milaan.

 

Cardioloog dr. Jan van der Heyden herinnert zich nog goed hoe zijn Italiaanse collega van weleer tekeningetjes maakte, krabbels op papier zette en duidelijk bezig was een oplossing uit te denken voor patiënten bij wie de mitralisklep niet langer goed sloot.

 

’Hij was er heel intensief mee bezig’, zegt de Nederlandse specialist. ‘Regelmatig was Ottavio tussen de operaties door aan het schetsen en meten. Tijdens ingrepen kwam hij op ideeën voor mogelijke oplossingen. Hij heeft hier heel wat getekend. Uiteindelijk is mitraclip verder uitgewerkt en ontwikkeld door de industrie. Wij hebben nog enkele fotokopieën daarvan. Als aandenken aan het feit dat hier in onze operatiekamers de grondslag is gelegd voor een minuscuul clipje dat tot nu toe al heel vaak levensreddend is gebleken.’

 

Ontstaan binnen haar muren was het St. Antonius Ziekenhuis  in 2009 ook het allereerste Nederlandse ziekenhuis waar behandelingen met de mitraclip van start gingen. In Europa was het Antonius daarmee het tweede hartcentrum. Dokter Jan van der Heyden voerde die eerste clipplaatsing uit. Inmiddels zijn er dertien ziekenhuizen in ons land die deze techniek van ‘percutane mitralisklep clipping’ beheersen. De centra zijn dit jaar in afwachting van de 1000ste behandeling. Wereldwijd zijn 25.000 mitraclips aangebracht om kleplekkage te verhelpen.

 

Volgens cardioloog Van der Heyden is de Mitraclip een goed alternatief gebleken voor mensen die anders nog maar een beperkte levensverwachting zouden hebben.

 

Altijd blijven doorgaan

 

Ria genoot van haar leven. Voor haar liep alles op rolletjes; elke dag ging zij met plezier naar haar werk waar zij als bibliothecaresse werkzaam was. Haar vrije tijd bracht zij met familie en vrienden door.  In april 2002 sloeg plotseling het noodlot toe, toen zij op weg naar huis van haar fiets viel. Door deze gebeurtenis is Ria niet bij de pakken neer gaan zitten, in plaats daarvan geniet zij nu nog intenser van het leven. In haar omgeving is zij een inspiratiebron voor velen en wellicht na het lezen van dit artikel, ook voor anderen.

 

Ria Hilhorst

 

De in Leiden wonende 70-jarige Ria Hilhorst leefde een haast klachtenloos bestaan voordat haar leven ingrijpend veranderde: ’Enige tijd voor de beruchte dag (22 april 2002), had ik een wandeling gemaakt en voelde naderhand wat pijn op de borst. Hier stond ik verder niet bij stil, want het was een pittige wandeling. Achteraf gezien was dit misschien al een voorteken, maar zeker weten doe je dat nooit.’

 

Ria was al fietsend vanaf haar werk op weg naar huis. Toen zij een brug dichtbij haar woning passeerde viel zij van haar fiets. Tot haar grote geluk bleken een arts en verpleger achter haar te fietsen. Toen zij doorkregen dat het foute boel was, zijn zij gelijk overgegaan tot reanimeren: ’Van horen zeggen weet ik hoe het gegaan is. Ik kan mij niets meer herinneren van na de val. Als ik er nu aan terugdenk, dan vind ik het toch een beangstigend idee. Gelukkig waren de desbetreffende arts en verpleger op dat moment daar.’

 

Revalideren

Eenmaal in het ziekenhuis blijkt dat Ria een aneurysma¹  heeft gehad. Tijdens een openhartoperatie wordt haar slagader hersteld, maar het echte herstel begint pas daarna. In de ruim zes weken dat Ria in het ziekenhuis ligt, moet zij erg wennen: ’Ik kreeg veel medicijnen toegediend waardoor ik erg onrustig was, terwijl ik juist moest rusten. Voor mij was dat erg lastig. Daarnaast bleek al gauw dat mijn kortetermijngeheugen was aangetast. Dit was een onaangename verrassing bij al een onaangename gebeurtenis.’

 

De weken in het ziekenhuis zijn enigszins aangenamer door familie, vrienden en kennissen die haar met enige regelmaat bezoeken: ’Opeens stond iedereen naast mijn bed. Het is fijn dat mensen de tijd nemen om je op te zoeken. Vooral in het ziekenhuis tussen de operaties en het herstel door, is dat een aangename afleiding.’

