We willen samen impact maken

Hartpatiënten Nederland is onlangs netwerkpartner geworden van Lifestyle4Health. Dit Nederlandse Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde wil impact maken op het gebied van leefstijl in de zorg: een missie die Hartpatiënten Nederland voor de volle honderd procent steunt. Marjan van Erk, programmamanager bij toegepast onderzoeksinstituut TNO: “Het is heel belangrijk dat we juíst partijen als Hartpatiënten Nederland meenemen in de transitie naar leefstijlgeneeskunde.”

Lifestyle4Health is begonnen bij wetenschappers Ben van Ommen en Hanno Pijl, die afzonderlijk van elkaar tot de ontdekking kwamen dat leefstijl van groot belang is bij type-2 diabetes en een rol zou moeten krijgen in de behandeling van alle leefstijl gerelateerde ziekten. “Leefstijlaanpassingen hebben veel impact als het aankomt op de behandeling van chronische ziekten. Leefstijl heeft invloed op allerlei processen in het lichaam. Een ongezonde leefstijl kan een ziekte in de hand werken of versnellen. Juist daarom proberen wij leefstijl als medicijn steeds verder op de kaart te zetten. Leefstijl implementeren in de reguliere zorg heeft ontzettend veel meerwaarde.”

Verbinding

Van Erk, die een achtergrond als wetenschapper op het gebied van voeding en gezondheid heeft, houdt het hele programma rondom leefstijlgeneeskunde bij Lifestyle4Health met collega Hanneke Molema draaiende. Samen met de betrokken partijen geven ze hun missie op het gebied van leefstijl handen en voeten. “Ons doel is coördineren en verbinden, impact in de praktijk vergroten en dit wetenschappelijk onderbouwen. Die wetenschappelijke basis is voor ons van groot belang. Het mooie is dat het woord leefstijlgeneeskunde vijf jaar geleden, toen we net begonnen, nog helemaal niet bestond, maar inmiddels een geaccepteerd onderwerp is. Sterker nog: onlangs is er nog een driejarig programma gestart over leefstijl in de zorg. Dat is natuurlijk een fantastisch resultaat en daar hebben we mede bij Lifestyle4health hard voor gewerkt. We zijn er nog lang niet, maar het balletje is in ieder geval gaan rollen.”

Samen winst behalen

Om nóg meer teweeg te kunnen brengen, werkt Lifestyle4Health nauw samen met haar partners. Ook Hartpatiënten Nederland is hier nu onderdeel van. “Iedere partij die onze missie steunt en hier graag aan wil bijdragen, kan onze partner worden. Wij proberen hen zoveel mogelijk te informeren over wat er allemaal in deze wereld gebeurt, organiseren bijeenkomsten om elkaar te ontmoeten en kennis uit te wisselen en kijken waar we samen de impact kunnen vergroten.” Hoewel Lifestyle4Health is begonnen in het diabetesveld, is dit aandachtsgebied inmiddels uitgebreid. Lifestyle4Health is erg blij dat er een samenwerking met Hartpatiënten Nederland tot stand is gekomen, zegt Van Erk. “In eerste instantie was er bij type-2 diabetes het meeste bewijs en de meeste aandacht voor leefstijl als onderdeel van de behandeling, maar inmiddels is dat ook bekend bij hart- en vaatziekten. Doordat Hartpatiënten Nederland nu onze netwerkpartner is, kunnen we samen meer aandacht geven aan leefstijl als onderdeel van de behandeling van hart- en vaatziekten. Er zijn zoveel aandoeningen op het gebied van het hart en de vaten waarbij leefstijlveranderingen voor mensen veel kunnen opleveren. Als onderdeel van de behandeling of om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt of verergert.”

Zorgprofessionals én patiënten

Een ander belangrijk feit in dit verhaal is volgens Van Erk dat steeds meer naar voren komt hoe belangrijk het is om patiënten van het begin af aan actief te betrekken. “Als we het hebben over leefstijl in de zorg, gaat het om de interactie tussen de patiënt en de zorgprofessional. Beide partijen moeten we meenemen als we leefstijl in de zorg willen implementeren. Dat vraagt iets van zowel de zorgprofessional als de patiënt. Via Hartpatiënten Nederland kunnen we de mensen met hart- of vaatziekten er actief bij betrekken. Daar liggen naar mijn idee zeker kansen. We kunnen het met elkaar bijvoorbeeld gemakkelijker maken voor patiënten om leefstijl te veranderen en ze handvatten geven op het gebied van leefstijl. Zo kunnen we vanuit Lifestyle4Health, met alle partners, langzaamaan steeds meer verandering teweegbrengen. Er zijn nog altijd veel hobbels, zoals het rondkrijgen van financiering voor onderzoek naar leefstijl bij ziekten, maar tegelijkertijd ook veel kansen. Samen kunnen we bij een grote groep mensen nóg meer gezondheidswinst behalen en hopelijk zowel hartpatiënten als zorgprofessionals prikkelen. Samen met Hartpatiënten Nederland en andere partners van Lifestyle4Health grijpen we die kans met beide handen aan.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Marjan van Erk

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Hartpatiënten Nederland is netwerkpartner van lifestyle4health

De plaatsing van een ICD en autorijden

Een ICD grijpt in bij gevaarlijke hartritmestoornissen en bewaakt het hartritme door een schok af te geven. Echter heeft de plaatsing van een ICD ook invloed op andere zaken, zoals autorijden. Waar moet je rekening mee houden en wat zijn de risico’s? Ruud Bredewoud, Hoofd Medische Zaken van het CBR, geeft antwoord.

