Intimiteit na een hartaandoening

 

U heeft recentelijk een ingreep ondergaan naar aanleiding van uw hartaandoening en vraagt zich af in hoeverre lichamelijke intimiteit tussen uw partner en u hierna nog mogelijk is?

 

Niets om u voor te schamen. Ervaart u toch enigszins een bepaalde vorm van gêne om dit openlijk met uw cardioloog te bespreken? Hartbrug-Magazine doorbreekt het taboe.

 

Lichamelijke intimiteit is ‘a part of life’ en is een persoonlijke aangelegenheid. Vandaar dat erover spreken – vooral bij de oudere generatie – als ongepast wordt ervaren. Lichamelijke intimiteit is echter wel degelijk bespreekbaar, vooral in medische kringen. Wij helpen u graag op weg om openlijk het onderwerp aan te snijden.

 

Professionele aanbevelingen

Tijdens het terugkerende jaarlijkse ‘European Society of Cardiology’ (ESC Congress), is enkele jaren geleden het onderwerp intimiteit bij hartpatiënten uitgebreid behandeld. De aanbevelingen van de ‘Europese Raad van Hart- en Vaatziekte Verpleegkundigen’, worden gezien als de eerste wetenschappelijke verklaring met gedetailleerde informatie voor hartpatiënten. Volgens hen hoort elke patiënt advies te krijgen van zijn of haar cardioloog, over intimiteit naar aanleiding van de betreffende hart- en vaatziekten.

De behandelende arts(en) horen een actievere rol te spelen in het verschaffen van uitleg aan de patiënt.

Vervolgens kan in samenspraak vastgesteld worden in hoeverre de patiënt intimiteit kan hervatten, dan wel voortzetten. Mocht geslachtsgemeenschap om welke reden dan ook afgeraden worden, dan hoort de patiënt op de hoogte te worden gebracht van andere mogelijke opties voor aangepaste intimiteit.

 

Wat is verantwoord?

Pasklare antwoorden zijn onmogelijk. Logischerwijs omdat elke hartpatiënt anders is en de betreffende hartaandoening een andere uitwerking op diens lichaam heeft. Er zijn echter wel enkele terugkomende mogelijke oorzaken te benoemen.

 

Voor veel hartpatiënten speelt angst een grote rol. Deze angst gaat vaak gepaard met depressieve gedachten, die zich uiteindelijk ontpoppen in onzekerheid en belemmering omtrent lichamelijke intimiteit. In plaats van met deze gevoelens rond te blijven lopen en daarmee niet alleen de psychische, maar ook fysieke klachten te verergeren, is het positief om de vragen die uw gedachten overheersen simpelweg uit te spreken.

 

Omdat hartpatiënten vaak bang zijn om bij lichamelijke inspanning (weer) hartproblemen te krijgen, baseren veelvoorkomende vragen zich op het wel/niet aankunnen van die inspanning. Het antwoord daarop krijgt u door een zogeheten inspanningsonderzoek te doen waarbij de inspanningstolerantie wordt bepaald. Naar aanleiding hiervan kan uw cardioloog u gedetailleerd inlichten omtrent de sterkte van uw hart om lichamelijke intieme activiteiten te hervatten.

 

In sommige gevallen zorgt de medicatie voor beperkingen op het lichamelijk vlak. Ook hier kan in  overleg met de cardioloog gekeken worden naar mogelijke alternatieven of bijkomende hulpmiddelen die mentaal en/of lichamelijk een positieve uitwerking hebben op de lichamelijke intimiteit.

 

Polikliniek Seks & Cardiologie

Wilt u voor uw eigen gemoedstoestand graag alles nalopen, maar doet u dat liever buiten uw reguliere cardioloog om? Dat kan! Recentelijk zijn de allereerste ‘Seks & Cardiologie’ poliklinieken geopend in Lelystad en Almere-Poort, onder leiding van de medische cardiologie-keten ‘Hartkliniek Nederland’. Dus mocht u onder behandeling staan bij een andere cardioloog? Geen probleem. Handig om te weten; de zorgverzekering vergoedt de gemaakte kosten.

 

Het spreekuur staat geheel in het teken van patiënten met hart- en vaatziekten die kampen met vragen en/of problemen omtrent dit -voor velen- lastig bespreekbare onderwerp. Uitsluitend een cardioloog van de kliniek leidt het spreekuur. De cardioloog werkt nauw samen met een psycholoog, seksuoloog en uroloog.

 

Tijdens het spreekuur worden intimiteitsproblemen besproken naar aanleiding van een hartaandoening zoals bijvoorbeeld hartfalen en/of een hartinfarct, maar ook onderzocht en waar mogelijk verholpen. Het uiteindelijke doel is om voor de hartpatiënt een zo duidelijk mogelijk beeld te schetsen van haar of zijn mogelijkheden op dit gebied.

 

Bent u bang dat u wellicht onverhoopt een belangrijke vraag vergeet? U kunt uzelf van te voren voorbereiden door u in te lezen en opkomende vragen alvast te noteren. Zo weet u zeker dat u ook daadwerkelijk al uw vragen stelt.

 

 

 

Tips

Blijft u rondlopen met verontrustende ideeën omtrent een toenemende bloeddruk en hartslag rondom lichamelijke intimiteit? Houd in het achterhoofd dat diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de risico’s betreffende lichamelijke intimiteit en hartpatiënten meevallen. Indien van toepassing; volg het doktersadvies en houd rekening met de beperking(en) van uw hart.

 

 

Enkele nuttige tips:

Voldoende beweging heeft een positieve bijdrage aan lichamelijke intimiteit

Beëindig de lichamelijke intimiteit wanneer u zich minder prettig voelt

Gebruik geen medicatie zoals bijvoorbeeld Viagra zonder dit te overleggen met huisarts of cardioloog

Wees voorzichtig met lichamelijke intimiteit;

  • Bij extreme vermoeidheid,
  • Binnen drie uur na een zware maaltijd,
  • Na het consumeren van alcohol,
  • Tijdens of vlak na het ervaren van heftige emoties,
  • In een te warme of koude omgeving

 

Benieuwd naar ervaringen van lotgenoten omtrent dit onderwerp? Bezoek het forum op www.hartpatienten.nl en praat mee!

 

Bron ‘Tips’: Cardioloog R.A.M. van Langeveld (hartfalenderwijs.nl)

Hartpatiënten Nederland bezorgd over stijgend aantal zieken bij snelwegen

 

Bedreigt uw auto uw hart?

 

ROERMOND – Het opschroeven van de maximumsnelheid op Nederlandse snelwegen naar 130 kilometer per uur heeft een desastreuze uitwerking op onze luchtkwaliteit. Dat zegt de Vereniging Milieudefensie na nieuwe berekeningen. Bovendien stijgen de gezondheidsrisico’s voor mensen die nabij deze verkeersaders wonen. De luchtvervuiling kost direct omwonenden gemiddeld 20 maanden (!) van hun leven.