 

Ria verblijft enkele maanden in een revalidatiecentrum. Hier leert zij opnieuw leven na alle voorvallen: ’Het revalidatiecentrum is een totaal andere wereld dan de buitenwereld die ik was gewend.’

 

Vrijwilligerswerk

Eenmaal thuis pakt Ria haar leven zo goed mogelijk op. Al gauw blijkt dat zij zich erg moet aanpassen: ’In eerste instantie ging ik weer op therapeutische basis werken, maar al gauw bleek dat te hoog gegrepen. Ik vergat simpelweg te veel. Uiteindelijk heb ik mij erbij neergelegd dat ik afscheid moest nemen van mijn werk. Een nieuwe carrièreswitch zat er ook niet meer in, want ik was toen 57. Het stoppen met werken vond ik erg zwaar, want ik genoot intens van hetgeen wat ik deed.’

 

Maar Ria laat zich niet kennen en vindt al gauw haar draai: ’Ik kan simpelweg niet stilzitten.’ En dat kan ze zeker niet. Met veel plezier stort Ria zich op diverse vormen van vrijwilligerswerk, want zoals zij het ziet, kan zij ondanks alles nog wel iets voor anderen betekenen: ’Ik ben begonnen met het begeleiden van kinderen op scholen met lezen. Dit deed ik met veel plezier, maar op een gegeven moment was ik toe aan iets anders.’

 

Al snel vindt zij een uitdaging in ander vrijwilligerswerk, want mensen helpen doet zij graag: ’Tegenwoordig help ik gezinnen die net in Nederland wonen om hun draai hier te vinden. Ik ben een zogeheten ‘Taalmaatje’. Eens per week komen wij samen en al pratend oefenen wij de Nederlandse taal. Daarnaast maken zij via mij kennis met de Nederlandse gebruiken en gewoonten. Ik krijg op mijn beurt weer een kijkje in hun leven.’

 

Hobby’s

Niet alleen vrijwilligerswerk, maar ook heel veel andere activiteiten geven Ria een goede invulling aan haar leven: ’Al enige tijd doe ik aan aqua-joggen, daarnaast zing ik in een koor en momenteel ben ik het een en ander aan het uitzoeken omtrent een cursus Italiaans.’ Daarnaast geniet Ria iedere week van het tennissen: ‘Ik heb het tennissen weer rustig moeten opbouwen, maar met behulp van mijn tennismaatjes gaat het inmiddels heel redelijk.’ Maar ook fietsen deed en doet Ria vandaag de dag nog erg graag: ’Ik herinner mij nog goed hoe de maatschappelijk werker mij weer helemaal heeft moeten leren fietsen. Een paar jaar geleden ben ik overgestapt op de elektrische fiets en daar heb ik nog steeds geen spijt van.’

 

Volgens Ria is haar aneurysma een keerpunt in haar leven geweest. En hoe raar het ook klinkt; zij is er in de positieve zin van het woord ‘anders’, uitgekomen. Ria vertelt: ’Je gaat dingen anders doen, want je moet wel omdat je geen andere keus hebt. Maar dat is niet erg, integendeel. Het is heftig, maar de wereld om jou heen stort niet in. Het gaat door.’

 

Zij vervolgt: ’Neem je tijd, neem je rust en geef het een plekje, maar ga vervolgens door. Ik heb sinds ik ziek ben geworden bijvoorbeeld zoveel nieuwe mensen leren kennen. Ergens heeft mijn hartaandoening mij enorm veel gebracht. Mijn prioriteiten zijn verschoven en ik houd mij alleen nog bezig met mensen en dingen die ik daadwerkelijk belangrijk vind. En dat vind ik niet erg.’

 

¹ Aneurysma: een plaatselijke verwijding of uitstulping van een slagader. Als de verwijding toeneemt, kan de aneurysma scheuren. Aneurysma’s kunnen in alle bloedvaten voorkomen; van slagaders tot aders en in het hart zelf. Al komen de meeste voor in de aorta, de grote lichaamsslagader.

De sluipmoordenaar

 

Een te hoge bloeddruk verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Het verraderlijke is: je merkt er meestal helemaal niets van. Maar wat is nu precies een hoge bloeddruk en belangrijker nog: wat doe je er tegen?