In de begintijd van de ICD leidde het risico op een foute schok ertoe dat iedereen met een ICD zijn rijbewijs automatisch moest inleveren, maar door de tijd heen is er gelukkig steeds meer ervaring opgedaan en gelden er nu andere regels. Moderne ICD’s hebben zelfs niet eens meer altijd een schok nodig, maar kunnen het hart ook met een soort pacingfunctie op orde krijgen. “Een ICD is een prachtige uitvinding die voorkomt dat je aan een plotse hartdood overlijdt, maar er zijn ook risico’s aan verbonden”, vertelt Bredewoud. “Zo bestaat er een kans dat het apparaat niet therapeutisch afgaat, maar per ongeluk: een foute schok. Gelukkig is inmiddels gebleken dat het aantal onterechte schokken meevalt, maar we hebben hiervoor wel regelgeving die aan de ene kant rekening houdt met het belang van de hartpatiënt om toch auto te kunnen blijven rijden en aan de andere kant het risico voor de maatschappij als het apparaat inderdaad per ongeluk afgaat.”

Beoordeling

Allereerst is er een verschil tussen mensen die een ICD hebben gekregen uit preventie en mensen die het apparaat geplaatst hebben gekregen omdat ze daadwerkelijk een hartstilstand hebben gehad. “Heb je een ICD puur uit preventie, dan mag je na twee weken weer in een personenauto rijden. Heb je echt een hartstilstand gehad, dan moet je twee maanden wachten. Voor de keuring kan je cardioloog het apparaatje in ieder geval volledig uitlezen en op basis daarvan het formulier invullen. Deze gegevens van je eigen cardioloog – dat hoeft dus geen andere arts te zijn – kun je inleveren als keuringsrapport bij het CBR. Op basis daarvan beoordeelt het CBR dan je toestand en wordt er binnen drie tot vier weken een besluit genomen. Heb je veel of weinig klachten? Heb je recent nog een schok gehad? Dat nemen we allemaal in de beoordeling mee.”

Bevoegdheden

Uiteindelijk krijg je dan een beperkt rijbewijs waarop staat welke bevoegdheden je hebt. “Er wordt bijvoorbeeld vermeld of het voor privégebruik of beperkt zakelijk gebruik is en of er eventueel andere beperkingen zijn. Dit rijbewijs is vijf jaar en in heel Europa geldig. Na die vijf jaar moet je opnieuw worden gekeurd. Er zijn overigens wel een paar dingen die überhaupt geen optie meer zijn voor mensen met een ICD, zoals een vrachtwagenrijbewijs. Dat zit er in zowel Nederland als de rest van Europa niet in, omdat dit risico te groot is. Daarnaast mogen mensen met een verhoogd risico geen koeriersdiensten rijden en zich te lang op de weg bevinden. Toch is er een uitzondering. Soms kun je in overleg met je werkgever – hij moet het er natuurlijk wel mee eens zijn – een beperkt rijbewijs voor vier uur per dag zakelijk rijden krijgen, dus beperkt zakelijk gebruik. Dit gaat dan dus niet over het vervoeren van personen. Dan ben je namelijk verantwoordelijk voor anderen en dat risico vinden we bij mensen met een ICD tevens te groot.”

Cardioloog

Heb je al een ICD en moet deze worden vervangen? Dan kun je gewoon overleggen met je cardioloog, zegt Bredewoud. “In dit geval hoef je niet nog een keer langs te komen bij het CBR, maar kun je met je cardioloog bespreken wanneer het voldoende genezen is en wanneer je weer kan en mag autorijden. Je cardioloog is in de voorlichting altijd belangrijk. Hij moet ook met jou bespreken wat voor effecten het plaatsen van een ICD heeft op je rijbewijs en mogelijk je werk, zodat je daar als patiënt ook een afweging in kunt maken. In sommige gevallen kan alleen medicatie ook een goede oplossing zijn en hoeft er helemaal geen ICD aan te pas te komen. Hoe dan ook is het altijd belangrijk om te blijven bedenken hoe je je voelt. Dat geldt niet alleen voor mensen met een ICD, maar voor iedereen. Het is en blijft een stuk eigen verantwoordelijkheid als je de weg opgaat.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Patiënten met hart- en vaatziekten zitten veel minder lang door aangepaste revalidatie

Te veel zitten is ongezond, vooral voor patiënten met hart- en vaatziekten. Een aangepast revalidatieprogramma zorgt ervoor dat deze patiënten veel minder lang zitten. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd onder leiding van Thijs Eijsvogels van het Radboudumc, gesteund door de Hartstichting.  

Je hebt het vast eerder gehoord: Te veel zitten is ongezond. Zo hebben mensen die meer dan 9.5 uur per dag zitten een hogere kans op overlijden, vooral aan hart- en vaatziekten. Dus minder lang zitten is goed voor je, zeker voor patiënten die al lijden aan hart- en vaatziekten. Daar komt nog bij dat deze patiënten gemiddeld een uur langer zitten per dag dan de rest van de bevolking. Bij deze groep is dus veel winst te behalen. Onderzoek van het Radboudumc toont nu aan dat gerichte aanvullingen op het standaard revalidatieprogramma de zittijd van patiënten met hart- en vaatziekten sterk verkort.