 

Het aantal mensen met hart- en vaataandoeningen, vormen van kanker en longziekten zal de komende jaren onherroepelijk toenemen, zeggen zowel deskundigen als patiëntengroepen. Ook Hartpatiënten Nederland is bezorgd over deze ontwikkeling en vreest voor de gezondheid van velen.

 

Slachtoffers van luchtvervuiling zullen te betreuren zijn bij trajecten waar deze nieuwe snelheid geldt, stelt de milieu-organisatie. Het gaat onder meer om de A27 bij Breda en Oosterhout en de A2 bij Urmond (Limburg). Milieudefensie maakt aldaar melding van een aanzienlijke stijging van de concentraties stikstofdioxide en fijnstof in de buitenlucht. Het niveau van de luchtverontreiniging zou nu al met 81 procent zijn gestegen.

 

De nieuwe berekeningen hebben ook in de Tweede Kamer tot onrust geleid. De CDA-fractie  noemde het ‘buitengewoon kwalijk dat de minister geen oog heeft voor omwonenden’. Coalitiepartner PvdA begrijpt niet ‘hoe de keuze is gemaakt de snelheid te verhogen terwijl er een kans op overschrijding is’.

Verantwoordelijk minister Schultz (Verkeer en Waterstaat) zei het beeld niet te herkennen zoals dat wordt geschetst.

Hoe deze discussie ook verdergaat, wereldwijd is erkend dat luchtverontreiniging een sluipend kwaad is, een stille moordenaar. Jaarlijks sterven alleen al in de VS zo’n 200.000 mensen aan milieugevolgen door de uitstoot van de zware industrie en het wegverkeer. Bij verhoging van hun snelheid stoten auto’s en vrachtwagens per kilometer meer schadelijke stoffen uit dan bij lagere snelheden. Dat geldt niet uitsluitend voor stikstofdioxide, maar ook voor het broeikasgas koolstofdioxide. Ongeveer de helft van de overlijdensgevallen heeft een direct wetenschappelijk aangetoond verband met ozon en fijnstof.

 

Luchtervuiling kan bestaan uit gassen, zoals stikstofdioxide of ozon, en fijnstof. Doorslaggevend bij die fijnstof is, volgens experts, de grootte van de deeltjes. Fijnstof is een verzamelnaam voor deeltjes die klein genoeg zijn om langs ons immuunsysteem in de luchtpijp en de longen te glippen. In de luchtwegen bevinden zich microscopisch kleine haartjes die deeltjes wegfilteren die groter zijn dan circa 10 micrometer. Alle deeltjes die de afweer passeren zijn schadelijk, sommige meer dan andere. Fijnstof uit verbrandingsmotoren wordt tot de meer schadelijke soort gerekend, stof van een zandweg lijkt minder schadelijk. Luchtvervuiling is vooral schadelijk voor mensen met een hartziekte of slechte longen.

 

Kennislink.nl, een goed geïnformeerde populair-wetenschappelijke Nederlandse website, vatte het sluipende gezondheidsprobleem voor bewoners van intensieve verkeersgebieden jaren geleden al treffend samen: ‘Je hebt geen overgewicht, eet gezond en probeert elke dag netjes dertig minuten te bewegen. Met die leefstijl denk je de kans op een hartaanval aanzienlijk te verkleinen. Toch blijken veel mensen die een hartaanval krijgen niet tot de klassieke risicogroepen te behoren. Zien we iets over het hoofd? Lopen we op dit moment allemaal het risico om een hartaanval in te ademen?’

Met haar opmerking dat zij het door Milieudefensie geschetste beeld niet herkent, lijkt minister Schultz bijna te ontkennen dat wel degelijk een directe relatie bestaat tussen luchtverontreiniging en gezondheidsschade, zoals hart- en vaatproblemen.

 

Dat oorzakelijk verband tussen hart- en longschade en luchtverontreiniging werd al ver in de vorige eeuw – begin december 1952 – aangetoond met het ontstaan van The Great Smog, de grote mist, in Londen. Duizenden Londenaren stierven toen aan hart- en longziekten. Zelfs de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) refereert daaraan in een aardige historische beschouwing over dit fenomeen, dat elke twijfel wegneemt.

 

‘Londen ging gebukt onder weersomstandigheden die zich sindsdien nooit meer hebben voorgedaan. De mist was zo dik dat mensen hun eigen voeten niet meer konden zien. Het was koud en de kachels werden flink opgestookt. Uit de schoorstenen kwam een dikke zwarte walm, want de kachels brandden toen nog op steenkool. Een ooggetuige zei later dat hij het gevoel had dat ‘iemand een berg autobanden in de fik had gestoken’. Volgens artsen van die tijd was de doodsoorzaak van veel mensen zuurstoftekort in het bloed, veroorzaakt door longen die verstopt raakten door infecties. De longproblemen hielden niet op toen de smog verdween en weken later waren de sterftecijfers nog veel hoger dan normaal.’

 

Een ramp zoals in het Londen van de jaren vijftig zal zich waarschijnlijk niet meer voordoen – immers, steenkool als voornaamste bron van brandstof, is wat naar de achtergrond geraakt (hoewel nog steeds nieuwe steenkolencentrales in Europa verrijzen). Maar The Great Smog blijft symbool van het gevaar van luchtvervuiling, stelt NVVC.

 

Op de Klimaatconferentie, afgelopen najaar gehouden in Parijs, is het overeengekomen terugdringen van de opwarming van de aarde met 2 graden onmiddellijk te vertalen in redding van vele honderdduizenden burgers. Zij kunnen nu ontkomen aan een vroegtijdige dood door long-, hart- en vaatziekten.

 

Klimaatconferentie pretendeert honderdduizenden levens te redden

Eilandhoppen in eigen land; de Waddeneilanden  

 

‘Het is heerlijk genieten op de Wadden’, is een veel gehoorde uitspraak. En dat is niet zo gek! Want met vijf eilanden, is het vijf keer zoveel genieten. Maar wat zijn de hotspots van de eilanden en niet geheel onbelangrijk: hoe en wat in geval van nood? HartbrugReizen laat u kennismaken met De Wadden.

 

Doordat u omringd bent door een open horizon en de Waddenzee, is elke oogopslag op zich al bijzonder. De vijf eilanden – Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog – hebben ieder afzonderlijk hun charmes. Van algehele rust tot het gezellige dorpsleven; op de Waddeneilanden is het allemaal te vinden!

 

De eilanden

Op de Wadden bent u weg van het alledaagse leven thuis. Hier heerst het eilandritme; liefkozend ook wel het ‘eeuwenoude ritme van eb en vloed’ genoemd. Voor welk eiland u ook kiest, vaststaat dat ontspanning met stip op nummer één staat. Het gehele jaar door vinden er allerlei evenementen plaats. Hierdoor bent u niet seizoensgebonden en kunt u de ontspanning opzoeken wanneer het u uitkomt.

 

Texel

Texel staat onder andere bekend als een sportief eiland en zoals op elk Waddeneiland heel veel natuur. Een combinatie van beide biedt bij uitstek bijvoorbeeld de  ‘Lammetjeswandeltocht’ in het voorjaar. De routes doorkruisen Texel terwijl u onderweg Texels schoon tegenkomt. Maar ook het varende festival ‘Horizontoer’ in de zomermaanden, is een lust voor alle zintuigen. Een vloot authentieke zeilschepen brengt 75 artiesten naar elk eiland apart in 10 dagen. Deze dagen staan in het teken van muziek, (straat)theater en cabaret, maar ook diverse (kinder)activiteiten.