 

Allereerst goed om te weten: hoge bloeddruk is geen ziekte. In de meeste gevallen merkt u er ook helemaal niets van. Maar dat is tegelijkertijd ook het verraderlijke, want een te hoge bloeddruk verhoogt wel het risico op hart- en vaatziekten, zoals een beroerte of hartinfarct. De schade van een te hoge bloeddruk bouwt zich meestal langzaam op; het wordt niet voor niets een sluipmoordenaar genoemd.

 

Daarom is het zaak om uw bloeddruk zo goed mogelijk onder controle te houden. Wie dit verwaarloost, loopt de kans dat de aderen gaan verkalken. Dat is na verloop van tijd levensgevaarlijk, omdat het kan leiden tot verstopte bloedvaten, met bijvoorbeeld een hart- of herseninfarct als gevolg. Een hoge bloeddruk kan ook leiden tot nierschade.

 

Risicofactoren

Het is vaak lastig om de oorzaak te vinden. In sommige families komt een hoge bloeddruk vaker voor, dus het zal voor een deel genetisch bepaald zijn. Belangrijke oorzaken zijn ook overgewicht, een te hoge zoutconsumptie, te veel alcoholgebruik en roken. Ook kunnen bepaalde medicijnen de bloeddruk verhogen, zoals sommige pijnstillers, prednison en de anticonceptiepil.

 

Zeker als u vermoedt dat een of meer van deze risicofactoren bij u aanwezig zijn, is het zaak regelmatig uw bloeddruk te laten meten. Uw bloeddruk geeft de druk in uw bloedvaten weer. Het hart pompt bloed in de bloedvaten, door zich beurtelings samen te trekken en vervolgens weer te ontspannen. We spreken van bovendruk als het hart samentrekt en van onderdruk als het hart ontspant.

Bij volwassenen is een bovendruk van rond de 120 mmHg (millimeters kwik) en onderdruk van rond de 80 mmHg normaal. Bij een verhoogde bloeddruk is de bovendruk hoger dan 140 en de onderdruk hoger dan 90. Bij ouderen ligt dat wat hoger: bij tachtigplussers is een bovendruk van 160 vaak nog prima.

 

Wittejasseneffect

Uw bloeddruk verandert continu, afhankelijk van uw activiteiten, gevoelde spanningen en zelfs uw lichaamshouding. Even één keertje uw bloeddruk meten zegt daarom meestal niet voldoende: voor een goed beeld zult u meerdere metingen moeten doen. Als mensen spanningen ervaren in de spreekkamer (het zogeheten ‘wittejasseneffect’) kan de bloeddruk al hoger zijn dan thuis, waar u zich wel op uw gemak voelt.

 

Is uw bloeddruk in de huisartsenpraktijk erg wisselend, dan kan de huisarts u adviseren om zelf thuis te gaan meten. Zorg er dan voor dat u voorafgaand aan het meten een halfuurtje rustig aan doet, geen alcohol of koffie drinkt en niet rookt. U kunt zelf een bloeddrukmeter aanschaffen, maar soms lenen artsen of ziekenhuizen ze ook tijdelijk uit. Vraag uw arts om advies.

 

Medicijnen

Is eenmaal een te hoge bloeddruk geconstateerd, dan is het uiteraard zaak deze zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Dat kan met medicijnen, maar dat is niet altijd nodig. Uw huisarts kan u hierover adviseren. U kunt meestal zelf ook al veel doen, door gezonder te gaan leven en eten (zie kader). Is uw bloeddruk veel te hoog en helpen leefstijlmaatregelen niet voldoende, dan zal de huisarts medicijnen voorschrijven.

 

Bekende medicijnen tegen een hoge bloeddruk zijn plaspillen, bètablokkers, ACE-remmers, angiotensine-II-blokkers en calciumblokkers. Sommige van die medicijnen, bijvoorbeeld bètablokkers en calciumblokkers, kunnen vervelende bijwerkingen veroorzaken. Heeft u hier te veel last van, ga dan altijd naar de huisarts. Minder nooit uw medicijnen op eigen houtje.