Opstaan bij elk doelpunt

Arts-onderzoeker Bram van Bakel van de afdeling Fysiologie en eerste auteur van de studie onderzocht meer dan tweehonderd patiënten die deelnamen aan hartrevalidatie. Ruim driekwart had net een hartinfarct gehad. De patiënten werden verdeeld over twee groepen. Beide groepen namen gedurende 3 maanden deel aan het reguliere revalidatieprogramma, maar bij de interventiegroep werd daarnaast specifieke aandacht besteed aan minder zitten. Van Bakel legt uit hoe dat in zijn werk ging: ‘Deze patiënten werden voorgelicht over de risico’s van te veel zitten en stelden samen met de revalidatieverpleegkundige concrete doelen om minder te zitten. Ook kregen ze een slimme bewegingsmeter mee naar huis die gekoppeld was aan hun smartphone. Zo kregen de patiënten en de verpleegkundigen inzicht in het zitgedrag. Bovendien ging de bewegingsmeter trillen als de patiënt een half uur onafgebroken zat.’ De deelnemers waren erg gemotiveerd en toonden zich creatief. Van Bakel: ‘Een patiënt, tevens fervent voetballiefhebber, vertelde dat hij tijdens het WK bij elk doelpunt opstond. Hij kreeg zijn vrienden en familie zelfs zover om dit ook te doen!’

Kortere zittijd

De interventie wierp zijn vruchten af. Na drie maanden zat meer dan de helft van deze groep minder dan 9.5 uur per dag, terwijl dat bij slechts een kwart van de controlegroep die alleen het reguliere revalidatieprogramma onderging het geval was. Ook nam de gemiddelde zittijd in de interventiegroep met 1.6 uur af, tegenover een afname 1.2 uur in de controlegroep. Onderzoeksleider Thijs Eijsvogels: ‘De afname in zittijd was dus ook in de controlegroep erg groot. Dat hadden we niet verwacht. Mogelijk waren de revalidatieverpleegkundigen zo enthousiast over de interventie dat er toch wat doorgesijpelde naar het reguliere revalidatieprogramma. Verder zagen patiënten van beide groepen elkaar geregeld. Wellicht is de controlegroep hierdoor beïnvloed, waardoor zij ook minder zijn gaan zitten. Hoe dan ook is het goed nieuws dat deze patiënten minder lang zijn gaan zitten.’

Gedragsverandering

De onderzoekers zijn al druk bezig met de toekomst. Eijsvogels: ‘Vrijwel iedereen die we hebben benaderd voor de studie wilde meedoen. Deze patiënten zijn dus echt bereid om hun gedrag te veranderen. Ons onderzoek laat ook zien dat je zitgedrag best makkelijk kunt veranderen, maar niet als je mensen aan hun lot overlaat. Nu we hebben aangetoond dat we de zittijd drastisch kunnen verkorten gaan we een nieuwe studie opzetten waarin we de gezondheidswinst van onze interventie kunnen aantonen. Daarvoor hebben we grotere groepen patiënten nodig dan we nu hebben onderzocht. Ik ben er van overtuigd dat deze aanpak de ernst van hart- en vaatziekten vermindert en sterfte kan voorkomen.’

Over de publicatie

Dit onderzoek is gepubliceerd in the International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity: Effectiveness of an intervention to reduce sedentary behaviour as a personalised secondary prevention strategy for patients with coronary artery disease: main outcomes of the SIT LESS randomised clinical trial. B.M.A. van Bakel, S.H. Kroesen, E.A. Bakker, R.V. van Miltenburg, A. Günal, A. Scheepmaker, W.R.M. Aengevaeren, F.F. Willems, R. Wondergem, M.F. Pisters, M. de Bruin, M.T.E. Hopman, D.H.J. Thijssen, T.M.H. Eijsvogels. DOI: 10.1186/s12966-023-01419-z.

Bron: www.radboudumc.nl

Mechanische hartklep

Al haar hele leven heeft Mirjam Oerlemans (57) klachten. Ze is geboren met een hartafwijking: een bicuspide aortaklep. Door de jaren heen ging Mirjam steeds verder achteruit, waardoor haar vorig jaar een risicovolle operatie te wachten stond. Ze had afscheid genomen van haar familie en al, maar wist wonder boven wonder goed uit de operatie te komen.

Vroeger al kon Mirjam nooit meekomen met leeftijdsgenoten. Gingen zij een stukje rennen, was zij in een mum van tijd moe. Ze was nog maar zestien jaar toen ze haar eerste hartaanval kreeg en net de twintig gepasseerd toen het opnieuw fout ging met haar hart. “Ik stond altijd onder controle, maar er werd verder nooit echt actie ondernomen. Echter lieten nieuwe onderzoeken en technieken door de jaren heen zien dat ik steeds meer defecten aan mijn hartklep had. Maar mijn annulus, waar een eventuele nieuwe hartklep in zou moeten komen, bleek te klein en vervormd te zijn. Daardoor zou er volgens artsen nooit een klep in kunnen die ervoor zou zorgen dat ik weer normaal functioneerde.”

(meer…)

Zó is afvallen daadwerkelijk vol te houden

 

Eén op de drie mensen heeft problemen met het gewicht. Toch kost afvallen soms de grootste moeite. Hoe je dit het beste volhoudt? Diëtist en leefstijlcoach Femke van Liere van Fit For Foodies geeft tips.