 

Vlieland

Het intieme en stille, maar gastvrije (en tevens autovrije) Vlieland leert u pas echt kennen tijdens ‘Rondje Vlieland’ waarbij u de uitgestrekte Noordzeekust, de Vliehors (een zandvlakte van twintig vierkantekilometer) en de Waddenkust met vele vogels en weidse luchten in u opneemt. Behoefte aan wat gezelligheid? Bezoek dan in de zomermaanden een Vlielandse braderie.

 

Terschelling

Terschelling is het eiland van de dorpjes waar cultuur u niet zal ontgaan! Het jaarlijkse, terugkerende Oerol laat u tien dagen lang genieten van de meest uiteenlopende voorstellingen op diverse locaties. Cultuur en natuur staan centraal en zijn tevens kenmerkend voor Oerol. Voorafgaand vindt een unieke wandel- en Nordic-Walkingevenement plaats: ‘Fjoertoer’. ‘Toer’ is de Terschellingse benaming voor ‘Brandaris’; de oudste vuurtoren van Nederland. Het ‘fjoer’ dat bovenop de toren brandt en licht geeft, leidt de deelnemers langs het eiland terwijl kunstenaars onderweg voor vuur- en lichteffecten in de nachtelijke duisternis zorgen.

 

Ameland

Op Ameland bent u op de juiste plek voor actie en beleving. Wat dacht u van een demonstratie van de paardenreddingboot die u even laat teruggaan in de tijd. Steekt u liever de handen uit de mouwen? Neem dan deel aan het ‘Klein Vaarwater Wandeltocht’. Een ideale mogelijkheid om in het voorjaar een weekend erop uit te trekken.

 

Schiermonnikoog

Schiermonnikoog biedt rust, maar ook recreatie. Het eiland is eigenlijk één groot nationaal park. Lekker wandelen en fietsen. Kijk in de zomer maandagen naar het beachsoccer toernooi en bezoek in december het tweejaarlijkse ‘Midwinterfestival’.

Voor een compleet overzicht van de evenementen per eiland bezoek: www.wadden.nl

 

Waddenhoppen

Bezoekt u graag alle eilanden? Maak dan gebruik van de directe bootverbindingen tussen de eilanden onderling. Op deze manier bezoekt u niet alleen de Waddeneilanden, maar ook de Waddenzee en het overige Waddengebied. Houdt er wel rekening mee dat sommige directe bootverbindingen vanwege de wisselende weersomstandigheden op de Waddenzee, maar een paar keer per jaar mogelijk zijn.

 

De Waddenzee

De Waddenzee staat sinds juni 2009 op de UNESCO-wereld-erfgoedlijst en dat is niet zomaar. De Waddenzee omvat een biologisch ecosysteem dat alleen te vinden is aan de Nederlandse, Duitse en Deense Noordzeekust. Elke zes uur wisselen eb en vloed elkaar af. De eilanden zijn voortdurend in beweging. Deze verschijning noemt men ook weleens ‘wandelen’.

 

Op de lange termijn is het veranderende landschap meer dan goed zichtbaar. De eilanden verplaatsen zich namelijk langzaamaan van West naar Oost. Daarnaast worden geulen afgewisseld met drooggevallen zandplaten. De variatie aan landschappen zorgt ervoor dat de Waddenzee een uniek leefgebied is voor ontelbaar veel (zeldzame) plant- en diersoorten. Het is niet alleen een groot voedselrijkdom, maar ook een uiterst belangrijke tussenstop voor veel trekvogels.

 

SOS

Texel behoort van oudsher tot Noord-Holland, terwijl de overige vier eilanden deel uitmaken van Friesland. Hierdoor is het patiëntenvervoer in geval van nood tussen eerstgenoemde en de overige vier anders geregeld. Alle eilanden beschikken over hun eigen huisartsen- en ambulanceposten, maar voor het ziekenhuis wordt een toevlucht gezocht op het vaste land. Voor Texel is dit het Gemini Ziekenhuis in Den Helder.

 

Tot 21:30 uur verbindt de veerboot Texel met het vaste land. Hierna zijn de zogeheten nachtelijke ziekenreizen voor (acute) noodgevallen. De ziekenreizen komen in actie na een oproep van de alarmcentrale naar aanleiding van een melding van een post. Mocht de boot niet uit kunnen uitvaren bij te hoog of te laag water, dan wordt bijvoorbeeld de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) ingeschakeld.

 

Voor de Friese Waddeneilanden geldt dat de ambulancezorg geregeld is door middel van ambulancehelikopters. Op deze manier wordt de tijd voor patiëntenvervoer beperkt en dit is in bepaalde gevallen zeer belangrijk voor de overlevingskansen. Oftewel: u kunt met een gerust hart op reis naar de Wadden!

Een hartoperatie in aantocht; en nu?

 

Uw hoofd tolt, want binnenkort ondergaat u een hartoperatie. Hartbrug Magazine helpt u orde te scheppen in de wirwar van ontelbaar veel vragen en ging in gesprek met cardio-thoracaal chirurg Sandeep Singh van het Isala ziekenhuis in Zwolle. Hij vertelt…

 

Hoe bereidt u zich voor op een hartoperatie?

‘De feitelijke patiëntgegevens op papier en het daarbij horend beeldmateriaal doornemen, is een deel van de voorbereiding, maar het is net zo belangrijk om met de patiënt in gesprek te gaan. Om tot in de puntjes voorbereid te zijn, bespreken wij als team van tevoren alle informatie. Tevens maak ik een beoordeling ten aanzien van de mogelijke complicaties.’

 

Hoe ervaart u een hartoperatie?

‘Mijn beroep is zowel geestelijk als fysiek zwaar, want het omvat grote en pittige operaties, maar het is één van de vakken waarbij resultaat direct zichtbaar is en dat trekt mij.

 

Wat kan een patiënt na een hartoperatie verwachten met betrekking tot de pijn?

‘Wij streven ernaar dat geen enkele patiënt pijn lijdt, maar helaas is enig ongemak na een hartoperatie onontkoombaar vanwege onder andere het te herstellen borstbeen. De patiënten worden hierop voor de operatie al voorbereid en ontvangen tips om mogelijke pijn na de operatie te verlichten. Eén daarvan is om bijvoorbeeld tijdens het hoesten een kussentje tegen het borstbeen te houden. Sowieso krijgen alle patiënten standaard pijnstilling.’

 

Wat kan een patiënt na een hartoperatie verwachten met betrekking tot het herstel in het ziekenhuis?