 

 

Zo verkleint u de risico’s

  • Stop met roken! Dit is een van de belangrijkste maatregelen, want roken is zeer schadelijk voor hart- en bloedvaten.
  • Heeft u overgewicht? Zorg er dan voor dat u afvalt. Zelfs een paar kilo maakt al verschil. Lukt u dit niet zelf, vraag dan uw huisarts of een diëtist om advies.
  • Beweeg regelmatig: minstens vijf keer per week een halfuur.
  • Eet gezond en gevarieerd: voldoende groente en fruit, aardappels en graanproducten en niet te veel producten met verzadigd vet.
  • Drink niet te veel alcohol: beperk dit tot hooguit 1 à 2 glazen per dag en liefst niet dagelijks.
  • Zorg ervoor dat u niet te veel stress heeft. Krijgt u uw stress niet onder controle, dan kan uw huisarts u mogelijk adviseren of doorverwijzen naar een psycholoog.
  • Matig met zout. Gebruik liever verse kruiden als basilicum, bieslook of rozemarijn of specerijen als knoflook, peper, cayennepeper, kerrie en nootmuskaat.
  • Let op met kant-en-klare producten: die bevatten vaak ongemerkt veel te veel zout. Bestudeer de etiketten goed.
  • Eet niet te veel drop, want dit bevat de stof glycyrrhizine en dat kan bloeddrukverhogend werken. Datzelfde geldt voor zoethoutthee.

 

‘Praat over je onzekerheden’

Na een hartinfarct of andere hartaandoening is het niet gemakkelijk de draad weer op te pakken.
Alicia IJssel de Schepper, gezondheidszorgpsycholoog in het Radboudumc, geeft tips over hoe je je door die onzekere periode heen kunt slaan.

Het valt vaak niet mee om na een hartinfarct of hartoperatie de draad weer op te pakken. Je moet weer opnieuw leren vertrouwen op je lichaam en je eigen kunnen. Gelukkig hoeven patiënten dat niet in hun eentje te doorstaan. Tijdens de revalidatieperiode worden ze daar goed in begeleid: door de cardioloog, maar doorgaans ook door een fysiotherapeut, maatschappelijk werker en eventueel een psycholoog.

Alicia IJssel de Schepper werkt als gezondheidszorgpsycholoog op de afdeling hartrevalidatie van het Radboudumc. ‘Zeker niet alle patiënten hebben psychologische begeleiding nodig’, vertelt ze. ‘Dat bepalen we in eerste instantie op basis van een psychologische vragenlijst. Het gebeurt ook dat een van de andere teamleden een patiënt doorverwijst of dat een patiënt er zelf om vraagt. Bijvoorbeeld omdat hij of zij zich heel onzeker voelt of een bovenmatige angst voelt om zich in te spannen.’

Alicia Ijssel de Schepper

Volgens IJssel de Schepper is die onzekerheid een heel normale emotie na zo’n ingrijpende gebeurtenis. ‘Het vertrouwen in je lijf is beschadigd en het duurt even om dat te herstellen. Je moet echt weer opnieuw wennen aan je lijf. Het kan ook anders aanvoelen, zeker als er een hartklep of defibrillator is geïmplanteerd of dat er een groot litteken over je borst loopt.’

Zo’n litteken kan, zeker bij jongere hartpatiënten, soms echt in de weg zitten bij het aangaan van een nieuwe relatie of als je op vakantie gaat met vrienden. ‘Een belangrijk advies is: praat erover. Je zult merken dat je partner, familie en vrienden het alleen maar fijn vinden als je er open over bent. Probeer ze vooral niet te ontlasten, omdat ze al zo ongerust zijn geweest.’
Soms kan het frustrerend zijn dat het herstel niet snel genoeg gaat voor je gevoel. ‘Vooral jongere hartpatiënten willen vaak te snel te veel. Wij stimuleren dat patiënten hun grenzen opzoeken, omdat ze dan leren wat hun lichaam aankan. Maar doe het wél onder begeleiding. Ga bijvoorbeeld niet na het sporten op de revalidatie ook nog zelf thuis flink bewegen.’ Goed luisteren naar je lichaam is belangrijk. ‘Het geeft genoeg signalen af, zoals vermoeidheid of pijn. Dat is niet voor niets.’

Dat wil niet zeggen dat er niets meer kan. ‘Je mag best je eigen keuzes maken. Wil je per se naar een feestje, ook al weet je dat je dan de volgende dag moe bent, houd daar dan rekening mee bij je planning voor de volgende dag. Tijdens de revalidatie proberen wij zoveel mogelijk handvatten te geven die je helpen bij het vinden van de juiste balans.’