Wanneer je wilt afvallen, is het allereerst belangrijk om je af te vragen waarom. Je kunt namelijk wel tegen jezelf zeggen dat je tien kilo wilt afvallen, maar als je niet helder hebt wat dat je gaat brengen, heb je eigenlijk geen doel, vertelt Femke. “Je moet op zoek gaan naar de uiteindelijke beweegreden. Er zit altijd een soort onderliggende behoefte achter. In plaats van het doel te stellen dat je wilt afvallen, kun je ook tegen jezelf zeggen dat je aan een goede gezondheid wilt werken. Probeer te bedenken dat het niet alleen om het resultaat gaat. Het wil niet zeggen dat tien kilo minder zaligmakend is. Dat je dan ineens gelukkiger bent of wél die baan krijgt die je zoekt. Mensen stellen vaak allerlei voorwaarden aan dat resultaat, maar bedenk echt wat het je brengt. Dat is een hele belangrijke in dit proces van gedragsverandering.”

(meer…)

Erik Scherder : oud worden, jong blijven: het kan echt

Een mens op z’n vijfenzestigste oud? Nee! Onzin. Van dat idee moeten we af. Als het tenminste aan hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder ligt. Met zijn nieuwe boek Oud worden, jong blijven geeft hij een duidelijke boodschap af: stop met al die vooroordelen over ouderen.

Ouder worden is tegenwoordig een actueel onderwerp, en ook één die nog altijd gepaard gaat met stereotypering. Waarom zou iemand op z’n vijfenzestigste bijvoorbeeld niet meer kunnen werken? Volgens Scherder moeten we ophouden met op deze manier naar ouderen kijken. “Velen van ons zijn opgegroeid met het idee dat ouder worden met gebreken komt. Natuurlijk heb je meer kans op gebreken, maar dat betekent niet dat je nergens meer toe in staat bent. Er zijn genoeg oudere mensen die nog heel graag willen werken, maar overal worden afgeserveerd vanwege hun leeftijd. Onterecht. De achteruitgang begint al op je dertigste en niet pas op je vijfenzestigste. Iemand van vijfenzestig kan wel net zo fit zijn als iemand van dertig. Als je maar actief blijft.”

Moeite doen

Oud worden en jong blijven is volgens Scherder dan ook zeker mogelijk, mits we moeite doen. Dit is een boodschap die als een rode draad door zijn boek loopt. Of je nu jong of oud bent: moeite doen is de sleutel tot succes, zegt de hoogleraar. “Als je jong bent, gaat moeite doen als het ware vanzelf. Je gaat naar school, vervolgens doe je een studie of cursus, solliciteer je, wissel je eens van baan… Kortom: je zet je in en daagt jezelf uit. Op den duur, als je ouder wordt, heb je vaak een vaste baan en een gezin, heb je je plekje als het ware gevonden. Dat is zo rond je dertigste tot vijfendertigste. Dat je op bepaalde vlakken dan minder wordt uitgedaagd en dat dat gevoel van moeite doen een beetje verdwijnt, merk je nog nauwelijks. Want, zo blijkt uit studies, je past je omgeving gewoon een beetje aan. Totdat je vijfenzestig bent, geen kinderen meer thuis hebt wonen en met pensioen gaat. Dan sta je opeens weer voor het nemen van grote stappen en kun je merken dat het wat minder makkelijk gaat. Juist daarom moet je je hele leven zowel fysiek als mentaal moeite blijven doen. Dan kun je die stabiele lijn doortrekken en daarmee het risico op alle negatieve effecten van het ouder worden – dus vanaf je dertigste – verkleinen.”

Lichamelijke uitdaging

Er is overigens wel een kanttekening. Het is een ander verhaal als je je hele leven zwaar lichamelijk werk hebt gedaan en ‘versleten’ bent, zegt Scherder. “Voor deze mensen is het vaak beter om met pensioen te gaan, zeker bij klachten. Als zij met pensioen gaan, zie je vaak dat ze fysiek echt opknappen doordat er rust in het lichaam komt. Echter kun je dan wel lichamelijk met pensioen gaan, maar dat betekent niet dat je jezelf cognitief niet kunt blijven uitdagen. Wat dat betreft moet je gewoon doorpakken. En op de zojuist genoemde uitzondering na, geldt voor iedereen dat de combinatie van jezelf zowel cognitief als lichamelijk uitdagen, het meest ideaal is.”

Cognitieve inspanning

Bij cognitieve inspanning kun je bijvoorbeeld denken aan een cursus. Iets dat dus écht wat van je vraagt. Scherder noemt als voorbeeld een bekende studie van de onderzoeksgroep van Denise Park, genaamd The Busier the Better. “Aan deze studie hebben allerlei mensen van tussen de vijftig en negenentachtig jaar meegedaan. Wat bleek? Hoe drukker deze mensen waren, hoe beter het met ze ging. In die studie hebben ze deze mensen twee intensieve cursussen op serieus niveau laten doen, namelijk quilten en fotografie. Na beide cursussen bleek ook het geheugen van de deelnemers te zijn verbeterd. En dat terwijl het geheugen helemaal niet specifiek getraind werd, maar tóch ging het vooruit. Waarom? Omdat ze iets compleet nieuws gingen doen dat moeite kostte. Juist daarom moet je je brein je hele leven lang, dus ook als je met pensioen gaat, blijven inspannen. Anders krijg je te maken met iets dat we ‘underuse’ noemen: je brein als het ware te weinig gebruiken.”