‘Na de operatie komt de patiënt op de IC (Intensive Care) terecht waarna hij/zij naar de verpleegafdeling gaat. De duur hiervan is afhankelijk van de gesteldheid. In principe mag een patiënt na de operatie alles doen wat binnen zijn of haar mogelijkheden ligt. Wel moet in acht worden gehouden dat het borstbeen – overigens goed gefixeerd met staaldraden – moet herstellen, en qua belasting, enigszins ontzien moet worden. Er wordt direct een start gemaakt met het herstellen van de conditie zodat de patiënt zo snel mogelijk weer op de been is. In geval van vragen kan de patiënt zich altijd wenden tot de verpleging, zaalarts of behandelend chirurg. Van te voren worden zowel de patiënt als de naasten, mondeling en schriftelijk goed geïnformeerd. Wanneer de tijd daar is om thuis verder te herstellen, worden de belangrijkste aspecten voor een voorspoedig herstel doorgenomen in een ontslaggesprek.’

 

Wat kan een patiënt na een hartoperatie verwachten met betrekking tot de revalidatie?

‘De revalidatie is zowel fysiek als mentaal gericht en begint bij ons in het ziekenhuis op de zogeheten ‘Verpleeg- en beweegafdeling’. Het terugwinnen van het vertrouwen in het eigen lichaam en zelfredzaamheid staan centraal. Het eten wordt bijvoorbeeld niet aan bed geserveerd, maar de patiënt moet het zelf ophalen op de daarvoor aangewezen plaats als hij daartoe in staat is. Een team van specialisten variërend van verpleegkundige tot psychologen en diëtisten staat klaar om de patiënt te begeleiden. Eenmaal thuis is het mogelijk voor de patiënt om een hartrevalidatieprogramma te volgen in ons Isala ‘Leef- en beweegcentrum’. In mijn optiek dient een operatie voorwaarden te scheppen voor verder herstel, want een operatie zonder revalidatie is niet compleet. Hetzelfde geldt voor een kapotte auto waarvan je de motor repareert, maar de banden niet. Uiteindelijk rijdt de auto nog steeds niet optimaal, want aan de hele auto moet aandacht worden besteed.’

Vitamine D:  onmisbaar voor uw gezondheid

 

Vitamine D is belangrijk voor een goede gezondheid en wordt steeds vaker in verband gebracht met hart- en vaatziekten. Maar niet iedereen krijgt er voldoende van binnen. Gelukkig is dat vrij gemakkelijk op te  lossen.

 

Stevige botten en tanden, dat willen we allemaal. Daarvoor is vitamine D essentieel. Deze vitamine heeft ons lichaam nodig om calcium uit voeding in het lichaam op te nemen. En dat hebben onze botten en tanden nodig om sterk te blijven. Gelukkig maakt ons lichaam een groot deel van de benodigde vitamine D zelf aan uit zonlicht; de belangrijkste bron van vitamine D. Ook zit de vitamine in onze voeding: vooral in vette vis, vlees en eieren. Daarnaast wordt het kunstmatig toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten.

 

Toch krijgt lang niet iedereen voldoende vitamine D binnen. In 2012 heeft de Gezondheidsraad daarom de normen voor vitamine D-inname aangescherpt tot 20 microgram per dag voor 70-plussers. Voor vrouwen van 50 tot 70 jaar, kinderen tot 4 jaar en mensen die onvoldoende in de zon komen, is dit 10 microgram per dag. Bij de kinderen verloopt de vitamine D-inname redelijk, maar van de ouderen gebruikt nog niet een op de vijf de aanbevolen vitamine D-supplementen, bleek vorig jaar uit onderzoek.

 

De reden waarom juist ouderen extra vitamine D moeten slikken, is omdat in de loop der jaren de capaciteit van het lichaam om zelf vitamine D uit zonlicht aan te maken vermindert. Daardoor neemt de botdichtheid af en lopen ouderen een grotere kans op botbreuken.

 

Hart- en vaatziekten

Botten en tanden zijn niet de enige reden om te zorgen voor voldoende vitamine D. Er zijn steeds meer onderzoeken die een vitamine D-tekort in verband brengen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Zo toonde een groot bevolkingsonderzoek in Denemarken aan dat een laag vitamine D-niveau een hoger risico geeft op ischemische hartziekten: aandoeningen van het hart die ontstaan door vernauwingen van de kransslagaderen rond het hart.

 

Ook speelt vitamine D een belangrijke rol in het immuunsysteem. En Duits onderzoek toonde aan dat vitamine D een ontstekingsremmend effect heeft bij congestief hartfalen, waarbij het hart het bloed niet meer rond kan pompen, waardoor de druk in de hartholten en het vaatstelsel toeneemt. Kortom: vitamine D is een onmisbare vitamine voor een goede gezondheid.

 

Toch is het niet slim om, voor de zekerheid, zomaar extra vitamine D-pillen te gaan slikken, gaf Lisette de Groot, hoogleraar Voeding van de Oudere Mens, onlangs nog aan in dagblad Trouw. ‘We weten nog te weinig over mogelijk schadelijke effecten van te hoge doses vitamine D’, zei zij. Ze adviseert daarom stellig om je te houden aan de adviezen van de Gezondheidsraad. ‘Die zijn gebaseerd op hard wetenschappelijk bewijs.’ Volgens De Groot vermindert de kans op botbreuken met 20 tot 30 procent als ouderen de geadviseerde dosering gebruiken.

 

Ga naar buiten!

Wie niet tot bovengenoemde groepen van kleine kinderen of 70-plussers behoort, kan meestal ook zonder supplementen toe. Een uitzondering geldt voor mensen met een (heel) donkere huidskleur, want een donkere huid maakt minder vitamine D aan dan een lichte huid. Ook voor hen dus het advies om dagelijks 10 microgram extra vitamine D te slikken.

 

Voor de rest van de mensen geldt: wie voldoende vitamine D-rijke voeding eet en voldoende buiten komt heeft meestal geen supplementen nodig. Dagelijks even in de zon is dus belangrijk, maar overdrijf het niet, want te veel zonnen verhoogt het risico op huidkanker. Een paar minuten zonlicht per dag is het beste. Op die manier vermijdt u schadelijke effecten door de zon en maakt het lichaam wel voldoende vitamine D aan. De huid laten verbranden is helemaal uit den boze.

 

Zonnen onder de douche

Niet iedereen komt er aan toe om voldoende buiten te zijn en in Nederland werkt de zon ook bepaald niet altijd mee. De vakantieappartementen van Hartpatiënten Nederland in Roermond en Scheveningen zijn sinds kort uitgerust met een Sunshower: een soort zonnebank voor onder de douche. De Sunshower zorgt voor een lage dosis UV-licht, waardoor het lichaam wordt gestimuleerd om vitamine D aan te maken.

 

Een minuut of vijf douchen bij de Sunshower is volgens de aanbieder voldoende om de dagelijkse aanbevolen dosis Vitamine D aan te maken in de winter, als in Nederland de zon zich te weinig laat zien. Dit zou ook blijken uit onderzoek van Sunshower zelf, in samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum, onder Delftse studenten.

Tien jaar marktwerking in de zorg?

 

Weet u nog? Tot tien jaar geleden zaten we in het ziekenfonds en de beter bemiddelden onder ons waren particulier verzekerd. Deze laatste groep kende een eigen risico, de ziekenfondsers niet. Die kregen de rekening van huisarts of specialist niet eens onder ogen: alles ging rechtstreeks naar het fonds, en dat betaalde keurig de rekening.