Elke stap is er één

Is er dan ook nog een bepaalde leeftijd waarop het te laat is? Nee, zegt Scherder. “Hoe eerder je jezelf gaat uitdagen, hoe beter. Toch zijn er ook door de jaren heen genoeg momenten waarop je dit alsnog kunt oppakken. Of je nu zestig of zeventig bent: grijp die kans. Probeer ook als hartpatiënt zowel cognitief als fysiek – en dat laatste natuurlijk wel in overleg met je cardioloog – in een zo goed mogelijke conditie te blijven. Probeer te bedenken waar je grens ligt, zonder over je grens te gaan. Als je de hele dag, of een groot deel van de dag, zit, kun je het zitten dan misschien onderbreken? Tussendoor even opstaan? Je hart is een spier en die is gebaat bij iedere vorm van activiteit. Elke stap is er één, zeg ik altijd. Je kunt die neergaande lijn van ouder worden dan wel niet meer omhoog krikken, maar je kunt ‘m nog wel horizontaal laten lopen. Dat is natuurlijk al geweldig. Voor elke leeftijd geldt hetzelfde: doe moeite!”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Erik Scherder

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

De Nutri-Score: hoe zit dat nu eigenlijk?

Vanuit zijn opleiding Voeding en Diëtetiek en een passie voor voeding ontstond jaren terug het platform Voedingsweetjes. Inmiddels informeert Leroy van de Ree zijn volgers dagelijks op het gebied van gezonde voedingskeuzes in de supermarkt, waar consumenten tegenwoordig ook een handje bij geholpen worden door middel van de Nutri-Score op verpakkingen. Maar hoe waardevol is die score?

Vertel: wat houdt de Nutri-Score precies in?

“Kort gezegd is dit een voedingskeuzelogo dat ons, consumenten, zou moeten helpen om een bewustere keuze te maken. Op basis van de letters A tot en met E op het product, kun je zien hoe gezond een product is. A, donkergroen, is de beste keuze, en E, donkerrood, is de slechtste keuze. De Nutri-Score kun je eigenlijk zien als een rekensom die pluspunten toekent aan bepaalde factoren. Als je deze dan bij elkaar optelt en de minpunten, zoals een grote hoeveelheid suiker, er vanaf haalt, bepaalt deze som welke letter het product krijgt. De Nutri-Score bestaat al in andere landen, maar zit hier officieel nog in de testfase. Toch zie je het al in veel Nederlandse supermarkten voorbijkomen.”

Je zegt dat de Nutri-Score nog in de testfase zit: waar heeft dit mee te maken?

“Er wordt nog bekeken of de criteria wel kloppen. Dat is op dit moment het grootste pijnpunt. We hebben in Nederland de Schijf van Vijf, die is gebaseerd op de Richtlijnen Goede voeding van de Gezondheidsraad. Maar: de Nutri-Score is dus al uitgerold in andere landen en die productscores sluiten niet altijd aan bij de Nederlandse richtlijnen.”

Op welke manier sluit de Nutri-Score op dit moment niet helemaal aan bij onze richtlijnen?

“Allereerst kunnen sommige producten een A-score hebben gekregen, maar helemaal niet voorkomen in onze Schijf van Vijf. Of andersom. Daarnaast zijn er bepaalde aspecten die te weinig belicht worden, bijvoorbeeld of een product volkoren is en vezels bevat. Er wordt bij de Nutri-Score wel beoordeeld op vezels, maar er wordt niet gekeken naar wat voor soort vezels dit zijn. Als jij als fabrikant met je product van een C naar een A-score wilt gaan, voeg je gewoon een vezel van hele lage kwaliteit toe, zodat je voldoet aan de eisen voor een A-score. Er wordt binnen de Nutri-Score niet gekeken of het product van nature vezels bevat of dat er een goedkope vezelvariant is toegevoegd. Daarnaast wordt geen rekening gehouden met biologisch of niet-biologisch.”

Hoe moet je die score als consument nu precies lezen?

“Je moet die Nutri-Score als het ware per productgroep lezen. Je ziet dus op elk product hetzelfde logo staan, maar moet het als consument eigenlijk opsplitsen. Een simpel voorbeeld: in het pizza schap staat bijvoorbeeld een groene A op een pizza, omdat dit een betere keuze is dan een andere pizza in het schap. Het verwarrende is dat je vervolgens naar het olijfolie schap loopt en daar dan bijvoorbeeld een D-score op olijfolie vindt. Je denkt dan als consument dat je beter pizza kunt eten dan olijfolie gebruiken, maar dit is dus niet waar.”

Waar moet je nog meer op letten?

“Zoals ik net aangaf, krijgt olijfolie een D omdat er veel vet in zit. Logisch, want het is olie. Echter werkt de Nutri-score met honderd milliliter of honderd gram en je gebruikt natuurlijk nooit zo’n grote hoeveelheid olijfolie in één keer. Daar wordt dus geen rekening mee gehouden. Een ander voorbeeld is vis in de diepvries. Zalm krijgt een D-score en vissticks krijgen een B. Dat komt doordat vissticks minder vet bevatten, maar zalm wordt juíst gegeten voor alle gezonde vetten die erin zitten. Dan moet je dus echt zelf opletten en bedenken dat zalm de betere keuze is. Dat geldt ook voor yoghurt: pure, volle yoghurt krijgt een B-score en vanilleyoghurt, waar twee suikerklontjes per honderd gram aan toegevoegd zijn, krijgt dezelfde score. Dan denk je als consument: ik vind vanille veel lekkerder, dus ga ik daarvoor. Deze score zegt tenslotte dat het even goed is. Maar nee, dat is dus niet zo.”

Voegt die Nutri-Score volgens jou dan wel echt iets toe?

“Zoals het nu is opgezet, heeft het naar mijn idee weinig meerwaarde. Toch heb ik het nog niet opgegeven. Als de criteria worden verbeterd, zou het misschien wel een toevoeging kunnen zijn. Echter zorgt het nu helaas vooral voor een hoop verwarring en onrust. Ik hoop persoonlijk dat consumenten niet op basis van die Nutri-Score keuzes gaan maken en vooral zelf verpakkingen blijven lezen. Kijk wat voor ingrediënten een product bevat. Als je bijvoorbeeld een hele waslijst aan ingrediënten ziet staan, is het waarschijnlijk een product dat erg bewerkt is. Dan kun je je afvragen hoe gezond het is. En als je allemaal ingrediënten ziet staan waarvan je geen idee hebt wat het is, gaat het vaak ook om een ultra bewerkt product. Houd dat in ieder geval in gedachten.”

Achtergrond

Met zijn platform Voedingsweetjes (@voedingsweetjes op Instagram) wil Leroy mensen bewustere keuzes in de supermarkt laten maken en ze meer inzicht geven in wat ze kopen. Dit doet hij door voedingswaarden van producten met elkaar te vergelijken. Consumenten kopen tachtig procent van wat ze eten in de supermarkt, maar zien daar vaak door de bomen het bos niet meer. Hier draagt Leroy dan ook graag zijn steentje aan bij.   

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Leroy van de Ree

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Onbezorgd knuffelen en voetballen

Mika Fluit (8) en Natascha Odekerken (43) werden onlangs verrast met goed nieuws. Zij deden mee aan de winactie in een eerdere editie van dit magazine en zijn de gelukkigen die een Vital Beat-protectieshirt hebben gewonnen. Reden genoeg voor een interview: waarom deden ze mee en hoe bevalt het shirt?

Veel dragers van pacemakers, ICD’s en S-ICD’s worstelen ermee: hoe ga je om met een medisch device in je lijf? Wat kun je allemaal wél en bij welke activiteiten is het verstandig om wat voorzichtiger te doen? Bij Vital Beat wordt ingesprongen op die behoefte aan antwoorden, zekerheid en geruststelling. Het bedrijf richt zich volledig op de ontwikkeling van beschermshirts voor mensen met een pacemaker, ICD of S-ICD. Deze shirts hebben een op maat gemaakt ‘shield’, oftewel een beschermpad dat in het shirt wordt geschoven op de plek waar het medisch device bij de drager zit. Het shield is gemaakt van het schokabsorberende materiaal D3O. Dit materiaal wordt ook gebruikt bij de ontwikkeling van motorpakken, beschermingsmateriaal voor stuntmannen en helmen voor militairen. Het shield in de protectieshirts van Vital Beat beschermt tegen druk, van bijvoorbeeld een autogordel, en tegen harde klappen tijdens bijvoorbeeld het beoefenen van sport.

Ziekte van Kawasaki

De 8-jarige Mika Fluit is een van de gelukkigen die onlangs een op maat gemaakt beschermshirt van Vital Beat in ontvangst mocht nemen. Mika heeft sinds zijn derde een pacemaker, maar om nou te zeggen dat je daar iets van merkt? Nee, Mika is een jongetje als ieder ander dat vrolijk de wereld verkent en het liefst een lekker potje voetbalt en buitenspeelt. Met de juiste bescherming kan dat gelukkig. Toen Mika (8) geboren werd, was er niets aan de hand. Hij was een gezonde baby en de echo’s voorafgaand aan de zwangerschap toonden niets dat ook maar enige aanleiding kon geven tot zorgen. Toch bleek het drie maanden later mis. Mika kreeg hoge koorts en had plotseling rode uitslag over zijn hele lijf. “In het ziekenhuis konden veel ziekten zoals de mazelen uitgesloten worden”, vertelt zijn moeder Annemieke Fluit. “Uiteindelijk kwamen de artsen daardoor uit bij de ziekte van Kawasaki. Dat is een zeldzame ziekte die voornamelijk voorkomt bij jonge kinderen, en die ontstekingen van de bloedvaten veroorzaakt. Bij Mika waren de slagaderen rondom het hart ontstoken.”

AV-blok

Mika kon het ziekenhuis na een tijdje verlaten, maar hield wel een tweedegraads AV-blok over aan de ontstekingen in zijn lijf. Een AV-blok veroorzaakt een storing in de elektrische functie rondom het hart, waardoor het hartritme wordt vertraagd. Omdat Mika destijds nog geen jaar oud was, mocht hij hiermee een jaar wegblijven uit het ziekenhuis. Het hart van een baby hoeft zich nog niet zodanig in te spannen, dat hartritmestoornissen voor serieuze problemen konden zorgen. Fluit: “Maar toen we na dat jaar terugkwamen, bleek het AV-blok verergerd. We kregen te horen dat een pacemaker in de toekomst onvermijdelijk zou zijn.”