 

Tien jaar geleden was het afgelopen met die pret. Toen kregen we te maken met een nieuw stelsel waarin iedereen een basisverzekering kreeg, met de mogelijkheid om bij te verzekeren. En vervolgens kwam er een eigen risico bovenop. Inmiddels bedraagt dat eigen risico maar liefst 385 euro.

 

Iedereen moet die 385 euro ophoesten, arm of rijk. De rijken zullen dat nauwelijks in hun portemonnee merken. De mensen met een redelijk platte beurs des te meer, hoewel de allerarmsten wel een tegemoetkoming krijgen.

 

Relatief gezien kost de gezondheidszorg de mensen met een laag inkomen veel meer dan de mensen die een goed inkomen hebben. Dat is een logisch gevolg van de marktwerking. Bovendien kunnen relatief arme mensen zich niet echt goed bijverzekeren bovenop hun basis. Dat kunnen de rijken dan weer wel.

‘Het voordeel van de eigen bijdrage is dat mensen minder vaak naar de dokter gaan. Dat wil zeggen, ze gaan alleen als het echt nodig is, mensen worden voorzichtiger, het gaat hen namelijk geld kosten’, aldus gezondheidseconoom Wynand van de Ven in de Volkskrant.

 

In geen ander land is het eigen risico zo laag als in Nederland, blijkt uit een onderzoek door de Volkskrant eind december vorig jaar. In 2006 bedroeg het eigen risico 4 procent van de zorguitgaven, nu is dat 8 procent. In Zweden en Duitsland is dat 13 procent, in de VS 12 procent, en – houd u vast – in buurland België 20 procent!

 

De zorgtoeslag maakt dat in ons land de echte armen minder betalen, de rijken des te meer, want zij moeten de toeslag voor de armen ophoesten. Dat gebeurt via de belastingen.

 

Nergens anders dan in Nederland worden mensen zo snel geholpen. De intergouvernementele Organisatie voor Economische Samenwerking OESO rekende uit dat de toegang tot de zorg nergens beter is dan in Nederland. Ook constateert deze organisatie dat de zorg hier heel toegankelijk is en van hoge kwaliteit.

 

Ook de verzekeraars zelf zijn overigens de dupe geworden van het nieuwe zorgstelsel. Tot 2012 kregen zij alle kostenoverschrijdingen vergoed door het Rijk en dat kostte de belastingbetaler sloten geld. De almaar oplopende kostenstijgingen werden als gevolg daarvan niet gedragen door de zorgverzekeraars, maar door ons allemaal. In 2012 maakte het kabinet daar een eind aan. De verzekeraars moeten zelf hun broek ophouden en hun begroting rond krijgen. Tekorten worden niet meer bijgepast door vadertje staat. Toen gingen de eerste twee ziekenhuizen failliet!

 

Zorgverzekeraars liggen sindsdien in de clinch met machtige belangengroepen: ziekenhuizen en artsen. Minder machtige zorgverleners worden volgens de Volkskrant echter uitgeknepen, zoals fysiotherapeuten, logopedisten en diëtisten, want die kunnen geen gezamenlijke vuist maken. Voor hen is het slikken of stikken.

 

Ook de apothekers is het sinds het nieuwe zorgstelsel een stuk minder goed gegaan. Apotheek en rijkaard waren vroeger synoniemen. Dat is nu wel anders. Nergens anders is de omzet zo snel gedaald. In enkele jaren raakten de apothekers een kwart van hun omzet kwijt. Dat komt omdat de bonussen die apothekers kregen van de farmaceutische industrie door de verzekeraars werden afgeroomd. Bovendien moesten apothekers voortaan goedkopere medicijnen verstrekken in plaats van vaak veel te dure merkmedicijnen. En het automatisme waarmee de apotheker vergoedingen ontving via het ziekenfonds viel ook weg.

 

Artsen en specialisten gingen minder verdienen. In 2005, een jaar voor de invoering van het nieuwe zorgstelsel, verdiende een beetje specialist 8,4 keer zoveel op als het gemiddelde loon van de Nederlander. Een huisarts verdiende 4,8 keer zoveel. Het OESO publiceerde onlangs dat de specialist nog ‘slechts’ 4,6 keer zoveel als modaal verdiend, de huisarts ‘moet het stellen’ met 2,8 keer het gemiddelde. Daardoor zijn de inkomensverschillen tussen arts en patiënt meer gelijk getrokken.

 

Tegelijkertijd moet geconstateerd worden dat de afgelopen tien jaar, ondanks de veelgeprezen marktwerking, geen enkele nieuwkomer op de markt is verschenen. En die het probeerde, werd snel weggevaagd. In de verzekeringsmarkt is de concurrentie maar matig, concludeert de Volkskrant. Het marktaandeel van de vier grote spelers steeg de afgelopen tien jaar van 71 naar maar liefst 90 procent.

 

Dat de verzekeraars klanten bij anderen proberen weg te lokken met speeltjes (zoals iPads) en aanbiedingen, valt niet bij iedereen goed. In een paginagrote advertentie in NRC waarschuwde directeur Chris Oomen van DSW zorgverzekeraar dat het oneerlijk is om te sjoemelen met lagere premies voor budgetpolissen. Iemand met zo’n polis gaat echt niet meer of minder naar de dokter, en datzelfde geldt voor degene die met een iPad verleidt wordt om over te stappen. Dit gesjoemel ondermijnt volgens Oomen het zorgsysteem en leidt tot ongelijkheid. ‘De solidariteit in het systeem houden we alleen overeind als iedereen voor dezelfde plichten en rechten dezelfde premie betaalt’, vindt Oomen.

 

Wat vindt u van ons huidige zorgstelsel? Wilt u liever terug naar het ziekenfonds? Of bent u tevreden? Laat het ons weten!
Dit kan door een brief te  sturen naar Postbus 1002, 6040 KA of mail naar roermond@hartpatienten.nl

 

Tabakoloog helpt mensen te stoppen met roken

 

In het Limburgse Horn ligt een expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen dat mensen met hart- en longproblemen begeleidt. Aan dit zorgcentrum, CIRO genaamd, is een tabakoloog verbonden. Een unicum in ons land, want in Nederland bestaat niet eens een opleiding die dit soort deskundigen aflevert.

 

Psycholoog-psychotherapeut Candy Gijsen heeft in 2015 de opleiding ‘Tabakologie en rookstopbegeleiding’ aan de universiteit van Brussel met succes afgerond. Haar deskundigheid is van groot belang voor CIRO omdat roken een belangrijke risicofactor is die bijdraagt aan het verergeren van longziekten en hartfalen. Wil je iets doen aan het voorkomen  van de meeste long- en hartaandoeningen zoals longkanker, hartfalen en COPD, dan moet je stoppen met roken. CIRO, in de volksmond Hornerheide geheten en van oudsher een longcentrum in de wuivende bossen bij Horn, wil de strijd tegen rookverslaving nog intensiever aangaan en heeft daarom een tabakoloog in dienst.