Voetballen

Sinds zijn derde heeft Mika een pacemaker in de buikholte, onder het borstbeen. Hoewel het voor zo’n jong kind een heftige ingreep is, stond zijn moeder te kijken van zijn veerkrachtigheid. “Na 3 dagen sprong hij alweer van zijn bed af, terwijl ik dacht: ‘Doe nou voorzichtig!’. Het zegt veel over hoe snel kinderen weer hun ding willen doen, en hoe flexibel ze zijn.” Inmiddels leeft Mika zijn leven zoals ieder ander, vervolgt Fluit: “Het is een heerlijk joch. Hij zit op voetballen en speelt lekker buiten. Als hij sport of speelt, heeft hij altijd bescherming nodig. Met name de draden van de pacemaker, die op het borstbeen liggen, zijn kwetsbaar. Met de juiste bescherming mag hij weliswaar niet kickboksen, maar met voetbal kan hij gewoon keepen of tegen een ander aan botsen zonder dat er dan iets aan de hand is. Tot op heden gebruikten we een beschermvestje dat in gebruik niet heel praktisch was. Daarom was mijn moeder direct enthousiast toen ze de Vital Beat-winactie in HPNLmagazine voorbij zag komen. ‘Laten we het gewoon proberen voor onze kleinzoon’, dacht ze. En ze won! Via Zoom hebben we samen met Vital Beat de juiste maten doorgenomen en een week later kregen we het shirt al binnen. Inmiddels heeft hij zijn eerste voetbalwedstrijd van 2022 gespeeld met het beschermshirt, en nog met 6-3 gewonnen ook!”

Geen pijn

Natascha Odekerken-de Vrede is net zo blij met haar gewonnen protectieshirt, maar dan om een heel andere reden. “Ik kan weer knuffelen met de kinderen zonder dat dat pijn doet! Op de een of andere manier gaan ze altijd links liggen, net alsof ze aanvoelen dat daar mijn hart zit. Omdat mijn ICD daar zit, was dat altijd pijnlijk. Het Vital Beat-shirt is daarom echt een openbaring voor me. Ik voel me nu echt beschermd tijdens het knuffelen en het voelt veel prettiger aan. De druk wordt gelijkmatiger verdeeld en ik heb veel minder last.”

Geluk

Odekerken kreeg een zwaar hartinfarct toen ze nog maar 18 jaar oud was, veroorzaakt door een bloedstollingsziekte waarvan ze toen nog geen weet had. Haar hart functioneerde daarna nog maar voor minder dan vijftig procent. School en werk zat er voor haar niet meer in. “Maar door mijn leven zo ‘normaal’ mogelijk te leiden, leefde ik zo goed als ik kon met mijn beperkingen. Het was zwaar en ik heb veel last gehad van bijwerkingen en beperkingen, maar ik ben een doorzetter.” Odekerken heeft sinds zo’n vier jaar een ICD omdat haar hartritmestoornissen in de loop der jaren verergerden. Haar hartfunctie ligt inmiddels op 34%. “Op het moment dat ik te horen kreeg dat ik een ICD moest hebben, vond ik dat heel heftig. Ik werd toch even met mijn neus op de feiten gedrukt: het was een bevestiging van achteruitgang. Gelukkig is hij nog steeds niet afgegaan, maar prettig is anders.” Door haar verminderde hartfunctie heeft Odekerken nooit kinderen kunnen krijgen, maar zij en haar partner zijn wel pleegouders van twee prachtige kinderen van 12 en 8. “Daar haal ik heel veel geluk uit. Knuffelen met hen is dus ook het fijnste wat er is, maar het was lastig dat ik mijn ICD daarbij altijd voelde. Ik had nog nooit van protectieshirts gehoord, dus toen ik hierover in het magazine las was ik blij verrast! Mijn ICD is best groot: hij heeft de grootte van een hand en hij steekt uit, dus ik heb er eigenlijk altijd last van. Daarom is dit shirt zo’n uitkomst. Het verbaast me dat ik hier nog nooit iets over gezien of gehoord heb. Ik vind dat dit beschermmiddel meer bekendheid zou moeten krijgen en zal mijn ervaringen ook zeker delen met mijn omgeving.”

Donateurs van HPNL ontvangen 15% korting bij aankoop van een protectieshirt van Vital Beat. Donateur? Neem dan contact met ons op voor de kortingscode.

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Mika Fluit & Natascha Odekerken

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Durf je angst uit te spreken!

Voormalig topbeachvolleybalster Sanne Keizer stopte afgelopen februari met haar succesvolle sportcarrière. Het had niet veel gescheeld of ze had die carrière niet gehad. Al jong leed ze aan een mysterieuze hartkwaal. Fysiek genas ze volledig, maar mentaal worstelde ze nog jaren door.

Wanneer kwam je erachter dat je hartfalen had?

“Vanaf 16 jaar had ik onverklaarbare hartritmestoornissen. Eerst gebeurde dat slechts één keer per jaar, maar het werd steeds vaker. Ze veroorzaakten kramp, van kuitkramp tot algehele kramp na een wedstrijd. Daarvan werd ik steeds doodmoe. De artsen konden maar niet ontdekken wat het was. Mensen zeiden steeds tegen me dat ik beter voor mezelf moest zorgen. Beter eten en drinken. Je begint aan jezelf te twijfelen. De onverwachte dood van FC Utrecht-speler David Di Tommaso bracht de ommekeer. Hij overleed in zijn slaap aan een acute hartstilstand. Toevallig was ik bij zijn laatste wedstrijd geweest. Hij bleek dezelfde symptomen te hebben gehad als ik. Ik liep al bij een cardioloog op het Sport Medisch Centrum Papendal, maar eiste een second opinion in Duitsland. Net voordat ik daarheen wilde, kwam toch de diagnose van Papendal: een aangegroeide hartafwijking in het wandje van een sinusknoop. Sinusknopen zorgen ervoor dat de hartslag zich doorzet. Er was een zogenaamd vluggertje ontstaan, waardoor de boel bleef hangen en het hart op hol sloeg. Het verklaarde waarom ik ook het meeste last van kuitkramp had gehad. Het hart pompte het bloed niet goed naar de ledematen en de kuiten liggen het verst weg van je hart.”