 

Candy Gijsen

 

Waarom een tabakoloog? ‘In Nederland worden ook mensen opgeleid die kunnen helpen bij het stoppen met roken’, legt Gijsen uit. ‘Maar de Nederlandse opleidingen bieden niet het totaalpakket zoals dat in België wordt geboden. Tabakologie is in België een post-graduele academische studie. Ik werk al zo’n negen jaar als psycholoog en psychotherapeut, en heb een klein jaar  geleden mijn studie Tabakologie afgerond. In België is tabakoloog een erkende titel.’

 

Wat kan een tabakoloog voor mensen met een rookverslaving beteken? ‘Roken is een heel moeilijke verslaving’, weet Gijsen. ‘Ik ken heel veel hart- en longpatiënten, die de noodzaak inzien om te stoppen, maar stug blijven doorroken. En dat ondanks begeleiding door huisarts en longarts. Mijn cliënten weten dat roken slecht is. Maar feitelijk weten ze niet precies wat roken met hen doet. Rond dat roken zijn een groot aantal gewoonten opgebouwd. Die zijn lastig af te leren. Ik hoor mensen vaak zeggen: ‘Ik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het lukt gewoon niet!’ Door de begeleiding probeer ik mensen te stimuleren om te stoppen en hun zelfvertrouwen in het stoppen te vergroten.’

 

Gijsen baseert haar ondersteuning op twee pijlers: educatie (voorlichting) en het opbouwen van zelfvertrouwen. De voorlichting is vanzelfsprekend. Maar dat zelfvertrouwen, juist dat ontbreekt bij mensen die er niet in slagen de sigaret los te laten. ‘Willen is het probleem niet. Het merendeel van de rokers wil stoppen’, legt Gijsen uit. ‘Maar er daadwerkelijk moeite voor doen, dat is wat anders. Als het makkelijk ging, zou iedereen stoppen!’

 

‘Ik leg mensen uit: wat doet een nicotinepleister, of hoe werken andere hulpmiddelen. Hoe ga je om met stress. Hoe slaag je erin een sigaret als stressonderdrukker op te geven. Dat kan door te kiezen voor alternatieven voor het omgaan met stress. Daarin begeleid ik mensen.’

 

‘Ik hoor wel eens van mensen over problemen thuis of op het werk. En dan zeggen ze: roken is een momentje van rust. Anderen blijken te worstelen met hun eenzaamheid. Ze grijpen naar de sigaret als rustpunt, om te kunnen ontspannen. Wat mensen vergeten is dat je door te roken juist meer stress krijgt. Het leven van sigaret naar sigaret levert namelijk stress op. Die stress wordt gekalmeerd met een nicotineshot, die heel even een gelukzalig gevoel geeft. Ik leg mensen uit hoe dat werkt in de hersenen. Hoe door roken het stofje dopamine vrijkomt, en dat geeft heel even een kick. Een gevoel waar je vervolgens steeds weer naar terugverlangt. Zo werkt verslaving. Vergelijk het gerust met een drugsverslaafde. Die komt ook niet makkelijk van zijn verslaving af.’

 

‘Verder leg ik mensen uit wat voor effect roken heeft op de longen, maar ook op bijvoorbeeld ruiken en eten. En hoe roken het risico op kanker vergroot.’

 

Kern van haar aanpak is dat Gijsen niemand veroordeelt wegens diens roken. Zij oordeelt niet, want oordelen schrikt mensen af. ‘Stoppen moeten mensen immers voor zichzelf doen, niet voor mij. Ook als mensen terugvallen, zal ik hen niet veroordelen. Oordelen wekt wantrouwen bij mensen. Hen in hun waarde laten zet mensen aan het denken. Als je rokers veroordeelt gaan mensen liegen, en dan ben je nog verder van huis.’

 

‘De meeste mensen die ik begeleid slagen erin om te stoppen met roken. Ik hoor heel veel positieve geluiden terug. ‘Het is me toch gelukt’, klinkt het dan. Mensen blijven hier acht weken, worden intensief begeleid. Er zijn rookstopbijeenkomsten met groepen, want lotgenotencontact is erg belangrijk. Dan zien mensen dat ook anderen moeite hebben met stoppen.’

 

Probleem is vaak dat de partner thuis blijft door roken. Dat is niet echt motiverend. ‘We begeleiden de patiënt, maar hebben ook gesprekken met de partner’, zegt Gijsen. ‘Meestoppen is een belangrijke plus. Want als de partner thuis stug blijft doorgaan met het roken van een pakje shag per dag, tsja, dat wordt een lastige. De ander mist ook het inzicht bij de partner. Hierover worden gesprekken aangegaan. Ook wordt de patiënt geleerd om te gaan met een rokende omgeving.’

 

‘Natuurlijk zijn er mensen die zeggen: dit is het enige wat ik nog heb. Vooral mensen in de palliatieve fase zeggen dat. En dat respecteer ik. Moet je die mensen dat nog aandoen, om hen de sigaret af te pakken. Dat heeft bovendien geen zin meer.’

 

‘Het merendeel van de mensen wil wel meedoen met de begeleiding, en praktisch iedereen stopt uiteindelijk!’

Reizen met een hartaandoening: do’s & dont’s

 

U bent hartpatiënt en wilt graag op vakantie. Maar kan dat? Natuurlijk! Weliswaar enigszins aangepast, maar verre van onmogelijk. Loopt uw hoofd over alleen al bij de gedachten van al de ontelbare dingen waaraan u moet denken? Geen zorgen. HartbrugReizen helpt u een handje en zet alle handige tips op een rijtje. Wij vertellen u de do’s & dont’s omtrent het reizen met een hartaandoening.

 

Telefoonnummers

Voordat u op reis gaat, controleer de voor u belangrijkste telefoonnummers. Denk hierbij aan het telefoonnummer van de huisarts en cardioloog in Nederland, maar ook van de Eerste Harthulp-afdeling van uw ziekenhuis. In geval van vragen en/of twijfel, kunt u hen direct bellen. Vergeet tevens niet de telefoonnummers van het dichtstbijzijnde ziekenhuis in de plaats van uw bestemming op te zoeken. Een vooruit gestippelde routeplanner is een pre. Print al deze gegevens vervolgens uit of noteer het in een notitieboek en bewaar het op een simpele vindbare plek.

 

Medicijnen

Bent u een van de vele hartpatiënten waarbij medicijnen slikken tot het dagelijks doen en laten behoort? Vraag naar aanleiding van de duur van uw vakantie indien nodig een dubbele dosis voorraad aan. Vergeet niet uw medicijnen in te pakken in een makkelijk uitpakbare tas, zodat u deze te allen tijde bij de hand heeft. Reist u met het vliegtuig? Zorg ervoor dat in uw handbagage voldoende voorraad zit voor minstens een week. Dit in verband met het mogelijk zoekraken van ingecheckte bagage die met vertraging op het vakantieadres wordt afgeleverd.

 

Is er sprake van meerdere medicijnen? Denk dan aan bijvoorbeeld Het Europees Medisch Paspoort (EMP). Het EMP is in 2001 geïntroduceerd en ontwikkeld op verzoek van artsen, GGD en diverse patiëntenorganisaties. Hierin staan naast gegevens over de ziekte(n) en het medicijnengebruik, ook overige medische informatie. Let wel, dit is geen officieel verplicht document. Ook kunt u via ons een Internationale Hartpas aanvragen.

 

Slikt u op doktersvoorschrift langdurig medicijnen die in bepaalde landen als verdovende middelen beschouwd worden? Zorg dan voor een officieel begeleidend schrijven van de desbetreffende arts waarin de medische noodzaak wordt benoemd. In geval van vragen overhandigt u dit document aan de douane.

 

Pacemaker, ICD & Co.

Heeft u een tikkende, metalen metgezel in uw lichaam? Prima! Laat een pacemaker of ICD u vooral niet tegenhouden. Maar vergeet niet om het welbekende pacemaker- of ICD-identificatiepasje mee te nemen en dichtbij u te dragen. Op dit pasje staan alle persoonlijke gegevens omtrent uw pacemaker/ICD. Op deze manier kunt u aantonen dat u een pacemaker, dan wel ICD-drager bent. En dat is nodig ter controle en/of in geval van nood voor de dienstdoende eerstehulpverlener. Bijvoorbeeld op het vliegveld of bij de entree van een monument is het vanwege uw pacemaker/ICD niet toegestaan om de metalen controlepoorten te passeren. Uw identificatiepasje bewijst dit waarna u de toegang op een andere manier dient te worden verleend.

 

Alarmpenning

Mocht u alleen reizen en wilt u het zekere voor het onzekere nemen? Kies dan voor een alarmpenning. Alarmpenningen zijn tegenwoordig bij verschillende organisaties te verkrijgen en in verschillende uitvoeringen. Denk bijvoorbeeld aan een ketting of armband. Op deze alarmpenning staat een logo met een korte beschrijving van uw aandoening en een persoonlijk nummer dat doorgegeven kan worden wanneer de hulpverleners in kwestie bellen met de alarmcentrale van de alarmpenning. Zij worden naar aanleiding van dit nummer direct op de hoogte gesteld van uw medische situatie. Of u kunt natuurlijk ook kiezen voor de oude, vertrouwde SOS talisman. In deze mooie medaille treft de hulpverlener uw eigen handgeschreven gegevens aan. Deze SOS medaille kunt u bij ons bestellen via 0475 – 31 72 72.

 

In Case of Emergency (ICE)

Gaat een alarmpenning u net iets te ver, maar heeft u wel graag iets achter de hand voor het geval dat? Denk dan aan de last but not least gouden tip: ICE-telefoonnummer. In 2005 is een vrijwillig initiatief gestart om mobiele telefoongebruikers ertoe te zetten om onder de afkorting ‘ICE’ minstens één telefoonnummer op te slaan. Wanneer het noodlot toeslaat en eerste hulp aan het slachtoffer wordt verleend, maar de eigenaar van de mobiele telefoon niet aanspreekbaar is en/of in staat om zijn naasten te contacteren, bellen hulpverleners dit nummer.

 

In geval van chronisch zieken, zoals hartpatiënten is de tijd die hiermee bespaard wordt en niet opgaat aan het identificeren van het slachtoffer van levensbelang. Op deze manier krijgen de hulpverleners, direct de juiste contactpersoon aan de lijn die hen belangrijke informatie over ziekte(n), medicijngebruik en overige essentiële kennis van de patiënt kan geven.

 

Mocht u meer contactpersonen willen opgeven, dan doet u dat door steeds een nummer achter de letters toe te voegen. Bijvoorbeeld: ICE1, ICE2 en ICE3. Als aanvulling daarop is in 2008 door de ITU¹ een wereldwijde standaard aangenomen omdat niet iedereen op de wereld Romeinse letters kan lezen. Zij bevelen in plaats van de gebruikelijke ICE, cijfers gevolgd door letters aan. Bijvoorbeeld: 01Moeder, 02Vader, 03Broer. Dus wilt u zo goed mogelijk voorbereid op reis gaan en bijna niets aan het toeval overlaten? Noteer dan beiden.

 

Voor alle tips geldt dat indien u met een reisgenoot reist, u deze op de hoogte dient te stellen van uw medische situatie en uit dient te leggen wat te doen in geval van nood, maar ook waar wellicht levensreddende informatie en/of medicijnen te vinden zijn. Bovenstaande tips zijn daar een uitstekende richtlijn voor.

 

 

 

¹ ITU: De Internationale Telecommunicatie-unie (ITU, in het Nederlands wel vertaald als Internationale Vereniging voor Verre berichtgeving) is een internationale organisatie die in 1865 werd opgericht om op het gebied van telegraafverbindingen internationale standaarden vast te stellen.

Maastricht UMC+ plaatst als eerste mini-pacemaker in Limburg

 

Recentelijk is in Maastricht UMC+ als eerste ziekenhuis in de Nederlandse provincie Limburg een zogeheten mini-pacemaker bij een patiënt ingebracht door cardioloog Kevin Vernooy. De allereerste implantatie vond in 2014 plaats in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein.

Medtronic is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de mini-pacemaker. De officiële naam is Micra™ transcatheter pacemaker. Het minuscule apparaatje is ruim negentig procent kleiner dan de klassieke pacemaker en is te vergelijken met een grote vitaminepil. De mini-pacemaker heeft een gewicht van 2 gram, een lengte van 25,9 millimeter en bedraagt 6,67 millimeter in diameter.  De Micra™ transcatheter pacemaker wordt op dit moment slechts door enkele cardiologen in een select aantal ziekenhuizen in Nederland geplaatst, waaronder door Vernooy in Maastricht UMC+.

 

Volgens Vernooy brengt de mini-pacemaker een groot aantal voordelen met zich mee. Het snellere herstel vanwege een verandering in de plaatsingsmethode van de pacemaker is er één van: ‘De mini-pacemaker heeft nu eenmaal een aantal grote voordelen ten opzichte van de traditionele methode, ook op de lange termijn. Zo zal de patiënt niet alleen sneller herstellen na de ingreep, de mini-pacemaker is daarnaast niet van buitenaf zichtbaar en ook de levensduur van de batterij is met gemiddeld zo’n tien jaar behoorlijk lang.’

 

Hartkamer stimulatie

Momenteel is de nieuwe innovatie nog niet van toepassing op alle hartpatiënten. De mini-pacemaker kan namelijk alleen geplaatst worden bij patiënten die enkel stimulatie in de hartkamer nodig hebben. Hieronder vallen hartpatiënten met een trage hartslag of boezemfibrilleren. Bij dergelijke aandoeningen wordt een pacemaker bij de patiënt ingebracht die het onregelmatige ritme herstelt door middel van elektrische impulsen en omzet in een regelmatig hartritme.