Hoe verliepen de behandeling en het herstel?

“Met 20 jaar onderging ik in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen een ablatie waarbij die afwijking, een vergroeiing, werd weggebrand. Na de operatie was ik fysiek wel gezond, maar ik knapte mentaal, na de eindeloze onzekerheid en het idee dat ik misschien wel aan de pacemaker moest en zou moeten stoppen met mijn sportcarrière. Er zat ook boosheid. Vier jaar lang was het geweest alsof mensen me niet geloofden. Het gevoel van controle over mijn lijf was ik ook kwijt. Mijn oude hart met zijn gebreken kende ik, maar dat nieuwe hart niet. Ik durfde mijn lichaam niet meer tot het uiterste te drijven. Mijn beachvolleybalpartner moest ook veel geduld met me hebben.”

“Het duurde een paar jaar eer ik het vertrouwen terug had. Ik trainde minder, maar het sportdieet werd niet aangepast. Ik kwam aan. Beachvolleybal beoefen je in bikini dus extra kilo’s zijn zichtbaar. Ik sliep lang slecht. Ik was zelfs bang om te slapen. Toch wilde ik door met de topsport. Ik kwam door die periode van geworstel heen met hulp van psychologen. Die hulp zocht ik trouwens pas later op.”

Heb je eet- en drinkgewoontes veranderd?

“Van nature ben ik een gezond persoon. Dat heeft niets te maken met het vroegere hartprobleem of met de topsport. Ik neem ook zeker af en toe een wijntje hoor, maar met eten maken kan ik wel een pietlut zijn. Een voorbeeld? Een sausje door de sla moet de perfecte smaak hebben, niet te zoet of te zuur, lekker en gezond. Ik kan het wel vier keer maken als ik niet tevreden ben. Ik let op de Schijf van Vijf, ook voor mijn twee kinderen.”

Sta je na het hartfalen anders in het leven?

“Ik ben niet dagelijks met die ervaring bezig, maar het heeft me wel gevormd tot wie ik nu ben. Ik heb ik geleerd open en directe communicatie te voeren. Zo had ik met
mijn laatste partner in de sport, Madelein Meppelink, een sterke communicatieve band. Alles was bespreekbaar, juist ook waar ik bang voor was. Na mijn master Recherchekunde heb ik zes jaar bij de politie gewerkt. Daar heb je regelmatig moeilijke gesprekken. Ik was er geschikt voor door de manier waarop ik in het leven sta. Ik heb een luisterend oor, kan helpen en begeleiden. Dat doe ik nu ook met mijn eigen bedrijf Kracht Boutique Keizer2: ik begeleid mensen hun hart te volgen en om in hun fysieke en mentale kracht te staan. Het bedrijfslogo weerspiegelt dat: een hart dat gevormd wordt door twee armen met spierballen. Het kroontje erbij staat natuurlijk voor mijn achternaam. Toen ik in het ziekenhuis lag, kwam mijn vader op bezoek en zei: ‘Je bent een echte Keizer, je komt hier doorheen!’” Ik heb ook een tatoeage van een hart met hartslag.”

Heb je tips voor andere (voormalige) hartpatiënten?

“Durf te spreken! Het is de rode draad van mijn verhaal. Het uitspreken van angsten heeft mij geholpen. Als ambassadrice van Stichting Hartekind probeer ik me te verdiepen in het mentale stukje voor jonge kinderen die te maken krijgen met ingrijpende operaties. Ik draag ook bij aan de hartekinddagen waarop de Stichting verantwoorde activiteiten organiseert voor de hartekinderen zodat ze zich soms even gewoon kind kunnen voelen.”

Tekst: Mariëtte van Beek
Beeld: Sanne Keizer

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Aad van Toor: Stress vermijden en positief blijven

Aad van Toor (79), onder het publiek beter bekend als Adriaan van het artiestenduo Bassie & Adriaan, wijt zijn hartfalen vooral aan stress. Toen hij ziek werd, was zijn belangrijkste uitdaging positief blijven.

In 2018 werd er hartfalen bij je geconstateerd. Wat gebeurde er precies?

“We wonen in Benalmádena in Spanje. Ik vloog even naar Nederland om een rol te spelen in de film De brief van Sinterklaas. Op het vliegveld moest ik op de heen- en terugreis veel lopen en toen kreeg ik steeds pijn aan de zijkant van mijn lijf. Tijdens de filmopnames was er niets aan de hand. Voor alle zekerheid maakte ik een afspraak bij een Nederlandse specialist. Ik dacht niet aan mijn hart. Veertig jaar geleden kreeg ik een aanval van hyperventilatie en lactose-intolerantie, en een maagzweer. De druk op de borst die je dan voelt, lijkt op hartklachten, maar heeft er niet mee te maken. In 2018 was het anders. Ik werd gekatheteriseerd en toen bleek dat ik drie ernstige aderverstoppingen had. Plots lag ik in een ziekenwagen naar het Erasmus MC en zou de volgende dag met spoed geopereerd worden. Mijn vrouw Ina wist nog nergens van. We namen een soort afscheid. Ik ging ervanuit dat ik mijn ogen weer open zou doen, maar mocht dat niet zo zijn, wilde ik haar bedankt hebben voor het fijne leven samen. De hartoperatie slaagde. Er waren drie bypassen geplaatst.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.