 

Waar vroeger de conventionele pacemaker door middel van een chirurgische ingreep werd ingebracht in veelal de borstkas, gebeurt dat nu via de lies. De mini-pacemaker wordt in zijn geheel in het hart geplaatst met behulp van een katheter via een ader in de lies. Daarnaast is de mini-pacemaker in, tegenstelling tot de traditionele pacemaker, draadloos. Hierdoor is er geen sprake meer van pacemakerdraden die normaal gesproken vanaf de pacemaker naar het hart lopen en daar, in het hart, worden bevestigd. Tevens is hiermee de kans op draadbreuk (een voorkomende complicatie bij de pacemaker van huidige grootte) verdwenen. De verwachting is dat ook andere complicaties door deze minder ingrijpende behandeling op de lange termijn zullen verminderen.

 

Toekomstperspectief

Volgens medici is de mini-pacemaker al een hele grote, eerste stap in de verdere ontwikkeling van de pacemakertechnologie. De hoop bestaat dat in de toekomst de mini-pacemaker doorontwikkeld wordt voor alle, of op z’n minst meer hartpatiënten, met andere ritmeproblematiek.

Jos Kuipers (69): Vanuit het niets ‘hartpatiënt’

 

De 69-jarige Jos Kuipers geniet samen met zijn ‘meissie’, zoals hij haar liefkozend noemt, intens van het leven. Zijn hele leven lang is hij een fanatieke sporter. Wanneer hij vanwege een blessure noodgedwongen afscheid moet nemen van het sporten, blijkt dat een onverwacht geschenk uit de hemel. Op de operatietafel wordt namelijk bij toeval een hartaandoening ontdekt. Jos vertelt zijn verhaal.

 

In 1946 komt Jos in Utrecht ter wereld. Hier runt hij jarenlang samen met zijn ‘meissie’ een glas- en verffamiliebedrijf. Inmiddels is Jos met pensioen en heeft hij samen met zijn partner de Domstad verlaten: ‘Ik werk alsnog twee ochtenden in de week bij een glasbedrijf in Lelystad. Verder genieten mijn ‘meissie’ en ik onder andere enorm veel van reizen. Wij proberen iedere maand op vakantie te gaan.’

 

Jos Kuipers

 

Onverwachte ontdekkingen

Jarenlang doet Jos aan wielrennen. Wanneer zijn veertigste verjaardag nadert, maakt hij de omslag naar hardlopen: ‘Eerst één kilometer, later vijf kilometer en weer wat later tien kilometer. Uiteindelijk heb ik vele tientallen halve marathons gelopen, alsook nog zes marathons.’ In mei 2011 is het afgelopen met het hardlopen. Op de laatste dag van de maand loopt Jos zijn laatste halve marathon. De volgende dag kan hij niet meer lopen vanwege een totaal kapotte knie.

 

Een operatie voor een knieprothese volgt. Maar het echte ziekbed begint dan pas: ‘Op de dag van de operatie ontdekte de arts dat ik een ‘flutter’  had. Deze hartaandoening was dermate ernstig dat de operatie werd uitgesteld. Een tweetal weken later werd de operatie alsnog uitgevoerd, maar in plaats van een algehele narcose, is er gekozen voor een ruggenprik. Van de ‘flutter’ heb ik nooit lichamelijk wat gemerkt, maar ik bleek het toch echt te hebben.’

 

Jos wordt vanwege de ontdekking onder controle gehouden ook al ervaart hij zelf geen klachten. In 2015, na het maken van het zoveelste hartfilmpje, besluit zijn cardioloog tot een Holteronderzoek. Wanneer hij de volgende dag het Holterkastje inlevert, wordt hij de daaropvolgende dag al gebeld: ‘Of ik zo spoedig mogelijk naar het ziekenhuis wilde komen. Ik was totaal verrast, want nog steeds had ik niets, maar dan ook helemaal niets gemerkt van een eventuele hartafwijking.’

 

Mini-pacemaker

Eenmaal in het ziekenhuis blijkt Jos hartslagpauzes van meer dan acht seconden te hebben. Ook hiervan heeft hij wederom geen idee: ‘Het enige wat ik af en toe merkte, was dat ik na een stukje wandelen soms moe was. Maar dat schreef ik destijds toe aan mijn knieprothese.’ Maar niets blijkt minder waar. Na een opname in het ziekenhuis krijgt de positieveling andermaal een Holterkast: ‘Ook nu weer bleek dat mijn hart ‘pauzes’ inlaste en dat mijn hartslag soms terugliep naar dertig slagen per minuut. Vele malen is mij gevraagd of ik iets merkte en hoe ik mij voelde. Steeds was mijn antwoord dat ik niets merkte en dat ik mij uitstekend voelde.’

 

Uiteindelijk wordt de knoop doorgehakt en krijgt Jos te horen dat hij een pacemaker krijgt. Aangezien hij te maken heeft met een wisselende lage hartslag en lange hartslagpauzes, komt hij in aanmerking voor de mini-pacemaker: ‘Op mijn verjaardag op 21 oktober 2015 heb ik via mijn lies een mini-pacemaker geïmplanteerd gekregen. De ingreep is bij mijn volle bewustzijn gedaan en uitstekend verlopen. Het enige waar ik last van had, was het drukverband op mijn lies, maar dat mocht er na twintig uur vanaf.’

 

De volgende dag mag Jos alweer naar huis. Ook al is hij nu een mini-pacemaker ‘rijker’, in wezen voelt hij zich niet anders dan voorheen: ‘Lichamelijk voelde, en voel ik nog steeds geen verschil met de tijd voor de ingreep. De uitdraaien van mijn hartfilmpje hebben mij moeten overtuigen dat er iets niet goed is met mijn hart.’

 

Als voorheen

Eenmaal helemaal opgeknapt en bijgekomen van alle gebeurtenissen, voelt Jos lichamelijk totaal geen beperkingen doordat hij nu door het leven gaat met een mini-pacemaker: ‘Ik kan alles doen wat binnen mijn kunnen ligt! Al snel merkte ik wel dat ik nu totaal geen last meer heb van vermoeidheid als ik een stuk had gewandeld. Kon ik voor de ingreep ruim zeshonderd meter aan een stuk wandelen, nu kan ik bijna onbeperkt blijven wandelen zonder moe te worden of in ademnood te komen.’

 

Hij vervolgt: ‘Volgens mijn ‘meissie’ ben ik als mens niet veranderd. Zelf ervaar ik dat ook. Ik vind het nog steeds moeilijk te beseffen dat ik, na een zeer sportief leven, deze aandoening heb gekregen. Het niet meer kunnen hardlopen is mij zwaar gevallen en het doet mij nog steeds ‘pijn’ als ik mijn vrienden zie die wel heerlijk in de bossen kunnen hardlopen.’

 

Maar ondanks de ingreep en het hebben van een mini-pacemaker kan Jos voor de volle 100% concluderen, dat zijn leven alleen op het gebied van wandelen en het soms hebben van ademtekort iets is veranderd: ‘Voor de rest voel ik mij nog net als voor de ingreep. Met een ‘gerust’ hart kan ik zeggen dat ik mij geen hartpatiënt voel. Ik zie de toekomst met veel vertrouwen tegemoet en probeer, samen met mijn ‘meissie’, te genieten van het leven dat nog voor ons ligt.’